2010

01-01-10. Omdat ik niet bekend was met Martini Asti had ik op 30 december een voorproeving gehouden. Het oogde als champagne en de kurk gaf dan ook hoofdbrekens maar door de inzet van een schaar kreeg ik toegang tot deze ongeproefde drank. De inhoud van het glas dronk ik als limonade. Oudejaarsdag in de middag nog zo’n glas gesmaakt en om zes uur was de fles leeg. Dat was jammer maar er was een uitwijkmogelijkheid in de vorm van een blikje Guinness, waarop ik een Oud Bruintje liet volgen, waar ik een halve liter Bavaria Special Gold Beer achteraan zond. Tot zover het bier want er zat een restje port in een fles, dat het glas tot de rand vulde. Zojuist, het is inmiddels nacht en 2010 geworden, de inname bekroond met een glas William Lawson’s whisky. Proost!

02-01-10. Het valt niet mee om bij zo’n jaarwisseling het bioritme in balans te houden: om kwart voor vier naar bed, om tien uur eruit. Voor mijn gevoel valt er dan van de dag weinig meer te maken. Gelukkig waren er geen verplichtingen die het luie lezen in de weg stonden, dus ik lag er na het drinken van ontbijtkoffie om halfelf weer in om The Lost Symbol te gaan lezen. Dat ging ongestoord: in voorgaande jaren waren er raddraaiertjes die wat vuurwerk opzij hadden gelegd voor nieuwjaarsdag, ditmaal was daar geen sprake van. Wel rook ik rook: aan de overkant was wegens het nieuwe jaar een vreugdevuur aangericht waar de IQ-loze luguber getatoeëerde kaalkop van beneden diverse pallets op geworpen had, zodat het tot ’s ochtends smeulde: iemand had het vuur ’s anderenmiddags weer op gang gebracht.

03-01-10. Hermans die voor de rechter verscheen omdat hij in Ik heb altijd gelijk katholieken beledigd zou hebben, Reve die de gang naar de rechter maakte omdat hij in Nader tot U blasfemisch zou zijn geweest – waar blijft de tijd, vraagt men zich soms hoofdschuddend af. Welnu, die tijd is weer terug – in Ierland althans. Daar is een paar dagen geleden een wet van kracht geworden die 25.000 euro boete in het vooruitzicht stelt voor wie zich blasfemisch uitlaat. En let op: blasfemisch ten opzichte van alle godsdiensten. Dat wordt natuurlijk lachen en een genootschap van atheïsten heeft dan ook onmiddellijk op zijn website vijfentwintig uitspraken geplaatst die voor een boete in aanmerking komen. Citaten van Randy Newman, Frank Zappa, Salman Rushdie, Richard Dawkins en daarnaast van Jezus en Mohammed, want zelf kunnen religieleiders er ook wat van.

04-01-10. De vreetdagen zijn bij uitstek geschikt om de inname van voedsel te maximaliseren. Zoals hardlopers voor een marathon koolhydraten ‘stapelen’, zo doen anderen dat rond kerst in de vorm van vervetters. Ik heb me wegens daar niet van houden afzijdig gehouden van olieflappen en appelbollen maar de borrelnoten, Dots, Tucs en zalm die naar binnen gingen logen er niet om. Nadat dit alles (en ook de drank) in het lijf zijn werk had gedaan, was het zaak de vervetting weer ongedaan te maken. Dat deed ik door twee dagen achtereen niet te eten, afgezien van enkele soepen. So far so good maar nu moeten ik weer massa’s stroop verorberen om voor de aanstaande bloeddonatie voldoende ijzer in het bloed te hebben. Mijn leven zou een stuk eenvoudiger zijn indien er via zoutjes ijzer in het bloed kwam.

05-01-10. Het nieuws onderga ik maar zelden roodgeoord, ik heb de berichtgeving over Culemborg niet op de voet gevolgd. Het schijnt dat de noodtoestand er afgekondigd is omdat Ambonezen en Marokkanen niet goed met elkaar overweg kunnen. Volgens het Journaal heeft de politie geen vat op Culemborgse brandgangen en die gedeeltelijk gebarricadeerd, om te voorkomen dat strijders ze benutten om de tegenpartij naar het leven te staan. Ik moest denken aan de strip Naijver in Painful Gulch, waarin Lucky Luke bemiddelt tussen twee strijdende families, de ene behept met erfelijke grote oren, de andere met dito grote neuzen. Het komt pas goed als telgen van beide geslachten met elkaar trouwen. Momenteel liggen verbintenissen wat gevoelig maar zodra een Ambonees met een Marokkaan trouwt zullen de gemoederen waarschijnlijk naar behoren bedaren. En wie weet mettertijd zelfs een intercultureel homohuwelijk.

06-01-10. Mijn moeder na haar overlijden in een graf laten onderbrengen was niet bijzonder ingewikkeld, daar vervolgens een steen op aanbrengen valt nog niet mee. Mijn zus had ontdekt dat grafstenen in soms verre buitenlanden worden uitgehakt, vaak door kinderen, en bracht naar voren dat het ook nog eens milieubelastend was, zo’n steenversleping van daar naar hier. Er was nog een optie: iets van hout als grafmonumentje. Er was een kunstenares in Groningen die met hout werkte. Een blokhut! Iets enorms dat vanaf elk punt in Den Haag te zien was! Maar ook als we het zinnig hielden bleek het een complexe zaak te zijn: voor elke zerk, van steen of anderszins, moet bij de begraafplaats een vergunning aangevraagd worden. Stel dat je die niet krijgt. Kan je dan uit woede je moeder weer uit haar graf halen?

07-01-10. Ik was een jaar of acht en een oom of tante was jarig, met mijn ouders ging ik op visite. Daarvoor moesten we met twee trams reizen en de regen had de allure van een wolkbreuk. Wij draaiden daar onze handen niet voor om, zodat ik de berichtgeving over het winterweer met fronsen gadesla. Het is koud, er zijn files, nou ja, die zijn er altijd en we weten nou wel dat het treinverkeer in de soep loopt als er tegenwind is. Het Journaal besteedde weer veel aandacht aan het weer, niet alleen het onvermijdelijke uitvoerige gelul erover aan het eind maar ook aan het begin. Het RTL-Journaal had om halfacht een pief in beeld die naast de snelweg staand verslag deed van de onvoorstelbare filevorming. Op de achtergrond zag je het verkeer met flinke snelheid voortgaan.

08-01-10. Als je gefaald hebt kun je dat maar het beste gewoon toegeven. De ene keer ben je je tijd vooruit, de andere keer loop je wat achter op de tijd. Zo dronk ik met de jaarwisseling voor het eerst van mijn leven whisky. Ik dacht vorig jaar: weet je wat, laat ik eens een das gaan dragen, dat had ik nog nooit gedaan – behalve toen ik op de lagere school zat, een gele das met een elastiekbevestiging was dat. Vroom en Dreesmann had opruiming, ik kocht een paar dassen. Niet meteen gaan dragen, dat was iets voor het nieuwe jaar, net als de whisky. Hoe knoopte je zo’n das eigenlijk? Ik printte een handleiding die op internet stond, gisteren ging ik daarmee aan de gang. Maar ik kreeg het niet voor elkaar. Ik kan geen das knopen!

09-01-10. Het doneren van bloed heb ik inmiddels geloof ik wel onder de knie. De afgelopen jaren gebeurde het nogal eens dat ik meende er klaar voor te zijn maar te horen kreeg dat het hb-gehalte een tiende te laag was. En dan ging ik maar weer, me verbeten voornemend de volgende keer nog minder te sporten en nog meer ijzer te stapelen. Daar was ik dan een week mee bezig: een week niet sporten was goed te doen, een week ijzer stapelen viel niet mee. Gisteren had ik het anders aangepakt: een ijzeroffensief van slechts anderhalve dag, waarin ik niet minder dan anderhalve pot stroop naar binnen werkte, uitgesmeerd over in totaal 28 pannenkoeken, een pak beschuit en wat bruine boterhammen. Mijn hb-gehalte was dan ook maar liefst 9.3. ’s Avonds opgelucht vier pannenkoeken met stroop gegeten.

10-01-10. Een weerfiguur had vrijdag als advies dat wie zaterdag de deur niet uit hoefde maar beter binnen kon blijven en dat wie er wel uit moest ook maar beter binnen kon blijven. Guur! Guur! Ik dacht zo bij mezelf: laat ik er maar niet uit gaan, want er komt sneeuwjacht. Maar er kwam helemaal geen sneeuwjacht! Ik besloot toe te geven aan mijn schaatskoorts en het gebied waar ik vorig jaar om deze tijd geschaatst had te gaan inspecteren. Dat was een eindje fietsen maar ik kleedde me zo afdoende aan dat ik het warm had. Er waren schaatsers op de vaart, slechts een paar. Er lag wat sneeuw op het ijs, het oogde niet optimaal. Voorbij een brug was een wak waarin eenden rondzwommen, daar langs schaatsen was niet mogelijk. Wanneer wordt het nou eindelijk winter?

11-01-10. Het zag ernaar uit dat het fris was, dus voordat ik de deur uitging, op weg naar het ijs, zorgde ik voor een afdoende uitdossing. Daar waren om te beginnen twee over elkaar heen aangetrokken broeken: het ging niet om haute couture maar om de kou verduren. Een T-shirt, een tweetal truien, een warmig jasje. Het hoofd had ik gedacht te bedekken met een van mijn moeder geërfde ijsmuts en daaroverheen een reguliere grijze pet. De bleken elkaar niet te verdragen, zodat ik het bij de muts hield. Er stoof toen ik op weg fietste sneeuw in mijn ogen: muts verruild voor pet. Het ijs bleek bedekt te zijn met sneeuw en er waren geen schaatsers te bekennen en daarom ging ik maar weer. Kleding afgepeld en de laatste afleveringen van het tweede seizoen Dexter gaan kijken.

12-01-10. Gisterochtend waren de van hun vorstverlet weergekeerde werkers om acht uur bezig met het bonkgewijs verwijderen van tussenmuren van twee nabije woningen die tot een enkele woning worden omgevormd maar afgelopen vrijdag had ik een paar weken van wekkerloosheid achter de rug, zodat ik wat onwennig was toen er een deskundige over de vloer kwam om de combiketel te onderhouden. Hij vroeg of ik een stofzuiger had en terwijl ik die nog aan het opduiken was vroeg hij of ik een vulslang had – je vraagt je op zo’n moment af wie er baas is en wie knecht. De combiketel werd nagekeken en gestofzuigd, een radiator werd bijgevuld. Toen wilde de deskundige voor de administratie mijn telefoonnummer hebben. Daar begon ik niet aan. ‘Maar dan kan de monteur u niet bellen als er wat aan de hand is!’

13-01-10. Proberen te doorgronden wat er in het brein van Balkenende omgaat is onbegonnen werk. De zinnen die hij spreekt zijn als je ze uitschrijft al lastig als begrijpelijk Nederlands te herkennen, laat staan als je poogt te vatten welke hersenwerking eraan ten grondslag lag. Politici uiten zich graag in spreekwoorden, misschien dat Balkenende toen hij inging op het Irakrapport dacht: ze dronken een glas, ze deden een plas en alles bleef zoals het was. Het had wat weg van een betrapte inbreker die toegeeft dat hij uit een winkel goederen ontvreemd heeft maar erop wijst dat hij daarbij geen materiële schade heeft aangericht en geen der aanwezigen in de winkel gemolesteerd of gedood heeft. En dan die paar dingen die er ontvreemd werden, ach, dat moet gezien worden in het licht van de omstandigheden. Zoiets. Denk ik.

14-01-10. Voor buitenstaanders moet het benijdenswaardig zijn: de hele maand januari niet naar kantoor hoeven, uitslapen tot je erbij neervalt. Maar het is allemaal niet zo simpel als het lijkt. Aan de nachtzijde is de zaak stevig afgetimmerd: een glas whisky, een sigaar, een boek of een dvd en dan maar naar goeddunken gaan slapen. Dat gaat gesmeerd. De andere kant van het verhaal, het ontwaken, is een heel ander verhaal, het valt niet mee dat na halfnegen te doen. De afgelopen dagen stuitten mijn uitslaappogingen op tegenwerking. Maandag waren het de vuilnislieden, die er niet in getraind zijn hun werk geluidarm te doen. Op dinsdag besloten buren rond halfnegen timmerwerk te beginnen, bonk bonk deed een hamer op hout. Mijn hoop is momenteel op het weer gevestigd: zolang er vorstverlet is blijven de werkers uit de buurt.

15-01-10. Dat bedoelde ik dus. Ik ging omstreeks halfvier slapen en werd om halfnegen aan mijn slaap onttrokken door die vervloekte werkers. Ze waren op de hoek bezig met werkzaamheden die tot doel hadden van twee woningen een woning te maken. Daarbij zetten ze een of ander gereedschap in dat zoveel lawaai maakte dat ik bij kennis kwam. Heel mijn bioritme was uit balans en dat vierde ik ’s middags bot op de kapper. (De temperatuur was boven nul gekomen, het haar hoefde de oren niet langer te bedekken – om diezelfde reden, en ook om niet over te komen als iemand die wel erg dicht bij de natuur staat, had ik anderhalve week baard geëlimineerd.) De kapper lult doorgaans de oren van mijn hoofd zonder naar weerwoord te luisteren, ditmaal was ik het die tekeerging. Over het weer!

16-01-10. De werkers maakten gisteren geen lawaai, nou ja misschien op momenten dat ik niet thuis was. Dat was een goede zaak, ware het niet dat er aanvankelijk een verschrikkelijke zaak speelde. Voor een optimaal begrip daarvan is een situatieschets vereist. Het blok waarin ik huis bestaat uit een aantal woningen, verdeeld over begane grond, eerste woonlaag en tweede woonlaag. De woningen op de eerste en de tweede woonlaag zijn toegankelijk via een portiek, de deur van het portiek is afgesloten, zodat alleen bewoners met een sleutel toegang hebben. De afgelopen maanden werkten de werkers zo fanatiek, dat de deur niet meer dichtging. Maar van de week vond reparatie plaats. De eerste werker die zich gisterochtend om acht uur meldde had geen sleutel. Hij had de keuze uit een groot aantal bellen en koos uiteraard blindelings de mijne.

17-01-10. Het begon in communistische dictaturen: Mao die over zichzelf liet uitlekken dat hij in een rivier zwom, Fidel die in de publiciteit kwam met zijn behulpzaamheid bij de oogst. Later konden Amerikaanse presidenten er ook wat van: Bush, Clinton en Bush die joggend werden waargenomen, waarmee ze trachtten aan te tonen dat ze in opperbeste conditie waren en ze suggereerden in een moeite door dat die opperbeste conditie hen bij uitstek geschikt maakte om leiding te geven aan het land. In Nederland hebben we Willem-Alexander, die in New York een marathon volbracht en in Friesland een Elfstedentocht. Onlangs begaf hij zich op de Uithof op het ijs en kwam daarbij ten val. Beschamend, maar het gaf hem de gelegenheid zijn onverschrokkenheid te tonen: een arm was uit de kom geraakt, hij duwde ’m er hup weer in.

18-01-10. Als ik niet twee keer was gaan hardlopen zou ik dit jaar tot nu toe alleen passief actief geweest zijn. Twee seizoenen Dexter alsook nogal wat andere dvd’s gezien, de nodige cd’s beluisterd, een enkel boek gelezen en dat was het wel zo’n beetje. De komende week is het daarmee uit: woensdag ga ik de weg op in een Toyota Aego, de tweedehands opvolger van de vorig jaar volledig in de poeier gereden Peugeot 106. En naar verwachting morgen wordt er door een deskundige een nieuwe computer geïnstalleerd, ter vervanging van de Pentium II en het vooroorlogse Windows 98. Dat wordt een apparaat met vele gigabijten en geavanceerdheden. Omdat ik bijna nergens verstand van heb moet ik me verdiepen in Word 2007 voor dummies en Windows 7 voor dummies. Als die maar niet te hoog gegrepen zijn.

19-01-10. Er zijn hier momenteel omstandigheden aan de orde die voor iemand zoals ik, die vakantie heeft, neerkomen op mensonterend. Wie vakantie heeft moet aanspraak kunnen maken op elke dag zondagsrust maar daar mag geen sprake van zijn. Gisterochtend reden de vuilnislieden hun wekelijkse ronde en dat klonk alsof ze met glas- en papierbakken aan het gooien waren. Vanmorgen om acht uur waren het de werkers die in werking traden en daarbij een of andere rumoerige machine aan de gang brachten. Ze zijn hemelsbreed vijf huizen verderop bezig maar wat ze daar uitrichten geeft zoveel lawaai dat ik tot een staat van waken werd gebracht. De droom waar ik me in bevond was aan de prettige kant maar het lukte niet erin terug te keren. En toen begon ook nog op een belendend balkon een werker te werken.

20-01-10. De komst van de euro bracht nieuw geld dat voor een deel alweer afgevoerd is. Muntjes van 1 en 2 cent sneuvelden, wegens het gevaar van vervalsing willen winkeliers liever niet dat met biljetten van boven de 50 euro betaald wordt. Sinds supermarkten het kosteloos gemaakt hebben dat je kleine bedragen pint, neemt de animo voor contant geld af. Maar ik kocht afgelopen vrijdag een auto die ik zo meteen in ontvangst ga nemen en de betaling ervoor dient boter bij de vis te zijn. De verkoopleider meende vrijdag dat het te kort dag was om een overschrijving te doen: de bank bleef twee dagen op het geld zitten. Daarom naar het postkantoor gegaan en het geld opgenomen. Ik was zo onkundig van de biljettensoorten die er zijn dat ik verzocht om uitbetaling in briefjes van duizend.

21-01-10. Zes jaar lang, van 1973 tot 1979, heb ik ’s morgens vroeg het dagblad Trouw bezorgd. Aanvankelijk stond ik tegen zessen op, later werd het halfvier, want mijn enkele krantenwijk werd een dubbel krantenwijk en toen mijn patroon de brui eraan gaf nam ik het agentschap op me: ik moest voor collega-bezorgers de kranten klaarleggen en betaalde hun het salaris uit (en deed als ik ’s middags uit school kwam de nabezorging). Op den duur raakte ik zo vertrouwd met het vroege opstaan dat ik kort voor de wekkerafloop vanzelf wakker werd. Dat is nog altijd het geval: de wekker zal om tien over zes aflopen, een paar minuten eerder al ben ik bij kennis gekomen. Vanmorgen deed zich iets vergelijkbaars voor: ik werd wakker en een minuut of wat later begonnen de werkers herrie te maken.

22-01-10. Buurman Loe woont boven een van de huizen waarin werkers aan het hakken zijn, het rumoer maakt dat hij in huiselijke kring geen telefoongesprek kan voeren. Hij wilde woensdag op hoge poten van Haag Wonen weten tot wanneer de herrie zou aanhouden, de volgende dag kregen de bewoners een brief van beheerconsulent Held, zij beweerde dat er in december een brief met uitleg was verzonden: ‘Echter hebben wij van de bewonerscommissie vernomen dat u deze brief niet heeft ontvangen.’ Held is geen genie qua schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid: ‘Het kan zijn dat u tijdens de sloopwerkzaamheden enige geluidsoverlast ervaart. Haag wonen bied hiervoor zijn excuses. Uiteraard zullen wij ervoor zorgen om de geluidsoverlast zo min mogelijk te beperken. Heeft u vragen? Dan kunt u contact opnemen met mij contact opnemen van maandag t/m donderdag van 8.00 tot 16.00 bereiken.’

23-01-10. Om kwart over elf meldde de pc-man zich, drie uur later zat zijn werk erop. Hij hield zich bezig met het gebruiksklaar maken van een pc, een monitor, speakers, een draadloos toetsenbord en een muis zonder staart. Mijn grootste zorg bij de overstap was de mail: ik had Office 2007 gekocht, daarop zit geen Outlook. Volgens een Dummiesboek kun je bij Windows 7 Live Mail installeren maar de pc-man had het daar niet op en een poging ermee aan de gang te gaan liep op niets uit. Hijzelf werkte via een bètaversie van Office 2010 met Outlook, daarom die bètaversie naar mijn pc gehaald. Doordat ik het niet meer had maakte ik een tikfoutje waardoor mijn mail verzonden werd van xx@planet.nl in plaats van xxx@planet.nl. Toen ik dat ’s avonds verbeterd had was mijn toetsenbord Amerikaans geworden.

24-01-10. Er wordt momenteel het uiterste van mijn vindingrijkheid gevraagd. Ik typte deze tekst op mijn oude pc, kopieerde het bestand naar een diskette, stopte die in de losse diskette drive (weet niet hoe dat ding officieel heet), stak die in de nieuwe pc, opende daar Word, kopieerde deze tekst en zorgde ervoor dat ie online raakte. Dat deed ik voor de tweede achtereenvolgende dag en het ging dan ook vrij vlekkeloos. Hopelijk morgen al komt de deskundige die de nieuwe pc bedrijfsklaar maakte nog een keer over de vloer om wat aan het mailmankement te doen en aan het Amerikaans geworden toetsenbord. Die Amerikaansheid betekent dat het apenstaartje onvindbaar is geworden, waardoor ik geen mailadres kan typen, wat ik dan weer oplos door een mailadres te kopiëren en wat voor en na het apenstaartje staat te veranderen.

25-01-10. O, zit de Hermitage daar? Ik was er wel eens langs gelopen maar had er niet zo op gelet omdat ik eigenlijk nooit op dingen let. Er waren meer belangstellenden voor de tentoonstelling Aan het Russische hof. Tieka mompelde ‘jemig’ (of een woord dat daarop neerkwam): er stond een rij van hier tot daar. Een bord ter hoogte waarvan wij ons bevonden gaf aan dat de wachttijd ongeveer een halfuur was, in de aankomsthal was er nog een rij: voor de twee kassa’s. De tijd tot aan de sluitingstijd was beperkt, maar we kregen gezien wat we wilden zien. We verlieten de Hermitage via een andere uitgang. Hé, zo hadden we ook, zonder in een rij te belanden, binnen kunnen komen – ik was van ons beiden niet de enige die dingen soms niet in de gaten heeft.

26-01-10. Er verschijnen zo nu en dan waarschuwende berichten in de media: je moet oppassen met wat je op internet plaatst want het blijft daar eeuwig staan en dat kan je ooit zuur opbreken. Werkgevers die een sollicitant beoordelen hebben de onhebbelijke neiging te controleren of de potentiële werknemer een weblog onderhoudt en gaan na of hij daar stuitende bedenkelijkheden schrijft. Ik was dus ietwat verbaasd toen ik gisteren ontdekte dat de plek die op de website van Omroep West was toebedeeld aan de Buisdorp niet meer bestaat. Daar konden de acht uitzendingen die we gemaakt hebben worden beluisterd, de scripts die ik ervoor geschreven had waren er te lezen. Nu leiden de radiolinks die op mijn Martkraam van Literatuurplein staan nergens naar en is de toelichting onbegrijpelijk geworden. Langzaam maar zeker word ik in de vergetelheid gedrukt.

27-01-10. Je kunt hebben dat je na een periode van werken toe bent aan vakantie, je kunt ook hebben dat je na een periode van vakantie toe bent aan vakantie. Het zou me niet verbazen als ik dat laatste heb. Ik had een tekst opgesteld die via een website ingediend moest worden. Dankzij de nieuwe computer was de verbinding met de site snel gemaakt. Ik bracht met de muis de cursor in het vakje waar ik gegevens moest intikken: ik tikte, maar er kwam geen letter in beeld. Het duurde even voordat ik besefte dat ik op het toetsenbord van de oude pc aan het hengsten was. Gisterochtend kwam de deskundige nog een keer aan de deur om een feiltje aan het toetsenbord te bestrijden en een mailprobleem op te lossen – daarna was ik wel aan vakantieverlenging toe.

28-01-10. Ik kwam om elf uur beneden, waar bleek dat het antwoordapparaat was ingesproken door een collega die teruggebeld wilde worden. Ik belde terug. De collega vroeg hoe het ging. Ik zei dat ik net wakker was. Het bezorgde me een gevoel van triomf, het idee dat ik in mijn nest lag te rotten terwijl collega’s het op een werken hadden gezet. De verbouwers hebben zich de afgelopen dagen koest gehouden en dat vertaalde zich in een gewijzigd slaappatroon. Sinds maandag ben ik tot een uur of drie in de nacht lezend (Baby Let’s Play House : Elvis Presley and the Women who loved him) of dvd kijkend (My So-called Life), inclusief een enkel glas whisky en een enkele sigaar. Het gevoel van triomf werd een beetje getemperd door het besef dat mijn wekker volgende week weer afloopt.

29-01-10. Bij huurders heerst onvrede over de verhuurder en daarom is er een huurderscommissie in het leven geroepen. Gisteravond hadden we een bijeenkomst in het bejaardenhuis aan de overkant. Er heerste een temperatuur die ervoor zal zorgen dat de oudjes in een permanente staat van slaap verkeren. We kregen voorlichting van twee wijkagenten, voorzien van pistolen, die niet getrokken werden. Er werden door de bewoners grieven naar voren gebracht en het duurde dan ook niet lang voordat voorzitter Loe voor de achteraan zittenden niet goed te verstaan was: her en der werd onderling beraadslaagd. Er is een buurtteam actief. Loe zei: ‘Martin, daar gaan wij in zitten!’ Ik: ‘Alleen als ik een pistool krijg.’ Want als je in een buurtteamjack voor gek loopt moet daar wat tegenover staan, onruststokers preventief in elkaar mogen slaan alleen is niet genoeg.

30-01-10. Het is ervan gekomen: ik ben Avatar gaan zien. Dat begon niet goed want toen ik de zaal naderde keek ik op mijn plaatsbewijs en zag dat ik op de eerste rij moest gaan zitten. Gloeiende! Maar tegenwoordig is de achterste rij de eerste. Ik had een 3D-brilletje aangereikt gekregen, ik zette het op en zag alles in 3D en de film moest nog beginnen! Avatar mag dan in 3D zijn, het verhaal is zo plat als een dubbeltje, de zoveelste variant op de zoveelste variant. Na een minuut of 160 verliet ik de zaal en liep naar de tramtunnel. Een controleur van de HTM stond voor de stempelautomaat, waardoor ik niet kon afstempelen. Ik duwde hem opzij, zoals je dan doet, waarop hij begon te briesen dat hij mij eens zou duwen en nog aanhouden ook.

31-01-10. Ik had al een aardige collectie plastic: een spaarkaart van drogisterij-parfumerie Zutt, klantenkaarten van IKEA, Waterstone’s en Fame, kortingskaart van het American Book Center, Bonuskaart, FreeBeeskaart, van ING een betaalpas en een creditcard, lidmaatschap ANWB en bibliotheek en het rijbewijs – en sinds gisteren ook een Garantie & Mobiliteitspas van de firma Toyota. Ik zit goed met die kaart, want mocht er, waar ook ter wereld, iets loos zijn met mijn Aygo, dan hoef ik maar een (in Nederland gratis!) nummer te bellen en er wordt een reddingsactie op touw gezet. Ik verwacht dat ik binnenkort zelf gebeld word door iemand van Toyota want er moeten wereldwijd zeven miljoen van die auto’s terug naar de garage vanwege het gaspedaal. Dat kan bij intrappen blijven hangen, zodat de bestuurder gedoemd is tot de tank leeg is plankgas te rijden.

01-02-10. Er is een einde gekomen aan de vrije januarimaand en daarmee ook aan het luie uitslapen. Dat laatste was de eerste drie weken niet aan de orde: werkers waren toen bezig met het rumoerig hakken in tussenmuren van leegstaande woningen, een karwei waar ze ’s morgens voor achten al mee van start gingen en dan was verder slapen niet meer mogelijk. Pas de afgelopen week kon ik zelf uitmaken wanneer ik wakend was en ontwaakte, zodat ik omstreeks drie uur ging slapen. Het was een goede gewoonte om rond middernacht een glas whisky in te schenken en een sigaar op te steken, zaterdagnacht probeerde ik een glas stroh rum dat 80% was en toch nog vloeibaar. Vanmorgen verrees ik om halfzeven en stapte driekwartier later in een Toyota Aygo waarvan blijkens Teletekst het gaspedaal kan blijven hangen.

02-02-10. Als me verteld was dat het zou gebeuren zou ik het afgedaan hebben als onzin. Het jaar begon met drie weken van matineus werkerslawaai, tijdens de vierde week hielden ze zich koest, deden althans geen pogingen mij voor achten wakend te krijgen. Er kwam weer werk aan mijn winkel, zodat ik zondag bijtijds trachtte te gaan slapen. In slaap komen als de wekker ’s anderendaags zal aflopen lukt me nooit zo goed maar ik moest het hoe dan ook eerder dan het gebruikelijk geworden drie uur ’s nachts voor elkaar zien te krijgen. Sloot tegen middernacht de ogen en had graag ook de oren gesloten: op het dak staat een apparaat dat de ventilatie regelt, het bracht urenlang een brom voort. (Deed gisteren een halfuurtje over de autotocht naar Leidschendam, een Arnhemse collega was drie uur onderweg.)

03-02-10. Door omstandigheden buiten zijn schuld is logeerkat Loekie hier sinds ergens in december onder de pannen. Het is een overwintering die hem goed bevalt: vorige week kwam bazin Esther hem begroeten. Loekie hoorde haar stem, sloop bij haar nadering om de salontafel heen, vloog de trap op en verschanste zich onder het bed. Gistermiddag lag hij op een stoel te slapen en hoorde Esther niet binnenkomen, zodat hij geen kans had te ontkomen. Ik pakte hem op, overhandigde hem aan Esther, die hem na knuffelen op de grond zette: hup, daar sprintte hij weg. Aan het begin van de avond belde ze op, en zelfs dat deed hem wegvluchten. Vanmiddag keert hij terug naar huis, waar Esther hond Chica tijdelijk beheert. Zondag komt hond Hendrik hier voor een paar dagen logeren en zal dan met Chica kennismaken.

04-02-10. Logeerkat Loekie ging terug naar zijn eigenares, een dergelijke repatriëring had zich in het verleden meermaals voorgedaan, ik bezag het als een routinekwestie. Ik moest gewoon zorgen dat hij niet onder het bed kon vluchten, dat was simpelweg voor elkaar te krijgen door de slaapkamerdeur te sluiten. (Hij was toen ik dat een keer gedaan had in de gangkast gevlucht waar ik hem niet te pakken kon krijgen, maar tegenwoordig is doordat ik opgeruimd heb de pakkans daar groot.) Ik sloot de slaapkamerdeur en ontbood Esther. Ze kwam binnen, Loekie zag haar – en vloog niet de trap op maar dook onder de bank, waar je hem niet te pakken krijgt zonder die bank te verplaatsen. Esther vertrok weer, ik wachtte tot Loekie de kust veilig waande, pakte hem op en duwde hem door Esthers keukenraam naar binnen.

05-02-10. Als The Rolling Stones touren treden ze nooit twee dagen achter elkaar op. Daar moest ik vanmorgen vroeg aan denken: maandag na ruim een maand van onthouding weer aan het werk, dinsdag vrij, woensdag een kantoorgang, gisteren vrij en vandaag weer de wekker. Dat is bioritmisch gesproken niet vrij van complicaties. Het lukte me maandag na een beetje nachtrust redelijk kwiek op te staan en het was ook geen probleem om dinsdag tot halfelf in mijn nest te liggen stinken. Die avond moest er weer bijtijds in slaap gekomen zien te worden, woensdagavond waren er geen belemmeringen die het lang wakker blijven in de weg zaten, zodat het twee uur in de nacht werd – en inderdaad, gisterochtend om halfelf eruit en ’s avonds voor middernacht in slaap proberen te komen. Hoe krijgen de Stones het voor elkaar!

06-02-10. Jeugdsentiment kan zeer gênant zijn. Kinderen die van de Bay City Rollers hielden worden volwassenen die daar op middelbare leeftijd prettige herinneringen aan hebben – in het openbaar kan je daar maar beter niet voor uitkomen, lijkt me. De afgelopen dagen was er bij mij jeugdsentiment aan de orde waar ik me niet voor hoef te schamen. Ik zag de dvd van The Six Wives of Henry VIII, uit 1970, dat ik destijds op tv gezien had. Het moet toen indruk gemaakt hebben want een van de scènes was me bijgebleven. Het is een magnifieke BBC-serie die niet voor niets van de beoordelaars op Amazon.co.uk vijf sterren krijgt. Geweldige hoofdrol van Keith Mitchell die het als acteur in elke volgende aflevering zwaarder te verduren heeft: meer make-up, meer kleren, meer lichamelijke ongemakken (een been in verband, later twee).

07-02-10. En als je The Six Wives of Henry VIII gezien hebt ga je natuurlijk meteen door met Elizabeth R., waarin Glenda Jackson schittert. Nadat ik vier van de zes afleveringen van deze negen uur durende serie gezien had stapte ik over op het slechts vijf uur durende Desperate Romantics, een prachtige recente BBC-productie die speelt onder jonge kunstenaars, in de tijd van Dickens, die af en toe in beeld komt. (Omdat het een recente productie is, worden in dat kostuumdrama de kostuums soms uitgetrokken.) Daarna zag ik de laatste twee afleveringen van Elizabeth R. Door het zien van al die kostuumdrama’s zou ik bijna een aanhanger van de monarchie worden. Want stel dat die koningshuizen er niet geweest waren, waar had je dan naar moeten kijken? Een kostuumdrama over Joop den Uyl, die maar één regenjas had?

08-02-10. Op het moment dat ik dit schrijf is het gisteravond en moet ik de nacht nog in maar voorshands heb ik het idee dat het wel gunstig zal verlopen. Ik mag dan niet vergeten voor het slapengaan de keukendeur te sluiten – anders heb je kans dat Hendrik het op een blaffen zet als hij via het keukenraam iemand, bijvoorbeeld een werker, over de galerij ziet passeren. Inderdaad: hond Hendrik is komen logeren. Ellen meldde mobiel dat ze met hem uit de tram gestapt was, ik trok mijn jas aan om hen tegemoet te komen. We kwamen op de galerij, ik besloot Hendrik voor te voorstellen aan Chica, het logeerhondje van Esther. Het werd een hartelijke besnuffeling, benieuwd wat een kruising tussen een jack russell en een zwart wollebaaltje voor pups geeft. Hendrik heeft twee dagen de tijd.

09-02-10. Door de vrije januarimaand ben ik het vroege opstaan een beetje verleerd. Gisteren werd ik om halfzeven gewekt door hond Hendrik die dat voor elkaar kreeg door me met een poot te porren. Ik liet hem uit, ging weer naar bed en sliep tot na tienen. Daarna was het de moeite niet meer om nog wat van de dag te maken. Vanmorgen wekte Hendrik me weer vroeg maar ik zei: ‘Ga slapen!’ en Hendrik sliep verder en zelf deed ik dat ook. Toen ik Hendrik om acht uur uitgelaten had bleef ik maar op want ik wilde wat van de dag gaan maken. Zette de computer aan om deze tekst te gaan schrijven en online te brengen. Maar de melding luidde: ‘Verbinding tussen uw toegangspunt, router of kabelmodem en internet is defect.’ Wilde onmiddellijk weer naar bed.

10-02-10. A Single Man (Colin Firth, Julianne Moore) draaide in Pathé en in het Filmhuis. Pathé had ik in de afgelopen weken vaak bezocht, elke voorstelling werd voorafgegaan door meer dan ergerlijke reclame voor cola en dan was ik ook nog eens omgeven door bezoekers die wat zich op het scherm afspeelde minder belangrijk vonden dan het controleren van hun mobiele telefoon. Plus het consumeren van emmers vol popcorn – kortom, ik koos voor het Filmhuis. Geen popcorn te bekennen, geen reclame, geen trailers, hup meteen de film. Zo hoort het, zij het dat er kort na mij een bejaard echtpaar arriveerde, zo te zien beiden in de tachtig. Zij had een stok en wilde daarom niet de trap naar hogere rijen bestijgen. Sommige echtparen raken op den duur uitgepraat, dit echtpaar bleef zelfs tijdens de film in gesprek.

11-02-10. Ik keek uit het raam en zag sneeuw. Was het verstandig om in een Toyota waarvan het gaspedaal raar kon gaan doen de snelweg op te gaan? Het arbeidsethos won het van het gezonde verstand en ik reisde naar Leidschendam: geen calamiteiten. De terugweg, toen er geen sneeuw meer op de wegen lag, gaf meer gedoe. Het rijden ging gepaard met een hoop herrie, alsof de uitlaat er geen zin meer in had, alsof de motor op het punt stond uit het vooronder te vallen. Ik stopte maar eens. Hé, de voorband rechts was lek. Ik stond tegenover een benzinestation en liep met de opgeviste krik derwaarts: de dame aan de balie had er evenmin verstand van. Ik belde de hulpdienst van Toyota, een monteur kwam me ontzetten. Dat was kort nadat mijn levenslust het begeven had.

12-02-10. De voorband die gemutileerd was geraakt moest vervangen worden: zonder reservewiel de weg op gaan is geen goed idee. Bij de dealer werd ik onmiddellijk geholpen: de auto verdween in de garage en ik nam plaats in de wachtruimte. Er zou een nieuwe band geïmplementeerd worden, dat was met een kwartiertje gepiept. Ik doodde het wachten met het lezen van de Opzij en Psychologie magazine. De laatste had achterin drie vragen, aan de hand waarvan je kon controleren of je intelligentie had. De eerste vraag luidde: als A en B samen 110 euro kosten en A is 100 duurder dan B, wat kost B dan? Een makkie, meende ik. Maar ik had het mis, want als B 10 kostte en A 100 meer, dan kostten A en B samen 120 euro. Snapte er werkelijk geen hout van.

13-02-10. Omdat ik er gisteren om halfzeven uit moest ging ik om halftwaalf slapen. Dat wil zeggen: proberen in slaap te komen. Het lukte niet best. De laatste keer dat ik op de wekker keek was het halfdrie. Het wakker liggen doodde ik met het hebben van gedachten die me maar door het hoofd bleven gaan. Veel flauwekul maar er zat om een uur of twee een eureka bij. Ik had niets gesnapt van de vraag in Psychologie magazine: als A en B samen 110 euro kosten en A is 100 duurder dan B, wat kost B dan? Ineens wist ik het: dan kost B 5 euro – als A 100 meer kost is A 105 en zijn ze samen 110. (Ik denk dat je bij een intelligentietest laag scoort als je het antwoord pas de volgende dag weet.)

14-02-10. Eigenlijk hoor je aan je bureau niet te eten of te drinken. Daar komt alleen maar ellende van. Op kantoor doe je natuurlijk maar raak, het zijn je eigendommen niet. Een kop chocola over het toetsenbord gemorst hebben we allemaal wel eens, zo ook het morsen van voedsel erop. (Als je een toetsenbord omkeert en leeg klopt hoef je ’s avonds niet te koken.) Thuis ligt het gevoeliger. Gisterochtend had ik een kopje Senseo neergezet en de oude computer aangezet. Ik trok de muis ervan naar me toe en de staart van die muis deed het kopje kapseizen. In grote paniek het toetsenbord van de nieuwe pc en de staartloze muis daarvan opgetild en een hele keukenrol ingezet bij het deppen. Wat er door je heen gaat als de nat geworden muis het aanvankelijk niet wil doen!

15-02-10. Het hoeft niet altijd het Gelredome te zijn. Ik stond gisteravond vooraan in het Paard en op het podium stonden The Veils. In zo’n kleine zaal kan er een band tussen artiest en publiek bestaan die bij megaconcerten op z’n best kunstmatig is. Zo kon zanger Finn Andrews een betoogje houden over het nummer dat er gespeeld ging worden, terwijl iemand in de zaal een opmerking tegen bassiste Sophia Burn maakte, waarna zij tegen Finn zei: ‘Did you hear what he said?’ Finn bekwaamde zich in het Nederlands, hij kon ‘Mijn liefje’ zeggen. Hij vertelde bovendien dat de drummer jarig was. Er werd geapplaudisseerd, er werd Lang zal ze leven gezongen (inclusief Hiep Hiep Hiep Hoera). Finn, ietwat beduusd: ‘You’re freaking me out – in a good way.’ Het concert was toen pas een kwartier aan de gang.

16-02-10. Het kon niet, het kon niet. Ik kwam thuis met boodschappen, liet de sleutel van mijn fiets op de grond vallen, zette de tas met boodschappen neer, wilde de fietssleutel oppakken en die lag niet op de grond. Hij was gevallen in de buurt van de twee schoenenrekken. Tilde ze op, sleutel lag er niet onder. Controleerde schoen voor schoen, in geen was een sleutel gevallen. Ik moest denken aan Marten Toonder, hij kon vertellen over de Shee, die pesterig dingen van zijn bureau wegnamen en ze dan retourneerden – wat hadden Shee in Loosduinen te zoeken? Ik keerde alle schoenen nog eens om en onderzocht ze inwendig. De zoeke sleutel was de reservesleutel, als hij zoek bleef, wilde ik dan nog wel leven? Ik keek in de boodschappentas, waarin de verdwenen sleutel bij zijn val was neergekomen.

17-02-10. Raar om voor het eerst mee te maken: een moeder die jarig is maar niet meer leeft. Als het anders gelopen was zou ik vanavond met een bloemetje en een feestelijk verpakte schoenendoos naar haar toe gereden zijn en met een chinese maaltijd. Nadat hond Hendrik tot bedaren gebracht was met een bot zouden we de chinese maaltijd gegeten hebben. Wat mijn zus voor een cadeautje meegebracht had zou een verrassing zijn, zodra het papier van mijn schoenendoos verwijderd was zou mijn moeder het al weten: chocola. Een schoenendoos vol chocola – niet alleen omdat ze daar verzot op was, ook uit medisch oogpunt omdat chocola vol calorieën zat die ertoe bijdroegen dat haar gewicht weer op peil kwam. Maar het liep allemaal anders en er is geen chocola die nu nog wat aan haar gewicht kan doen.

18-02-10. ‘Weet u dat ik vroeger zelf gezwommen heb? Daarom ben ik zo gek op de lum… lum… lumpische spelen. Ik zei het gisteravond nog tegen de kroon… kroonkurk… kroonprinz. Wist uwe hogelijkheid waarom ik nou zo zot zo verzotterdezot ben op de o.. o… oleehee oholee olee… lum… lum… lumpische spelen. Hij zeg wellu noggun glaz wijn? Ik zeg wel ja joh hogelijkheid doe mij gezellig nog zo’n bierglaz wijn, weet je wel? Dus ja ik zit bekant de hele dag voor de buiz voor de lumpfhs… piezunspelun! Met zo nuwendan een bierglaazje wijn erbij en dan maar kijken naar het schaatzen. Omdat ik dus vroeger zelf ook gezwommerd hebz. Ik zei nog tegen de kroon, wel ja joh doe nog maar een lekker bierglaz wijn daar zeggik geen nee tegen.’ ‘Erica Terpstra, bedankt voor dit gesprek.’

19-02-10. ‘Wat voor weer verwacht u dat het morgen zal worden?’ ‘Het lijkt me niet opportuun om nu al op die vraag in te gaan, daar moet nog over gesproken worden.’ ‘U kunt toch wel zeggen wat u denkt dat het morgen voor weer wordt?’ ‘Ik begrijp uw vraag en het is ook uw goed recht om hem te stellen maar waar het om gaat is dat we in alle redelijkheid met elkaar daarover van gedachten gaan wisselen en pas daarna zal er naar buiten toe een gezamenlijk standpunt geformuleerd worden.’ ‘Er moet eerst een gesprek gevoerd worden voordat u kunt zeggen wat voor weer het naar uw mening morgen zal zijn.’ ‘Een goed gesprek, een constructief gesprek, waarbij in alle openheid de diverse opvattingen aan bod zullen komen.’ ‘Meneer Balkenende, bedankt voor dit gesprek.’ ‘Altijd graag gedaan.’

20-02-10. ‘Spannend hè?’ ‘Man, hou op. Het houdt me de hele dag bezig. Ik stond op, ik dacht eraan en moest toen aan andere dingen denken want het was ondanks alles gewoon een kantoordag. Dan zit je daar, je bent aan het werk maar je gedachten zijn niet bij het werk. Je rijdt naar huis en als je thuiskomt is er niets anders waar je aan kunt denken. Ik weet niet of jij dat kent.’ ‘Natuurlijk. Steeds de tv aanzetten, controleren of Bos naar buiten komt om een verklaring af te leggen. Of Balkenende’ ‘Huh?’ ‘Bos! Balkenende! De kabinetscrisis!’ ‘De?’ ‘Je gaat me toch niet vertellen dat je het over de Olympische Spelen hebt?’ ‘Nee, over It.’ ‘It?’ ‘Ben ik aan het lezen. It, van Stephen King. Ben op pagina 751, nog maar 339 pagina’s te gaan. Spannend!’

21-02-10. Soms kom je in een boek niet op gang, probeert het jaren later opnieuw en dan lukt het wel. Of niet. Begon in de jaren tachtig in On the Road, hield na een tiental pagina’s op, kocht een jaar of twintig later een nieuwe editie, schoot daar evenmin in op, probeerde het op aanraden van iemand die er enthousiast over was nog een keer, las het uit – maar vond er niet veel aan. (Hetzelfde gold voor het bejubelde The Catcher in the Rye en Portnoy’s Complaint.) It kocht ik in 1987 in Londen, voor 3,40 pond. Las in die tijd veel Stephen King en was mogelijk verzadigd geraakt want ik kwam niet verder dan een paar pagina’s. Vorige maand kocht ik in Amsterdam het boek nog een keer (10,79 euro) en ditmaal slokte het verhaal me op.

22-02-10. Er is de laatste tijd het nodige te doen over de e-reader, die het gedrukte boek van de markt zou kunnen drukken. Mensen die enthousiast zijn over e-readers zijn in de eerste plaats degenen die het apparaat ontwikkeld hebben en aan de man proberen te brengen. Als er lezers zijn die ermee weglopen dan zijn dat geen mensen die meer dan honderd boeken per jaar lezen maar mensen die het een kek brokkie techniek vinden en in de trein een halfuurtje lezen. Uitgevers van gedrukte boeken schijnen zich zorgen te maken maar dat hoeven zij niet want ze staan op het punt aan hetzelfde tweemaal te verdienen. Een boek dat als elektronisch boek verschijnt doet denken aan maatschappijen die een film als dvd op de markt brengen, nog eens als special edition en vervolgens als Blu-ray. Kassa!

23-02-10. Een argument voor het overstappen op een e-reader is dat het elektronische boek een einde maakt aan de muurverbergende boekenkasten. Dat is natuurlijk tegen het zere been van de ware boekenliefhebber. Het idee dat een prachtig uitgestalde Russische Bibliotheek straks verstopt zit in een apparaatje dat in je binnenzak past. Bovendien maakt de e-reader dat je je leesachterstand helemaal nooit meer inloopt. Als je voor de boekenkast staat word je geconfronteerd met ongelezen boeken die roepen: lees mij! Potentiële kopers van een e-reader worden lekker gemaakt met het idee dat je er honderden, zo niet duizenden boeken op kunt onderbrengen. Wat moeten mensen die per jaar zes boeken lezen daarmee? Die gaan als een gek lukraak boeken downloaden die ze nooit zullen lezen. (Er zal wel een functionaliteit komen waarmee een boek in drie zinnen samengevat wordt.)

24-02-10. Twan Huys somde op wat zijn gast allemaal meegemaakt had: tweemaal kanker, een hartaanval, een hersenbloeding. En hij had ook nog in een vliegtuig gezeten dat dreigde neer te storten. ‘Never a dull momoment,’ zei Mulisch scherp. Hij was vaker scherp maar soms ook was het of het hem moeite kostte scherp te zijn, alsof het brein van de bijna drieëntachtigjarige het allemaal niet meer zo goed kon bijbenen. Het lag misschien enigszins aan de ambiance: hij zat bij Nova College Tour tegenover een zaal vol studenten die hem veelal vragen stelden die hem al zo vaak gesteld waren, je vroeg je soms af of ze zelf wel op hun vraag gekomen waren. Het klonk een enkele keer als ‘Geacht Farce forum…’, à la de vooraf bedachte publieksvragen waar het team van Farce Majeure gevat op antwoordde.

25-02-10. Logeerkat Loekie heeft nooit lang nodig om geacclimatiseerd te raken als hij naar mijn huis getransplanteerd is. Hij draaft bij aflevering naar boven, houdt zich onder het bed schuil totdat bazin Esther afgemarcheerd is en is dan ingeburgerd. Bakjes met water en voer en ook de kattenbak vindt hij blindelings. Na zeven dagen van inpandigheid voelde hij zich zo op zijn gemakt dat hij gisternacht niet alleen op mijn bed klauterde maar ook op mij, een expeditie die me een uur voordat de wekker zou aflopen vrij woest wekte. De hoogste tijd dat hij weer ging, kortom. Als Esther Loekie komt ophalen verstopt hij zich, daarom had ik haar gevraagd op te bellen, dan zou ik hem brengen. Zo voorgesteld, zo opgebeld. Ik wilde Loekie oppakken maar hij had het in de gaten en trachtte te ontkomen.

26-02-10. Het was de begintijd van de cd. Bij de bibliotheek leende ik een boxje met daarin de Complete Columbia Recordings van Billie Holiday op tien cd’s. De muziek was prachtig, de zang was nog veel prachtiger – maar wat kraakte het! Ik nam de cd’s op cassettebandjes op en besloot collectie vanwege dat gekraak maar niet te kopen. Ik kocht later wel de Complete Verve Recordings uit de jaren 1945-1959, die waren vrij van kraak. Van de week werd ik door een bevriende mogendheid geattendeerd op de beschikbaarheid van Lady Day, The Complete Billie Holiday On Columbia 1933-1944. Bevriende mogendheid had daar bij Fame dankzij de muntenactie maar twintig euro voor hoeven te betalen. Ik raadpleegde Amazon.co.uk: daar waren de lezers enthousiast, de geluidskwaliteit was voortreffelijk. Ik bemachtigde het boxje met tien cd’s: Billie Holiday klinkt daarop kraakhelder.

27-02-10. Het waarschuwende foldertje heb ik na erom gegrinnikt te hebben weggegooid, heb geen idee meer wat ook alweer de symptomen van de Mexicaanse zijn maar ik vermoed dat die gepaard ging met koorts en die is er nog niet dus het zal wel gewoon Loosduinse zijn. Grieperigheid past wel bij de weersomstandigheden, het is momenteel herfstig grijzig: de winter takelt af, de lente is nog niet in zicht en de wind heeft het op een geweldig waaien gezet. Mijn onwelbevinden ving woensdag aan met rillerigheid die me een paar dagen teisterde. Van lang geleden herinner ik me griepsituaties waarbij dat soort rillerigheid de voorbode was van een volledige collaps maar ditmaal kwam er gesnotter voor in de plaats en onophoudelijk genies. Ik denk dat ik vandaag maar te bed blijf, met een boek of een dvd. Hatsjie!

28-02-10. Het had gisteren zo regenend moeten zijn als vandaag. Ik lag een beduidend deel van de dag op bed – niet wegens de grieperigheid (die is op de vlucht geslagen) maar om naar Harper’s Island te kijken, dat via Amazon.co.uk tot mij gekomen was. Ik geloof dat deze firma mij op de serie attendeerde. (Amazon zorgt goed voor me: op 3 maart verschijnt het tweede seizoen Survivors, nu al is het naar mij onderweg!) Harper’s Island begint met de voorbereiding voor een bruiloft: een vriendengroep reist daarvoor naar dat eiland, waar weldra ongunstige dingen gebeuren. Er vallen doden. Is de seriemoordenaar die zeven jaar geleden toesloeg weer in functie? Nog meer doden. Geen bijster origineel gegeven maar wat wordt de spanning erin gehouden, dertien afleveringen lang. (Vanwege het geringe aantal overlevenden zit een tweede seizoen er niet in.)

01-03-10. Tot het beste werk van Godfried Bomans behoort zijn serie impressies van politieke bijeenkomsten, ter gelegenheid van de Kamerverkiezingen 1971. Bomans is ontstegen aan de lolbroekige humor die zijn werk uit de jaren vijftig kenmerkt: ‘In Zandvoort sprak de heer Hans Wiegel, die vanuit de verte enigszins op Pieter van Vollenhoven lijkt, maar van dichtbij weer meevalt.’ Hoe zou hij oordelen over politici van vandaag? Ze maken het een humorist gemakkelijk, je hoeft ze maar te citeren en de lezer slaat zich op de knieën van pret. De Posthoorn van 24 februari voert een foto van een campagne voerende Rita Verdonk, met als kop: ‘Ik ben Wilders niet!’ Ze sluit mensen niet uit wegens hun geloof: ‘Wij doen dat op basis van hun gedrag. Pas als iemand over de streep gaat is hij het haasje.’ Het haasje!

02-03-10. Er bereikte mij onlangs een kaartje dat beoogde de verkiezingen bij me onder de aandacht te brengen. Voorop stond: ‘Wandelen met de VVD’. Ik heb het weggegooid (je kunt alles wel bewaren) zonder het bestudeerd te hebben maar ik vermoed dat ik opgewekt werd om al wandelend met een VVV-delegatie over de gemeentepolitiek van gedachten te wisselen. Rita Verdonk deed dat blijkens het gisteren aangehaalde artikel in De Posthoorn ook. Ze liep door Scheveningen en de verslaggever hoorde haar verbaasd zeggen: ‘Maar ligt hier altijd zoveel hondenpoep?’ Daarmee gaf zij te kennen dat lokale misstanden haar na aan het hart liggen en ze maaide meteen het gras voor de voeten van haar opponenten weg. Die hoeven niet meer aan te komen met bezorgdheid over hondenpoep: kiezers weten dat de hondenpoep bij Rita Verdonk in goede handen is.

03-03-10. Het valt niet mee mezelf een stemadvies te geven. De partijen van lijsten 1 t/m 6 die in Den Haag meedoen zijn overzichtelijk, maar lijst 7 is Islam Democraten – dat is net zoiets als christendemocraten (blijf het raar vinden dat godsdiensten in verband worden gebracht met democratie, omdat er een god aangehangen wordt die het moet hebben van allerminst democratische geboden en verboden). Dan lijst 8, Politieke Partij Scheveningen – die zal het afleggen tegen Trots op Nederland (21) omdat Rita Verdonk de hondenpoep in dat stadsdeel naar zich toe getrokken heeft. De Partij voor de Vrijheid (20) en Stop Wilders Nu (18) vechten het onderling maar uit. De Vrije Tegenpartij (17) kan ik niet plaatsen, evenmin als lijst 11 (die geen naam heeft). Maar de wenkbrauwen gingen pas goed fronsen bij lijst 12: die bestaat namelijk niet.

04-03-10. Zag op Journaal dat mensen in Den Haag uit protest tegen Wilders met een hoofddoekje op gingen stemmen. Ik deed dat dit jaar niet, ik denk niet dat het veel had uitgehaald. Vroeger waren er landen waar je wegens de politieke situatie niet naartoe ging met vakantie. Kan je na gisteren met goed fatsoen nog een dagje Almere doen? Als je nagaat wat voor standpunten de PVV uitdraagt dan weet je wel wat voor mensen er in Almere wonen. Die maken zich geweldig druk over hoofddoekjes en willen ook ‘minder islam’, wat natuurlijk net zo waanzinnig is als ‘minder christendom’ willen. Mensen die de islam of het christendom aanhangen houden daar niet mee op. Het zal in juni nog veel gekker worden – en dan in de herfst Wilders met de koningin op het bordes. En met lijfwachten.

05-03-10. Als Frits Bom een misstand besproken had, zei hij concluderend tegen de kijkers: ‘Dames en heren, het is een schande.’ Agnes Kant is iemand die de hele dag zegt dat het een schande is. Ze was eens te gast bij Pauw & Witteman en verschilde in die uitzending van mening met een dame die voor NRC Handelsblad in New York zat. De dame zette kalm haar standpunt uiteen, Kant gaf binnen de kortste keren briesend weerwoord. Ik weet niet meer waar het over ging maar dat doet er ook niet toe want als ze op tv komt briest Kant altijd. En dat kost stemmen. Vreemd dat niemand bij de SP haar erop geattendeerd heeft dat kiezers en kijkers niet van briesen houden: het gaat er op tv niet om wat iemand zegt maar hoe het gezegd wordt.

06-03-10. Als je niet meteen weet wat je wilde gaan doen kan het erop uitdraaien dat je niets doet. Ik had donderdag het geweldige Marcelo in the Real World van Francisco X. Stork gelezen. Omdat ik in afwachting was van de drie seizoenen van de oorspronkelijke BBC-serie Survivors wilde ik niet aan een project beginnen dat ik zou moeten onderbreken omdat Survivors voorrang had: iets lezen of zien wat in een dag gelezen of gezien kon worden dus. Begon aan mijn vierde Haruki Murakami van dit jaar, The Elephant Vanishes, las daarin een verhaal, had toen geen zin meer, keek naar het weirde The Magic Christian, wilde verder met The Mouse that Roared maar stapte na vijf minuten over op The Return of the Pink Panther waar ik na een halfuur genoeg van had. (Vandaag mogelijk Survivors kijken.)

07-03-10. De bezorger zei mij herkennend: ‘Daar zijn we weer’ en overhandigde de verpakking waarin de oorspronkelijke drie seizoenen Survivors zich bevonden, door de BBC uitgezonden in de jaren 1975-1977. Tezamen duren de 38 afleveringen 1915 minuten, dat is een kleine 32 uur. Ik redeneerde: als de zending zaterdag vroeg aankomt dan moet het te doen zijn maandagavond alles gezien te hebben. De zending kwam voor halfelf aan maar ik zag de eerste kijkdag niet meer dan zeven afleveringen. Het sleept minder mee dan de BBC-remake waarvan onlangs het tweede seizoen op dvd uitkwam. Het ging er vroeger wat tuttiger aan toe, de beeldkwaliteit van binnen- en buitenopnames is anders, je hebt in de gaten wanneer een binnenopname voor buitenopname moet doorgaan. Hedendaagse tv-series doen niet onder voor speelfilms, dat geldt ook voor Survivors. Enfin, gauw weer kijken.

08-03-10. Geen beter dagbegin dan met een mail. ‘Gegroet! Mijn naam is Olga! We hebben nooit eerder met je praten. Ik kan u vertellen dat ik zou willen om kennis te maken met u, en waarschijnlijk in de toekomst kunnen we ontwikkelen vriendschappelijke betrekkingen, en waarschijnlijk en het is meer, kan het alleen weer tijd. Ik wil de tweede helft van mijn vrienden te vinden zeggen dat ik zeer vriendelijk, mooie vrouw. Ik ben een leraar op de lagere school! Ik als mijn werk omdat ik hou van kinderen. Als het prettig om u mijn foto of wat ik kon schrijven over mezelf in dit kleine letter dan ik zal blij zijn als je schrijft voor mij de brief op mijn e-mail, oké? In de volgende brief stuur ik u meer foto die je zou kunnen zie me beter.’

09-03-10. Het wil wel voorkomen dat er wat werk verzet moet worden maar dat het er niet meteen van komt. De afgelopen dagen was dat het geval. Ik moest een beetje werken maar dacht zaterdag: morgen maar. Het werd zondag en ik lag lui te lezen en nam dezelfde grondhouding aan als de vorige dag. Maar dan zou ik maandag ook onmiddellijk van start gaan! Ik zette mijn vastberadenheid kracht bij door de wekker te zetten: halfacht. De zondagavond begon de nacht te naderen, ik lag te lezen en dacht: de wekker? De zenuwen. En werd gisteren zonder tussenkomst van de wekker om halfacht wakker. Meteen verder gaan slapen, tot halfnegen. Halfnegen? Een twijfelgeval. Voor de zekerheid nog een uur geslapen, waarna ik niet meteen aan dat werk toekwam. En daarom liep vanmorgen om halfacht de wekker af.

10-03-10. Het is Boekenweek geworden en ik ben daar in zoverre klaar voor dat ik een paar blitse pantoffels binnen handbereik heb. Ik kocht ze gisteren in een winkelcentrum in de Amersfoortse wijk Vathorst, waar ik voor een reportage in de buurt moest zijn. Ze doen wat aan mocassins denken en kostten slechts 7,95 per paar. Nieuwe pantoffels waren nodig omdat de oude, die Japansig aandeden, aan slijting onderhevig waren. (Het is natuurlijk niet niks, een huis met een binnentrap.) Bij het op bed liggen lezen, en daar hebben we de Boekenweek, heb je niet je schoenen aan en voor louter sokken is het nog wat te fris. Maar met pantoffels, en zeker nieuwe, kan je ten volle deelnemen aan de Boekenweek. Dat ga ik vanaf zaterdag doen met de onlangs voltooide trilogie van Floortje Zwigtman. Behaaglijk gepantoffeld.

11-03-10. ‘Heb je het gezien, op het Journaal, het item over de Boekenweek?’ ‘Nee.’ ‘Van Dis deed de Gijsbrecht van Vondel!’ ‘Ik dacht dat de Gijsbrecht van Aemstel was.’ ‘Nee, van Vondel.’ ‘Wie is Aemstel dan ook al weer?’ ‘Dat is de Gijsbrecht van Vondel.’ ‘En van Dis deed die?’ ‘Ja.’ ‘Dan was het dus de Gijsbrecht van Vondel van Aemstel van Dis.’ ‘Van Van Dis.’ ‘Dat zeg ik.’ ‘Nee, je zegt de Gijsbrecht van Vondel van Aemstel van Dis. Dat moet zijn de Gijsbrecht van Vondel van Aemstel van Van Dis. Ik bedoel de Gijsbrecht van Aemstel van Vondel van Van Dis. Hij rapte.’ ‘Hij repte van de Gijsbrecht van Aemstel van Vondel van Van Dis?’ ‘Die rapte hij.’ ‘Om er eerder mee klaar te zijn, natuurlijk. Weet jij trouwens van wie de Stier van Potter is?’

12-03-10. Stephen King vergeleek de film die Stanley Kubrick naar zijn roman The Shining maakte met een prachtige auto waarin de motor ontbreekt. In de afgelopen dagen herlas ik de roman, die inderdaad dieper graaft dan de film en waarin de waanzin waaraan Jack Torrance ten prooi valt beter wordt opgebouwd dan in de film. Daarin is volgens King Jack Nicholson aan het begin al waanzinnig, zodat het macabere Overlook Hotel zich daar niet meer bovennatuurlijk voor hoeft in te spannen. Omdat King niet tevreden was over wat Kubrick met zijn boek gedaan had besloot hij voor de tv een eigen adaptatie te maken. Daarvoor moest hij met Kubrick onderhandelen en daarbij verbond King zich in het openbaar geen uitspraken meer te doen over Kubricks film. Kubrick op zijn beurt zweeg over Kings adaptatie. Misschien maar beter ook.

13-03-10. Als het waar is dat Bos de politiek verlaat omdat hij het opgroeien van zijn kinderen van dichtbij mee wil maken dan zou het ook wel eens zo kunnen zijn dat hij heeft aangestuurd op de val van het kabinet, om des te eerder met het observeren van dat opgroeien te kunnen beginnen. Je weet het niet. Met Eurlings dito. Wellicht dat hij zich uit de politiek terugtrekt in de hoop dat hij tegen de tijd dat het rekeningrijden van start gaat in de anonimiteit weggezakt zal zijn. (Aan het gezicht van die man zijn de bedoelingen niet af te lezen, altijd die vrolijke glunderlach.) En daar hadden we Balkenende ook weer – hij ging niet weg maar roemde iemand die weggegaan was. Hij noemde Van Mierlo ‘een democraat in elke vezel’. Het zal je maar gezegd worden.

14-03-10. De Boekenweek staat tot nu toe in het teken van lezen, en flink ook want ik jas in vier dagen tijd Floortje Zwigtmans trilogie Een groene bloem erdoorheen. Het was mijn voornemen het in drie dagen te doen (zaterdag, zondag, maandag) maar ik las Schijnbewegingen al op donderdag- en vrijdagavond, diezelfde vrijdagavond ook nog een stukje Tegenspel, zaterdag de rest van dat boek en de helft van Spiegeljongen, waarvan ik vandaag de andere helft lees. Dat zijn ruim 1500 pagina’s over de zeventienjarige Adrian Mayfield in het Londen van eind negentiende eeuw – het bijzondere aan de trilogie is de vermenging van feit en fictie: Adrians Dickensiaanse Werdegang brengt hem in contact met Oscar Wilde en diens milieu en proces. Dat Floortje aan het schrijven drie jaar onderzoek vooraf deed gaan is aan de cyclus af te lezen.

15-03-10. Bij verandering van werkomgeving kan je voor vreemde gebruiken komen te staan. Zo bleek er op het nieuwe kantoor een hardloopteam rond te lopen. Een van de deelnemers daaraan was een buikige man van wie je eerder zou denken dat hij een wieltje onder zijn buik aanbracht om zich comfortabeler te kunnen voortbewegen dan dat hij in zijn vrije tijd atleet was. Zoals dat dan gaat kon ik het niet laten me te laten ontvallen dat ik de sport ook zo nu en dan beoefende, al was mijn laatste marathon lang geleden. Het team wilde mij inlijven maar ik dacht: ik ga niet voor gek lopen naast die buik, die van plan was met het hele team een halve marathon te gaan volbrengen. Ik zei, indachtig die buik en andere buiken: ‘Dan komen er binnenkort weer vacatures.’

16-03-10. Raar, boeren die via de televisie een vrouw zoeken. Wellicht dat ze door hun manier van bestaan achterlopen op moderne media en niet weten dat vrouwen zich tegenwoordig per mail melden, zoals gisteren bij mij: ‘Hello! I think you are an interesting person. So I decided to use the chance to get to know you better. Hope I’ll be happy now. I’m not going to write you about myself now. I just give you an idea of who I am… I want to meet a serious man who would like to have a strong and loving family in the future. I have never been married, and I’m not a boy friend at this stage of my life. (…) I’ll tell you more about themselves and their future plans.’ Heb dit aanbod onmiddellijk doorgemaild naar een bevriende boer.

17-03-10. Het afdalen van de binnentrap ging vanmorgen weer als vanouds. Sinds zondag geschiedde dat afdalen, alsook het bestijgen, hinksgewijs. Dat kwam door het kantoorse hardloopteam. Ik had me laten ontvallen dat ik een keer of drie per week een eindje hardliep, waardoor de leider van het hardloopteam een mensonterende vastberadenheid over zich kreeg: ik moest deel gaan uitmaken van dat hardloopteam. Geen denken aan natuurlijk, en ik denk dat die grondhouding me ertoe bracht maar eens een tijdje niet te gaan hardlopen – het was trouwens ook geen weer. Zondag was het meer dan vier weken geleden, de laatste hardloping. Ik kon natuurlijk gewoon gaan hardlopen zonder het hardloopteam daarvan in kennis te stellen, bedacht ik. En daar draafde ik door landgoed Meer en Bos, totdat een kuitspier opspeelde en ik problemen met de binnentrap begon te krijgen.

18-03-10. Mijn zus vertelde aan de telefoon dat ze voor een nacht een Friese vriendin te logeren kreeg die ’s anderendaags de trein naar niet ver van Den Haag zou nemen. Dat kan de beste overkomen (zoals blijkt uit het feit dat het mijn zus overkwam), ware het niet dat die vriendin, die ze leerde kennen tijdens een IJslandreis, tweeëntachtig jaar is. IKEA was door de noodbedden heen en de mand van hond Hendrik lokte mijn zus niet aan. Stel je voor dat die vriendin (tweeëntachtig!) ’s nachts snurkte of gedesoriënteerd ging spoken. ‘Of dat ze zegt,’ zei ik grollig, ‘trek eens aan mijn vinger!’ In dat opzicht had ik mezelf eerder op de dag al aan het lachen gemaakt, vooral toen ik als variant bedacht dat je ook tegen iemand kon zeggen: ‘Een getal onder de tien!’

19-03-10. Mijn zus doorstond het logeren van de tweeëntachtigjarige Friese vriendin maar haar telefonische verslag van het evenement droop niet van enthousiasme. De gast verzocht om een zaklantaarn, voor het geval ze er ’s nachts uit moest. Ze zei de volgende ochtend dat ze heerlijk geslapen had – mijn zus had dat allerminst, wegens het gesnurk en andere geluiden die haar nachtrust ondermijnd hadden. Ze meende dat de overnachtster genoeg zou hebben aan een washandje maar die nam een douche. Ze liet in de doucheruimte iets achter, om precies te zijn een drolletje. ‘Dan maak je het ook eens mee,’ zei ik. ‘Huh?’ zei mijn zus. En toen onthulde ik dat ik eens met haar onder de douche stond toen ze een jaar of twee was en dat ze bij die gelegenheid een drol losliet – boven op mijn voet.

20-03-10. Als je behoefte hebt aan uitgekraamde onzin, en wie heeft dat niet, ben je bij de televisie aan het goede adres. Lang geleden was het genieten als Hans Janmaat de Zendtijd voor politieke partijen vulde. Hij was geen islamofoob maar een xenofoob: hij had niet specifiek een afkeer van Marokkanen (die bestonden toen nog niet) maar van alles wat van ver gekomen was. Zoals politieagenten van buitenlandse komaf, die hielden wetovertredende landgenoten de hand boven het hoofd in plaats van ze te arresteren. En geen wonder dat het Nederlands Elftal zo slecht presteerde, met al die buitenlanders in de gelederen. Gisteren was het schuddebuiken om een mallote Amerikaanse ex-generaal die het niet begrepen had op de homo’s in het Nederlandse leger. Hij was kennelijk de mening toegedaan dat homo’s niet met de vijand willen vechten maar stoeien.

21-03-10. Iemand vertelde me over de telefoon enthousiast dat ze naar Dexter keek en haar enthousiasme was genoeg om mij onmiddellijk seizoen een en twee bij Amazon te laten bestellen. Toen ik de eerste aflevering zag vond ik dat de acteur die Dexter speelde wel wat leek op de acteur die David Fisher gespeeld had in Six Feet Under – hij was het ook. Dexter is gebaseerd op de boeken van Jeff Lindsay, afgelopen donderdag kocht ik (en vrijdag en zaterdag las ik) Darkly Dreaming Dexter en Dearly Devoted Dexter – van die prettig allitererende titels waar Willy van der Heide (mogelijk de bedenker van ‘Dolle Dinsdag’) patent op had: Trammelant op Trinidad, Pyjama-rel in Panama. Op tv levert Dexter via de voice-over commentaar op gebeurtenissen, in de in de ik-vorm geschreven boeken gebeurt hetzelfde, dat is vaak uiterst hilarisch.

22-03-10. Wim Deetman onderzoekt momenteel katholiek misbruik, als hij zich wil inlezen kan dat met een boek van Russ Kick. Everything you know about God is Wrong : The Disinformation Guide to Religion, bevat niet alleen vermakelijke bijdragen over georganiseerde religie. Een allerminst vermakelijk item is de inleiding van het Philadelphia Grand Jury Report on Abusive Priests and the Cardinals who enabled them, uit 2005. Het rapport telt 423 pagina’s (plus 309 pagina’s bijlagen), de inleiding is al ijzingwekkend genoeg. ‘The 12-year old victim of a brutal anal rape by a priest was no longer allowed to be an altar boy.’ Sommige misbruikte kinderen konden de moed opbrengen hun ouders in te lichten – en kregen er van hen van langs omdat ze zulke dingen over een priester vertelden. Betrapte priesters werden overgeplaatst en zetten elders hun praktijken voort.

23-03-10. Sinds ik zonder iets te zeggen ophang wanneer een colporteur (m/v, meestal v) opbelt wordt er nauwelijks nog door colporteurs (m/v) opgebeld. Reclamedrukwerk verdwijnt grotendeels ongelezen in de prullenbak. De spam wordt feilloos door Outlook herkend en voor me opzij gezet in de map Junk. Soms haal ik er krasse staaltjes uit om mezelf en de lezers (m/v) van deze rubriek te amuseren. Hoe bereik je potentiële kopers van je producten als telefonisch colporteren geen succes heeft en spamfilters alert zijn? Ze verzinnen steeds weer wat nieuws en dat dwingt respect af. Een recente tactiek van colporteurs en andere opdringers is via Hyves of Facebook met iemand een vriendschap aan te gaan en de aldus verworven vriend (m/v) naar een plek lokken waar artikelen gekocht kunnen worden. Daar ben ik tot nu toe maar twee keer ingetrapt.

24-03-10. Ik functioneer aardig als verre vriend maar ben op mijn best als goede buur. Ik stapte gistermiddag de zonovergoten galerij op (dat het lente is zullen we weten, al maakt het qua herrie niet veel uit: de werkers zijn bijna klaar met hun werk, de vogels hebben het ochtendlijke lawaai maken overgenomen). Er miauwde een poes, dat was er een van buur Loe. Ik hurkte en sprak de poes kalmerend toe maar het miauwen hield aan. Dat was omdat kat Loekie naderde. Was hij door zijn keukenraam gekomen? Nee door de deur: Esther zat in de deuropening te laptoppen. Ik tilde de miauwende poes op om hem voorbij Loekie te dragen, wat ze gezien de uitslaande nagels geen goed idee vond. Ik draaide me om en zag Chantal wenken, een galerij lager: daar hoorde de poes thuis.

25-03-10. Er zijn onder meer twee dingen die ik niet kan. Het eerste is een auto starten door onder het dashboard vandaan getrokken snoeren met elkaar in verbinding te brengen: ik zou mezelf waarschijnlijk elektrocuteren en verkoold tussen de wrakstukken van het ontplofte voertuig worden aangetroffen. En dan zonder sleutel een slot openen. Gisteren lukte het me het sleuteltje van mijn fiets kwijt te raken. Dat was eerder gebeurd, zodat het de reservesleutel was. Nergens in huis te vinden. Gelukkig had ik het sleutelnummer opgeschreven, via de site van Axa bleek het nummer te corresponderen met een ander soort slot. In de berging probeerde ik het met een schroevendraaier die niet paste, toen met een naald en ten slotte met een tandenstoker die afbrak en in het slot bleef zitten totdat hij er met de naald uitgepeuterd was.

26-03-10. Als het om burgerlijke ongehoorzaamheid gaat sta ik mijn mannetje (ik heb nog ‘weg met Claus!’ geroepen, toen ik niet eens wist wie die Claus was) maar als het gaat om mensen op hun verzaakte burgerplicht wijzen raak ik door bedenkingen overmand. Ik wandelde gistermiddag huiswaarts, een straat van de thuisbasis verwijderd zag ik een auto vaart minderen. Uit het passagiersraam werden verpakkingen van hamburgers geworpen. Ik dacht: die scheurt weg voordat ik er wat van kan zeggen maar tien meter verderop werd een parkeerhaven betrokken. Danny Kaye had in een aflevering van The Twilight Zone uit 1985 (prachtige serieuze rol) gezegd tegen iemand die sigarettenas uit het raampje tikte dat hij de woonkamer bevuilde. Ik bereikte de auto en zag rechts een stuk pubertuig zitten en links een vet wijf, zodat ik mijn mond maar hield.

27-03-10. Donderdagavond verzorgde Hannesz een bejubeld optreden in de Regentenkamer, hij speelde piano en gitaar en zong. Er waren nummers bij die hij ook in onze uitzendingen op Radio West had gebracht en ik bedacht dat het mooi zou zijn als we weer eens zoiets konden doen. Nadat Hannesz een tekst van Norma gezongen had over een priester die kinderen misbruikt maakte hij een opmerking over de huidige Roomse heisa – op Radio West had hij daar met de stem van Vader Balthazar nog scherpere dingen over kunnen zeggen. Nou ja, de katholieken zorgen zelf al voor cabaret, met een paus wiens naam niet voor niets met Rat begint en een Simonis die niet wist dat je niet wir haben es nicht gewusst mag zeggen. (Ik denk dat de Brabantse homo’s uit protest niet meer ter communie zullen gaan.)

28-03-10. Voor het eerst sinds heugenis ben ik te benijden. Jaar in jaar uit was mijn maandag een kantoordag, morgen is mijn maandag een thuiswerkdag. Nou ja, zal men zeggen, het gaat uit de lengte of uit de breedte en het is zo lang als het breed is en lood om oud ijzer. Maar mijn punt is dat ik bij thuiswerken geen wekker zet, in tegenstelling tot collega’s die naar kantoor trekken. Onder normale omstandigheden is dat al enorm benijdenswaardig maar morgen helemaal want dan doet de dreun van de zomertijd zich voelen. Op zondag heeft men zich daar nog niets van aangetrokken maar de wekker die morgen afloopt, loopt voor het gevoel een uur eerder af. En ik heb bijvoorbeeld een collega die uit Arnhem vertrekt en om kwart over zeven in Leidschendam aan zijn bureau zit.

29-03-10. Over het verzetten van de klok vanwege de start van de zomertijd zijn de meningen verdeeld. (Het is iets waar je vooral niet over moet nadenken, dan kom je er niet meer uit.) Je zult degenen die het idee hebben dat de klok teruggezet dient te worden de kost moeten geven. Die hebben het vage idee dat ze eerder op moeten en dat daarom de klok teruggezet moet worden. (Niet eens zo gek gedacht, als de verstandelijke vermogens naar het beperkte neigen.) Zulke figuren zetten op zondagochtend de klok een uur terug en ’s avonds om elf uur gapend de tv uit omdat ze altijd om elf uur gaan slapen. De volgende dag loopt om halfzeven de wekker af. Pas als ze twee uur te laat op hun werk komen hebben ze de vergissing in de gaten.

30-03-10. Via Facebook kwam ik op YouTube, waar een tirade van regisseur David Lynch te volgen was. Hij had het nodige te zeggen over de vooruitgang, met name dat mensen wijsgemaakt wordt dat ze via hun mobiele telefoon een speelfilm kunnen zien. De mensen die dachten dat wat ze op hun telefoon bekeken iets met een speelfilm te maken had, waren fucking dit en fucking dat. Daar moest ik aan denken toen ik in de bioscoop de film Shutter Island zag, van Martin Scorcese, naar de roman van Dennis Lehane. Inderdaad, wat er op een immens doek geprojecteerd wordt heeft niets te maken met de postzegelbeelden op een telefoon. Het wachten is op een schrijver die op YouTube tekeergaat tegen fucking idiots die denken dat het een roman is, wat ze op hun e-reader aan het lezen zijn.

31-03-10. De werkers zijn niet van het werken af te houden. Omdat ladders verboden zijn bedienen ze zich van een gemotoriseerd hijsgeval dat een diepe brom produceert die me gisterochtend uit de slaap trok. Aan het begin van de middag stond er zo’n werker op het balkon, wat natuurlijk gezellig is. Hij tikte op het raam en verzocht om de opening van deur en raam, dan kon hij gronden. Ga je gang, werker. Het ging regenen en de werker, die het gronden volbracht had, trad in de woonkamer. Zou hij er via de voordeur uit mogen? Wel ja. Een halfuur later de intercombel. Ja, ik blijf aan de gang. Even later woest gebonk op een voordeur, niet de mijne. Een verderoppe buur had zijn sleutel niet op zak, een werker trachtte voor hem de deur in te trappen.

01-04-10. Vroeger was het simpel. Je kwam iemand tegen, attendeerde hem erop dat zijn veter loszat, de ander keek, zag dat de veter allerminst loszat en dan zei je: ‘1 april!’ Dat was leuk. Ten tijde van de middelbare school was het leuk om tegen iemand te zeggen: ‘Er ligt een lul op je schoen.’ (Dat was zo leuk dat we het niet alleen op 1 april zeiden.) Tegenwoordig speur je de laatste maartdag bezeten de Teletekstpagina’s af: is dat bericht een aprilgrap? Het Belgische boerkaverbod leek erop maar bleek bij het aanzien van Journaals een andersoortige grap te zijn. Omroep West stuurde vorig jaar mensen naar het strand om te zoeken naar de vermiste hond van Hillary Clinton. Ik geloof dat ik ze ook dit jaar doorheb, met dat bericht over de mogelijke afgelasting van de Koninginnenach.

02-04-10. Er bestaat een tak van sport (het kan ook een ziekte zijn) waarbij bemodderde figuren met een fiets een traject door een bosgebied afleggen. Soms zitten ze op die fiets, soms hangen ze de fiets over hun schouder en zetten het op een draven. Die fiets is waarschijnlijk geen Gazelle Orange. Gisterochtend begaf ik me met de Gazelle Orange naar de fietsenmaker: ik moest wel, ik had de reservesleutel niet kunnen vinden. Een degelijke fiets met het achterwiel van de grond verplaatsen is geen sinecure. Ik had de afstand van de berging naar de portiekdeur afgelegd en had toen al behoefte aan een rustpauze. Gelukkig was daar Harma en met haar de mogelijkheid van een praatje. (Harma wist te vertellen dat de werkers, die vorig jaar oktober van start gingen, nog wel tot juni aanstaande bezig zijn.)

03-04-10. Soms gaat het hard: op 16 december 2008 kocht ik de eerste twee delen verzameld werk van Karel van het Reve, gisteren het vierde. In 2000 begon Everyman’s Library met de heruitgave van het werk van P.G. Wodehouse, in die reeks zijn sindsdien zeventig gebonden delen verschenen. In 2006 begon het verzameld werk van Hella Haasse te verschijnen, er zijn inmiddels zestien delen. En dan hebben we W.F. Hermans. Zijn verzameld werk kwam in 2005 op gang, er zouden twee delen per jaar uitkomen, als het niet weer uitgesteld wordt ligt het zesde deel deze maand in de winkel: een tempo van een titel per jaar. Of kopers belangstelling voor die boeken hebben is de vraag: blijkens de prospectus van De Bezige Bij worden de al verschenen delen in een nieuw omslag tegen een gereduceerde prijs aangeboden.

04-04-10. Bedankt voor de bloemen uit Nederland! Maar wat als er helemaal geen bloemen uit Nederland waren? De maat is een keer vol, het kan best zijn dat Nederland voor de eer bedankte en dat de bloemen ergens anders vandaan gehaald moesten worden. Gisteren op Teletekst een bericht over de enorme hoeveelheid meldingen van misbruik en ook een bericht waarin de een of andere katholieke kwibus de desbetreffende commotie vergeleek met antisemitisme. En vandaag is het ook weer raak: de Osservatore Romano (zeg maar De Telegraaf van het Vaticaan) is van mening dat de paus het slachtoffer is van een smaadcampagne. Ik geloof dat hier de term ‘overschreeuwen’ op z’n plaats is: zo hard mogelijk roepen dat degenen die je ergens van beschuldigen niet deugen, hopend daarmee de aandacht af te leiden van hetgeen waarvan je beschuldigd wordt.

05-04-10. Je moet katholieken hun folklore gunnen maar als je op het Journaal ziet wat die behelst valt het niet mee de bloeddruk onder controle te houden. Katholieken moeten zich niet van de wijs laten brengen door aantijgingen over misbruik, daar kwam het op neer, wat een kardinaal bemoedigend tot de paus en de hiërarchisch lager ingeschaalde gelovigen zei. Ongeacht of die aantijgingen waar zijn zeker, dacht ik. Enfin, mijn bloeddruk. Ik had het Journaal niet aangezet om Roomse folklore te volgen maar vanwege het item dat gewijd zou zijn aan het overlijden van Rudy Kousbroek, een begenadigd essayist, een Naoorlogse Grote, een Belangrijk Schrijver. Het item over Rudy Kousbroek duurde niet meer dan een seconde of twintig. Een fractie van de aandacht die er besteed werd aan het overlijden van de hoempazangeres Sugar Lee Hooper. Bloeddruk, bloeddruk!

06-04-10. In tegenstelling tot de meeste Nederlands breng ik de tweede paasdag nooit door op een meubelboulevard (daar kom ik op andere dagen trouwens evenmin). Ik ervoer het dan ook niet als een gemis dat ik op tweede paasdag niet op een woonboulevard rondliep. Ik bevond me net als op eerste paasdag en de dag ervoor in huiselijke kring, waar ik een aanzienlijk deel van mijn energie aan monnikenwerk wijdde. Men stelle zich voor: een opgemaakte drukproef van 184 pagina’s, met daarop drie registers: Hoofdwoorden, Titelwoorden en Trefwoorden. In elk van die registers moeten nummers genoteerd worden die verwijzen naar de pagina waarop het betreffende Hoofd-, Tref- of Titelwoord voorkomt. Daartoe moet je driemaal de tekst door, met de pen in de registers nummers noterend, en die vervolgens overtikken. (Zeg maar: de meubelboulevard maar dan nog veel erger.)

07-04-10. Er zullen er ongetwijfeld zijn die denken dat ik maar raak schrijf. Een enkele keer kan dat voorkomen, niet zelden echter hebben mijn beweringen op deze plaats een wetenschappelijke basis. Zo viel ik in de herhaling van een aflevering van Pauw (Witteman was ziek). Daarin voerde een geschorste advocaat het woord. Hij was om in zijn onderhoud te voorzien werkzaam geraakt bij een meubelzaak en die bevond zich op een meubelboulevard. Ter introductie van de man werd een filmpje uitgezonden, waarin hij verkondigde dat er op tweede paasdag altijd sprake is van topdrukte. Dat had ik gisteren dus scherp gezien. Het bleek inderdaad zo te zijn dat hele gezinnen op tweede paasdag naar een meubelboulevard trekken, misschien omdat ze zich geen raad weten met een vrije dag. Hoe dan ook: ze kopen dan een bankstel. Elk jaar!

08-04-10. Als je een mailtje van je zus ontvangen hebt dat als onderwerp ‘Probleem’ heeft en waarin ze schrijft dat ze met spoed naar de oogarts moet omdat ze dubbel ziet en je als je bij haar arriveert vertelt dat ze op de tast de hond heeft uitgelaten en je haar een arm moet geven en je van halftwaalf tot halfvijf in het ziekenhuis doorbrengt waar een oogarts aanvankelijk een onschuldige verrekte spier als oorzaak ziet en waar vervolgens een neuroloog het niet vertrouwt en scans wil laten maken en je zus opgenomen wordt en nog steeds dubbel ziet, is het prettig om even bij de kapper te kunnen zitten. Hij vroeg: ‘Werk jij bij Parnassia?’ (een psychiatrische instelling). ‘Hoezo?’ ‘Er is een lijk gevonden.’ ‘Dat gebeurde eerder,’ zei ik. ‘Misschien is het een pyromaan,’ meende de kapper.

09-04-10. Ook als je zelf geen hulp behoeft valt een verblijf op de afdeling Eerste Hulp van een ziekenhuis niet mee. De wachttijd kan je enigszins doden met het hebben van gedachten (mijn moeder was hier vorig jaar overleden, mijn zus was hier geboren). Omdat het dubbele zien haar nog beperkte in haar voortbeweging, gaf ik mijn zus een arm toen ze naar de wc moest. Ik hield voor de deur de wacht. Een man die een ietwat gewonde indruk maakte verzuchtte dat hij wel naar huis wilde. Hij was een glazenwasser die van zijn ladder gelazerd was en op een schouder geland. Dat was zeker hard aangekomen, veronderstelde ik. Moh, hij deed al veertien jaar aan vechtsport en had daarbij talrijke onderdelen van zijn lichaam gebroken. Hij wees op zijn kaak: daar zat een ijzeren plaat in.

10-04-10. En er was ook nog dierengedoe. Buurvriendin Esther was voor een paar dagen het land uit, dat betekende dat logeerkat Loekie hier inpandig was geraakt. De opname in het ziekenhuis van mijn zus maakte dat hond Hendrik eveneens toetrad tot het huishouden. De huisdeling van kat en hond was eerder voorgekomen: Hendrik heeft meer belangstelling voor Loekie dan vice versa. Zo lag daar Loekie, de voorpootjes onder zich gevouwen, in de fauteuil van wijlen mijn moeder te slapen, terwijl Hendrik voor die fauteuil zat, zijn kop op de zitting rustend, en gefascineerd naar de kat staarde en dat eindeloos volhield. Om nachtelijk interdierlijk gedoe te voorkomen hield ik ze door middel van het sluiten van de slaapkamerdeur van elkaar gescheiden. Het was dan ook alleen Loekie die mijn nachtrust torpedeerde door over me heen te gaan lopen.

11-04-10. Logeerkat Loekie was teruggekeerd naar zijn thuishuis, ik had alleen nog de supervisie over logeerhond Hendrik. Dat betekende dat ik de deur van de slaapkamer niet hoefde te sluiten om Hendrik van Loekie gescheiden te houden. Hij overnachtte gelegen in een mandje naast mijn bed. Dat ging goed tot ongeveer halfzeven: toen begon hij alles in het werk te stellen om mij zover te krijgen dat ik het bed verliet en hem uitliet. Dat is dan de minzijde, aan de pluszijde is er zijn waakzaamheid. Ik luisterde afgeprijsde paaseitjes etend via de koptelefoon naar Fleet Foxes en zag Hendrik de oren spitsen: de telefoon ging. Ik stond haastig op en morste daarbij enkele paaseitjes: Hendrik hapte toe. Honden mogen geen chocola hebben, ik vreesde een calamiteit. Dus ik was opgelucht dat hij me vanmorgen om halfzeven wekte.

12-04-10. Logeerhond Hendrik is een gewiekste vreetmachine. Als je hem uitlaat, zo instrueert mijn zus, moet je er permanent alert op zijn dat hij niet toehapt: gemorste patat, kroket of halve boterhammen heeft hij in een fractie van een seconde in zijn bek. (Nou ja, als het nog een goed stuk brood is steek ik het zelf ook in mijn mond.) Het was dus praktisch niet te voorkomen geweest dat hij een paar afgeprijsde paaseitjes binnenkreeg die ik gemorst had toen ik opstond om de telefoon aan te nemen. Hij ondervond geen merkbare hinder van de inname en de volgende dag meende ik uit een afgescheiden drol wat paaseipapier te zien steken. (Terwijl ik dit schrijf gaat Hendrik het interieur te lijf: hij heeft zijn mandje de binnentrap afgeduwd en duwt het door de woonkamer, dwars door tijdschriftstapels.)

13-04-10. Sommige reclameslogans zijn zo populair dat ze een gezegde worden, zoals ‘Even Apeldoorn bellen.’ Jammer voor de adverteerder dat weinigen onthouden om welke verzekeraar het gaat. Tegenwoordig is het mode om Engelstalige slogans te gebruiken. Die werken vaak op de lachspieren omdat het in de slogan beweerde niets met de kwaliteit van het aangeprezen product te maken heeft. De laatste tijd hoor ik vaak (ik weet niet om welk product het gaat): ‘We all benefit.’ Het is wat bondiger dan de vertaling ‘We profiteren er allemaal van.’ Maar voor wie Engels kent is het onzin. De spreker zegt namelijk: ‘We all benefit’ en niet ‘We all benefit.’ Als het Nederlands was geweest zou er gezegd zijn ‘We profiteren er allemaal van’, terwijl denk ik bedoeld is: ‘We profiteren er allemaal van.’ Een vermogen kost het, zo’n reclamespot.

14-04-10. Als het om het Vaticaan gaat valt het niet mee de actualiteit bij te benen. Een kerkleider doet een uitspraak en als hij erop gewezen is dat die te waanzinnig voor woorden was volgt een herroeping. Het was dan niet zo bedoeld, verkeerd begrepen (ongeveer zoals het in de politiek gaat). Ditmaal was het de nummer twee van het Vaticaan (zeg maar de rechterhand van Blofeld). Hij achtte het wetenschappelijk bewezen dat pedofilie van homoseksualiteit komt (of andersom). Hoe zit het dan met paapse pedo’s die zich aan meisjes vergrijpen? Het enige wat met wetenschappelijke zekerheid is vast te stellen is dat de plegers van misbruik katholiek waren. Terwijl ik dit schrijf gaat het op het Journaal over ‘islamisering’. Het zou aardig zijn als er bij de komende verkiezingsstrijd ook werd gedebatteerd over de gevaren van katholisering.

15-04-10. Goede daden hebben soms totaal geen zin. Ik ging op weg om hond Hendrik uit te laten. In het portiek trof ik een verkeerd bezorgde rouwkaart aan: die moest naar het plein en niet de gelijknamige kade. Ik liep naar het plein en zocht het huisnummer. De naam op het bordje kwam niet overeen met die op de envelop. Belde aan: oude dame keek argwanend door deurkier. Nee, dat was zij niet. De volgende ochtend (haast was niet nodig, de uitvaart had al plaatsgevonden) de contactpersoon op de rouwkaart gebeld. Hij had het onjuiste adres aan het adresboekje van de overledene ontleend en die kon niet meer ter verantwoording geroepen worden. Na bestudering van het telefoonboek nog vergeefs iemand gebeld van wie de naam dezelfde was als de verkeerd geadresseerde. (Dat was voorlopig mijn laatste goede daad.)

16-04-10. Vogels kunnen (vaak over grote afstanden) de weg vinden door zich te oriënteren op magnetische aardlijnen, of hoe die ook mogen heten. Zelf negeer ik die magnetische aardlijnen als ik over straat ga, toch kom ik meestal wel waar ik wezen moet. Behalve magnetische aardlijnen negeer ik ook straatnaamborden. Als ik door een straat loop weet ik min of meer waar ik loop maar niet hoe de betreffende straat heet. Van veel zeer bekende Haagse straten weet ik niet hoe ze heten, wat erg lastig is als je iemand de weg moet wijzen. Er kwam een bericht van de gemeente binnen: die wil ‘het fietsgebruik in de stad stimuleren en veiliger maken, daarom worden de fietspaden in de Lisztstraat aangepakt.’ De Listztstraat? Een bekende naam, dat wel. Maar waar zat die? O ja, hier om de hoek.

17-04-10. Vorig jaar, op de reünie, wist een klasgenoot van de lagere school zich te herinneren dat ik van die lollige dingen kon zeggen. Ik was kennelijk al vroeg ad rem, een eigenschap die aangeboren lijkt te zijn – en die zich dag en nacht kan manifesteren. Donderdagnacht droomde ik dat ik op een feest was. Een jongedame zette zich aan de piano, ik kwam van dichtbij luisteren. Ze zei: ‘Ik kan zo goed spelen omdat ik lesbisch ben.’ Ik zei: ‘Ik kan zo goed horen omdat ik hetero ben.’ Vrijdag keerde ik terug van het uitlaten van hond Hendrik. Ik belde bij Esther aan om te zien of Loekie tijd had om met Hendrik te spelen. Esther deed open, haar Ron was er ook. Hendrik trok naar binnen. Ron: ‘Hij trekt harder dan jij.’ Ik: ‘Maar minder vaak.’

18-04-10. Een zo zonnige zaterdag, dan blijf je niet in huis zitten: de straat op, de natuur in! Een eindje fietsen, een eindje hardlopen, een eindje met logeerhond Hendrik gaan wandelen! Maar daar kwam niets van in want vrijdag was de nieuwe Harlan Coben bezorgd, Caught. Gisteren tussen kwart voor acht in de ochtend en drie uur in de middag het huis niet verlaten, behalve om op het voorbalkon te gaan lezen toen de zon daar scheen. Een Coben is spannend en geestig (‘we would have crawled straight up his ass and built a tent’) en, zoals het in het genre hoort, net als je denkt: zo zit het dus, een verrassende wending. Bleef achter met een onopgelost raadsel. Hoe had het boek mij vrijdag kunnen bereiken? Hoe had Amazon het onder de vulkaanas door weten te krijgen?

19-04-10. Je weet niet altijd wat je moet toejuichen. De boven ons hangende vulkaanas maakt dat er geen vliegtuigen kunnen opstijgen. Dat heeft geresulteerd in een dagenlang aanhoudende aviatische variant op de autoloze zondag, een opsteker voor het milieu. Maar ja, als die as naar beneden komt krijgt het milieu weer een optater. Dan heb je nog de Hollandse koopmansgeest die hoteliers de kans geeft boven de recessie uit te rijzen. Op het Journaal was een gestrande reiziger te zien die voor zijn eerste overnachting 200 euro moest betalen, de tweede overnachting zou het hem dubbele kosten. Dat klinkt me te veel als misbruik maken, het riekt naar malafide pensionhouders die een overdaad aan gastarbeiders tegen een veel te hoge huur mensonterend laten logeren. Het enige echt positieve aan de vulkaanas is dat de kroonprins kon gaan hardlopen.

20-04-10. De een bijt van zich af, de ander schijt van zich af. Sinds donderdag zijn er op de galerij werkers aan het werk die de galerijvloer opkalefateren: die vloer krijgt een nieuwe coating. De aangebrachte smurrie moet enige tijd drogen en er mag dan niet op gestaan worden. Er zijn daarom planken geplaatst waar we overheen moeten lopen. Ze rusten op dwarslatten en wippen op als je erop stapt en ploffen neer als je gepasseerd bent, wat aardig wat herrie maakt. Maar het werk was vrijdagmiddag klaar, dus ik veronderstelde dat de planken maandagochtend verwijderd zouden worden. In plaats daarvan werd er nieuwe coating aangebracht: een buur die niet helemaal jofel is had geweigerd over de planken te lopen. Hierop aangesproken raakte ze wat uit haar humeur, zodat werkers voor haar deur stront op de plank aantroffen.

21-04-10. Van lang geleden voetballen herinner ik me dat er verschillende formaten ballen waren, zoals een ‘vijfje’. Het hoofd van Johnny Kraaykamp was vroeger een vijfje en is tegenwoordig hooguit een drietje. Hij woont in het Rosa Spier Huis, hij bemant er de voormalige kamer van Marten Toonder. De oude Kraay was in het Journaal te zien in verband met de viering van zijn 85ste verjaardag. Hij zat ingezakt in een stoel op het podium, voor een zaal vol vrienden en bekenden. Rijk de Gooyer was ook gekomen, het was zinvol dat met diens hoofd ook zijn naam in beeld kwam, je zou hem niet herkennen als hij voor een warenhuis het Straatnieuws verkocht – hij oogde alsof hij dat ook deed. Er werd hem gevraagd hoe hij het maakte en het antwoord luidde: ‘Wahoeg’. Oud, goed voor u!

22-04-10. Al schrijft hij het zelf, prof. Hero is ‘De groot helderziende medium’. De professor was zo goed een kaartje bij me in de bus te werpen waarop hij zijn diensten aanbiedt en die mogen er zijn. Vandaag valt het redelijk mee maar mocht ik weer problemen krijgen op het gebied van ‘relatie, terugkeer van uw partner, geluk in zaken, examen, sexuele problemen, impotentie’, dan is Hero mijn man. Jarenlang verzamelde ik dat soort reclame, dat resulteerde in vele sketches die ik voor onze uitzendingen op Radio West schreef, waarbij Hannesz verpletterde als professor Bomba en ook zijn moeder mama Bimba een rol had (soms was ze even dood). ‘Mijn werk is ter bescherming van uw welzijn,’ aldus prof. Hero. Er hoeft pas na resultaat betaald te worden, dus bijvoorbeeld als je met een erectie zijn praktijk verlaat.

23-04-10. Er zijn politici die in hun jacht op stemmen met grote gretigheid wijzen op de overlast die er wordt veroorzaakt door jongeren van Marokkaanse komaf. De betreffende overlast valt in het niet bij wat er zou gebeuren als de ME niet wekelijks werd ingezet om groepen voetbalsupporters uit elkaars buurt te houden. NOVA bracht een reportage waarin dat soort bedenkelijk volk geportretteerd werd: stijf van de snuif, van slokdarm tot blaas gevuld met alcohol, het laatste rudimentje IQ verdampt. Het schijnt lastig te zijn zulke voetbalbezetenen in bedwang te houden maar het is de vraag of dat überhaupt wenselijk is. In plaats van te voorkomen dat ze elkaar te lijf gaan, zou dat juist aangemoedigd moeten worden. Als supporters ongehinderd op elkaar kunnen inhakken lost het probleem zichzelf op. (En de ME hakt gezellig een potje mee.)

24-04-10. Er werd een pakje van Amazon verwacht en dat kwam natuurlijk op een dag dat ik uithuizig was. Ik was niet heel de dag uithuizig, alleen de ochtend – in de uren dat de koerier kon komen. Die was gekomen, zag ik toen ik de brievenbox opende en het pakje zag liggen. Een tref dat het daarin gepast had. Wacht eens, het had helemaal niet gepast maar de koerier was een vindingrijke: hij had het pakje geopend, de inhoud door de gleuf geduwd en er de verpakking en de factuur achteraan gezonden. Ik geloof niet dat dit volgens de regels van zijn werkgever TNT Post is (het is ook nog schending van het briefgeheim). Maar als ik bij TNT Post een klacht indien wordt hij stavoets ontslagen en zijn vervanger is dan ongetwijfeld een oetlul die verkeerd bezorgt.

25-04-10. Je zou bij elke aankoop die je doet moeten zeggen dat het een cadeautje is en de kassawerker het lastige werk laten doen: het verwijderen van stickers op boeken, cd’s, dvd’s. En als die dat niet voor elkaar krijgt zonder het omslag, het doosje of de hoes te beschadigen, een ander exemplaar eisen. Het tergt een mens, stickers die niet gewoon los willen komen. Je maakt een beginnetje, het gaat even goed maar dan blijkt een deel aan de ondergrond te blijven hechten. Je kunt een beduidend deel van je tijd kwijt zijn aan het met een nagel verwijderen van plakresten, het kan ook voorkomen dat je blijvende schade toebrengt aan je boekomslag, cd-doosje of dvd-hoes. Ooit kwam ik op het idee sticker remover in te zetten. De sticker raakte verwijderd, het plastic van het cd-hoesje gesmolten.

26-04-10. Je kunt ook vinden zonder te zoeken en dat is prettig als je vergeefs hebt lopen zoeken. Het zoeken betrof een zoekgeraakt mapje. Vorig jaar oktober, na een etentje met Tieka en een optredentje van Freek, raakte het onverklaarbaar spoorloos. Ik had om een trein te halen de afstand van Carré naar Amsterdam Centraal hardlopend afgelegd, wellicht was het mapje daarbij uit mijn tas geschud. Wellicht ook was het uit de tas geschud toen ik die in de gangkast onderbracht. Heel de kast leeggehaald, dozen en stretcher opzij geschoven. Het mapje herbergde autopapieren: dus een bof dat mijn auto total loss was gereden. Gisterochtend plaatste ik de stretcher op het voorbalkon en vouwde hem open: het mapje plofte op de grond. Alles er nog in: foto’s van dode katten, pas van de zorgverzekeraar, donorkaart van de bloedbank.

27-04-10. Met ingang van morgen gaan in Den Haag werkers in de vuilnissector staken. Dat zal hier in Loosduinen vooralsnog niet tot vuiloverlast leiden: de ophaling vindt er op maandag plaats. Als zo’n staking lang aanhoudt kan je wat beleven. In januari 1979 was ik in Londen om Zappa te zien. Het was bar, het vroor, een fontein produceerde ijspegels. Er was een staking van vuilophalers gaande. Op Leicester Square lag een onafzienbare berg vuilniszakken opgestapeld. Figuren in beschermende kleding spoten spul op die vuilniszakken, misschien om te voorkomen dat er bacteriën vrij zouden komen of dat er door de zich manifesterende ratten builenpest verspreid zou worden. Behalve de vuilophalers gaan ook de parkeercontroleurs in staking. Teletekst van Omroep West verkondigt dat er daarom morgen gratis geparkeerd kan worden. Maar wat als er tussen die controleurs stakingsbrekers zitten?

28-04-10. De huidige zonnigheid maakt dat de galerij verblindend oogt. Wat hebben de werkers er een werk van gemaakt, de vloer glimt je tegemoet! Zelf ben ik zeer te spreken, buurman Loe daarentegen heeft per e-mail een klacht ingediend. Dat gebeurde op een dag dat het wat minder zonovergoten was en het wat geregend had. De regen maakte van de galerij een glijbaan, buurvrouw Irma was bijna onderuitgegaan en buurvrouw Harma bevestigde dat het ijzingwekkend glad was, vandaar de e-mail van Loe. De dag na de bijna-calamiteit van een vallende Irma sprak ik een van de werkers. Hij had een gegrond excuus: als de oppervlakte minder glad was werd die eerder vuil. En bovendien haalde een vallend oudje zich open aan de ruwheid. Inderdaad, als het glad is glij je als je gevallen bent zoef naar je voordeur.

29-04-10. De werkers hebben het werk aan de galerij bijna geklaard en dat betekent dat we zelf weer voor levendigheid moeten zorgen. Gelukkig hebben we daar de nodige buren voor. Verderop woont een eigenaardige oudere man die zijn maaltijden aan huis bezorgd krijgt en zijn overige boodschappen van Gall & Gall betrekt. Ik zag hem laatst in de weer met een toestel dat ik voor een rollator aanzag, maar het was instrumentarium voor het golfspel. Een andere buur woont hier sinds kort (we verkeren nog in onzekerheid omtrent het gehalte van zijn eigenaardigheid). Hij lijkt aan de onbemiddelde kant te zijn want hij heeft bij wijze van vitrage lakens voor de ramen hangen. Vorige week trok hij sleutelloos de voordeur achter zich dicht, de slotenmaker kreeg het slot niet open. Het ruitje boven de deur werd ingetikt. Levendigheid!

30-04-10. Het oog wil ook wat en daarom zie ik altijd graag foto’s waarop Hans van Baalen is afgebeeld. Mijn favoriete stond in de VARAgids, waarop hij in huiselijke kring was gefotografeerd. Een gezonde agrarische blos op de wangen, bretels over de welgevormde buik – kortom: Dik Trom. Blijkens De Telegraaf werd hij in Brussel belaagd door twee mannen, van wie de buitenlanddeskundige meteen zag dat ze van Congolese komaf waren. ‘In een uiterste poging ben ik om een van die Congolezen heen gaan hangen en heb ik heel hard om hulp geroepen in het Frans. Blijkbaar schrokken ze daar zo van dat ze de benen namen.’ Ik zou zelf ook een goed heenkomen gezocht hebben als Van Baalen om me heen probeerde te hangen. En dan dat Frans, dat was misschien nog afschrikwekkender dan het Engels van Balkenende.

01-05-10. Het weer was zoals het momenteel is, grijzig en vochtig. Blijf toch thuis! Maar je bent het min of meer aan de buurt verplicht je onder het janhagel te begeven, dus toen de regen opgehouden was wandelde ik naar de braderie. Er was een staking van vuilnislieden gaande, ik bedacht wat een geweldige puinzooi het zou geven als mensen aan het einde van de dag hun onverkochte troep zouden achterlaten. Esther had dezelfde plek ingenomen als vorig jaar. Toen ik haar bereikte had ze net een belangstellende getrokken die informeerde naar de prijs van een boek (die was een euro), vroeg wat vier boeken dan moesten opbrengen (drie euro) en er vier kocht. Minder goede zaken deed Esther met twee cd-roms die ik kosteloos van haar betrok omdat ze vergeten was dat ik ze haar geleend had.

02-05-10. Als je tijdens de viering van Koninginnedag in Amsterdam gebruik wilt maken van een zogenoemde ‘wc-wagen’ die zo gevuld is geraakt dat de inhoud over de straat loopt, of als je eraan hebt bijgedragen dat de inhoud over straat begon te lopen, dan is dat niet het toppunt van genot, laat dat duidelijk zijn, ik wil dat niet bagatelliseren. Maar zulke dingen hoor je op Koninginnedag te incasseren, zo ook het niet altijd even kosjere eten dat verkocht wordt. Waanzin dat de Voedsel en Waren Autoriteit opdracht geeft tot het weggooien van achtendertig kilo vlees omdat die zich nabij een bedorven partij roomkaas bevindt. De mensen zijn tegenwoordig zo kieskeurig als het op eten aankomt. Zei Gerard Reve niet met betrekking tot een in de vla aangetroffen haarkam uit een verzorgingstehuis: ‘Je kunt er toch omheen eten’?

03-05-10. De sleutel van mijn fiets was zoek. Ik zeulde de op slotte fiets naar de fietsenmaker, die een nieuw slot aanlegde. Er zat een reservesleutel bij. Ik raakte de sleutel kwijt en op den duur ook de reservesleutel, waarna een nieuw gezeul naar de fietsenmaker volgde. Ook ditmaal had het nieuwe slot een reservesleutel. Vorige week wilde ik de sleutel pakken maar die bevond zich niet in huis. In het slot laten zitten? Nee. Ik vond hem halverwege het traject berging-portiek: de sleutel was uit mijn zak gevallen toen ik de bos met de portieksleutel eruit viste, wat ik niet gehoord had doordat een buurvrouw haar auto startte. Een paar dagen geleden: sleutel weer zoek, nergens te vinden. De reservesleutel zit nu aan een sleutelring waar een afbeelding van Elvis aan hangt. En die hoor je vallen.

04-05-10. Het was gisteren zo’n dag waarop de hoeveelheid neerslag niet wordt uitgedrukt in millimeters maar in centimeters. De werkers waren afrondend op de galerij bezig, hun werk is zo goed als gedaan. De aanvoerder van het werkersduo dat vorige week met het galerijwerk belast was bleek een droogkomiek te zijn. Hij zei toen dat ik niet op de drempel moest stappen die hij zou gaan schilderen. De volgende dag herhaalde hij het verzoek, ik dankte hem daarvoor en zei dat ik anders zeker op die drempel was gaan staan. Een halfuur later werd er aangebeld: de werker, hij was de drempel aan het schilderen en zei vanuit zijn geknielde houding: ‘Zeg, je moet niet op de drempel gaan staan.’ Ik zei dat ik dat advies betreurde, ik liep tenslotte op sokken. We zullen ze missen, de werkers.

05-05-10. Er stak gisteravond een gans over, er kwamen twee auto’s voorbij. Toen ik lang geleden op een laan woonde en uit het raam keek zag ik auto’s en de tram stoppen als het zover was. Ik las gisteren de roman Twee minuten stilte (1959) van Karel van het Reve uit, waarin op die dag een moord gepleegd wordt. Om acht uur staan mensen stil op straat, mannen nemen hun hoed af. Vorige week vertelde een werker dat hij het maar onzin vond, die dodenherdenking. Hij was dertig jaar na de oorlog geboren, degenen die de oorlog hadden meegemaakt waren stokoud. In de jaren zestig, als er een verjaardag was, kwamen mijn grootouders op bezoek en zoveel ooms en tantes dat er klapstoelen gehuurd moesten worden. Er werd gegeten en gedronken, er werd gepraat. Waarover? Over de oorlog.

06-05-10. Het overlijden van Juliana maakte dat de start van de City-Pier-City dat jaar voorafgegaan werd door een minuut stilte. Het was indrukwekkend om in zo’n enorme menigte te staan, in die stilte. De minuut was voorbij, het startschot klonk en de hardlopers lieten een gejuich opklinken. Daar moest ik aan denken toen er kort voordat de twee minuten stilte voorbij waren geschreeuw te horen was. Ik had de dodenherdenking een paar keer niet gevolgd, misschien was dit iets nieuws, zoals applaudisseren bij een begrafenis. Of wilde men na de plechtigheid zo gauw mogelijk Fame binnengaan. Het ergste van een dergelijke trieste stilteverstoring is wat hooggeplaatsten erover zeggen. Iemand (ik geloof dat het de burgemeester was) beweerde dat hiermee aangetoond was hoe broos onze vrijheid is. Alsof de gebeurtenis had kunnen resulteren in de vestiging van een dictatuur.

07-05-10. Wat is eigenlijk een herinnering als wat je je herinnert niet zo gebeurd is? Gisteravond kwam bij De Wereld Draait Door Marlene Dietrich ter sprake. Was dat wel zo’n mooie vrouw geweest? Harry Mulisch haalde een herinnering op aan haar aanwezigheid op het Grand Gala du Disque, waarop Godfried Bomans naar haar gekeken had en had gezegd: ‘Had mijn vrouw maar een zo’n been.’ Mulisch had zelf in de zaal gezeten. In werkelijkheid ging het anders. Bomans vertelde dat hij in de bioscoop een film van Dietrich gezien had. Naast hem zat een mannetje dat de opmerking maakte. Zo heb je ook mensen die denken dat ze in 1963 de moord op president Kennedy op tv hebben gezien maar jaren later pas verkocht amateurfilmer Abraham Zapruder de film aan Life Magazine dat in 1967 stills ervan afdrukte.

08-05-10. Soms maak je met iemand een praatje en dan weet je meteen welk stemgedrag er bij de komende verkiezingen vertoond zal worden. Het galerijwerken is in een afrondende fase beland. De werker die de leiding over het karwei heeft zei dat hij geen last meer had gehad van de dolle dame die geweigerd had over de afdekkende planken te lopen en die haar voetstappen achterliet op de nog natte coating. Ik zei dat ze wellicht voor een paar dagen opgenomen was. Wat hem betrof zou het een permanente opname mogen zijn. Ik zei dat een paar huizen waren gereserveerd voor mensen die voorzichtig weer deelnemen aan de maatschappij. Wat kost dat niet, zei hij. Ik zei dat permanente opname ook geld kost. Wat hem betroft mocht zulke mensen best de nek omgedraaid worden. ‘Zo denk ik erover’

09-05-10. Het valt haast niet bij te benen, laat staan mee te maken. De komende maanden eerst The Hague Jazz, daarna het North Sea Jazz Festival. Gisteren in de bus: een kaartje (ter waarde van 85 euro) voor het bijwonen (wat ik niet zal doen) van het Royal Beach Concert op 5 juni, met Bon Jovi, Kane en Di-Rect. Ik hoef alleen op een website het ticket te ‘activeren’ (wat ik niet zal doen). Gisteren tevens in de bus: Seizoen 2010-2011 Dans & Muziek aan het Spuiplein, in de Dr. Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater. Heb het aanbod niet in detail bestudeerd, de bestudering bleef beperkt tot pagina 87, waar ter illustratie van de opera Don Pasquale een onverklaarbare foto staat van Tony Curtis en een vrouw die jong genoeg oogt om zijn echtgenote te kunnen zijn.

10-05-10. Je kunt in een kwade reuk staan maar ook in een goede. In dat geval ruiken dieren dat je benaderbaar bent. Zaterdag deed ik de voordeur open met de bedoeling af te dalen naar de brievenbox. Het motregende, de kat van buur Loe kwam nader. Hij nam een aai over de bol in ontvangst en ontvluchtte de motregen: hij stapte naar binnen en schoot aansluitend de binnentrap op. Boven bleef hij spiedend rondziend staan, zodat ik hem kon oppakken en voorkomen dat hij zich metterwoon onder het bed vestigde. Ik tilde hem de trap af en plaatste hem op de galerij, waarna hij op huis aan ging. Het is hier de laatste tijd een dierenpension: vorige week logeerde kat Loekie, momenteel is hond Hendrik inpandig, na zijn morgense aftocht komt Loekie weer voor een paar dagen bivakkeren.

11-05-10. Omdat ik er vroeg uit moest deed ik de deur van de slaapkamer niet dicht. Hendrik is niet alleen een waakhond, hij is ook een wekhond. Hij haalt het niet in zijn kop op bed te springen: hij deponeert er slechts de voorpoten op en begint dan met zijn snuit bezeten te porren – daar wil je wel wakker van worden. In de loop van de middag keerde ik terug van een Zeistreis. Op de galerij bevond zich Loekie. Dat moest Hendrik zien. Ik pakte hem op en droeg hem katwaarts. Loekie was op de vensterbank gesprongen, ik tilde Hendrik op gelijke hoogte, zodat ze konden snuitsnuffelen. Ach, Hendrik kon wel loslopen op de galerij. Er naderde een buurman, Hendrik stoof eropaf, remde ter hoogte van de buurman af en schoof door de gladde galerijvloer een metertje door.

12-05-10. Je kunt zeggen: ‘maakt deel uit’, je kunt zeggen: ‘is onderdeel’. Tegenwoordig hoor en lees je vaak: ‘maakt onderdeel uit’. Dat is niet goed. Op den duur slijten uitdrukkingen of raken ze door het spraakgebruik van de volksmond gehavend. Zo heb je de uitdrukking ‘te allen tijde’. Dat schrijf en zeg je nu eenmaal zo. Veelvuldig wordt ervan gemaakt: ‘ten alle tijde’. Groot was dan ook mijn vreugde toen ik gisteren op het Spui bij een wegopbreking een bord zag waarop stond dat een deel van de weg ‘te allen tijde’ vrij moest blijven. Maar ik keek nog eens en zag iets vreemds: tussen ‘te’ en ‘allen’ stond te veel witruimte en ‘allen’ zat vast aan ‘tijde’. Aha. Er had eerst abusievelijk ‘ten alle’ gestaan, iemand had toen de n van ‘ten’ weggehaald en achter ‘alle’ geplakt.

13-05-10. Wonderen zijn een wonderlijk verschijnsel. In het eerste deel van zijn reeks over religie kreeg Richard Dawkins van een woordvoerder van het bedevaartsoord Lourdes te horen dat daar tot nu toe maar liefst 66 wonderen geregistreerd zijn. Bij een bezoekersaantal van jaarlijks meer dan zes miljoen is dat een bescheiden score – en het wordt al sinds 1905 bijgehouden. Vreemd dat er bij een dergelijke statistiek nog animo is om naar Lourdes te reizen in de hoop er van een kwaal verlost te worden In de berichtgeving van het Journaal over de vliegramp werd ook gesproken van een wonder: een jongetje van tien jaar had het overleefd. Dat is inderdaad wonderbaarlijk, je kunt je echter afvragen of het wel zo geweldig is om als knulletje van tien te overleven wanneer je ouders en eventuele andere gezinsleden dood zijn.

14-05-10. Mijn oma van vaderskant had reuma en bracht de laatste tientallen jaren van haar leven in verpleeghuizen door. We gingen zondags op bezoek, ik herinner me busreizen naar Noordwijk. In het Haagse Westhof verbleef in het bed naast dat van oma mevrouw Bontje. Het was voor mij een belevenis als haar zoon op bezoek kwam, dat was de van de televisie bekende judoscheidsrechter Bontje (in die tijd vierde Anton Geesink triomfen). Voordat ze in een verpleeghuis belandde werd oma thuis verzorgd. In de jaren vijftig kwam evangelist Billy Graham naar Nederland, hij trad bij die gelegenheid op het Malieveld op. Oma wilde dat wel meemaken: wellicht kwam een gebedsdienst haar reuma ten goede. Mijn vader, die haar rolstoel duwde, dacht later nog wel eens terug aan de helse regen op dat Malieveld. Zelfs die had niets uitgericht.

15-05-10. Het jongetje dat de vliegramp overleefde was niet tien jaar, zoals het Journaal aanvankelijk berichtte, maar negen. We weten inmiddels hoe hij heet, waar hij woont, wie hij verloor en dat iemand van De Telegraaf zo aardig was hem per telefoon beterschap te wensen. Lang geleden werden er als er iemand overleden was lakens voor de ramen gehangen, een teken van rouw. Het kwam veel vaker dan nu voor dat iemand thuis werd opgebaard. Nabestaanden gingen in het zwart gekleed, er werd een zogenoemde ‘periode van rouw’ in acht genomen. Tegenwoordig heb je hulpverleners (‘broodtroosters’ noemde Freek de Jonge ze) die de nabestaanden bijstaan en assistentie verlenen bij de verwerking van de rouw. Want rouwen is kennelijk niet langer doodgewoon: het is niet de bedoeling dat je rouwt, het is de bedoeling dat je de rouw verwerkt.

16-05-10. Je wordt door een gebeurtenis geraakt als je merkt dat anderen erdoor geraakt zijn. Toen Diana in Parijs verongelukte bracht dat aanvankelijk niet bijzonder veel commotie teweeg onder het Britse volk, pas nadat er op televisie rouwenden te zien waren geweest kwam er massaal medeleven op gang. Ik herinner me van het overlijden van Juliana (of van haar echtgenoot) dat een verslaggever in het Journaal berichtte dat er nog niet veel bloemen bij het paleis lagen – dat lieten de kijkers zich geen twee keer zeggen. Iedereen, van wel- tot nauwelijks denkend, is het erover eens dat Ruben maar beter met rust gelaten kan worden. Maar nee, de onfrisse belangstelling blijft aangewakkerd worden door de media, tot ridicule berichtgeving over zijn vervoer in een ambulance aan toe. Wat mag in godsnaam de relevantie zijn van een Journaalverslag daarvan?

17-05-10. Er zijn er die in grote angst leven vanwege de met de dag nader komende datum 21 december 2012, een dag waarop er volgens een interpretatie van de Mayakalender ongunstige dingen gaan gebeuren, zoals het vergaan van de aarde en dat soort ongewenste evenementen. Zelf maak ik me meer zorgen over de komst van de ov-chipkaart. In Den Haag kun je nog gebruikmaken van de strippenkaart maar dat is een keer afgelopen. En wat dan? Een vriendin berichtte op haar Facebookplek dat ze een voordeelurenkaart bezit en dat ze in overleg moest treden met de spoorwegen om erachter te komen of de korting van dien automatisch verdisconteerd zou worden als ze per chipkaart treinde. Consternatie bij alle betrokkenen! En wat staat je te wachten als je vergeet te chippen? Hoe controleren controleurs dat? Dan nog liever 2012.

18-05-10. Met een kist en een kuil ben je er nog niet. Een plek op het kerkhof hoort luister bijgezet te worden met een gedenkteken, nabestaanden moeten daar binnen een jaar voor zorgen. Mijn zus verdiepte zich in de materie en vond het maar milieuverpesting, zerken die van ver overgevlogen worden. We belandden bij een Groningse kunstenares die graftekens van hout kon maken en ze nog op het graf kwam aanbrengen ook. Dat had ze gisteren gedaan, ik zag het zelf. Mijn moeder heeft een apart dak boven haar skelet gekregen. Volgens mijn zus gaat dat hout in de loop der tijd mooi verkleuren en kunnen er kleine beestjes in leven. (Ik zag de vreemdste teksten op sommige monumenten: doden die rekenen op een herrijzenis maar onder een steen liggen die je met zes man niet verplaatst krijgt.)

19-05-10. Sinds maandagochtend ben ik betoeterd. Dat kon gebeuren doordat ik bij een postagentschapje een tiental postzegels van 44 cent ging kopen. De dame van wie ik de zegels betrok zei: ‘Wilt u een toeter?’ Een toeter? Ja, een oranje toeter (of een Oranjetoeter). Ik kan altijd alles gebruikten, dus kom maar op met die toeter. Allemachtig, wat een toeter was het, ik schatte hem een centimeter of zeventig lang. Het geval wilde dat ik na het bezoek aan het postagentschapje nog een bezoek aan Albert Heijn af te leggen had. Ik kwam daar binnen met die toeter en dacht: dit kan ik maar eenmaal doen want de volgende keer wordt er gezegd: daar heb je hem ook weer, met zijn toeter. Enfin, die toeter thuisgekomen maar in de gang gezet. Gisteren: een folder van Blokker. Talloze toeters!

20-05-10. Om de paar jaar ontvang je een nieuwe giropas, een nieuwe creditcard, en jaarlijks een nieuwe pas van de ANWB. Zo’n zending gaat gepaard met een aanbeveling: je moet de oude pas wegdoen en niet zomaar aan de vuilniszak toevoegen maar zorgvuldig doorknippen, opdat de pas niet in verkeerde handen valt. Dan moet je mij net hebben. Met de schaar reduceer ik de pas tot voor het oog haast niet meer zichtbare stukjes plastic die ik verdeel over twee of drie vuilniszakken, je kan daar niet voorzichtig genoeg in zijn. Wegens de legitimatieplicht heb ik altijd mijn rijbewijs op zak. Laatst was het een broekzak en nadat ik een zittende houding had aangenomen was de pas goeddeels dubbelgevouwen geraakt. In paniek verplaatste ik hem naar mijn portemonnee en dat hielp: hij bestaat nu uit twee losse helften.

21-05-10. Vorige maand was ik in afwachting van de storting van een bedrag op mijn girorekening. De opdrachtgever was in de regel vlot van betalen, nu waren er meer dan vier weken overheen gegaan. Ik deed navraag en de opdrachtgever ontdekte dat het bedrag was overgemaakt op de rekening van een andere Martin de Jong. Gisteren was er opnieuw meer dan een maand verstreken na de indiening van een nota, en, inderdaad, alweer was het geld naar de verkeerde Martin de Jong gegaan, een charlatan die nu wel stil zal leven. Vorig jaar of het jaar daarvoor hield stichting Lira, belast met uitkering van leengelden, mij voor een Martin de Jong die meegewerkt had aan een cd-rom. Nadat ik ze tot tweemaal toe op hun vergissing had gewezen hielden ze me nog een derde keer voor die schoft.

22-05-10. Als kind was ik verzot op de strip Archie, de Man van Staal. De betreffende Archie was een op afstand bestuurbare geweldenaar die het kwaad bestreed. Toen ik hoorde dat mijn opa staalpillen moest slikken, zag mijn jongensfantasie hem evolueren tot zo’n zelfde geweldenaar. Twee dagen lang ging ik diezelfde kant op, ik slikte flink wat ijzertabletten, om het hb-gehalte in mijn bloed een boost te geven: er stond een bloeddonatie op het programma. In het kader daarvan ging ik ook aan de stroop: woensdag vier bruine boterhammen ermee besmeerd, donderdag kreeg ik de rest van de strooppot binnen, uitgesmeerd over een twaalftal pannenkoeken en nog wat boterhammen. Ook at ik een paar ons ijzerrijke cornedbeef en perste ik als een razende sinaasappels uit (die bevorderen de opname van het ijzer in het bloed). Het hb-gehalte: 9.1.

23-05-10. Het Journaal bracht gisteren het huiveringwekkende bericht dat er in een Nijmeegse vijver een krokodil was waargenomen. Krokodillen bestaan voornamelijk uit kaken, hebben nauwelijks een aaibaarheidsfactor en leggen zich erop toe hun kaken dicht te slaan als er een levend wezen tussen is gekomen. Zeer Eng dus en daarom geef ik er de voorkeur aan zo’n verschrikking nimmer tegen te komen. Een ervaring die aan een dergelijke ontmoeting doet denken heb ik eenmaal gehad, in huiselijke kring nog wel. Ik betrad de badkamer en op de muur daarvan zat een hagedisje. Ik schrok me lam, net als het hagedisje, dat via het bovenlicht een goed heenkomen zocht. Het monster bleek ontsnapt te zijn bij een benedenbuur, twee etages lager. Wekenlang hield ik in de badkamer het bovenlicht gesloten. Stel je voor dat het een krokodil geweest was!

24-05-10. Het was te warm om langer dan een uurtje op balkon in de zon te zitten. Ah, de landelijkheid van deze wijk. De straat gebarricadeerd door de omstreeks twintig ganzen die er lui liggen te braden, auto’s moeten toeteren om ze in beweging te krijgen. En ook: geschreeuw, ik keek ervan op, om te zien wat het te beduiden had. Een stationcar was tot stilstand gekomen, een achterin zittende passagier stapte uit en richtte een paar verhitte woorden tot de eveneens uitgestapte bestuurder van weer een andere stationcar, die hier voor de deur dubbel geparkeerd stond met het oog op het uitladen van goederen. De uitgestapte donkere dame riep tot de welgevulde bestuurder ‘fucking Dutch’, de ander kwam met ‘rimboe’, ‘bananen’ en ‘bananenboot’, waarop de dame hem aftroefde met ‘dikzak’, in een zwaar Engels accent. Eindelijk lente!

25-05-10. De voetballers zijn druk aan het trainen voor het komende WK, supporters (en supporterachtigen) bereiden zich al even verbeten voor, vooral in Den Haag. Die indruk kreeg ik althans toen ik gisteren op Teletekst van Omroep West een aantal berichten las. In een ervan was sprake van een buslading feestvierders, onderweg naar een gezellig evenement op het Scheveningse Noordzeestrand. Ze wierpen bier uit de bus een raakten ter hoogte van de Zwolsestraat slaags met de plaatselijke bevolking, waarbij ter verhoging van het spektakel terrasmeubilair en vuilnisbakken werden ingezet. Een volgend bericht repte van weer een andere matpartij, ditmaal aan de Strandweg, waar zo’n twintig belangstellenden aan hadden deelgenomen. Ten slotte was er wat gedoe in een Haagse uitgaansgelegenheid aan het Plein, een aantal ontstemde drinkers wiep barkrukken naar het hoofd van een portier – zowaar nog raak ook.

26-05-10. Maandag werd er in het RTL Journaal geïnventariseerd wat kunst en cultuur de burger kosten. Zo krijgt de Nationale Reisopera per jaar 9,7 miljoen euro subsidie. (Dat lijkt vrij veel, maar daar zitten de reiskosten bij.) De voorstellingen trekken jaarlijks 45.000 toeschouwers, op elk kaartje rust (inclusief reiskosten) 194 euro subsidie. RTL bracht vervolgens een PVV-politicus uit Almere in beeld. Die wilde niets van dergelijke subsidies weten: dat waren ‘linkse hobby’s’, ‘gewone mensen’ gingen niet naar de opera. Vroeger had je partijen die de massa wilden verheffen, ze in aanraking brengen met kunst. Zo niet de PVV, die het omgekeerde bepleit en kunst ziet als een linkse hobby, net als ontwikkelingshulp. Een dergelijk standpunt verbaast niet, als je ziet wat voor figuren bij die partij op de voorgrond treden. Hun cultuur is alles wat geen kunst is.

27-05-10. Hoe toeval zich in de praktijk kan voordoen: jaren geleden belandde ik zapgewijs bij een uitzending op de Vlaamse televisie en zag zo een fragment van het zangtrio Laïs. Nieuwsgierig geworden zocht ik ze op internet op: hé, ze traden daags nadien in Diligentia op. Ik bemachtigde een kaartje en een cd, kocht nadien alle verschijnende cd’s, zag ze meerdere malen optreden, laatstelijk onder de noemer Laïs-Lenski, wegens de samenwerking met DAAU-cellist Lenski. Een maand of wat geleden werd mijn oog gezogen naar een bespreking van de Joanna Newsom-cd Have One On Me. Zo te lezen klonk ze bijzonder, ik bestelde de driedubbelaar. Pas afgelopen zaterdag kwam het van luisteren (en geweldig genieten). Nieuwsgierig geworden zocht ik Joanna Newsom op internet op: ze treedt zondag in de Melkweg op! Er waren nog kaartjes! Ik heb er een!

28-05-10. Het bemachtigen van een kaartje voor het concert van Joanna Newsom was nog niet zo eenvoudig. De aankomsthal van het Haags Uitburo was dichtgeslibd met scholieren die in een excursie verwikkeld waren. De dame van het Uitburo onttrok zich aan het gezelschap om me van dienst te zijn. Ik gaf te kennen dat ik behoefte had aan een kaartje: De Melkweg, 30 juni, Joanna Newsom. Voor de zekerheid spelde ik de achternaam. Het systeem bevatte daar geen kaartjes voor: kennelijk was het uitverkocht en had De Melkweg de aanbieding uit de roulatie genomen. Maar ik had een halfuur tevoren op de website van De Melkweg het concert aangekondigd gezien, er stond niet bij dat het uitverkocht was. Ik spelde de achternaam nog een keer: de dame van het Uitburo had van de laatste letter een n gemaakt!

29-05-10. Om bij het verblijf van de katten te komen moest ik door een gang waarin zich hokken met honden bevonden. Ze gingen geweldig tegen me tekeer, ik voelde me als Jodi Foster die in Silence of The Lambs naar de cel van Hannibal Lector loopt. Ik had op internet het aanbod bekeken en een paar namen genoteerd maar dat was niet nodig geweest want daar kwam een kleine zwarte kat op me af die mijn benen kopjes gaf en toen ik ging zitten op mijn schoot sprong. Hij heette Saluut, zei de medewerkster van het asiel, die malle naam veranderde ik gauw in Huig. Hij is net een jaar oud. In de draagbak in de auto gaf hij geen kik. Bij thuiskomst even onder de bank om zichzelf uit de boom te kijken maar daarna volledig ingeburgerd.

30-05-10. De eerste nacht met nieuwe kat Huig verliep redelijk rustig, ik werd maar tweemaal tot ontwaking gebracht, om halftwee en om halfvier. In beide gevallen maakte Huig kenbaar behoefte te hebben aan een knuffel – nadien mocht ik weer gaan slapen. De tweede dag dat hij in huis was verliep even voorbeeldig als de eerste, zij het dat hij bijna in brand vloog. Ik had een pan water op het fornuis staan ter voorbereiding op het bereiden van een maaltijd macaroni. Huig sprong toen hij net binnen was al enthousiast op het aanrecht, nu sprong hij op het fornuis, een pootje in de gasvlam. Dat gaf gelukkig alleen de stank van geschroeide haren, ik hoefde niet met hem naar Beverwijk. Ik vermoed dat hij voortaan wat terughoudender zal zijn bij het springen op het fornuis en het aanrecht.

31-05-10. Allemachtig, Clint Eastwood is tachtig. Het heeft iets magisch, iemand via tv en bioscoop je leven lang mee te maken. Roger Moore ging van Ivanhoe, via The Saint en The Persuaders naar James Bond, Clint was jarenlang een tv-held in Rawhide – en die serie was nog maar het begin. Spaghettiwesterns, Dirty Harry – en ook dat was eigenlijk nog maar het begin. De laatste jaren volgt topper op topper: Mystic River, Million Dollar Baby, Changeling, Gran Torino. Ik zat in de bioscoop, aan het eind van Mystic River kwam in beeld: Directed by Clint Eastwood. Ook nog in beeld kwam dat hij de muziek gecomponeerd had want dat kan er best wel bij als hij niet acteert en alleen regisseert. En hij gaat door: in oktober komt Hereafter uit, voor 2012 staat de biopic Hoover op de rol.

01-06-10. Zondagavond was ik om kwart voor zeven bij de Melkweg. Het concert begon om acht uur en volgens het kaartje gingen de deuren om zeven uur open. Maar op een van de deuren stond dat die pas om halfacht openging en het werd tien voor acht. En het waaide en was koud! In de Rabozaal was ik nog niet eerder geweest. Ik had gerekend op staan maar er stonden stoelen en het was vrij zitten en ik bemachtigde een plaats midden derde rij. Perfect, afgezien van het jeugdige stel voor me dat irritant last had van de liefde en vooral tijdens het voorprogramma wederzijds zat te plukken en ander tortelgedrag vertoonde. En dat terwijl het voorprogramma Roy Harper was! Wat een power in die stem en wat een aardige ouwe baas: deze maand wordt hij negenenzestig jaar.

02-06-10. De verliefden waren kennelijk voor Joanna Newsom gekomen want tijdens haar optreden onthielden ze zich vrijwel van hinderlijk geknuffel. Wat een concert! Al was er geen noot gespeeld, dan was het al een geslaagde avond geweest want wat oogt dat mooi, een enorme harp midden op het podium. Joanna kwam op, riep assistentie in om de microfoon in de juiste stand te krijgen (‘It has to be perfect’) en daar was die onvergelijkelijke stem, begeleid door haar harpspel. De muzikanten kwamen op: gitarist annex banjospeler, twee violistes, een trombonist en een percussionist. Een opmerkelijke combinatie van instrumenten (waar hoor je een banjo en trombone samen?), wonderbaarlijke muziek en Joanna die verklaarde dat het een goed concert zou worden als ze haar flesje water niet omstootte. Dat deed ze niet en het werd dan ook een magnifieke avond.

03-06-10. De Maand van het Spannende Boek is al een paar dagen aan de orde, laten we het daarom eens hebben over het begrip ‘Literaire thriller’ dat het omslag van veel spannende boeken siert. Er wordt zo nu en dan in de media van gedachten gewisseld of die term terecht is. Daar kunnen we kort over zijn: spannende boeken hebben niets met literatuur te maken. Ik heb het idee dat ‘Literaire thriller’ uit de marketingkoker komt. Onderzoeken hebben uitgewezen dat vrouwen van zo tussen de dertig en vijftig de grootste lezersgroep vormen. Onder hen hoogopgeleide vrouwen, veel hoogopgeleide vrouwen lezen graag een spannend boek. Maar als hoogopgeleide vrouw maak je geen hoopopgeleide indruk als iemand vraagt wat je leest en je moet antwoorden dat je een thriller leest. Dan zeg je liever dat je een literaire thriller leest.

04-06-10. Wat spannende boeken van literaire romans onderscheidt is dat ze maakwerk zijn. Er is een moordenaar aan het werk, iemand doet zijn best om die moordenaar te ontmaskeren. De lezer leeft met de ontmaskeraar mee en hoopt dat die niet het volgende slachtoffer zal zijn. Meer is het in feite niet. Wanneer een schrijver van spannende boeken (al dan niet door moord) overlijdt, hoeven de lezers niet te wanhopen: als Val McDermid er niet meer is kun je bij de boeken van Minette Walters terecht, als John Grisham er niet meer is zijn de boeken van Harlan Coben er nog. Harry Mulisch schrijft niet meer, liefhebbers van zijn werk kunnen niet voor het soort boeken dat Mulisch schreef bij een andere schrijver terecht. Daarin verschilt literatuur van het thrillergenre: het is (als het goed is) geen maakwerk.

05-06-10. De eerste week dat nieuwe kat Huig in huis was verliep vlekkeloos. Het gaat soms anders dan je je voorstelt. Voordat ik naar het Rijswijkse asiel afreisde bestudeerde ik de website en de beschrijvingen van de mogelijk in aanmerking komende katten. Kon de kat binnen blijven of moest hij naar buiten kunnen? Kon hij bij andere katten en bij honden of niet? Desbetreffend geïnformeerd betreed je een kattenkamer en valt dan onmiddellijk voor de eerste poes die bij je op schoot springt. Huig heeft inmiddels kennisgemaakt met logeerkat Loekie. Die werd door Esther voor hem neergepoot, waarna wederzijds snuitgesnuffel volgde, zonder een zweem van dikke staart of ontbloot gebit. Huig kan dus bij andere katten, de volgende stap in de inburgering zal zijn de kennismaking met hond Hendrik, van wie bekend is dat hij katten interessant vindt.

06-06-10. Op het moment dat ik dit begin te schrijven is het tien voor halftien, het is aan de bewolkte kant, de bladeren van de boom voor het balkon zijn door de wind in beweging – maar ik moet nog zien of dat een goed teken is. Voor hetzelfde geld zijn over pakweg twee uur de wolken weggewaaid, schijnt de zon onbelemmerd en is de temperatuur opgejaagd tot tegen de dertig graden. En wat dan nog? zal men zeggen. Welnu, over pakweg twee uur neem ik de fiets naar het Om en Bij, om Hannesz behulpzaam te zijn bij zijn verhuizing naar het Hofje van Nieuwkoop. Op de warmste momenten van een warme dag. Veel draagbare zaken zijn al overgebracht en de verhuisploeg is zes man sterk, dus misschien kan ik mijn bijdrage beperken tot het geven van aanwijzingen.

07-06-10. Zoals Jan Wolkers ooit in een interview Remco Campert de ‘meest onderschatte schrijver’ (van Nederland) noemde, zo zou Tom Jones de meest onderschatte zanger genoemd kunnen worden. Althans, de reikwijdte van zijn talent is maar in beperkte kring bekend. Ja, de inhaker Delilah kennen ze allemaal wel. Maar wie weet van zijn duetten in de jaren zestig met Janis Joplin, Joe Cocker, Sammy Davis jr en noem maar op? Van zijn formidabele covers van nummers van James Brown, Dr. John en Howlin’ Wolf? Vandaag is hij zeventig geworden, dat wordt eind volgende maand gevierd met de release van de cd Praise & Blame, geproduceerd door Ethan Johns (Kings of Leon). Daarop covers van Dylan en John Lee Hooker, een bluesy versie van Nobody’s Fault But Mine (bekend van Led Zeppelin). Jools Holland noemde het ‘a landmark album’.

08-06-10. Op zeker moment tijdens de verhuizing van Hannesz zei helper Jan: ‘Martin, jij bent technisch, hè?’ Zij die mij kennen zullen zich als ze dit lezen verslikken in wat ze aan het drinken zijn. Toch zit er wat in want ik was werkelijk in topvorm. Terwijl de inboedel was overgeheveld naar het nieuwe hofje fietste ik naar het oude hofje om de vloerbedekking van de grond te trekken. Er stond nog een kleerkast op maar zo’n kleerkast is geen partij voor mij. Ik werkte hem opzij: eerst vielen de horizontale planken eruit, vervolgens klapte de achterwand weg en ten slotte kwamen de scharnieren los. Ik legde uit dat de kleerkast buiten mijn schuld weer in elkaar gezet moest worden, maar dat hoefde volgens Hannesz niet: die kleerkast kon weg. In no time had ik hem definitief ontmanteld.

09-06-10. Sinds kat Huig is toegetreden tot het huishouden weiger ik niet meer. Anderhalve week geleden was ik nog onverbiddelijk. ‘Spaart u Bonkies?’ Nee! ‘Spaart u Beessies?’ Geen denken aan! Maar ja, een kat in huis. Huig had een uur na aankomst al aardigheid in het achtervolgen van een door mij weggeworpen foambal en een hengel waar een namaakmuis aan hing was helemaal uitgelaten pret. De waanzinnige dingen die in het kader van het WK voetbal worden weggegeven sluiten daar fenomenaal op aan, zoals een klein massief balletje (ik meen Bonkie geheten): daar pingelt hij mee. En dan dat Beessie! Het is een soort worm met oogjes, niet om aan te zien, maar Huig rent er de trap mee op en af en duwt het onding nachtelijks onder de geopende slaapkamerdeur door, die dan tegen de muur bonkiet.

10-06-10. Wekenlang wordt er campagne gevoerd, je wordt doodgegooid met spotjes van de partijen – om nog maar te zwijgen van de talrijke debatten waarbij de lijsttrekkers elkaar in beschaafde bewoordingen voor rotte vis uitmaken en het programma van de tegenpartij zien als een blijk van het ontbreken van verstandelijke vermogens. Toch zijn er op de dag van de verkiezingen nog altijd zwevende kiezers. Even onbegrijpelijk is dat ik bij het betreden van het bejaardenhuis waarin het stemlokaal gevestigd was zelf ook begon te zweven. Er waren namelijk twee tafels, links en rechts als je binnenkwam, achter beide drie functionarissen. Bij welke tafel zou ik me vervoegen? Het werd de tafel waarop ik een pot snoep zag staan, de tafel rechts, wat geenszins strookte met mijn stemgedrag – maar ja, wat als er op de linkertafel geen snoeppot zou staan?

11-06-10. Wat was ik trots op Nederland toen bleek dat Trots op Nederland nul zetels had behaald – nadat er vorig jaar door een vlaag van landsverbijstering nog sprake was van 24 zetels, ha ha ha. Het hoogtepunt van de uitzending zat aan het begin. Een verslaggeefster gaf een sfeerimpressie vanuit de locatie waar TON bijeen was gekomen. Daar kwam net Verdonk aan, die meende dat ze geïnterviewd zou worden. Was ze wat gespannen? vroeg de interviewster uit beleefdheid. Ja, dat was ze wel. Verslaggeefster door met haar sfeerimpressie, Verdonk er maar naast blijven staan, hopend op vragen, ha ha ha. En dan Balkenende. Het komt natuurlijk doordat die man onverstaanbaar praat. Iedereen maar denken dat hij steeds zei: ‘Ik ga voor goud’, in werkelijkheid was het: ‘Ik ga gauw.’ (En zo zou ik nog uren door kunnen gaan.)

12-06-10. Katten zijn lastiger te doorgronden dan sommige mensen. De eerste dag dat kat Huig hier in huis was sprong hij op schoot, strekte zich behaaglijk uit en genoot ervan geaaid te worden. De tweede dag gebeurde dat ook wel maar sindsdien is hij niet meer zo’n schootspringer en geeft er de voorkeur aan languit op de leuning van de bank te liggen en niet te reageren op uitnodigingen tot schootzitting. Dat is een vrij opmerkelijke gang van zaken, je zou eerder het omgekeerde verwachten: pas als hij zich op zijn gemak voelt springt hij bij je op schoot. Het leek me een kwestie die belangrijk genoeg was om aan mijn dagboek toe te vertrouwen. Terwijl ik dat deed sprong Huig bij me op schoot, begon het dagboek kopjes te geven en maakte daardoor het schrijven erin onmogelijk.

13-06-10. Dat was om zes uur feestelijk binnenkomen op de tweede dag van The Hague Jazz: in Blakey’s Corner was de Livin’ Blues Xperience aan de gang. Got my Mojo working! Spoonful! Ik had op het schema aangekruist wat ik wilde zien maar hield me daar niet aan als ik een zaal bereikte waaruit mooie klanken kwamen. Zoals uit Glenn’s Blue Note die van het Motion Unlimited String-Ensemble dat muziek maakte bij op een scherm geprojecteerde filmfragmenten. In dezelfde zaal trompetter Eric Vloeimans plus improviserende dansers van Korzo. Op naar Louis’ Basement voor de geweldige Courtney Pine, die zich op zijn sax een paar maal buiten adem blies. Bij Nina’s Overnight wat stampende Sven Hammond Soul en vanaf middernacht Chez Ella Roger Hodgson met band: tot kwart voor twee het prachtigste van Supertramp (Fool’s Overture! The Logical Song!).

14-06-10. Zo’n formidabel festival als The Hague Jazz heeft ook keerzijdes. Mensen lopen onkundig een zaal binnen, zonder benul van wat zich daar afspeelt, zonder interesse ervoor en zetten het op een praten. Er komt dan zo’n woede bij me op dat ik wil zeggen: ‘Hebben jullie bij het praten geen last van de muziek?’ Het rotte is dat je daardoor de concentratie op de muziek verliest. En dan die mc’s. In Glenn’s Blue Note een mannetje met een petje dat niets te zeggen had en dat in het Engels deed. In Louis’ Basement een man in een colbertje die wat lulde over de fantastische technici en zei: ‘Daar wil ik een applaus voor hebben!’ Er werd nog geklapt ook. Omdat zo’n colbertje dat wil! (Hij kondigde Courtney Pine aan, die hij Kurtnie noemde in plaats van Koortnie.)

15-06-10. Doodgaan is nog een heel gedoe. Het is bijna een jaar geleden dat mijn moeder ophield met leven, het lukt niet erg iedereen daarvan te overtuigen. Mijn zus was opgetrommeld door de bewoonster van het voormalige huis van mijn moeder: daar was nog volop post voor haar aangekomen. Zoals een rekening gevolgd door aanmaningen van een firma die na haar dood aan de verwarming gesleuteld had. (‘We gaan er nu echt werk van maken.’) En een bericht van een instantie waarbij mijn zus geklaagd had over een nota van de thuiszorg. Die thuiszorgclub zou in de week dat mijn moeder in het ziekenhuis richting coma ging thuiszorg verricht hebben. De instantie had de thuiszorg om opheldering gevraagd, die hield voet bij stuk en kreeg daarom gelijk; de erven kregen zes weken om daartegen in beroep te gaan.

16-06-10. Dat wordt morgen wat, als hond Hendrik een nachtje komt logeren. Zondag was Esther opgenomen in de kunstroute, wat veel volk over haar vloer gaf. Ze had hond Chica te bivakkeren, ik nam haar (Chica) voor de aardigheid mee om met kat Huig kennis te maken. Chica is een omvangrijke zwarte wollebaal met zoveel beharing dat je pas ziet wat de voorkant is als die voorkant in een voerbak gestoken wordt. Ze dribbelde daar onmiddellijk op af, Huig dacht: wat gaan we nou beleven, kreeg een dikke staart, liet zijn tanden zien en joeg Chica het huis uit. Grote kans dus dat hij Hendrik morgen helemaal in elkaar slaat. Gisteren ging het er gemoedelijker aan toe bij de visite van kat Loekie: die werd kameraadschappelijk besnuffeld, waarna hij boven vier uur lang onder het bed bleef liggen.

17-06-10. Het programma bevatte gisteren een tweeledige missie in de provincie Zeeland: eerst in ’s-Gravenpolder een beroepsmatig gesprek met Jannie en Mirjam (inclusief broodjes), vervolgens in Middelburg gezelligheid met Floortje (inclusief appelpunt). Het was omstreeks tien over vijf toen ik weer terugkeerde naar de bewoonde wereld. Ik reed zo rustig mogelijk, dan zou ik wellicht de files ter hoogte van Rotterdam niet hoeven mee te maken. Niet alleen reed ik rustig, ook nam ik een verkeerde afslag (of eigenlijk miste ik de goede), waardoor ik een U-bocht moest toepassen om weer op het rechte pad te komen. Nabij Den Haag was er wat gedoe, ik zag een blauw zwaailicht. Op de plek waar mijn auto vorig jaar aan poeier gereden was waren nu vijf auto’s op elkaar geknald. Als ik sneller gereden had waren het er zes geweest.

18-06-10. Had mijn zus en hond Hendrik buiten opgevangen, gedrieën betraden we het huis, waar kat Huig ons opwachtte. Hendrik had een kwispelend humeur, Huig een heel ander: dikke staart, blazen en voluit in de aanval. Hendrik onderging het wat beteuterd, mijn zus wat paniekerig. Hond opgepakt en meegenomen naar boven, waar ze het bloed van zijn snuit veegde. En zo begon het nachtje logeren van Hendrik, dat mijnerzijdse vindingrijkheid vergde. Hond verbleef in de gesloten slaapkamer, nog steeds kwispelend. Hé, dacht hij, een kattenpootje onder de deur door, even snuffelen – en daar haalde het kattenpootje uit. Dat ging zo niet goed: ik legde een oude broek voor de deur, zodat er geen kattenpootjes onderdoor konden. Even later: het geluid van een broek die door Huig onder de deur door getrokken werd. Er maar een plank voor gelegd.

19-06-10. Er zijn mensen die als ze wakker worden tijd nodig hebben om op gang te komen. Zo iemand ben ik niet. Als ik de ogen open ben ik meteen helder en dat kwam gisteren goed uit toen om halfzeven logeerhond Hendrik me wekte. Ik schoot overeind en in wat kleding, bracht Hendrik in de badkamer onder, verliet de slaapkamer, tilde poes Huig op en sloot die in de keuken op, bevrijdde Hendrik uit de badkamer en liet hem uit, bracht hem daarna naar de slaapkamer, ging onder de douche, sloot de slaapkamerdeur, liet Huig uit de keuken en deed iets dergelijks nogmaals toen ik Hendrik naar huis bracht – plus dat ik zijn riem bij een buur over de deurknop hing, zodat ik de keukendeur open kon doen zonder dat Huig tevoorschijn zou stuiven om Hendrik te bespringen.

20-06-10. Ter gelegenheid van de vijfentwintigste verjaardag van de eerste uitzending overleed Graham Chapman, de dertigste werd luister bijgezet met een Python Night op BBC 2 en bij de veertigste is er helemaal uitgepakt. Onlangs verscheen de drie-dvd-set Monty Python – Almost The Truth – The Lawer’s Cut, bevattend een zesdelige documentaire die bijna zes uur aanhoudt, alsook een schijfje gevuld met extra’s, waaronder een item gewijd aan Elvis als Pythonfan. En ook net uit is Not The Messiah – He’s A Very Nauhty Boy – Celebrating 40 Years Of Monty Python. Een oratorium als het bijna gelijknamige van Handel maar dan om te lachen. Een muzikale kijk (vanuit de Royal Albert Hall) op het leven van Brian, met Eric Idle, Michael Palin, Terry Jones, Terry Gilliam, Carol Cleveland, Neil Innes, solisten, een immens koor en dito orkest. (Parrot sketch not included.)

21-06-10. De tijden veranderen. De vorige keer dat een dergelijk evenement zich voordeed was het een regenachtige zondagmiddag, ik las te bed East of Eden van John Steinbeck en werd daarin gehinderd wanneer het Nederlands Elftal een doelpunt voor elkaar bracht: dan was Loosduinen gehuld in woest getoeter. Ik geloof dat de tegenstander op den duur de overhand kreeg want na afloop bleef het stil. Zaterdag was ik lezende in Arctic Chill van Arnaldur Indridason. Ditmaal zegevierde het Nederlands Elftal, wat na afloop bleek uit geblaas op de vuvuzela, iets waar je longcapaciteit voor moet hebben en dat hadden de blazers nauwelijks, zodat dit helse leed snel geleden was. Dan was er nog feestelijk gezang. Een geluidapparaat produceerde in een loop: olé, olé olé olé we are the champions – nog te lamlendig om zelf te zingen, de feestvierders.

22-06-10. De gisterreis voerde naar Uithoorn, waar de bibliotheek prachtig gehuisvest is in een pand dat ontworpen is door Gerrit Rietveld, een van zijn laatste ontwerpen. Een zonnige autorit maak je nog zonniger door naar muziek te luisteren. Voor de heenreis had ik de cd Elvis As Recorded At Madison Square Garden uitgezocht, die in 1972 als elpee mijn eerste Elvis was. Een krankzinnige melange van stijlen: van hedendaagse rock (Proud Mary), via oudendaagse roll (Heartbreak Hotel) tot een recent hit (Suspicious Minds). Ik opende het cd-doosje en daarin zat An Afternoon At The Garden – het middagconcert, met daarop een iets ander repertoire. Voor de terugreis had ik iets volkomen anders uitgezocht: de cd Rituals, van Nicola Conte. In het doosje zat gelukkig geen verkeerde cd maar helaas ook niet de goede: die lag thuis in de cd-wisselaar.

23-06-10. Er komt kennelijk geen Paars Plus, een regulier Paars kan vooralsnog evenmin rekenen op enthousiasme van de beoogde betrokkenen, Groot Rechts was al afgevallen, Klein Links heeft te weinig zetels voor een meerderheid en als straks ook nog het Nederlands Elftal wordt uitgeschakeld is de misère niet te overzien. Lichtpuntje: Femke Halsema werd geciteerd als gezegd hebbend over het niet doorgaan van Paars Plus: ‘Ik baal als een vergiet.’ Eindelijk weer eens een nieuw spreekwoord dat na ‘balen als een stekker’ een aanwinst genoemd mag worden. Ik lees op internet wel eens commentaren van minder taalvaardige lezers op krantenberichten, het lijkt erop dat de kennis van spreekwoorden, gezegdes en doodgewone woorden hand over hand afneemt. ‘Of terwijl’, las ik ergens: daarmee werd ‘oftewel’ bedoeld. Iemand anders gaf te kennen dat hij ‘onderhands’ al zoveel jaar getrouwd was.

24-06-10. Als je laat gaat slapen en er vroeg uit moet en je gaande de nacht een paar keer gewekt wordt door de kat dan kunnen vreemde dromen er ook nog wel bij. In een van de dromen woonde ik in het huis waar ik woonde voordat ik in het huidige huis woonde en dat wilde ik niet, zodat ik in tranen uitbarstte. Vervolgens kwam Roger Moore over de vloer, wat moest die nou. Ik ging koortsachtig op zoek naar zijn autobiografie My Name is my Bond, om die te laten signeren, maar ik kon het boek tussen de troep die in mijn huis heerste niet vinden. Toen Moore vertrokken was ging ik in de droom aan mijn bureau zitten om een stukje te schrijven over zijn bezoek en dat deed ik toen ik wakker geworden was nogmaals.

25-06-10. Je moet helaas rekening houden met het voetbal. Zo leende ik gistermiddag bij de bibliotheek de dvd Paranormal Activity. Dat is bij uitstek een film om te gaan zien als de zon ondergegaan is – of misschien als er nog wat flarden zonneschijn zijn die onheilspellende schaduwen op de muur teweegbrengen. Maar ja. Als ik ’s avonds naar die film ging kijken dan zou zich gelijktijdig een wedstrijd voltrekken van het Nederlands Elftal en als dat een doelpunt veroorzaakte zou Loosduinen ondergedompeld raken in het geluid van vele vuvuzela’s die de paranormale geluiden in de film overstemden. Trouwens maar goed ook dat ik de film bij daglicht zag want hij was behoorlijk eng. De hoofdrolspelers waren niet bang uitgevallen: ze deden soms niet eens het licht aan als zich ’s nachts in hun huis paranormale verschijnselen voordeden. Brrr.

26-06-10. Het was gisteren de laatste kantoordag tot 4 augustus en dan geef je natuurlijk alles. Ik gaf om te beginnen een aantal printopdrachten. Toen ik naar de printer liep om de printjes op te halen waren die daar niet te bekennen. Wel was er een mededeling te lezen die mijn aandacht trok: er zat papier vast, dat diende verwijderd te worden. Ik volgde het advies op: verwijderde het papier, waarna er wat gegrom in het apparaat hoorbaar werd en de groen geworden lichtjes naar rood verschoten en er opnieuw geadviseerd werd het vastgelopen papier te verwijderen. Toen ik dat nog een paar keer gedaan had opende ik lukraak een paar kleppen, wroette wat rond in het inwendige en riep toen een collega erbij die zich zijn werkdag heel anders voorgesteld had en uiteindelijk maar een monteur ontbood.

27-06-10. Je hebt er die de vakantie aangrijpen om de drukte van de stad te verruilen voor de rust van de natuur. Die mensen weten niet waar ze aan beginnen want de natuur kan geweldig herrie maken. Het is hier bijvoorbeeld niet mogelijk om ’s nachts de ramen open te laten als je van plan bent uit te slapen want al om vier uur beginnen de vogels zich te roeren en maken indringende zanggeluiden. Dat betekent dat het raam in de slaapkamer gesloten wordt als ik ga slapen, evenals dat in de badkamer en voor de zekerheid ook de deur daarvan. Zo breng ik afgeschermd van de natuur de nacht door. Dat wil zeggen: tot voor kort. Want kat Huig is toegetreden tot het huishouden en hij onderneemt graag nachtelijke wekpogingen. Daar moet nog wat op gevonden worden.

28-06-10. Lang geleden, voordat er postcodes bestonden, werd er tweemaal per dag post bezorgd. Tegenwoordig mag je blij zijn als de post in je brievenbox wordt gestopt. Het beroep van postbode stond vroeger in hoog aanzien, je kon het niet zomaar worden: je moest bijvoorbeeld huisnummers van elkaar kunnen onderscheiden en mocht geen lid zijn van de CPN. Laatst ontving ik een envelop met een acceptgiro, van de adressering kwam alleen het huisnummer met het mijne overeen: andere naam, andere postcode, andere straat. Bezorgd door een incapabele kloot van Sandd. Vrijdag moest ik een kopie van mijn salarisstrook opvragen omdat de TNT-postbode het origineel niet bezorgd had. Een dag of vier geleden had er een envelop met giroafschriften moeten komen, ik wacht er nog op. Hopen maar dat de bezorgers die binnenkort ontslagen worden besluiten tot een stiptheidsactie.

29-06-10. Niet over voetbal praten niet over voetbal praten niet over voetbal praten niet – me dit krampachtig voornemend betrad ik de zaak maar het was vergeefs: ‘3-0,’ zei de kapper tegen de klant die hij onder handen had. Ik ging op mijn beurt zitten wachten, lezend in een krant die goeddeels gewijd was aan voetbal, luisterend naar de kapper die het over voetbal had. Ik kwam aan de beurt en zette alles op alles: ik begon over het weer, ik begon over de vakantie maar de kapper liet zich niet van de wijs brengen. ‘Het wordt spannend vanmiddag.’ Verslagen beaamde ik het. De kapper werd afgeleid door de radio, die het nieuws bracht: stokoude Amerikaanse senator overleden, was vroeger liefhebber van de Ku Klux Klan geweest. Kapper, die geen goed luisteraar is: ‘Ku Klux Klan, bestaat die nog?’

30-06-10. Je leest wel eens over malversaties die zich voordeden bij een concern en dan zegt de CEO dat hij van niets geweten heeft. Dat klinkt ongeloofwaardig maar als grote baas heb je niet altijd op alles zicht. Ik merk dat aan mezelf. De grote lijnen houd ik nauwgezet in de gaten, van wat er precies op de werkvloer gebeurt heb ik nauwelijks een idee. Wel komen alle lijnen bij mij samen, zoals gisteren vier e-mails, gericht aan achtereenvolgens amfxhb, euze, kurbuisdorpkig en mail@buisdorp.com. De mail, kennelijk bedoeld voor externe relaties, begon met: ‘Thank you for signing up for a buisdorp.com.’ (Omdat we met de hele wereld te maken hebben, doen we het in het Engels.) Het ging over het bevestigen van het e-mailadres van de geadresseerde, een bericht verzonden door Buisdorp.com Customer Support. Harde werkers zijn dat.

01-07-10. De laatste werkdag voor de aanbreek van de vakantie is een dagje uit: een reportage over een museum vol kinderboeken, in Winsum (You Winsum, you lose some). Er is een Winsum in Friesland en een Winsum in Groningen, ik moet voor elkaar zien te krijgen dat ik in Groningen beland en niet in Friesland. Wat een gedoe wordt het zo meteen: eerst in Amsterdam mijn reisgezellin oppikken, dan door naar het juiste Winsum. Er is voldoende snoep ingeslagen, er zijn drie eierkoeken (er waren er vier maar kat Huig vond de verpakking en opende die) en er is muziek uitgezocht – maar het wordt dertig graden! Ik heb eerder zo’n hitterit meegemaakt, die ging naar Hoogezand-Sapperloot. Liet de auto daar een uur in de zon staan, het water in het flesje werd heet. (Ditmaal daarom een theezakje meenemen.)

02-07-10. Tieka en ik kennen elkaar vier jaar, dus voor zo’n missie naar Winsum is een half woord al te veel om zaken op elkaar af te stemmen: als ik om kwart voor twaalf in Amsterdam bij de Euro Parking ben heb ik eierkoeken bij me, als zij daar een kwartier later arriveert is dat met croissants en vruchtensap. Daar hoeven we vooraf geen woorden aan vuil te maken. Als het om missies gaat ben ik natuurlijk de veteraan. Daarom stapte ik in Winsum op een inwoner af en vroeg hem hoe de zon zich hier bewoog want ik wilde mijn auto over een paar uur in de schaduw geparkeerd terugvinden. Die stond dan ook twee uur in de kokende zon. Op de terugweg hoorden we via de radio dat het vandaag nog kokender zou worden: 37 graden!

03-07-10. Vorige week zag ik de film Paranormal Activity. Daarin gebeuren in een huis als het nacht en donker is dingen die niet prettig zijn om mee te maken als je in dat huis probeert te slapen, zoals het onverklaarbaar vanzelf dichtgaan van de slaapkamerdeur. Een dag of wat geleden werd ik om halfvier ’s nachts wakker van het licht dat in de badkamer was gaan branden. Hier lag geen paranormale activiteit aan ten grondslag maar een actieve kat: Huig had een sprong ondernomen en was aan het touwtje van het licht gaan hangen. Een dag nadien lag ik boven dvd te kijken en zag ik de slaapkamerdeur dichtgaan – ook in dit geval was Huig de dader. En nu ga ik hem tot de orde te roepen want hij probeert sprongsgewijs de was van het wasrek te krijgen.

04-07-10. Het is al erg dat mensen pas in de vakantie aan lezen toekomen – en dan trekken ze ook nog eens de halve wereld rond om dat te gaan doen. Boeken in je koffer stoppen, met die koffer naar het vliegveld, met het vliegtuig naar de reisbestemming en daar in de zon gaan lezen. Waarom niet gewoon thuis die boeken lezen? In mijn geval komt daar nog bij dat ik vaak niet kan beslissen welk boek ik zal gaan lezen en als ik zo’n bui heb dan zou het vullen van een koffer met vakantieboeken me uitputten. Vorig weekend was het geen probleem, toen las ik The Passage, van Justin Cronin, een trottoirtegel van 766 pagina’s. Ik moet er niet aan denken dat ik met zo’n gevaarte op reis zou gaan. (Vooral niet omdat het een draak is.)

05-07-10. Liposuctie en maagband zijn zo ingeburgerd dat overzware mensen met graagte op tv vertellen dat ze er hun toevlucht toe hebben gezocht en het liefst ook nog beelden daarvan in de huiskamer gebracht zien. In de dierenwereld is dat nog geen gemeengoed maar daar kan verandering in komen dankzij Teuntje. Mijn zus was van mening geraakt dat haar hond Hendrik baat zou hebben bij een speelkameraadje. Ze had bij het uitlaten gemerkt dat hij sommige hondsoorten kon verdragen, waaronder jack russells zoals hijzelf. Het dierenasiel in Rijswijk had daar een exemplaar van in huis, mijn zus er met Hendrik op af. Het hondje, dat zij Teuntje doopte, was kleiner dan Hendrik maar door overvoeding aanmerkelijk zwaarder: haar rug boog door onder het gewicht van de buik. De dierenarts kon haar ingewanden niet voelen, zoveel vet zat eromheen.

06-07-10. Esther gaat binnenkort een weekje op het buiten van haar geliefde bivakkeren, als zoiets zich voordoet wordt haar kat Loekie vanzelfsprekend bij mij ondergebracht. Maar bij mij is tegenwoordig kat Huig gezinslid en daarom besloten we eerst te testen of Loekie en Huig elkaar gedurende ongeveer een etmaal zouden verdragen. Loekie was al tweemaal kortstondig over de vloer geweest sinds Huig er was, onder diens grote belangstelling. Ook ditmaal namen ze elkaar op via nieuwsgierig snuitgesnuffel. Loekie verdween niet naar boven en onder het bed maar nestelde zich beneden onder de bank. Het duurde uren voordat hij zich weer vertoonde, Huig ging opgelucht op hem af – maar Loekie begon te blazen en produceerde even later ook nog onheilspellend inwendig gegrom, zodat ik hem maar weer thuisbracht en hem tijdens Esthers afwezigheid in huiselijke kring eten zal serveren.

07-07-10. Wat een vreemdheden, gisteren. Ik lunchte met mijn jarige zus en haar beide honden op het Anna Paulownaplein, waar een omvangrijke filmcrew aan het niksen was. Uit het niets kwam Paul de Leeuw aanlopen. Stel je voor dat we figurerend in Spion van Oranje 2 belandden! Thuis trof ik op de galerij een hoogzwangere Engelse buurvrouw in de hete zon aan. Ik dacht: your water won’t break, it will boil. Na het Journaal (de geweldenaar Jan Blokker overleden!) las ik verder in het tweede deel van de Revebiografie van Nop Maas. Enthousiast betrokken bij de huldiging van Reve in de Allerheiligst Hartkerk was Jan Blokker. Ik staakte het lezen om het NOVA-item over Blokker te zien. Wie was in de studio die oude man die over Blokker sprak? Hans Keller, die Reve in de kerk geïnterviewd had.

08-07-10. In het dierenasiel toonde ik een foto van Huig, om te laten zien dat die het goed maakte en zei dat ik was gekomen om een kameraadje voor hem uit te zoeken. Ik mocht door naar het kattenverblijf, via de galerij met honden van wie een vechtbeest bijna over de omheining sprong. ‘Ze doen niets,’ aldus een wellicht wat naïeve verzorgster. Het was moeilijk een keuze te maken maar ik kwam eruit: een kleine zwarte van een jaar. In tegenstelling tot Huig stelde ze geen prijs op vervoer in de draagbak: de hele weg geklaag en pogingen de bak te demonteren. Huig zag de nieuwe bewoonster en het was of hij dacht: het zal wel. De poes (ik geloof dat ze Aagje gaat heten) blies naar hem maar door haar kleinheid leek dat meer op tong uitsteken.

09-07-10. Poes Aagje had niet lang nodig om te acclimatiseren. De eerste avond lag ze tot middernacht onder het bed. Ze kwam eronder vandaan, ik sloot de slaapkamerdeur, zodat ze zich niet nog eens kon terugtrekken. Gisterochtend lag ze toen ik naar beneden ging op een trede van de binnentrap, Huig was in de keuken. Zo nu en dan wordt er waarschuwend geblazen of een vuist geheven maar verdere onderlinge schermutselingen blijven uit. Aagje legde een drol in de kattenbak, kwam bij me op schoot zitten en beweegt zich vrij door het huis. Ze heeft het spelen met een foamballetje ontdekt, ze kan er inmiddels net zo goed mee voetballen als Huig. (We hebben al getraind voor de finale van zondag: ik rolde het balletje naar Huig, Huig rolde het terug, ik rolde het naar Aagje et cetera.)

10-07-10. Mijn zus berichtte dat ze in de schaduw op een bankje was gaan zitten. Onmiddellijk kakte er een duif op haar hoofd en op hondje Teuntje. Teuntje was de voorbije nacht onrustig geweest. Mijn zus legde de onrust op een filmpje vast voor de dierenarts, die zei dat het mogelijk een opspelende anaalklier was. Teuntje was te dik om zich te likken, haar staart te kort om in haar reet te steken. Daarom stak de dierenarts er een vinger in. En dan nieuwe poes Aagje. Ik had de kap van de kattenbak gehaald, zodat ze duidelijker zag waar ze moest zijn. Gisterochtend plaatste ik de kap erop, even later lag er een drol achter de bak. Maar er lag ook een verse in, dus misschien deed een van de twee het erachter omdat de bak bezet was.

11-07-10. Hopen dat het Nederlands Elftal vanavond verliest is zinloos, het wordt hoe dan ook herrie als het laatste fluitsignaal geklonken heeft. De massa wil op en neer springen en op een toeter blazen, uit vreugde of uit frustratie, waarbij of zij vrolijk dan wel teleurgesteld gestemd zijn wordt bepaald door wat zij op hun tv gezien hebben. Je zal toch wel gek zijn als je zo’n apparaat je stemming laat bepalen. Blijkens Teletekst gaat de gekte zo ver dat er op het North Sea Jazz Festival schermen geplaatst worden. Mensen staan met hun rug naar Stevie Wonder toe om de wedstrijd te kunnen volgen. Stevie Wonder merkt dat niet maar het is tekenend voor de om zich heen grijpende waanzin. Ik ga straks boodschappen doen, ik weet zeker dat de caissière me een prettig wedstrijd zal wensen.

12-07-10. Zag na het ontwaken op Teletekst dat het Nederlands Elftal niet won. Ik had daar al een vermoeden van want het bleef gisteravond heerlijk rustig: geen toeters, geen geschreeuw. Dat kwam me goed uit, zo kon ik ongehinderd dvd kijken. Vroeger ging je naar de bioscoop om een lachfilm te zien, dat deed ik nu in huiselijke kring. Carry On – The Ultimate Collection is een box met alle dertig films en een massa extra’s. Ik keek tijdens de voetbalstilte die er heerste naar Carry On Matron, uit 1972. Om een voorbeeld te geven van de humor: in Finisham Maternity Hospital brengt Matron chirurg Cutting zijn post. Deze hypochonder heeft het idee dat hij in een vrouw verandert. Daarover ontstaat spraakverwarring. Dan zegt Matron: ‘I almost forgot your mail,’ waarop Cutting briest dat hij wel degelijk male is.

13-07-10. Er kan wat mij betreft geen kat meer bij. Gisteren werd Loekie afgeleverd: eigenares Esther is voor een week naar Groningen. Voor Loekie is mijn huis zijn tweede huis, zodat hij vreemd opkeek toen Huig hier ook bleek te wonen. Tijdens een eerder testverblijf blies hij wat naar Huig en gromde ook onderaards, zodat ik hem snel thuisbracht. Afgelopen zaterdag ging het beter omdat Loekie zijn aandacht moest verdelen tussen Huig en nieuwe poes Aagje. Huig is half zo groot als Loekie en Aagje half zo groot als Huig, toch jaagt zij de heren de trap af, ik weet niet waarom. Het is een heksentoer om de voedselinname in goede banen te leiden: Loekie heeft door het zijne medicijnen. Zette vanmorgen zijn voerbakje even in het wc-fonteintje, en jawel, Huig sprong er hup op en at eruit.

14-07-10. De levendige aanwezigheid van drie katten in huis maakt dat ik de nacht niet ononderbroken slapend doorkom. Het gebeurt een paar keer dat ik ontwaak uit een droom en die is, het heeft er misschien mee te maken, vaak ook al niet van een grote kalmte. Dinsdagnacht droomde ik dat ik een rekening van 400 euro had ingediend voor ‘twee dagen stappen’. Ik maakte me er in die droom wat zorgen over of dat geld wel uitgekeerd zou worden. In de wakende wereld bleken de twee huisgenoten zo goed overweg te kunnen met logeerkat Loekie dat ik ze gedrieën op de foto heb weten te krijgen. Poes Aagje, ze is miniem van formaat, jaagt relatieve reus Loekie net zo gemakkelijk de trap af als Huig. Ze boft dat Loekie een gemoedelijke lobbes is die haar niet verscheurt.

15-07-10. Je maakt je grote zorgen en dat blijkt dan nergens voor nodig te zijn geweest. De afgelopen weken was het Journaal goeddeels gevuld met berichtgeving over voetbal. Voorbeschouwingen, nabeschouwingen, boeiende beelden van hossende mensen: verbijsterend, zo inventief als men de uitzendingen wist vol te plempen. Ik dacht: hoe moet dat als straks het voetbal voorbij is? Bij het Journaal hadden ze er gisteren wat op gevonden: het weer. Het had flink geregend, het had flink gewaaid, dus het Journaal opende met het weer. Een verslaggever bevond zich op locatie. Hij zei dat er bomen waren omgewaaid en wees ter verduidelijking achter zich en verdomd, daar lag een omgewaaide boom, ik wist niet wat ik zag. Voordat het voetbal losbarstte was de formatie van een kabinet belangrijk nieuws, misschien een idee het daar weer eens over te hebben.

16-07-10. Vakantie is in de eerste plaats voor een tijdje verlost zijn van het aflopen van de wekker. Dat is een groot goed, in mijn situatie wordt het enigszins vergald door de aanwezigheid van drie katten in huis. Ofwel: nachtrust is het woord niet meer. Een maand geleden was het alleen Huig, daar kwam vorige week Aagje bij en afgelopen maandag logeerkat Loekie. Die beesten hebben recht op een verzetje, zoals op een foamballetje jagen. De kleine Aagje neemt een foamballetje in haar bek, rent er de trap mee op en verdwijnt ermee onder het bed. En gaat ’s morgens om zes uur onder het bed met dat balletje spelen. Dan kan er ook onderling rumoer optreden: als Huig of Loekie naar boven of beneden gaat zet Aagje in volle vaart de achtervolging in. En dat wekt je.

17-07-10. Een mensenleven geleden luidde de leus: Clapton is God. In Henham Park (Suffolk)
is de vijfde editie van het Latitude Festival gaande, een immens driedaags evenement gewijd aan muziek, theater, film en literatuur. Veel eigentijdse muziek, met toppers als Florence + The Machine, Vampire Weekend en Mumford & Sons. Op de site van het festival kunnen bezoekers hun getwitter kwijt. De eerste tweet luidde: Tom Jones is a God. Dat was naar aanleiding van diens optreden donderdagnacht. Zijn set bestond uit de integrale uitvoering van zijn volgende week verschijnende cd Praise & Blame, waarop covers van onder anderen John Lee Hooker en Bob Dylan. Nogal een waagstuk een concert te vullen met louter onbekende nummers maar ze werden toegejuicht. Er was meer publieke belangstelling dan ruimte in de tent, daarom treedt Tom morgen nog een keer op.

18-07-10. Door het zien van dertig Carry On films in een week tijd rees de behoefte aan wat zwaardere kost. Inland Empire van David Lynch duurt bijna drie uur. Ik ging tegen halfnegen kijken en de verwachting was dat ik het kijkkarwei omstreeks halftwaalf geklaard zou hebben. Maar rond die tijd was er nog een halfuur te gaan. Dat heb je als er drie katten in huis zijn. Logeerkat Loekie heeft voer voor senioren. Dat vindt de eenjarige Huig ook lekker. Kwaad kunnen de bejaardenbrokjes niet, dus vooruit maar. Huig had de laatste brokjes uit het bakje gepeuzeld en richtte toen de aandacht op de zak die meer bevatte. Hij stak zijn kop erin en wilde die er vervolgens weer uit halen, maar dat lukte niet, zodat hij met een brokjeszak over zijn hoofd door de kamer zwalkte.

19-07-10. De voedselvoorziening blijft een punt van aandacht: ik moet er niet alleen voor zorgen dat de drie katten toegang hebben tot voor hen bestemde brokjes, ook behoort het tot mijn takenpakket erop toe te zien dat ze geen toegang hebben tot brokjes die niet voor hen bestemd zijn. Om de een of andere reden oefenen niet voor hen bestemde brokjes een grote aantrekkingskracht uit op Aagje en Huig. Logeerkat Loekie krijgt vanwege de gevorderdheid van zijn jaren voer dat zijn nieren ontziet en waar de beide eenjarigen hun zinnen op gezet hebben. Zo probeerde Huig gisteren door de verpakking heen te bijten. Dat lukte niet, ik achtte het toch verstandig de voerzak op een kast te plaatsen. Terwijl Aagje op de uitkijk zat trachtte Huig vervolgens de verpakking van een zakje vlees open te knagen – dat lukte.

20-07-10. Omdat zij mijn moeder was kende mijn moeder mij door en door. Ze was er bekend mee dat ik grote belangstelling voor de koektrommel had. Die bevond zich in een kast in de voorkamer en als mijn moeder boodschappen ging doen sloot zij de kastdeur af en nam de sleutel mee. Toen ik een jaar of tien was had ik daar genoeg van en lichtte de afgesloten deur uit de scharnieren om toegang te krijgen tot de koektrommel. Ik had dus wel begrip voor wat zich gistermiddag voltrok. Ik zat aan mijn bureau en hoorde boven enig rumoer. Er lag een zak voer op de grond die hoog op een kast was verborgen. Kat Huig was op de kast gesprongen, had de zak eraf geduwd en deed zich nu tegoed aan de over de grond uitgespreide brokjes.

21-07-10. In mijn familie kan dierenliefde de grens van het betamelijke griezelig dicht naderen. Zo hield een tante van me een duif: die zat jarenlang in de keuken in een hokje. Als kind had ik nog niet veel kijk op de dingen, dus ik vond dat heel gewoon. Mijn opa vertelde me dat hij van een overzeese bootreis was teruggekeerd met een aapje. Dat aapje woonde in zijn ouderlijk huis op zolder. De vader van opa was sigarenmaker: het aapje was er behendig in gerolde sigaren weer uit te rollen. En dan mijn vader (het wordt steeds erger): bij hem thuis was er een geit als huisdier. In agrarische kringen is dat niet bijzonder maar mijn vader woonde in Den Haag, in een portiekwoning. Als er gegeten werd plaatste de geit zijn voorpoten op tafel, tussen de borden.

22-07-10. Een van de attracties hier is een contingent ganzen. Uit verveling planten ze zich verwoed voort: de laatste keer dat ik ze telde waren het er twintig. Ze bewonen het grasgebied naast de sloot en doorbreken de sleur soms door aan de wandel te gaan en de straat over te steken. Twintig ganzen die dat op hun gemak doen, daar hebben automobilisten niet van terug. Regelmatig hoor ik getoeter van een chauffeur die zijn doorgang versperd ziet door sjokkende ganzen. De straat maakt hier voor de deur een bocht, je ziet als je aan komt rijden niet wat zich om de bocht afspeelt en het is dus zaak bij nadering van de bocht de snelheid te minderen. Toen ik gisteren thuiskwam zag ik dat een automobilist dat kennelijk niet gedaan had: twee ganzen waren aan gort gereden.

23-07-10. Je zult maar zo’n postbode zijn die op de nominatie staat om wegens zijn te omvangrijke dienstverband ontslagen te worden en dan huis aan huis reclame van je werkgever moeten bezorgen waarmee die nieuwe werknemers tracht te werven. Ik kreeg een kaart in de bus waarop onder meer stond: ‘Nu is het lekker vakantietijd. Maar wat ga jij straks doen als iedereen weer naar school is of aan het werk gaat? Dan wil je ook goed bezig zijn en blije gezichten zien. Dat kan, als postbezorger bij TNT Post.’ Een dag voordat deze reclamekaart in de bus lag trof ik een verkeerd bezorgde brief aan bestemd voor iemand die een paar straten verderop woont. Toen ik daar de brief afleverde belde ik aan. Er was helaas niemand thuis, anders had ik ook eens zo’n blij gezicht gezien.

24-07-10. Omdat het vandaag een jaar geleden is dat mijn moeder ophield met leven bezocht ik gisteren het kerkhof. Ik had ooit een plastic roos gekregen (ik weet niet meer van wie, ik weet niet meer waarom), die leek me wel geschikt om naast het grafteken te leggen. Plastic gaat lang mee, al was deze roos door liggen in de zon nogal van kleur verschoten – maar mijn moeder is niet iemand die daar moeilijk over gaat liggen doen. Haar onderkomen lag er keurig bij, het bevindt zich buiten het bereik van bomen die er bladeren op kunnen morsen en er komen zo te zien geen duiven over. Ik liep terug naar de uitgang en kwam langs een graf dat ingestort was: zerk omgegaan, een geweldige wanorde. Dat onstuimige weer van vorige week… of was er wellicht iemand uitgebroken?

25-07-10. Voorheen kon ik melden dat met het vertrek van logeerkat Loekie de rust was weergekeerd. Daar is dankzij de aanwezigheid van katten Aagje en Huig geen sprake meer van: de rust keert nimmer weer, zelfs de nachtrust delft het onderspit. Het was donderdagavond een fraai schouwspel: Loekie en Huig lagen op de salontafel, dwergpoesje Aagje liep om de tafel heen. De beide heren waren te schijterig om van de tafel te springen. Een groot deel van de kattendag wordt nuttig gevuld met slapen, er zijn echter momenten waarop er een enorme activiteit gaande is, dat is bij voorkeur het geval wanneer ik wil gaan slapen of, erger nog, terwijl ik slaap. Als Huig de binnentrap opgaat of afdaalt zet Aagje de achtervolging in. Vannacht bleef het kattenkwaad beperkt tot springen op het dekbed waar ik onder lag.

26-07-10. Voor wie mocht denken dat het leven duurder wordt: in september 2001 kocht ik een Alfred Hitchcock Collection die zeven films bevatte en me f 269,10 kostte. Momenteel is die bij de Media Markt voor 15 euro te krijgen. In oktober 2001 bemachtigde ik voor f 74,90 de 2-dvd editie van Terminator 2 – Judgement Day. Vorige week kocht ik deze film bij Blokker opnieuw omdat die deel uitmaakte van een box set met vijf films (alle een 2-dvd editie) waarvan ik er vier nog niet bezat: Serenity, The Chronicles of Riddick, Resident Evil en Total Recall. Voor deze Action in the Universe geheten box set betaalde ik 7,50 euro. Eenzelfde bedrag legde ik neer voor het eerste seizoen Kojak, een week of wat voordien kocht ik bij Blokker een superdeluxe 5-dvd editie van Blade Runner: 10 euro.

27-07-10. En dan is er nog een toeleverancier als Amazon in Engeland, die dvd’s op voorraad heeft die hier (nog) niet te krijgen zijn – en vaak zeer voordelig. Zo arriveerden afgelopen zaterdag in een enkele zending Frank Capra’s Lost Horizon uit 1937 (gerestaureerde editie), het Hammer tweeluik The Vampire Lovers / Lust for a Vampire, de SF-klassieker Forbidden Planet (met een jonge Leslie Nielsen in een serieuze rol), drie toppers uit de jaren zeventig (Logan’s Run, Soylent Green en Westworld) en de box set Classic Sci-Fi, bevattende zeven films uit de jaren vijftig: Creature from the Black Lagoon, The incredible shrinking Man, This Island Earth, Tarantula (met een prille Clint Eastwood en een bloedstollende tarantula), The Thing from another World, It came from Outer Space en Invasion of the Body Snatchers. De prijs voor dit alles: 41 euro.

28-07-10. Als ik de balie van de muziekafdeling van de bibliotheek aan de Anna Paulownastraat naderde reikte de medewerkster ze werktuiglijk aan: NME, Melody Maker, Billboard, Music Week, Oor, Rolling Stone. Het was in die tijd (jaren zeventig) de enige manier om recensies van nieuwe platen onder ogen te krijgen. Tegenwoordig gaat het dankzij internet gemakkelijker. De afgelopen week las ik tal van juichende besprekingen van de nieuwe Tom Jones cd, Praise & Blame. Sommige recensenten waren er zo snel bij dat er een sticker op het doosje geplakt kon worden van de cd die ik gisteren in de bus kreeg: ‘Incredible’ (Mojo), ‘Tom Jones’ brilliant new album is what his mighty voice is made for’ (Evening Standard), ‘The finest recording of his career’ (The Guardian). Daar heb ik weinig aan toe te voegen; ik ga weer luisteren.

29-07-10. Ter gelegenheid van het verschijnen van zijn nieuwe cd heeft Tom Jones een massa interviews gegeven. Een terugkerende vraag: voelt hij zich zeventig? Nee. Maar als hij in de spiegel kijkt denkt hij: wie is die ouwe man? Gevraagd of hij naar eigentijdse muziek luistert noemt hij als favorieten de Kaiser Chiefs en Kings of Leon. Onlangs sprak hij backstage op het Latitude Festival met de Killers – daar wil hij graag een plaat mee maken. Toen een paar dagen geleden bekend werd dat de nieuwe cd waarschijnlijk die van Eminem van de eerste plaats zal verdrijven, zei Sir Tom: ‘It’s great to be top of the charts with Eminem, maybe next time we could be top together.’ Voordat dat ervan kan komen wacht Tom een andere uitdaging: omdat hij zeventig is geworden moet hij opnieuw rijexamen doen.

30-07-10. Gisteren naar Amsterdam geweest. Nog voordat ik Den Haag verlaten had reed er een lijkwagen voor me. Daardoor schoot me te binnen dat ik precies een jaar geleden ook uitzicht had gehad op een lijkwagen: daarin lag mijn moeder. Een halfuur later zong Tom Jones vanaf zijn nieuwe cd Ain’t no Grave. Bij Fame wat geld bespaard doordat twee cd’s niet in voorraad waren. Er werd een nummer gedraaid dat ik kende maar niet kon thuisbrengen. Ik informeerde ernaar bij een medewerker die het ging uitzoeken. O ja: het geweldige Crazy in Love van Snow Patrol. Het verlaten van de parkeergarage ging traag: voor me drie auto’s waarvan de bestuurders niet beseften dat ze voor het uitrijden hadden moeten betalen. Op de terugweg geluisterd naar de bij Fame gekochte 4 cd-set So Many Roads van John Mayall.

31-07-10. Meestal heb ik wel wat beters te doen dan me bezig te houden met wat er in de wereld zoal gaande is maar een enkele keer zet ik de tv aan en lees dan wat Teletekst te melden heeft. Het heetste nieuws is momenteel dat er geen kabinet komt maar een kabinetje. VVD en CDA gaan samen regeren en de PVV wil ze daar wel in steunen. De drie onderhandelende partijen ‘zijn het oneens over de vraag of de islam een religie is of een politieke ideologie’, vandaar dat het niet wilde lukken tot een coalitie te komen. Dat is nog eens een dijenkletser! Als de PVV gedoogsteun geeft zal dat tot opmerkelijke Kamerdebatten leiden: Wilders kan straks als hem iets niet zint de steun aan het kabinet opzeggen. Wat een gevoel van macht moet dat geven.

01-08-10. Vanmorgen hoefde ik geen omgevallen stapels boeken in de oorspronkelijke staat terug te brengen, dat beschouw ik als een goed teken. De deur van de slaapkamer was de hele nacht open gebleven, de afgelopen week was dat niet het geval geweest. Ik ging ertoe over als ik om een uur of zes gewekt was door het rumoer dat de katten verspreidden die deur te sluiten tot het een fatsoenlijke tijd geworden was om eruit te gaan. De katten hadden de tussentijd besteed aan ravotten, waarbij Aagje op de trap een grote snelheid ontwikkelde en Huig een nog grotere snelheid moest ontwikkelen om buiten haar bereik te blijven. Beneden zaten ze elkaar ook achterna, wat resulteerde in omvallende boekenstapels. Vanmorgen was dat niet aan de orde, de katten hadden zich koest gehouden. Werd ditmaal vanzelf te vroeg wakker.

02-08-10. De meerderheid van de Nederlanders wil een rechts kabinet. Toen ik dat op internet las moest ik denken aan mijn examenjaar. De school bestond tien jaar en dat werd gevierd met cabaret. Ik durfde zelf nog niet op het toneel te staan maar schreef wel een sketch. Herinner me daar alleen nog van dat ouders het hun zoon kwalijk namen dat die rechts was: waarom nu al? Neerlands Hoop was links, popsterren waren links, kortom: weldenkende mensen waren links. En nog. Volkshelden als Paul de Leeuw en Youp van ’t Hek zijn van de VARA en vermoedelijk links. Dus bij de meerderheid van de Nederlanders die een rechts kabinet willen zitten vele liefhebbers van linkse artiesten. Ik vraag me af wat mensen beweegt om rechts te zijn. (Dat heb ik trouwens ook met mensen die links zijn.)

03-08-10. Soms krijg je geen rust. Ik wilde naar Albert Heijn vertrekken en zag op de galerij een cyperse kat lopen die ik daar nog niet eerder had zien lopen. De cyper liep naar de brandtrap rechts, liep naar de brandtrap links. Ik ging erachteraan. De cyper liet zich aanvankelijk niet aanhalen, uiteindelijk wel. Er hing een kokertje om de nek: briefje erin met telefoonnummer. Cyper naar binnen gedragen en op de keukenvloer geplaatst. Katten Huig en Aagje zagen dat belangstellend aan. Nummer gebeld, antwoordapparaat gekregen. Even later de intercombel. De eigenaar woont een straat verderop, de cyper was voor het eerst een ommetje gaan maken. Paar uur later opnieuw de intercombel. Het was Ria met nichtje, die geen gehoor had gevonden bij Esther en daarom voor mijn bel had gekozen. Tot Esther arriveerde de onverwachte visite vermaakt.

04-08-10. In The Aviator, die over Howard Hughes gaat, heeft hoofdrolspeler Leonardo DiCaprio een ontmoeting met senator Brewster. We zien de senator uit de verte maar ik herken meteen zijn stem: Alan Alda! Geweldige hoofdrol als Hawkeye in de tv-serie MASH, hoeft verder niet over uitgeweid te worden. Ten tijde van The Aviator was hij tegen de zeventig: grijzig, kalig, oudig – maar nog altijd Alan Alda. In een scène met Di Caprio verlaat hij een kamer, waarbij hij achter zich gebaart. Aan het begin van de scène wordt hij op de rug gefilmd, later frontaal. Ik dacht: wat zie ik daar nou en liet de dvd een paar stappen terug doen. En ja hoor: eerst is het de rechterarm waarmee hij achter zich gebaart, als hij uit de kamer komt de linker. In een miljoenenfilm van Martin Scorcese!

05-08-10. Het is een aardig karwei, dacht ik toen ik het overdacht maar het ziet ernaar uit dat het meer dan gigantisch wordt. Ik ga namelijk mijn collectie videobanden saneren. De oudste dateren van 1982 – dat is bijna dertig jaar geleden maar wat erop staat is nog toonbaar. Ik heb wat ik opnam altijd zorgvuldig geadministreerd: banden per merk genummerd, inhoud in ringbanden genoteerd. Die drie ringbanden nam ik zondag door en noteerde welke banden wel weg konden. Dat waren er 199. Gisteravond bleek dat het niet zo eenvoudig was: de laatste jaren had ik wat ik opnam genoteerd op papiertjes die ik bij de banden had gevoegd, zodat de inhoud niet meer overeenkwam met wat de ringband vermeldde. En dan zijn er ook nog massa’s ongenummerde banden. En dan moeten bovendien de vele voorbespeelde videobanden gesaneerd worden.

06-08-10. Het ging vlotter dan ik gedacht had: ik begon gisteren om halftien ’s morgens en was om kwart over zes klaar – en dan had ik ook nog een pauze van een klein uur ingelast. Er waren flink wat ongenummerde videobanden waar briefjes bij zaten met een inhoudsomschrijving, er waren ook genummerde videobanden met erbij een briefje met een inhoudsomschrijving die niet overeenkwam met de inhoudsomschrijving van de betreffende band in de ringband. Dat betekende dat ik bij het saneren niet blindelings kon varen op de inhoudsomschrijving in de ringband. De ongenummerde videobanden overgeheveld naar de hoesjes van de genummerde videobanden die weg konden en de inhoudsomschrijving ervan aan de overeenkomstige ringband toegevoegd. In totaal 189 videobanden weggedaan, vulde er acht vuilniszakken mee die ik zolang in de fietsenberging onderbracht. Heb nu nog maar 410 videobanden. En spierpijn.

07-08-10. Op een reünie van de middelbare school hoorde ik van een oud-leerlinge een verhaal over de dochter van de andere oud-leerlinge. Die dochter was op een goede dag naar de wc gegaan en moet daar ‘krijg nou wat’ of iets dergelijks geroepen hebben want er was een baby in de pot gevallen. De jongedame had er geen idee van gehad dat ze in verwachting was, de ouders hadden daar evenmin een vermoeden van gehad. Zoiets kan kennelijk gebeuren. Maar wat er in Friesland gebeurde is wel erg kras. Zonder dat omstanders of naaste gezinsleden dat in de gaten hebben tot viermaal toe een kind baren en de vier baby’s op zolder in koffers bewaren. Geen van de huisgenoten die het vreemd vond dat er alweer een koffer bij was gekomen of nieuwsgierig raakte naar de inhoud ervan.

08-08-10. In twee dagen tijd negen films noir gezien. De wereld van die films is een heel andere wereld dan de wereld waarin we tegenwoordig leven zodat ik moest fronsen toen ik via de televisie het nieuws volgde. Het RTL Journaal bracht een impressie van de gang van zaken in Nij Beets, waar 200 van de 1700 inwoners een bijeenkomst hadden bezocht. Ze zouden bovendien een beroep kunnen doen op slachtofferhulp. Een paar straten verderop vinden macabere toestanden plaats en dan moet je een beroep doen op slachtofferhulp? Voorts had Wilders zich weer in de schijnwerpers weten te werken: hij gaat op Ground Zero spreken, waar aldus de PVV ‘de islam de ergste misdaad van de afgelopen jaren pleegde’. Dat is net zoiets als beweren dat het misbruiken van kinderen door priesters een misdaad van het christendom is.

09-08-10. In haar hoedanigheid van nabestaand contactpersoon ontving mijn zus een brief van de uitvaartverzorger waarin zij, en ik ook, werd uitgenodigd om een bijeenkomst bij te wonen waarop gestorvenen herdacht zouden worden. Dat gaat in september gebeuren, op een datum die me ontschoten is, van acht tot tien uur. ‘Om halfacht staat de koffie klaar,’ las mijn zus voor. ‘Dan is die koffie om acht uur koud,’ zei ik. Op het evenement worden er voor de overledenen kaarsen ontstoken en ook worden hun namen voorgedragen. De brief lichtte voorts toe dat we zelf mochten bepalen welke naam er uitgesproken zou worden. Bette Davis leek me wel een mooie naam voor mijn moeder. ‘Ik geef het allemaal maar door,’ zei mijn zus verontschuldigend. ‘Natuurlijk,’ zei ik. ‘Dat ik achteraf niet verbolgen zeg: daar had ik bij willen zijn!’

10-08-10. En daar waren ze weer: de werkers. Vorige week een kaartje in de bus met daarop het verzoek om een afspraak te maken met ‘Dhr Jeroen’ ‘om onderhoudswerkzaamheden te laten verrichten, o.a. raam rubbers plaatsen / vervangen’. Ik sprak met de heer Jeroen af dat hij om twee uur zou komen en hij was er al om tien voor halfdrie, in gezelschap van een jongere heer. Waren er vorig jaar in het kader van de renovatie geen raam rubbers geplaatst? Jawel, zei de heer Jeroen maar die waren niet goed gelijmd of zelfs helemaal niet. Hij had tien minuten werk en maakte een aantekening van de voordeur, nadat ik hem erop gewezen had dat er ’s winters frisse lucht door de kieren naar binnen kwam. (Afgelopen vrijdag waren de uitwendige kozijnen van de keuken al opnieuw geschilderd.)

11-08-10. Omdat zij zondag nog niet kon weten dat het dinsdag zo zou plenzen besloot buurvriendin Esther aan nog een weekje kamperen te beginnen. Haar maandagse afreizen ging gepaard met de aflevering van kat Loekie. De confrontatie met kat Huig leidde tot gemoedelijk snuitsnuffelen, waarbij poes Aagje zich wat op de achtergrond hield. Maar Esther had haar hielen nog niet gelicht of beide heren begaven zich angstig op de salontafel om buiten het bereik te blijven van de minieme poes. Er bleek sinds de vorige logeerpartij een lichte verslechtering in de onderlinge verstandhouding te zijn opgetreden: Loekie blies naar Aagje en uit zijn inwendige klonk een gebrom dat er niet om loog. Hij bracht de eerste dag mokkend onder de bank door. Gisteren bedaarden de gemoederen, een ongewapende vrede die hopelijk aanhoudt zolang ik wegens kantoorverblijf uithuizig ben.

12-08-10. Gisteravond kreeg ik wat een milde vorm van de schrik van mijn leven genoemd zou kunnen worden. Ik trad in de keuken en trof daar Loekie op het aanrecht aan, hurkend boven de gootsteen. In het verleden, een jaar of wat geleden, had zich iets dergelijks voorgedaan, toen hurkte hij in de badkamer. Een ontwijking van de kattenbak duidt op plasproblemen en het bleek inderdaad zo te zijn dat er een ontsteking gaande was. Eigenares Esther was teruggekeerd van vakantie en had Loekie meegenomen naar de dierenarts. Was er opnieuw zulke trammelant aan de hand? Nee. Loekie hurkte boven de gootsteen en in plaats van een plas die niet kwam, kwam er een plas die er mocht zijn. Loekie had op weg naar de kattenbak de katten Aagje en Huig niet durven passeren en was gaan wildplassen.

13-08-10. Liefhebbers van popmuziek worden wekelijks in de VARAgids dubbel bediend. Giel Beelen heeft een column over eigentijdse klanken, in de column van Mart Smeets gaat het veelal over de jaren zestig en zeventig. Smeets meldt bijvoorbeeld dat hij een ergens een cd op de kop heeft getikt en wat hij ervoor betaald heeft. In VARAgids 33 schrijft hij over Deep Purple, daarvan kocht hij in Italië voor 4 euro een dubbel-cd. ‘John Lord en Ritchie Blackmore. Langharige, rauw aan de snaren trekkende muzikanten.’ Jon Lord heet niet John Lord maar Jon Lord en hij trok niet aan snaren maar was de toetsenist. ‘Nog steeds teringherrie, maar geaccepteerd als tand des tijds’, aldus het alleen taalkundig al bedenkelijke oordeel van Smeets. Vraag: ‘Hoe lang zou Mart Smeets over zo’n stukje doen?’ Antwoord: ‘Ligt eraan hoe snel hij typt.’

14-08-10. Abbott & Costello – The Collection bevat 24 van hun films op 12 dvd’s, plus als bonusschijf de compilatie The World Of Abbott & Costello. Van elke film zijn een trailer en production notes opgenomen. Abbott & Costello zijn meer de Mounties dan Laurel & Hardy: een komiek plus een aangever, een domme en een slimme. Hun dialogen hebben de snelheid van die van de Marx Brothers, met spraakverwarring als voornaamste element: ‘Who’s on first?’ ‘Who’s on first, What’s on second.’ ‘What is Volt?’ ‘That’s right, Watt is Volt.’ En dan die wisseltrucs waarbij Lou Costello altijd weer geld kwijtraakt. In de eerste drie films (alle uit 1941) wordt er gezongen door de Andrews Sisters (Boogie Woogie Bugle Boy!), in Ride ’Em Cowboy uit 1942 maakt Ella Fitzgerald (25) haar filmdebuut. Wat was ze toen een leuke meid!

15-08-10. Zojuist at Loekie op de salontafel staand brokjes uit een bakje terwijl Aagje op haar achterpootjes ging staan om aan zijn staart te kunnen ruiken. En toen gebeurde het volgende: uitgegeten Loekie likte een voorpoot, Aagje sprong op tafel, Loekie gaf een haal, Aagje zocht een heenkomen en Loekie dook onder de bank. Toen Loekie maandag arriveerde sprong hij op de tafel en Huig sprong er ook op: dat bracht Loekie aan het blazen. De laatste dagen neemt hij daar geen aanstoot meer aan en zitten of liggen ze gebroederlijk op tafel, een front vormend tegen kleine Aagje. Toch wil die geloof ik alleen maar spelen: ze rent de anderen achterna de trap op. Als degene die ze achtervolgt de rollen omdraait kan ze een geklaag laten horen dat er mag zijn. Daar slaap je niet doorheen.

16-08-10. Het zesde en laatste seizoen van Lost komt in Nederland op 10 november uit – daarom heb ik het maar in Engeland besteld, waar de releasedatum 16 september is. Bij een serie als Lost kan een mens de draad kwijtraken, vooral omdat de laatste jaren behalve flashbacks ook flash forwards het verhaal ingewikkeld maken. Toen vorig jaar seizoen vijf uitkwam besloot ik dan ook om er weer in te komen door bij het begin te beginnen en de eerste vier seizoenen nog een keer te zien. Dat leek me met betrekking tot de komst van het zesde seizoen ook wel een goed idee: eerst de eerste vijf nog een keer. Als ik het rustig aan deed, bijvoorbeeld elke dag een schijfje, dan was ik omstreeks half september klaar, als ik gisteren begon. Rustig aan? Ik zag veertien afleveringen.

17-08-10. Zondagavond ging het repatriëren van logeerkat Loekie volgens het boekje. In het verleden gebeurde het doorgaans dat hij als er werd aangebeld naar boven vluchtte of onder de bank dook en als hij dat bij het aanbellen niet deed, deed hij het wel zodra eigenares Esther voor hem opdook. Nu bleef hij gewoon liggen op de stoel waarop hij lag te liggen. Esther kon hem probleemloos optillen, er werd geen vluchtpoging ondernomen. Ik vermoed dat hij wat murw was geraakt van de omgang met katten Aagje en Huig. Voor hen had Esther een geschenkje meegenomen: een stuk speelgoed waarin valeriaan is gewerkt. (Valeriaan wordt gekenmerkt door een sterke stank die katten aantrekkelijk vinden.) Behalve Loekie retourneerde ik een plantje dat Esther in bewaring gegeven had. De katten hadden zowaar twee van de drie bloemen eraan heel gelaten.

18-08-10. Een verblijf op een onbewoond eiland is alleen al een heel gedoe omdat je er moet zien te leven van wat je aantreft. Zo houdt mijn botanische kennis op bij het kunnen onderscheiden van rozen van tulpen. Maar een veel groter probleem nog lijken mij de teennagels: die groeien en groeien en zullen op een gegeven moment wel afbreken, wat geen prettig gevoel kan zijn. In Lost blijven de eilandbewoners heel wat ongemakken bespaard: Jack stortte er met de medepassagiers neer, voorzien van een stoppelbaard, twee maanden nadien heeft hij nog steeds een stoppelbaard. Er wordt een baby geboren en die gang van zaken tart alles. Je hoort wat gekreun bij het tevoorschijn komen maar dan is daar een fris ogende boreling. Geen spoor van slijm, bloed, stront of braaksel die je bij een reguliere bevalling meemaakt.

19-08-10. Hallo! Hallo! Er mag geen misverstand over bestaan dat veel diersoorten me dierbaar zijn. Zo fietste ik gistermiddag van de Haagse binnenstad naar Loosduinen. Er landde een lieveheersbeestje op mijn rechterbeen dat me een eindje vergezelde. Ik stopte bij een gebiedje met struiken, liet het lieveheersbeestje op een vinger lopen en vervolgens op een struik. Lieve beestjes, lieveheersbeestjes. Maar papegaaien? Ik ging gisterochtend kattenbaksteentjes kopen bij de Vogelkelder, een megastore voor huisdierproducten. Met twintig kilo steentjes in mijn karretje was ik op weg naar de kassa. Hallo! Hallo! Een papegaai. Ik zei: ‘Hallo!’, de papegaai ook. En daarbij als toegift een onverstaanbaar zinnetje. Een medewerkster legde uit dat het dier, dat te koop was, was afgestaan: wellicht had de eigenaar er niet meer voor kunnen zorgen. Of hij was er gek van geworden, dacht ik. Hallo! Hallo!

20-08-10. In theorie, en helaas ook in de praktijk, valt het niet mee om katten te bewegen tot gehoorzaamheid. Als ze zich in mijn blikveld bevinden en op het punt staan iets intolerabels te doen, zoals een bank of ander meubelstuk beschouwen als krabpaal, dan volstaat het om luide ‘Nee!’ te zeggen. Maar in een huis met twee woonlagen heb je katten niet altijd in je blikveld, vooral niet wanneer je slaapt. Niet zelden tref ik na het ontwaken beneden een omgelazerde stapel boeken aan die geen partij was voor Huig die op de vlucht was voor Aagje. Tijdens dat soort speelsigheid vlucht Huig wel de badkamer in, waar hij zich achter de deur verschuilt, terwijl aagje met het douchegordijn gaat donderjagen om hem uit de tent te lokken. Ik heb een goede nacht wanneer dergelijke schermutselingen uitblijven.

21-08-10. Een omineuze dag als vrijdag de dertiende is niet iets waar ik mijn hand voor omdraai. Nee, dan vrijdag de twintigste. Het begon om zes uur ’s morgens. Ik was al in een nadelige positie wegens minder dan vier uur nachtrust. Ik zette de pc aan en controleerde de mail: daar was een bericht, verzonden door Hannesz aan een aantal bekenden, die hij aan de hand van enkele van zeer nabij gemaakte foto’s attendeerde op zijn recent kaalgeschoren hoofd. Het was een geluk bij een ongeluk dat ik zo vroeg niet ontbijt. In de loop van de middag kon ik het opbrengen de mail nog een keer te bekijken. Maar Outlook deed het niet meer! Moest nieuwe een account aanmaken! Want ik gebruikte een bètaversie van Outlook 2010! Straks met heel de systeemkast naar de pc-winkel! Wee!

22-08-10. Het is niet zo simpel als even loskoppelen: er steken diverse snoeren in de systeemkast en die moeten er niet alleen uit, ze moeten er op den duur ook weer in. Ik maakte dus een schetsje van de achterkant van de kast waarin ik aangaf op welke punten er snoeren waren ingeplugd en gaf daar nummers aan, op de stekkers die ik eruit trok plakte ik stickers met de betreffende nummers. En toen op naar de pc-winkel. Ik hoop dat ik de winkelier duidelijk heb gemaakt dat ik niet alleen behoefte had aan de installatie van Office 2010 met daarbij Outlook 2010 maar ook aan het transplanteren van de mail die op de verdwenen bètaversie had gestaan. De computer zou maandag wellicht opgehaald kunnen worden. Tot die tijd zou ik wegens pc-loosheid van de buitenwereld gescheiden zijn.

23-08-10. Brainwave is in mijn geval wat hoogdravend uitgedrukt, hoe dan ook: ik bedacht dat ik ondanks het verblijf van de pc bij de reparateur toegang tot het internet kon hebben. De oude pc is er namelijk nog, ik schrijf er deze tekst op (zoals bijna alle teksten, want de fijne kneepjes van Word 2007 moet ik nog in de vingers en onder de knie krijgen – dat wordt wat met Word 2010 dat hopelijk vandaag geïnstalleerd wordt). Het was een simpele kwestie van het internetsnoer in de oude pc steken en voilà, ik was weer online. Maar wat ging dat traag op die Pentium II uit ik geloof 1997. Ik vroeg me tijdens het wachten op verbinding met Web-log af hoe ik het al die jaren met dat strooptrage apparaat had uitgehouden. Wat een leven had ik toen!

24-08-10. In afwachting van de levering van het zesde seizoen Lost zag ik in een week tijd de eerste vijf seizoenen nog een keer. Het is een serie die dat kan hebben: complex als een film van David Lynch. Gebeurtenissen in seizoen twee krijgen soms pas in seizoen vier betekenis. Een scène die je in seizoen vijf ziet had je ook al in seizoen drie gezien – vanuit een ander perspectief gefilmd. En het wordt gaandeweg alleen maar ingewikkelder: werd aanvankelijk volstaan met flashbacks, halverwege de reeks komen er ook flash forwards voor en bovendien vallen personages terug in de tijd, naar de jaren zeventig, en komt Locke zichzelf letterlijk tegen. Zeer leuk: Sawyer die rake bijnamen verzint. Tegen een tegenstander met een zware baard: ‘We ain’t done, Zeke.’ Een van zijn benamingen voor Hurley: International House of Pancakes.

25-08-10. Fenne had voor haar studie een project gedaan en wilde dat Bibliotheekblad daar aandacht aan besteedde. Wij zijn de kwaadsten niet: ik belde haar op en interviewde haar. (Ze verzocht om toezending van twee exemplaren van Bibliotheekblad: een voor haar moeder.) Gisteren studeerde ze af aan de TU Delft en ik was erbij, met een drukproefpagina waarop het interviewtje stond. Ik bereikte Delft vanaf een andere kant dan mijn routeplanning adviseerde, zodat ik de weg moest vragen. Een inboorling legde zo onbedaarlijk uit dat ik grote moeite had me van hem los te maken en op het terrein van de TU verliep de communicatie met twee aangesproken meisjes eerst in mijn Nederlands, toen in het Engels en ten slotte in hun Duits, zodat ik pas in de collegebank neerstreek toen Fenne al met haar presentatie bezig was.

26-08-10. Ik geloof dat ik door het oog van de naald gekropen ben door dinsdag naar Delft te reizen in plaats van maandag of woensdag: ik had op die dagen mijn reisdoel vermoedelijk niet bereikt. Maandag werden er straten afgezet omdat de rioleringen de regenval niet konden bolwerken, woensdag werden er straten afgezet omdat er een verdacht pakje onder een auto lag. Ik voelde me opgelucht als iemand die door zich te verslapen een vliegtuig mist dat neerstort. Hoe lang zijn er al rioleringen? Hoe lang regent het al? Een raadsel dat een paar uur regen het openbare leven kan ontregelen. En een raadsel dat het een halve dag duurt om een verdacht pakje onder een auto vandaan te krijgen – degene die het er deponeerde had daar ook niet een halve dag voor nodig. Leven is je verbazen.

27-08-10. Woensdag had het Journaal een komkommeritem over een vmbo waar de voertaal Engels is: daar schijnen de vmbo’ers een beter leven van te krijgen of zoiets. Twee docenten spraken de leerlingen in het Engels toe en dat Engels was niet veel soeps. Op mijn eigen middelbare school was eens de leraar Engels ziek. Hij werd vervangen door de directeur. Dat was een hufter zoals je maar zelden meemaakt, een gruwelijke schoft, gelukkig allang dood. (Dood! Dood! Dood!) Hij las een Engelse tekst voor waarin het woord ‘photographer’ voorkwam en legde de klemtoon daarin verkeerd. Ik dorst er niets van te zeggen. Op een latere middelbare school schreef ik een keer ‘than’ in het schrift. De langskomende lerares zag me dat doen en veranderde ‘than’ in ‘then’. Ik maakte er weer ‘than’ van. ‘Je hebt gelijk,’ zei ze.

28-08-10. Het is een wonder dat de zon momenteel schijnt want het zag er gisteren naar uit dat het voor eeuwig zou blijven regenen. De reparateur had op mijn pc Office 2010 geïnstalleerd en zei dat hij 259 euro belachelijk duur vond – kennelijk om me voor te zijn. Alle in de bètaversie van Outlook 2010 zittende mail was spoorloos en voorgoed verdwenen. Enfin, het leed was geleden, daar ging het om. Ik drapeerde mijn jasje over de systeemkast (want het regende) en stapte in de auto. Thuisgekomen de snoeren in het apparaat gestoken en de computer in werking gesteld. Heerlijk, daar kwamen een paar mailtjes binnen. Voor de aardigheid een testmail verzonden – hé, die kwam niet verder dan het postvak Uit. Provider KPN gebeld, inclusief wachten twintig minuten aan de telefoon voordat de voortreffelijke helpdesker me geholpen had.

29-08-10. Ton van Duinhoven, ver in de tachtig, ligt op bed, rookt een sigaar en neemt een slok whisky uit de heupflacon die dagelijks voor hem gevuld en door hem geleegd wordt. Hij verlaat het slaapvertrek niet: hij zou in een karretje naar een voorstelling kunnen maar moet daar niet aan denken. Vrienden komen op bezoek, halen herinneringen op. Een prachtige documentaire uit 2008 die me destijds niet opgevallen was en die ik vrijdagavond na het overlijden van de acteur in de herhaling zag. Niet alleen de overbekende beelden van de robot, de suppoost en meneer Jamin, maar ook een hilarische Beethoven – Van Duinhoven had het allemaal in zich. (Wat kon hij zingen, in de huid van Sinatra gekropen!) Een paar uur na het zien van de documentaire schonk ik een whisky in en stak een sigaar op.

30-08-10. Als je zes jaar bent maakt alles indruk, dus nadat Anton Geesink in 1964 in Tokyo Olympisch kampioen geworden was ging ik ook op judo. Mijn vader kende van voetbal iemand wiens zoon uit zijn judopak gegroeid was; omdat ik er nog in moest groeien werden de mouwen en broekspijpen ingenomen. De judoschool zat aan de Rijswijkseweg. De instructeur was geen zachte heelmeester: ongehoorzame leerlingen placht hij met hun judoband aan de kapstok te hangen. Eenmaal deed ik mee aan een toernooi, dat werd gehouden in een buurthuis in de Miquelstraat. Mijn ouders en opa zaten in de zaal. Tijdens de enige partij wierp ik een blik in hun richting en werd onmiddellijk door mijn tegenstander in de heupzwaai genomen. Heb slechts tot mijn achtste gejudood, maar nog altijd gaan zware criminelen mij angstvallig uit de weg.

31-08-10. Dat was vanmorgen een domper: ik werd wakker en de zon scheen. De afgelopen dagen zeer genoten van herfstigheid die gepaard ging met het lezen van twee boeken van Haruki Murakami: The Wind-up Bird Chronicle en Kafka on the Shore. Dat zijn nog eens boeken! Ik lag te lezen terwijl de regen het dakraam geselde en de wind de boom voor het huis heen en weer deed gaan als was er een wals ingezet. Het is wonderlijk dat de Japanner Murakami zoveel Amerikaanse cultuur in zijn boeken stopt: schrijvers, films, muziek. Omdat ik lag te lezen ging ik de deur niet uit maar anders had ik het wel geweten: op naar Kijkduin en de onstuimige zee! Wat ook bijzonder is aan Murakami: zijn ongekende kennis van muziek – in zijn boeken wemelt het van jazz, klassiek en pop.

01-09-10. Als je een boek leest leef je in een andere wereld. Na The Wind-up Bird Chronicle, Kafka on the Shore en Sputnik Sweetheart was ik verzonken geraakt in After the Quake. Dat waren weer eens andere werelden om in te leven. Maar je kunt niet leven bij lezen alleen, af en toe moet je afdalen naar de wereld waarin je leeft als je niet leest. Zo bracht ik gisteren een bezoek aan de C1000. Nadat ik afgerekend had liep ik naar mijn fiets en stak het sleuteltje in het slot. Ik werd op mijn rug getikt. Een oudje vroeg of ik opzij kon gaan, ze kon niet bij haar fiets. Ik zei dat ik zelf bezig was mijn fiets te verwijderen. Ze kakelde door. Ik zei: ‘Als u me niet aangesproken had was ik allang weg geweest.’

02-09-10. Het komt allemaal door Balkenende. Jarenlang kon hij het niet laten normen en waarden onder de aandacht te brengen. (Normen zijn gedragsregels, waarden de overwegingen die daaraan ten grondslag liggen.) Daar werden ze binnen het CDA helemaal temmes van. Neem dinsdagavond laat. De vergadering werd geschorst. Om even de ‘handen te wassen,’ aldus een CDA-tante tegen de pers. (Geen journalist zei: ‘In onschuld?’ Of: ‘Vuile handen gemaakt?’) Bij die partij noemen ze kakken nog ‘een grote boodschap doen’. Geen wonder dat ze moeite hebben met de normen en waarden van Wilders. Die heeft het niet begrepen op niet-westerse religie en noemt subsidie voor kunst een ‘linkse hobby’ (nog een cultuurbarbaar ook). Die Klink is geloof ik wel een goeie peer, al zal hij conform hun normen en waarden door het CDA wel als een Judas bestempeld zijn.

03-09-10. Het gedraai bij het CDA wekt ergernis, zelf ben ik geen haar beter: een dag nadat ik hem voor een goeie peer hield moet ik mijn oordeel over Klink bijstellen. Hoe haalt hij het in zijn haararme hoofd de onderhandelingen alsnog te steunen! Heel de dag van gisteren naar de kloten. Dinsdagavond op het puntje van de bank naar Journaal en NOVA gekeken. Ferry Mingelen die de kijker het zweet in de handen bezorgt terwijl hij voor de deur van de CDA-kamer staat. Wie zou er naar buiten komen? Wie zou er naar binnen gaan? Was er wellicht iemand binnen? Waarom kwam die niet naar buiten? En als ze straks naar binnen gingen, zouden ze dan allemaal naar binnen gaan? Zou iedereen die naar binnen zou gaan er ook weer uit komen? Ik had het niet meer.

04-09-10. Het was meen ik 1990 en er werden verkiezingen gehouden. Dat kwam me goed uit want ik was een roman van plan waarin de campagne voor de verkiezing van de Buisdorpse gemeenteraad een rol speelde (Berichten uit Buisdorp). Ik nam verkiezingsspotjes, debatten en noem maar op op op vijf videobanden, ik knipte beschouwingen en verslagen van bijeenkomsten uit de krant. Een enorme massa materiaal – maar toen de verkiezingen voorbij waren had ik geen zin om die vijftien uur video te gaan zien en al die krantenknipsels te bekijken. Kortom, al het politieke gedoe was aan me voorbijgegaan. Maar de afgelopen dagen kon ik het kijken niet laten, uit antropologische en sociologische belangstelling. Hoe zou Beatrix de recente ontwikkelingen ondergaan? Stampvoetend waarschijnlijk, omdat de onderdanen er weer niet uitgekomen waren en haar vakantie nog altijd niet kon beginnen.

05-09-10. Met twee katten in huis is het elke ochtend een verrassing wat je aantreft als je beneden komt. Aan het einde van de nacht waren ze zo verwikkeld in hun bezigheden dat ik geen oog dicht kon houden. Dat ging maar op topsnelheid de binnentrap op en af en de badkamer in en uit en als het zo uitkwam werd er ook nog over me heen gelopen. Het zal wel iets bioritmisch zijn, die levendigheid. De afgelopen weken begon ik het idee te krijgen dat ze mij mijn nachtrust gingen gunnen: er werd niet meer voluit gedraafd als de ochtend gloorde. Maar dat berustte op loos alarm, getuige afgelopen nacht. Toen ik er maar uitging hadden ze een plekje gevonden om te slapen. Wat ze tijdens hun speelsheid omgegooid hadden bracht ik terug in de oorspronkelijke staat.

06-09-10. In de Albert Heijn die ik gisteren bezocht kom ik zelden. Ze hebben er andere winkelwagentjes dan ik gewend ben en – nee, met excuses moet ik niet aankomen. Ik was bij de kassa bijna aan de beurt, de man voor me rekende af. Ik zag een tube tandpasta in zijn wagentje vallen en wilde het pakken en op de lopende band leggen. Maar hij was bezig afgerekende waren in het wagentje te werpen. Dat was geen incident. Vele jaren geleden zat ik in Ahoy, vanwege Riverdance. Ik zag onder de stoel voor me een programmaboekje op de grond liggen. Ik pakte het op, tikte de man die voor me zat op de schouder en reikte het gevallen boekje aan. Hij nam het aan en legde het weer onder de stoel, waar hij het eerder doelbewust had neergelegd.

07-09-10. Ik fietste gisterochtend naar Pathé Buitenhof om daar om kwart over twaalf de film Inception te gaan zien. Toen ik mijn fiets stalde viel, wellicht wegens metaalmoeheid, een poot van mijn zonnebril op de grond. Het was zaak een nieuwe zonnebril te kopen. Daarvoor betrad ik na het zien van de film de ansichtkaartenwinkel Expo, waar een molen met zulke brillen stond. Ik vond er een die paste en ging afrekenen. Mijn giropas zat in mijn dichtgeritste portemonnee die in een dichtgeritst vak van mijn dichtgeritste rugzak zat. Terwijl ik me een weg naar de pas ritste hield ik een poot van de nieuwe bril in mijn mond. De giropas opgedoken hebbend legde ik de bril op de toonbank, de verkoper keek me vragend aan. Hij had gedacht dat het mijn eigen bril was die ik neerlegde.

08-09-10. Wat een combinatie: op de aanstaande cd The Union werkt Elton John samen met Leon Russell. Leon Russell! In de film Mad Dogs & Englishmen overvleugelde hij Joe Cocker, in The Concert for Bangla Desh ging hij met Jumpin’ Jack Flash aan de haal en dat deed hij nog eens over op de driedubbele live-plaat Leon Live. Plus dan eigen werk als A Song for you, Dixie Lullaby en This Masquerade. Op de hoes van The Union zitten Elton en Leon aan hun respectieve piano’s (Leon hangt tegen de zijne). Elton John heeft zijn haar ergens gekocht, dat van Leon Russell komt uit hem gegroeid. De dracht is nog als in de jaren zeventig: over de schouders vallende manen en een baard die beduidend is. Spierwit dat haar – zet hem een mijter op en je ziet Sinterklaas.

09-09-10. Als ze ergens tegen zijn gooien Amerikanen het kapot of steken er de brand in, vaak uit religieuze overwegingen. In de jaren vijftig werd er korte metten gemaakt met grammofoonplaten die rock-’n-roll bevatten: dat was muziek van de duivel. In de jaren zestig gingen platen van The Beatles op de brandstapel omdat Lennon zich had laten ontvallen dat zij ‘bigger than Jesus’ waren. Momenteel is er een gewapende dominee die opgeroepen heeft op 11 september Korans te verbranden. Ook zijn sommige Amerikanen gekant tegen de bouw van een moskee nabij Ground Zero – die zouden ze het liefst voor de bouw al willen afbreken of in brand steken. Onze eigen Geert Wilders gaat ernaartoe om via een toespraak het vuurtje op te stoken. (Er is dan nog geen regeerakkoord, benieuwd of die toespraak de komst ervan zal bespoedigen.)

10-09-10. Leesachterstand loop je nooit meer in. Van deze wijsheid raakte ik doordrongen bij het overtypen van mijn dagboek uit 2001, waarin ik behalve belevenissen ook aanschaffen had genoteerd. Ik ben met dat overtypen pas tot maart gevorderd, maar kwam diverse aangeschafte boeken tegen die ik nog altijd moet lezen. Wat weken geleden ontdekte ik dankzij Amazon dat er een nieuwe Stephen Hawking op komst is: The Grand Design (verschijnt morgen). Woensdag attendeerde Amazon me erop dat ik het voor de halve prijs kon krijgen, dus ik bestelde het onmiddellijk (evenals Curse of the Werewolf Girl). De hoogste tijd om het vorig jaar december aangeschafte The Fabric of the Cosmos te lezen. Brian Greene schrijft helder en soms vermakelijk: om een ingewikkelde kwestie te verduidelijken maakt hij er een dialoog van Mulder en Scully van The X-Files van.

11-09-10. Uit een bericht op Teletekst van Omroep West: ‘Toen zij niet reageerde, kwam de man achter haar aan en werd door de man vastgegrepen. Ze wist zij zich los te rukken.’ Zo’n slordig geschreven tekst is symptomatisch voor de huidige malaise in de communicatie. De berichtgeving gaat steeds sneller – maar snelheid is omgekeerd evenredig aan betrouwbaarheid. Iedereen kan via het internet informatie verspreiden, degene die ervan kennisneemt kan niet beoordelen of de informatie juist is. Van een krantenbericht is, als het goed is, nagegaan of de feiten kloppen, een degelijk non-fictieboek bevat een opgave van bronnen. Maar bij ongecontroleerd getwitter en geblog maakt de een de ander zinloos gek. Een moskee bij Ground Zero! Maar het is twee straten verder en dan de hoek om, zo blijkt. En geen moskee maar een cultureel centrum met een gebedsruimte.

12-09-10. Een anticlimax, ik kan niet anders zeggen. Je gaat voor zoiets toch zitten met huizenhoge verwachtingen. New York! Wereldwijd de ogen op hem gevestigd, wie weet wordt er ‘We want Wilders!’ gescandeerd, hij moet door het dolle heen zijn of raken. Het kon niet anders of Wilders in New York zou voortaan in een adem genoemd worden met Kennedy in Berlijn. Maar wat was het een verschutting. Hij was van ver gekomen om te zeggen dat er geen moskee gebouwd moest worden en stond daar als de woordvoerder van een buurtcomité die een toespraak houdt tegen de komst van een opvanghuis voor verslaafden. Geen woord over linkse hobby’s. Ik had gehoopt op vuurwerk, zodat actiecomités uit alle delen van de wereld hem onophoudelijk zouden uitnodigen ook bij hen te komen speechen, en wij van hem verlost waren.

13-09-10. Het bedrijf waar ik me soms voor inspan bestaat binnenkort buiten mijn schuld veertig jaar. Dat wordt kracht bijgezet met een feest. De locatie daarvoor is een of ander fort in nota bene Brabant. Volgens verstrekte informatie krijgen de feestvierders onvergetelijke specialiteiten voorgezet uit Franse, Italiaanse, Thaise en zelfs Hollandse keuken. ‘Er zijn aparte buffetten voor de voorgerechten en de desserts.’ Niet te veel eten, lijkt me, want nadien wacht er onder meer een salsaworkshop. Salsa? Moi? Ha! Aan mijn lijf geen polonaise, laat staan salsa. Als het aan mij gelegen had zou er een gemaskerd bal op het programma prijken. Om middernacht gaan de maskers af – net als degenen die ze dragen. (In een bedrijf waar ik vroeger werkte werd voordat ik er werkte na een feest nog wel eens iemand slapend in het toilet aangetroffen.)

14-09-10. Komma’s kunnen cruciaal zijn. In Thomas Leeflangs Black Face – White Jew : een kortstondige historische romance las ik op pagina 36: ‘A. Burton Russell was de erudiete spraak- en zanglerares Alice Burton Russel, de tweede vrouw van Oscar Micheau met wie hij op 20 maart 1920 trouwde.’ Als er tussen ‘Micheau’ en ‘met’ een komma had gestaan zou er geen misverstand over kunnen bestaan: het gaat hier om Oscar die met Alice trouwde. Maar zonder die komma staat er dat een onbekende ‘hij’ die dag in het huwelijk trad met de tweede vrouw van Oscar Micheau. Of mogelijk dat deze ‘hij’ met maar liefst twee vrouwen van Oscar Micheau in de echt werd verbonden, van wie Alice er een was. (Afgezien van dergelijke slordigheden is het een aanbevolen boek over zwart en Joods in de Amerikaanse amusementsindustrie.)

15-09-10. De Opta gaat onderzoek doen naar de postbezorging door TNT Post. Ik heb in deze rubriek meermalen de aandacht gevestigd op malafide bezorgers – als je tegenwoordig zeker wilt zijn dat een ansichtkaart aankomt moet je die aangetekend versturen. (En dan nog.) Omroep West portretteerde vanwege het Opta-onderzoek een postbode van de oude stempel, die voor de gelegenheid het uniform aantrok en de pet opzette waarmee hij veertig jaar lang het eervolle werk had gedaan. Aandoenlijk, zoals de zich op krukken voortbewegende gewezen bezorger vertelde over de destijdse dienstverlening. Kwam de adressering niet overeen met het adres, dan belde hij aan om te vragen of het wel goed was. (Toen ik jong was werd er bij ons in de straat maandenlang post bezorgd door een postbode die twee gebroken benen had. Dat was in die tijd heel gewoon.)

16-09-10. Dinsdagmiddag halftwee bracht de pakketbezorger onder meer het laatste seizoen Lost. Het zien daarvan duldde geen uitstel: ik ging meteen aan de gang. Zoiets vergt voorbereiding: ik bezat dan ook een baaltje M&M’s, een zak Burts chips en twee kokers Pringles, de inname daarvan ging vergezeld van koffie, thee, bier en whisky. Om negen uur begon ik slaap te krijgen maar ik zette door want het was fantastisch: na flashbacks en flash forwards waren er nu flash sideways, een parallelle realiteit waarin het vliegtuig niet was neergestort maar de levens van de personages elkaar toch raakten. Om een uur had ik alleen nog de slotaflevering te gaan, die duurde een uur en veertig minuten en leidde tot driemaal toe tot tranen – nog voor de ontroerende slotscène. Om drie uur ook nog even een bijgaande documentaire gaan zien.

17-09-10. Eerder berichtte ik over het meervoudige verlies van het fietssleuteltje en de gang naar de fietsenmaker voor een nieuw slot. Wat ik tot nu toe niet opbiechtte is dat een tijdje geleden het losse slot (hoe heet zoiets, een stuk ijzer met een slot eraan) uit mijn fietstas gejat werd toen ik even de sigarenwinkel in was. Wat moest een dief met een slot zonder sleutel? Woensdag stalde ik bij de Media Markt. Toen ik wilde ontstallen zag ik dat mijn fiets omgevallen was. Het losse slot zat aan het wiel vast, het eerder gestolen gewaande slot lag op de grond. Nou ja. Ik reed er dom mee naar huis – want het sleuteltje had ik na de vermeende diefstal natuurlijk weggegooid. (Het kan ook nog zijn dat het slot dat ik vond door iemand anders verloren was.)

18-09-10. Sinds ik ononderbroken een heel seizoen Lost zag blijf ik maar vinden. Eerst het gestolen gewaande slot (dat bij nader inzien waarschijnlijk een door mij gevonden door iemand anders verloren slot geweest was) en toen… Vanuit grote wanhoop liet ik enige weken geleden weten dat mijn bètaversie van Outlook 2010 onvindbaar was geworden. De reparateur die een officiële versie aanbracht zou de verloren gegane mail wellicht terugvinden maar daar kwam niets van terecht. Collega’s die op het gebied van automatisering hun sporen verdiend hebben hadden ook geen idee hoe ik die mail terug kon krijgen. Welnu. Donderdag verschoof in de nieuwe Outlook een map. Terugschuiven lukte niet, ik maakte maar een nieuwe en kreeg twee locaties om die op te slaan. De tweede bevatte alle verdwenen mail van dit jaar! Inclusief 140 mailtjes van/aan een bevriende vriendin!

19-09-10. Aan de deur wordt niet gekocht en liever ook niet geklopt. Er werd aangebeld. Ik zag via de videofoon een klein meisje staan dat er ongevaarlijk uitzag, dus ik ontsloot de portiekdeur. Ze had op mijn bel gedrukt maar moest niet bij mij zijn – waar dan wel? Ik opende de voordeur, daar betrad ze de galerij. Ze kwam op me af en de aap uit de mouw: wilde ik een lot kopen voor de Grote Clubactie? Doet een volwassene zo’n suggestie dan zeg ik: ‘Scheer je weg!’ of ik sla erop los maar tegenover een meisje van een jaar of tien sta ik machteloos. Om een lot in bezit te krijgen moest ik een machtiging invullen. Ik kreeg er een uitgescheurde folderpagina voor terug: ‘Bedankt! Dit is niet uw lot maar een bedankbriefje.’ En weg was ze.

20-09-10. Soms weet je niet wat je leest. Doorgaans maak ik er werk van maar het wordt niet op prijs gesteld als je in een bibliotheekboek corrigerend aan het kliederen gaat en daarom doe ik het maar langs deze sympathieke weg. In de Bennobio van Annejet van der Zijl staat op pagina 290: ‘Aan dat laatste had iedere inwoner van het dorp twee mark per persoon bijgedragen.’ Op pagina 364: ‘Getuige de agenda die de Rijksvoorlichtingsdienst bijhield van de activiteiten van de leden van het Koninklijk Huis was Bernhard gedurende de eerste periode van Juliana’s koningschap was, het grootste gedeelte van de tijd zonder haar op pad.’ En op pagina 377: ‘En zo werden zowel de negatieve als de positieve verhalen waren kanten van dezelfde medaille – die van de mythe van zijn grootsheid, waaraan hij zelf verslaafd was.’

21-09-10. ‘Pap, zaten er bij jou in de klas ook meisjes die mooi waren?’ ‘Jongen, de meisjes die bij mij in de kas zaten waren allemaal mooi.’ ‘Wow. Was je wel eens verliefd op een meisje in de klas?’ ‘Ik was verliefd op alle meisjes in de klas.’ ‘En zij ook op jou?’ ‘Nee, jongen, de meisjes die bij mij in de klas zaten waren daar veel te mooi voor. Weet je hoe mooi ze waren?’ ‘Nou?’ ‘Ze waren zo mooi dat zelfs de leraren verliefd op ze waren. Geen wonder, die leraren waren in de twintig. Het gebeurde regelmatig dat een meisje met de leraar naar bed ging om onder strafwerk uit te komen.’ ‘En gingen de jongens met de lerares naar bed om onder strafwerk uit te komen?’ ‘Naar bed met de lerares wás het strafwerk.’

22-09-10. ‘Leden van de Staten-Generaal! Dat die vermaledijde onderhandelaars er nog altijd niet in geslaagd zijn tot de vorming van een kabinet te komen maakt dat ik hier nu als een Mien Doedel voor u zit. Er zijn geen beleidsvoornemens die gepresenteerd kunnen worden, daarom wil ik graag de aandacht vestigen op het thema verdraagzaamheid, dat u zich nog wel van mijn kersttoespraken zult herinneren. Verdraagzaamheid is een groot goed, zoals zojuist nog bleek onderweg naar deze zaal, toen een onderdaan de houder van een waxinelichtje naar de koets meende te moeten werpen. Er is ons ter ore gekomen dat de betreffende gooier een psychiatrische achtergrond heeft. Dat kan haast niet anders want wie bij zijn volle verstand is doet zoiets niet, wetende dat zich in de koets ook mijn zoon bevindt, die gewapend is met een sabel.’

23-09-10. Ik lees dan wel boeken over de kosmos en over hersenonderzoek, mijn kennis van de natuur is minder dan inferieur. Gistermiddag hoorde ik twee vogels geluid maken, ze bevonden zich op de galerij. Wat voor vogels het waren weet ik niet (dat bedoel ik nou). Ze waren zwart en wit en hadden elk een snavel. Mogelijk bedreven ze de voorplanting, al was het raar dat de onderste ruggelings lag – doen vogels het niet op z’n hondjes? Waarschijnlijk waren ze door het voortreffelijke nazomerweer op het idee gekomen dat het lente was. Het kon ook zijn dat ze een ruzie uitvochten en dan was het zielig dat een van beide op de rug lag terwijl de ander erbovenop tekeer aan het gaan was. Ik neigde ertoe het zielig te vinden en opende de voordeur, waarna ze ervandoor vlogen.

24-09-10. Dat de katten zich steeds meer op hun gemak voelen in huis en met elkaar heeft diverse gevolgen. Sinds kort beseft Huig dat het niet louter zo hoeft te zijn dat kleine Aagje achter hem aan rent: hij kan ook achter haar aan rennen. Dan is er de vertrouwdheid met het interieur en de inboedel. Op de vensterbank staan kleine souvenirs, ontvangen van mijn reizende zus: een Masai met een speer, vreemde IJslandse wezens en een tweetal door mezelf uit Frankfurt meegenomen katjes die niet van echt te onderscheiden zijn als je niet in de gaten hebt dat ze nep zijn en hun formaat (een centimeter of tien) buiten beschouwing laat. Heel die collectie wordt door de katten rücksichtslos van de vensterbank geveegd, ik heb op slechte dagen een dagtaak aan het op de geëigende plek terugzetten.

25-09-10. Gisteren ondervond ik het weer eens: proberen aan de politie te ontkomen loont niet. Ik had het eerder meegemaakt: ik reed Amsterdam binnen, zag dat aan gene zijde van de weg een alcoholcontrole aan de gang was, leverde mijn reisgenote thuis af en reed bij het verlaten van Amsterdam rechtstreeks in de politiefuik. Gisteravond was er bij mijn aankomst een of andere controle in de Jan van Galenstraat gaande. Op de terugweg dacht ik: ha ha. Ik sloeg niet linksaf richting Jan van Galenstraat maar koos voor rechtdoor. Een moment van onachtzaamheid en daar raakte het voorwiel rechts een trottoirband en weg was de lucht die erin gezeten had. Ik zette met het luchtloze wiel toch maar koers naar de Jan van Galenstraat, in de hoop dat de politie er nog was en mij bijstand kon bieden.

26-09-10. De politie was klaar met de verkeerscontrole en vertrokken, ik reed de auto een parkeervak in: dat kan heel goed als er in een van de vier banden geen lucht meer zit. Ik had een parkeervak voor een cafetaria uitgekozen. Binnen verzocht ik om cappuccino en vertelde wat me overkomen was. De dame die de tent runde zag aan me dat ik uit mijn doen was en zei dat ik even moest gaan zitten. Ik ging dus maar even zitten. De eigenares kwam uit Den Haag: ‘Ik ben een Amsternees.’ Ik: ‘Of een Hagedammer.’ Er waren drie jongeren in de zaak, ook Hagenaars, toppie. Ik kwam weer wat tot mezelf en bedacht dat ik aan de reparatie meer kwijt zou zijn dan ik zojuist bij Fame op afgeprijsde boxen verdiend had. Enfin, morgen bij V&D weer Prijzencircus.

27-09-10. Horken heb je overal maar je verwacht niet er een aan te treffen bij een feest voor het hele gezin als het Prijzencircus. Achter de kassa lag een doos, bevattende Life, van de BBC. Ik vroeg er een verkoper naar, die zei: ‘U kunt in de rij aansluiten.’ Ik zei: ‘Ik wil die doos niet kopen, alleen bekijken.’ ‘Die doos mag niet opengemaakt worden.’ ‘Ik wil ’m niet openmaken, ik wil kijken wat het is.’ Zaterdagochtend om negen uur! Nee, dan vrijdagavond acht uur: een enorme meute ging Fame binnen, waar ieder door de medewerkers persoonlijk begroet werd. Wat ik kocht had ik in de hand kunnen houden maar ik nam voor het gemak een mandje. Anderen hadden daar niet genoeg aan: ik zag mensen lopen met van die zakken waarin wasgoed naar de wasserette getransporteerd wordt.

28-09-10. Als je de zaterdag en zondag goeddeels gevuld hebt met het zien van de vijftien uur durende BBC-adaptatie van War and Peace (uit 1972) en bovendien begonnen bent met het lezen van Oorlog en vrede, ben je op maandag wel toe aan een dosis intermenselijk contact en een goed gesprek. Ik ging dan ook naar de kapper. Nog voordat ik mijn jas opgehangen had lichtte hij me in over de weersgesteldheid en terwijl ik plaatsnam vernam ik twee uitslagen van voetbalwedstrijden. Mijn kapper voert onophoudelijk onbegrijpelijk het woord en als een zin vragend eindigt is dat voor mij het sein ‘ja’ of ‘nee’ te zeggen. Het maakt niet uit of het ‘ja’ of ‘nee’ is, hij luistert toch niet. Omdat hij toch niet luistert heb ik vrij spel en verkoop op mijn beurt onzin. Intermenselijk contact? Heerlijk!

29-09-10. Met een beetje meezit komt vandaag de bestelde velg bij de garage aan. Ik was er maandag geweest omdat de voorband rechts in Amsterdam in aanraking was gekomen met een trottoirband. De monteur nam de geblesseerde band in ontvangst en zag dat de velg ook niet meer te redden was – allicht, als ik achter het stuur zit ken ik mijn eigen kracht niet, ik ga met enorme luchtverplaatsing op mijn doel af. Een velg was niet in voorraad en zou besteld worden. Een paar uur na thuiskomst werd ik opgebeld door de monteur die de kosten op honderddertig euro schatte. Ik vroeg of hij een wieldop had aangetroffen. Nee? Dan was die bij de botsing waarschijnlijk gelanceerd – in een film met geavanceerde special effects zou de wieldop bij een passant de kop van de romp gescheiden hebben.

30-09-10 Een geintje is altijd leuk. Ik was met Esther in gesprek toen belendend wonende Mylène terugkeerde van boodschappen. Ze ging haar huis binnen en kwam er meteen weer uit om te vragen of Esther ook last had van muizen. Mylène had gemerkt dat een op het aanrecht achtergelaten reep chocola aangevreten was en had elders in huis keutels aangetroffen. Daarom had zij her en der muizenvallen geïnstalleerd. Ik zei dat Esther daar kat Loekie voor had. Ving die muizen? Jawel, hij had er ooit een gedood en op Esthers bed gedropt. Intussen was mijn oog getrokken door een speelgoedmuis van Loekie, die in het halletje lag. Ik tilde de muis op aan de staart en bracht die tussen duim en wijsvinger in beweging, zodat het hele lijf bewoog en toonde de vondst aan Mylène, die onbetaalbaar schrok.

01-10-10. Je moet er geweest zijn om erover te kunnen oordelen, luidt de zegswijze meen ik – ik had erbij moeten zijn om het verslag van de bijeenkomst van de bewonerscommissie te kunnen volgen. Die bijeenkomst had op 19 augustus plaatsgevonden, het verslag ervan vond ik gisteren in de bus. Ik las dat de wijkagent van de partij was geweest, hij was een van degenen die antwoordden op vragen van de bewoners. De vragen en antwoorden werden in het verslag uit de doeken gedaan, waarbij niet duidelijk was wie de vragen stelde en wie de antwoorden gaf en soms was zelfs niet duidelijk of een mededeling een vraag of een antwoord was. ‘De borden voor leefbaarheid per portiek inventariseren.’ ‘Er worden steeds meer vreemde mensen in de buurt geconstateerd.’ Als er weer een vergadering is zal ik erbij zijn.

02-10-10. Buitenstaanders hebben er waarschijnlijk geen benul van dat het topsport is: ruim een week gevuld met Prijzencircus en Drie Dwaze Dagen. Gisteren fietste ik naar het filiaal Leyweg van Vroom en Dreesmann voor het vierde seizoen Heroes. Immers, de folder meldde daarover: ‘Verkrijgbaar vanaf 01-10’. Waar zich zaterdag nog eerdere seizoenen bevonden, waren nu geen Heroes te bekennen. Ik benaderde een oma’tje dat de afdeling bestierde. Ze snapte het niet en belde om hulp: ‘Er staat hier een meneer…’ – dat voorspelde niet veel goeds. De koerier was nog onderweg. Ha! Als er staat 01-10 verkrijgbaar dan moet Heroes vanaf openingstijd verkrijgbaar zijn! Doorgefietst naar filiaal Grote Marktstraat. Ik wees weer een ander oma’tje op de Heroesaankondiging in de folder, ze haalde van achter het eerste seizoen. Je zou erom lachen als het niet in- en intriest was.

03-10-10. Het was eigenlijk gekkenwerk maar toch de laatste Dwaze Dag bezocht. Deed slechts een enkele aankoop: Harold Lloyd – The Definitive Collection, een box met tien dvd’s en een totale speelduur van meer dan 31 uur. Voor 15 euro! Harold Lloyd? Wie zo fortuinlijk is dat hij mijn leeftijd heeft herinnert zich de Comedy Capers, compilaties van komische stomme films, met Laurel & Hardy, Ben Turpin en talrijke anderen. Harold Lloyd haalde toeren uit hangend aan een klok, hoog op een wolkenkrabber. In een van de extra’s bij de dvd-set wordt hij daarover geïnterviewd. Er kwam nauwelijks trucage aan te pas: hij hing daar echt zo hoog. Alleen was er vijf meter lager een stellage met een matras waar hij op zou vallen als het misging. Dan moest hij wel uitgekiend neerkomen, anders stuiterde hij door naar beneden.

04-10-10. Als het gaat om bij Prijzencircus, Drie Dwaze Dagen en het VIP-Weekend van Fame gekochte dvd’s en cd’s dan heb ik het meeste werk aan Maria Callas. Van haar verwierf ik een doos waarin 25 complete opera’s zitten, uitgesmeerd over 52 cd’s. Libretti ontbreken en dat is maar beter ook want wat er met zoveel passie gezongen om niet te zeggen gegild wordt is als je de tekst erbij hebt vaak aan de banale kant. Opera? Moi? Ik ben niet in het slechtste gezelschap. In Rolling Stone vertelt Barack Obama wat hij zoal op zijn iPod heeft staan. Niet alleen Bob Dylan, The Rolling Stones, Coltrane, Miles en enige rappers, maar ook opera: ‘I’m not a big opera buff in terms of going to opera, but there are days when Maria Callas is exactly what I need.’

05-10-10. Het VIP-Weekend van Fame en de Dwaze Dagen van De Bijenkorf zijn nog slechts een herinnering, het Prijzencircus van Vroom en Dreesmann loopt op zijn laatste benen. Kortom: de balans kan opgemaakt worden. Aan de debetzijde is er het geld verdiend op de aankopen. Zo was de Sinatra-box zo’n 50 euro goedkoper dan regulier en die van Harold Lloyd ongeveer 45 euro. Een ruwe raming wijst uit dat ik in totaal omstreeks 250 euro goedkoper uit was dan bij aanschaf tegen de gebruikelijke winkelprijs. Aan de creditzijde is er de 170 euro kostende wielreparatie die het gevolg was van een aanvaring met een trottoirband na het verlaten van het VIP-Weekend. Ofwel: een geschatte nettobesparing van 80 euro (al zou ik natuurlijk nog veel meer bespaard hebben door niets te kopen en mijn wiel niet kapot te rijden).

06-10-10. Omdat ik een zware ochtend achter de rug had wegens het dweilen van de keukenvloer, het volkomen reinigen van het toilet en het intens onder handen nemen van de badkamer tot en met de wandtegels (dit alles in afwachting van het aanbellen van de pakketbezorger) luisterde ik maar met een half oor maar Mark Rutte zei in een Journaal zoiets als dat je uit de verkiezingsuitslag had kunnen afleiden dat de formatie een tijdrovende klus zou zijn. Had hij op de avond van de verkiezingen niet geroepen dat er voor juli een kabinet zou zijn? Nou ja, maakt niet uit – erger was dat die pakketbezorger maar niet aanbelde. Dat deed hij toen ik een boodschap deed. Ik ontmoette hem bij terugkeer, hij had de drie pakjes afgegeven bij een ‘heel leuke buurvrouw’. En dat was uiteraard Esther.

07-10-10. Ik had een avond en de volgende ochtend en middag en een stukje avond nodig voor het zien van het zesde seizoen Desperate Housewives en dat was weer top: een wondere mengeling van humor, drama en suspense. Ik had aansluitend van halfnegen tot tien visite over de vloer en wilde daarna het kijken vervolgen met het vierde en laatste seizoen Heroes. Het derde had ik op een van de vorige Dwaze Dagen gekocht en dus ongeveer een jaar geleden gezien. Dat bleek te lang geleden om de draad vast te houden: want wie waren die personages in de beginscène? Ha, daar had je de twee Japanse knakkers van wie de ene de tijd kon stilzetten. Maar wat was er in het derde seizoen ook alweer gebeurd? Dat ga ik voor ik verder kijk maar via internet uitzoeken.

08-10-10. Een van de zegeningen van dvd is het toegang hebben tot tv-series van jaren her. Ik zag alvast de eerste aflevering van Get Smart (hier indertijd Geheim agent 86 geheten) en heb nog een lange weg te gaan (ruim 70 uur) want de dvd-box bevat alle vijf seizoenen, aangevuld met documentaires. Van zo lang geleden (de serie werd in de Verenigde Staten uitgezonden vanaf 18 september 1965, ik weet niet wanneer Nederland ermee begon) stonden de credits me nog bij: Maxwell Smart die om op zijn werkplek te komen door een grote hoeveelheid openschuivende deuren moet en afdaalt via een telefooncel. Een vroege parodie op James Bond, bedacht door Mel Brooks en Buck Henry. Bij het zien van de eerste aflevering af en toe ouderwets gelachen – en me geërgerd aan het ingeblikte gelach dat helaas inbegrepen was.

09-10-10. Ik haal altijd maar alles en iedereen in huis, zonder er bij stil te staan dat alles en iedereen ook weer zal moeten afreizen. Naburige Esther heeft sinds zondag Poemba in huis. Poemba is niet een exotisch reptiel maar een poes die op proef is. Loekie is gewend de deur uit te gaan, om precies te zijn het raam van de keuken, dat voor zijn gemak openstaat. Poemba mag nog niet Loekies voorbeeld volgen, daarom gaat het keukenraam na diens vertrek dicht. Zo trof ik Loekie aan, buiten, voor een dicht raam en een gesloten deur: niemand thuis. Ik nam hem mee naar huis, waar hij onder de bank verdween en gezelschap kreeg van poes Aagje – kat Huig keek toe. Het duurde uren voordat Loekie zich weer vertoonde en ik hem kon grijpen en onder geblaas thuisbrengen.

10-10-10. Elk van de vijf seizoenen Get Smart bevat een schijf met extra’s vol interviews en andere zaken. Daar was Don Adams anno 2003, een paar jaar voor zijn dood: wit haar, een baard en broos, zijn handen bewogen zo te zien in opdracht van Parkinson. In een interview uit 2006 deelde medebedenker van de serie Buck Henry mijn afkeer van de laugh track maar daar gaat het nu niet om want het gaat om de ondertiteling. Dat de kennis van zegswijzen afneemt blijft niet beperkt tot het Nederlands. De ondertiteling luidde een keer: ‘A manor from heaven’, terwijl Henry uiteraard had gezegd: ‘Manna from heaven.’ (In mijn tijd waren manna’s kleurrijk snoepgoed waar ik nu weer trek in heb.) Een andere geïnterviewde zou volgens de ondertitelaar gezegd hebben: ‘in orderly proud’ – en dat had ‘inordinately’ moeten zijn.

11-10-10. In Ben ik dat?, een boeiend boek over hersenonderzoek, refereert auteur Mark Mieras aan de roman Being There, van Jerzy Kosinksi, ‘later verfilmd door Peter Sellers’. In werkelijkheid werd het boek door Hal Ashby verfilmd maar dat doet er verder niet toe. Mieras schrijft over het door Peter Sellers vertolkte hoofdpersonage: ‘De wereld kent hij alleen via het scherm van de televisie, waarachter hij zijn vrije tijd doorbrengt.’ Je brengt je tijd toch niet achter de tv door, die breng je ervoor door! Altijd gelazer met voorzetsels. Zo was ik een jaar of negen en in mijn kamer, terwijl mijn ouders en een vriendje zich in de huiskamer bevonden. Mijn vader riep: ‘De Thunderbirds zijn op tv!’ Ik stormde de huiskamer binnen en zag dat er een speelgoed-Thunderbird op het toestel was geplaatst. Ik walmde van woede.

12-10-10. Je moet altijd het goedkoopste merk waspoeder kopen en je niet van de wijs laten brengen door vrouwen die in een reclamespot in extase verkeren omdat een bloesje dankzij een bepaald waspoeder schoner is geworden dan het bij aanschaf was. In werkelijkheid is het ene waspoeder niet beter dan het andere – en bestaan er geen vrouwen die van de werking van waspoeder in extase raken. Dit ter inleiding op dit: ‘Een literaire gebeurternis: De donkere kamer van Damokles en Nooit meer slapen, de twee beroemdste romans van Willem Frederik Hermans, eindelijk in één band’, aldus een prospectus van De Bezige Bij ter promotie van een nieuw deel Volledige Werken. Wie bedenkt zo’n leus? Eindelijk in één band? Wat is de meerwaarde van het in één band onderbrengen van twee romans? Zouden er mensen zijn die juichen: Eindelijk!?

13-10-10. Om de zaak in perspectief te plaatsen: soms luister ik naar muziek die in de walkman zit: op een cassettebandje. Pas een paar jaar geleden kocht ik een walkman die cd’s kon hebben en die gebruik ik een enkele keer in de balkonzon, wat lastig is vanwege het verlengsnoer. (Er zit een soort batterij bij die je kunt opladen maar dat vind ik zo’n gedoe – als ik het apparaat na maanden weer wil gebruiken moet er opgeladen worden en als er opgeladen is schijnt de zon al niet meer op het balkon.) Maar nu heb ik een iPod. Dat wil zeggen: die ontving ik begin februari. Afgelopen zaterdag bekeek ik daarvan de gebruiksaanwijzing, waar ik weinig wijzer van werd. Ik moest het ding op de pc aansluiten en dan ‘configureren, synchroniseren en opladen’. Een andere keer maar.

14-10-10. Toen de nieuwe pc hier in januari geïnstalleerd werd laadde ik onder toezicht van de installateur iTunes neer en slaagde erin een cd derwaarts te transplanteren. Het was mogelijk een goed idee alvorens de iPod via de pc te configureren, te synchroniseren en op te laden, een ruime hoeveelheid cd’s te importeren, dan had ik wat om op de iPod te zetten als ik die had geconfigureerd, gesynchroniseerd en opgeladen. Ik was het sinds januari niet verleerd: het stelde niet veel meer voor dan een paar muisklikken. De geïmporteerde cd’s kwamen keurig alfabetisch op artiest in iTunes. Maar soms ook minder keurig: de recentste cd van Massive Attack werd toegeschreven aan Various Artists, de cd Duets van Ane Brun werd uitgesmeerd over diverse artiesten en The Planets van Holst werd aangezien voor de Carmina Burana van Orff.

15-10-10. Mijn iPod kan 8 GB aan muziek hebben. Dat lijkt veel maar bij het verhuizen van cd’s naar iTunes had ik die hoeveelheid al met tachtig cd’s bereikt. Moest ik stoppen? Nee, want ik hoefde niet alles wat op iTunes stond op de iPod te zetten en kon die op elk gewenst moment vullen met wat dan ook. (Dit onder voorbehoud want ik moet nog altijd uitvogelen hoe muziek van iTunes op de iPod belandt – in elk geval zal dat zijn na het configureren, synchroniseren en opladen, wat dat afgezien van het opladen ook mag zijn.) Op het moment dat ik dit schrijf bevinden zich 2832 nummers op iTunes, goed voor 9,1 dagen luisteren. Er worden lang niet gehoorde cd’s geïmporteerd. Ze bevonden zich in cd-doosjes die verborgen waren achter drie rijen andere cd’s. Alles overhoop gehaald.

16-10-10. ‘In 1973 waren wij nog niet eens geboren,’ zei het meisje toen ik aan haar en de jongen had verteld dat ik destijds Chi Coltrane bijna had zien optreden. Dat was op VARA’s Popgala in de Vliegermolen. Chi was niet tevreden over de piano en stelde het optreden een dag uit – en die dag was ik er niet. Gisteravond was de timing goed en ik stond nog vooraan ook. Volgende maand wordt ze 62 maar die stem, die stem, die stem! Even krachtig als 37 jaar geleden. Begeleid door een drummer en bassist (annex elektrisch cellist) zong ze onderbroken door een korte pauze meer dan twee uur. Ze verontschuldigde zich ervoor dat ze er na het optreden meteen vandoor ging, er was geen tijd om cd’s te signeren. Daarom had ze er ’s middags alvast wat gesigneerd.

17-10-10. Van wie was het nummer Hallelujah dat Chi Coltrane op de plaat en in het Paard coverde? Het is blijkens de plaatcredits geschreven door Zekley, Bottler en Twain. Via Google vond ik Hallelujah op het internet: het staat op een CBS-sampler die ik vroeger had, een driedubbelaar met onder meer Johnny Winter, Edgar Winter, Santana, Argent, Redbone. Hallelujah is van de groep Sweathog, in 1971 bereikten ze er de 33ste plaats mee in de Billboard Hot 100. Chi coverde het en gelijk had ze want het is een stomende stamper. Ze kwam vrijdagavond achter de piano vandaan om ons aan te zetten tot meezingen. ‘Sing Hallelujah!’ Ze liep achteruit terug en struikelde over de monitor maar wist vallen te voorkomen. (Volgende maand 62, ze had wel een heup kunnen breken.) ‘Sing Hallelujah and don’t fall!’ lachte ze.

18-10-10. Als je tijdens een concert met de ellebogen op het podium geleund kunt staan heb je in de gaten of de muzikanten de set plichtmatig afwerken. Toen Chi Coltrane er even naast zat en ze improviserend zong ‘I’ll change the key and get it right’, vertoonden de jeugdige drummer en bassist een brede glimlach. Toen ze over het nummer dat eraan kwam vertelde dat het ging over iemand die in haar leven gekomen was en haar leven veranderd had en uiteindelijk weer uit haar leven verdwenen was, had dat een ingestudeerde mededeling geweest kunnen zijn. Maar ik zag dat ze aan het einde van het nummer stiekem onder haar rechter- en linkeroog een traan wegveegde. (Sommige nummers had ik dertig jaar niet gehoord maar ik herkende ze bij de eerste maat, zo leefden ze nog in me.)

19-10-10. Voor artiesten wordt het leven er niet makkelijker op. Ze moeten vaker optreden omdat de inkomsten uit cd-verkoop teruglopen. En zelfs de gerenommeerden onder hen kunnen niet altijd de muziek van hun keuze uitbrengen. In de jaren negentig nam Tom Jones een blues en soul album op met Bernie Worrell, Cornell Dupree, Pino Paladino en The Memphis Horns. Maar zijn toenmalige platenmaatschappij had geen interesse, de opnames liggen op de plank. Na het concert van Chi Coltrane bemachtigde ik een flyer waarin sprake is van een nieuwe deal met Sony Music. Bij de beoogde cd hebben fans inbreng: die kunnen credits krijgen wanneer zij ‘contribute financially in the recording and production’. Wie op die manier bijdraagt maakt kans op weggevertjes als ‘Chi’s personal Yamaha Concert Grand Piano’ alsook ‘the official conga’s’ van de Let It Ride Tour.

20-10-10. Bij het lezen in het boek van Mark Mieras over hersenonderzoek denk ik zo nu en dan: O, zit dat zo. ‘Wie een voetballer ziet uithalen, ervaart weliswaar de beweging in het eigen lijf, maar het brein onderdrukt de centra die ervoor zorgen dat het eigen been daadwerkelijk in beweging komt.’ Ik moest denken aan de man die lang geleden bij Laakkwartier langs de lijn liep en als een voetballer uithaalde zelf ook uithaalde. Wij wisten niet beter of die man was niet goed bij zijn hoofd maar het kwam dus doordat zijn brein de centra die ervoor zorgen dat het eigen been daadwerkelijk in beweging komt verzuimde te onderdrukken. Gelukkig maar want zijn ogenschijnlijk ongecontroleerde uithalen bezorgden de overige toeschouwers veel plezier. (Behalve dat malle luchtvoetballen was die man in andere opzichten trouwens ook allerminst jofel.)

21-10-10. Sommige misverstanden zijn zo hardnekkig dat ze op je bloeddruk gaan werken. Je zult ze de kost moeten geven die denken dat Captain Kirk in elke aflevering van Star Trek The Original Series het commando ‘Beam me up, Scotty’ geeft. In werkelijkheid gebeurde het maar eenmaal: in een aflevering van Star Trek The Animated Series. Ook zijn hele volksmassa’s ervan overtuigd dat ze aan het slot van Rosemary’s Baby die baby hebben gezien – maar die komt niet in beeld. Barbara Feldon (Agent 99) leidt van de dvd-box Get Smart alle afleveringen kort in. Zo ook de derde van het tweede seizoen, Witness for the Prosecution, ‘with the title taken from the famous Hitchcock thriller’. Fout, fout! Witness for the Prosecution (met Charles Laughton en Marlene Dietrich) is een film van Billy Wilder. Missed it by that much!

22-10-10. Mijn negen jaar jongere zus bleek ook bekend te zijn met Get Smart: de serie werd in de jaren tachtig herhaald door Sky Channel of zo’n zender (net als Mister Ed, Green Acres en The Beverly Hillbillies). Hoe meer afleveringen je ziet, hoe leuker het wordt. Het grappige van catch phrases is dat je ze a) voelt aankomen en b) de neiging krijgt ze over te nemen. Dus toen ik woensdag een Telegraaf zag liggen met voorop een bericht over de aanslag die Ad Melkert overleefd had, dacht ik: missed it by that much! In de aflevering Maxwell Smart, Private Eye zet Don Adams een perfecte Humphrey Bogart neer. Als in The Maltese Falcon zijn de tegenspelers ‘Sidney’ en ‘Peter’, waarbij de grap is dat de eerste een Peter Lorre is en de tweede Sydney Greenstreet persifleert.

23-10-10. Langer dan een generatie geleden kwam ik in het bezit van een 24-delige encyclopedie. Ik kende iemand die bevriend was met iemand die bij de VNU werkte en daardoor veertig procent korting genoot. De Spectrum Encyclopedie kostte me daardoor slechts zo’n 1500 gulden. Ik was niet zo’n bezeten lezer van een encyclopedie als Jan Prins in de boeken van Willy van der Heide maar keek er vaker in dan eenmaal per jaar, zoals destijds de statistiek van de gebruiksfrequentie was. Een paar jaar geleden werd op de Koninginnedagbraderie in Loosduinen een als nieuw ogende Spectrum Encyclopedie aangeboden. Vraagprijs: 5 euro. Van de week ontving ik via Amazon een encyclopedie die ik momenteel ademloos van A tot Z aan het lezen ben: de Lost Encyclopedia. Krijg er zin van weer naar alle zes de seizoenen te gaan kijken.

24-10-10. Tom Jones op 5 november in de Melkweg waar hij de blues- en gospel-cd Praise & Blame integraal voor zijn rekening neemt, daar moest ik snel bij zijn. Om zes over negen bereikte ik het Uitburo, waar niemand was. Er arriveerde een medewerkster: de tent ging om halftien open, de kaartverkoop begon om tien uur. Ach, ik heb wel eens een hele nacht in de kou gewacht. Dat ik de enige was wekte geen verbazing: tegenwoordig bestelt men via het internet. Ja ja: je komt er niet tussen of grijpt ernaast. Om halftien ging ik aan de leestafel zitten terwijl de medewerkster de apparatuur in gereedheid bracht. Vanaf een minuut voor tien was ze paraat, een seconde na tien had ik een kaartje. Volgens de kaartverkoopster betrof het ‘Tom Jones plays Praise & Blame in its eternity’.

25-10-10. In het boek over hersenonderzoek las ik dat mensen die beweren stemmen te horen ook werkelijk stemmen horen. Ik liep vrijdag in de vroegte van mijn auto naar kantoor. Achter me hoorde ik een vrouw praten – misschien iemand die het tegen haar hond had. Ik keek om maar zag geen mens. Hm. Ik betrad het gebouw, ging een trap op, doorkruiste de binderij en hoorde sodemieters weer die vrouwenstem. Zou ik stemmen horen die ik niet hoorde te horen of was iemand me achterna gekomen? Het geluid kwam van achter me, om precies te zijn uit de rugzak. Daarin was geen vrouwtje gekropen maar zat de voicerecorder die in werking was getreden en het interview voortbracht dat ik vorige week in Assen afnam. (Omdat het pas kwart over zeven was hoorde ik lange tijd geen stemmen meer.)

26-10-10. Zondagavond, acht uur, ik zette de televisie aan. Omdat het Journaal ermee opende dacht ik dat er tien doden gevallen waren in plaats van tien doelpunten. In oorlogsgebieden trekken correspondenten een kogelvrij vest aan en laten zich niet door mortiervuur van de wijs brengen, een reporter van de NOS bracht verslag uit vanaf een locatie ver verwijderd van de Kuip omdat daar enkele honderden supporters bijeen waren gekomen om de spelersbus zoals hij het noemde te ‘verwelkomen’ en in afwachting van die bus alvast links en rechts journalisten te lijf gingen. Ook een dag later wordt het nieuws beheerst door de nederlaag van Feyenoord (vreemd genoeg heeft niemand het over de zege van PSV). Op een persconferentie waarschuwt Beenhakker voor paniekvoetbal: Been moet blijven. Wat een ophef. Toen ik nog voetbalde verloren we elke wedstrijd met 10-0.

27-10-10. Waarschijnlijk wordt mijn collectie cassettebandjes gesaneerd. Het voordeel van cassettebandjes vond ik dat je een selectie van nummers kon maken – maar dat kan met iTunes ook. Vroeger was het makkelijker om op dat gebied bij te blijven. Ik was geabonneerd op Stereo HiFi Test en een ingewijde. De koptelefoon die ik nog altijd gebruik kocht ik in 1972: de Koss KRD 711 (‘The Red Devil’). In 1975 betaalde ik 1500 gulden voor twee Bose 501 Series II speakers die momenteel nog als nieuw zouden ogen als de katten er geen krabpaal in gezien hadden. Platen draaide ik op een Philips 212 (met tiptoetsen), later op een Dual 229 Direct Drive (met Shure V-17 Typ III element). Maar als er gevraagd wordt wat ik momenteel voor receiver ik heb moet ik gaan kijken. Juist, het is een Kenwood.

28-10-10. Soms weet ik niet meteen of iets van voor mijn tijd, van na mijn tijd of van tijdens mijn tijd is maar gisteravond was het duidelijk: Cockney Rebel was destijds helemaal van mijn tijd geweest. Daar stonden ze in het Paard en wat was het een feest. Niet alleen wegens Sebastian, Make me Smile (Come up and see me), Here comes the Sun maar ook door de humor van Steve Harley (volgend jaar zestig), die rustig een nummer onderbreekt om een verhaal te vertellen, van iemand in het publiek een biertje aanpakt (en zich ervoor verontschuldigt dat hij geen geld op zak heeft) en laat merken dat hij het zelf ook een feest vindt. Het komt zelden voor dat je van een concert kunt zeggen dat de muziek fantastisch was – en dat je zelden zo gelachen hebt.

29-10-10. Het kan niet altijd spontaan zijn. Steve Harley stelde de gitarist voor, de bassist, de violist en de toetsenist en zei dat dit zijn band was. Nadat hij door het joelende publiek op de omissie was geattendeerd zei hij: ‘He’s just the drummer’ – waarna deze met een uitvoerige anekdote bedacht werd. Daar stond ware spontaniteit tegenover. Toen Harley een paar keer fucking dit en fucking dat had gezegd kreeg hij het tienjarige jongetje vooraan in de gaten en zei dat hij geen bad words meer zou gebruiken en trakteerde het ventje op een T-shirt. Hij begon een verhaal over zijn in Spanje overleden moeder maar brak het af toen iemand uit het publiek hem een glas bier aanbood. Geen Guinness maar Heineken, dus hij trok een vies gezicht, maar dronk het glas toch ‘in one go’ leeg.

30-10-10. Het treurige nieuws kwam niet onverwacht. Bijna drie maanden voordat wereldkundig gemaakt werd hoe slecht zijn toestand was had hij zijn geplande optreden op Crossing Border om ‘persoonlijke redenen’ afgezegd. Als je begin september al weet dat je half november niet van de partij kunt zijn heb je geen griepje onder de leden. Hij had twee vormen van kanker, een lichte hersenbloeding en ik meen ook nog een hartaanvalletje overleefd maar dat is natuurlijk geen voorbode van onsterfelijkheid. Als de eerste kanker hem geveld had waren De ontdekking van de hemel, De Procedure en Siegfried niet geschreven en was zoon Menzo niet verwekt (althans niet door hem). Hij had van de Grote Drie waarschijnlijk het grootste ego maar hij was wel zo sympathiek om er ronduit voor uit te komen dat hij na Siegfried niet meer schreef.

31-10-10. En ja hoor, daar was de nieuwslezer die zei dat we wegens het ingaan van de wintertijd een uur langer zouden kunnen slapen. Flauwer kan kul niet zijn. Want als je er op zondag niet om wat voor reden dan ook op een bepaalde tijd uit moet, dan kun je desnoods tot halfvijf ’s middags in je nest blijven liggen stinken. Het enige wat deze zondag onderscheidt van andere is dat je als je opgestaan bent de klok een uur terugzet. In mijn geval wordt de klok eigenlijk niet teruggezet omdat ik het zowaar voor elkaar kreeg tot halftien uit te slapen en nadat ik opgestaan was de klokken naar halfnegen heb teruggezet, een meer gebruikelijk moment van verrijzen. Omdat de klok is teruggezet moet iedereen vanavond een uur langer opblijven. Zo zit het en niet anders.

01-11-10. Als mijn moeder nog geleefd had zou ik haar meerdere keren gebeld hebben om haar in te lichten over de diverse uitzendingen en zou ze die net als ik allemaal gezien hebben. Het begon gisterochtend met de omineuze aankondiging dat er om elf uur een extra uitzending van het Journaal zou zijn. Daarin de mooiste reactie, een die uit het hart kwam. Verslaggever in Amsterdam Gerri Eickhof had Mulisch meermalen geïnterviewd. Wat was Mulisch voor iemand geweest? ‘Ach, het was zo’n aardige man, joh!’ zei Gerri. Uitgever Robbert Ammerlaan later over de gang naar de dood die de schrijver maakte: ‘Het is voor iedereen die dichtbij geweest is een bijzonder mooi en waardevol indrukwekkend proces geweest.’ Ik vroeg me af of Menzo (18) het sterven van zijn vader ook als een waardevol en indrukwekkend proces ervaren had.

02-11-10. Jeroen Krabbé noemde hem de keizer van de literatuur. Zo heb je ook de Haringkoning. Kortom: zelfs iemand die tegen de tachtig boeken van en over Mulisch op de plank heeft staan kan het te veel worden. Het is niet alleen de ergernis over een allround deskundige als Joost Zwagerman die twee dagen achtereen op tv verkondigt dat Mulisch zichzelf altijd een achttienjarige heeft gevoeld, terwijl een kind weet dat hij zichzelf als zeventienjarige zag. Het is ook de mateloosheid van de lof. AD Haagsche Courant verkondigt dat Mulisch met Hermans en Reve wordt beschouwd als de ‘beste Nederlandse schrijver van de twintigste eeuw’. En Simon Vestdijk en Louis Couperus dan? Plus dan nog dat wat er nu allemaal over Mulisch gezegd wordt destijds over Reve, Wolkers en Claus gezegd werd toen die gestorven waren. Ben Mulischmoe!

03-11-10. Als je op internet de talloze condolerende reacties leest waarin gevat vastgesteld wordt dat Harry Mulisch de hemel is gaan ontdekken vraag je je af hoevelen van de vele honderdduizenden kopers van De ontdekking van de hemel dat boek ook gelezen hebben. Want die titel moet je niet lezen als de ontdekking van de hemel (door iemand) maar als een ontdekking die door de hemel gedaan wordt (namelijk dat de mens zich door het omhelzen van de techniek van God heeft afgekeerd). Leuke reactie trouwens van Henk Hofland, maandagavond. Pauw en Witteman wilden de aflevering van Pauw & Witteman herhalen waarin Hofland, Blokker en Mulisch te gast waren geweest. Pauw of Witteman (of misschien iemand anders) vroeg Hofland of hij dat goed vond en diens antwoord luidde: ‘Als je er maar bij zegt dat ik nog leef.’

04-11-10. Sinds Harry Mulisch eindelijk rust heeft gevonden heb ik die geen moment meer gehad. Dan moet je weer op jacht naar kranten met beschouwingen, dan moet je weer van kanaal naar kanaal zappen om een aan hem gewijde uitzending te zien. Vorige week vrijdag heb ik me voor het laatst geschoren. (Het zal er voorlopig niet van komen want ik heb pas twee derde van de verzamelde verhalen herlezen.) Slapen is er als de uitzendingen afgelopen zijn nog niet bij want sommige worden herhaald en die wil je ook dan niet missen. Er komt altijd wel iemand in beeld die een nieuw licht op de schrijver werpt, zoals Jeroen Krabbé, die een dagtaak heeft aan de omgang met beroemde mensen maar niet te beroerd is om een kwartiertje voor Mulisch uit te trekken. Iedereen aan de pijp!

05-11-10. Door al dat gemulisch is niet alleen het openbare leven goeddeels tot stilstand gekomen maar ook mijn dagelijks leven. Gelukkig word ik er door ABN AMRO Bank (en dat terwijl ik ING) per e-mail op geattendeerd dat er meer zaken zijn die aandacht vragen, belangrijke zelfs. ‘Het is ons ter ore gekomen dat uw account moet worden bijgewerkt als gevolg van de recente veranderingen die we hebben gemaakt aan onze online banking systeem. Deze update zal ons toelaten het activeren van nieuwe functies voor uw account op ons nieuwe systeem. We hebben deze veranderingen om u beter van dienst te zijn. (…) Online Banking is snel, eenvoudig en eenvoudig, waardoor u aan de bank waar en wanneer u maar wilt. (…) Als we detecteren ongebruikelijke activiteit, wij bellen u om ervoor te zorgen dat je het echt.’

06-11-10. Hij kwam, zong en overwon. Een ongebruikelijke ambiance voor een concert van Tom Jones: de Melkweg. Hij was er om zijn nieuwe cd integraal uit te voeren, met de band die hem ook op Praise & Blame begeleidt. Tom had een gezellige bui: hij nam de tijd om handtekeningen te zetten, mensen die vooraan stonden een hand te geven, een high five uit te wisselen, herinneringen aan Elvis op te halen, Solomon Burke eer te betonen. En dan die stem! En die muziek! Nobody’s Fault But Mine, gespeeld als een langzame blues. Bij John Lee Hookers stampende Burning Hell vreesde ik voor de fundamenten van de Melkweg. ‘When I die, where will I go… Maybe there ain’t no heaven, no burning hell.’ Een paar straten verderop, aan de Leidsekade, lag Harry Mulisch te schudden in zijn kist.

07-11-10. Gerri Eickhof vatte de herdenkingsdienst in de Stadsschouwburg samen: ‘Een prachtige bijeenkomst voor een prachtig mens.’ Hoe prachtig? Dat hoorden we uit de mond van zwaar geëmotioneerde dochter Frieda. Haar kat Vito was uit de dakgoot gevallen. Mulisch kwam thuis van de Herenclub, razend op Frieda, die het dode dier niet dorst te kussen. Zelf ging hij er op straat lepeltje-lepeltje tegenaan liggen, de kat postuum troostend. Het merkwaardigste wat ik zag was niet de regenboog bij de vaart naar het kerkhof die van mythisch formaat was (dat was voor wie Mulisch een beetje kent te verwachten) maar dat daar op dat kerkhof, vlak voor het einde van de uitzending op het digitale kanaal, zich in de rij rouwenden Jan Cremer bevond, die toch allerminst bekendstond als een liefhebber van Mulisch en aarde op de kist wierp.

08-11-10. Veel bonter kan het publiek niet zijn. Voor het concert begon maakte ik een praatje met een dame die zei al vijftig jaar fan van Tom Jones te zijn maar die me geen geregeld concertbezoekster leek: ze werd kwaad omdat iemand ‘voordrong’. Ook gesproken met bezoekers die je niet onmiddellijk bij Tom Jones zou verwachten: een Gronings stel van in de vijftig die ook naar Zappa plays Zappa waren geweest en van wie hij meermaals de Stones had gezien (Ahoy 1973!). Voorts over eigentijdse muziek gesproken met een jongen van achttien die vooral van Metallica en Rage Against the Machine hield. Zij genoten volop van Toms geweldige blues- en gospelset, in tegenstelling tot de Jordanese dame die ik na afloop buiten hoorde klagen over het ontbreken van hits. ‘Hij heb de Heer gefonden, nou fijn foor ’m.’

09-11-10. Ben blij dat de postbodes op 16 november staken. Niet alleen omdat ik iedereen een vrije dag gun, ook omdat er dan niet over de bezorging geklaagd hoeft te worden. Kreeg gisteren de Huisvuilkalender plus persoonsgebonden pas in de bus, dat wil zeggen die van de buren en die weer van andere buren. Lukraak bezorgd! Ik zie er al van komen dat malafide buren vuilniszakken met een aan stukken gesneden lijk aanbieden, met mijn pas. Hele koelkasten! Je kunt je niet verweren tegen zoiets: ‘Verdachte houdt staande van niets te weten maar onomstotelijk staat vast dat het zijn pas was.’ Bij TNT Post kun je bij het indienen van een klacht aangeven wat de ‘gewenste oplossing’ is. Daar hoefde ik niet lang over na te denken: ‘Een geduchte tuchtiging van de postbode lijkt mij op zijn plaats.’

10-11-10. Vroeger had je hysterische mensen (met name vrouwen) die hun huisgenoten op de zenuwen werkten omdat ze dachten dat het licht in de koelkast bleef branden als je de deur ervan dichtdeed. Fabrikanten zijn aan die hysterische mensen en vrouwen tegemoetgekomen: tegenwoordig gaat het licht uit voordat de koelkastdeur helemaal dicht is. Vrijdagavond stalde ik mijn auto in de garage en liet het lampje van de binnenverlichting branden (ik had onderweg met 100 kilometer per uur een cd-hoes gelezen). Gistermiddag stapte ik weer in. Het lichtje brandde nog, maar starten lukte niet. Accu leeg! Wegenwachter ontboden, die voorreed met een auto vol apparatuur en de accu doorlichtte. Inderdaad, de accu moest vervangen worden, 98 euro. Het staat vrijwel vast dat ik tot in lengte van jaren na het uitstappen hysterisch zal controleren of het lampje uit is.

11-11-10. Een postume Mulisch bemachtigen valt niet mee. Dinsdag lag Opspraak niet bij Verwijs uitgestald. Ik zocht een medewerker op, die voerde voor een klant een bestelling in de computer in en vroeg haar telefoonnummer. ‘Dat geef ik liever niet als er iemand bij staat.’ Alsof ik dat nummer zou onthouden en die paranoïde totebel dan ging opbellen! Ik raakte aan de beurt. Opspraak zou er donderdag zijn. ‘Maar het boek verschijnt vandaag!’ Computer geraadpleegd. ‘Het boek is er morgen.’ Waarom zegt hij dan eerst donderdag! Gisteren om de regen voor te zijn in volle vaart naar Paagman gefietst, Opspraak lag er niet uitgestald. Een medewerkster zag via de computer dat het boek binnen was en ging het halen. Ze kwam terug met vele exemplaren. ‘Een is genoeg!’ zei ik afwerend. ‘Er zullen meer belangstellenden zijn,’ zei ze.

12-11-10. Soms heb ik van alles aan mijn hoofd en dan schiet het volgen van het nieuws er bijna bij in. Zo was ik de afgelopen twee dagen druk bezig met het zien van het achtste seizoen 24. Tijdens een onderbreking om een mok koffie voor elkaar te brengen zette ik Teletekst een paar keer aan en las wat er nu weer voor gedoe was. De vogel die darter Barney chanteerde heeft een jaar cel gekregen. Barney gechanteerd wegens een sekstape? Je moet er niet aan denken dat die in omloop komt. (‘One hundred and eighty!’) Dan een bericht over vermeende bedreigingen door PVV-Kamerlid Lucassen. ‘De PVV’er spreekt de aantijgingen tegen en zegt dat het ging om een verschil van mening over hondenpoep met een aantal hondenbezitters.’ Wat kan dat in godsnaam voor verschil van mening geweest zijn?

13-11-10. Vroeger keek ik op tegen badmutsen: Yul Brynner als de koning van Siam, Telly Savalas als Kojak, Jackie Coogan in The Addams Family. En nog heb je bewonderenswaardige badmutsen: Henk Bres, Pierre Wind, Frits Wester. En dan is daar ineens PVV-Kamerlid Lucassen, over wie ik gisteren op internet de vreemdste dingen las. Hij zou in een uitgaansgelegenheid iemand die een blik op zijn geliefde wierp over de bar getrokken hebben, buren die hun honden uitlieten belaagd hebben en zelfs gedreigd hebben door een brievenbus te plassen. Als dit alles in politieke context gebeurde zou het nog te billijken zijn: je trekt iemand over de bar die zich vrouwonvriendelijk gedraagt, je wijst buren op hun burgerplicht hondenpoep op te ruimen. En dat met die brievenbus was om om de aandacht te vestigen op het maatschappelijke probleem van wildplassen.

14-11-10. Nieuws.nl: ‘Rond de 25 duizend mensen hebben zaterdag de intocht van Sinterklaas in Harderwijk bijgewoond. Dat is een schatting van de burgemeester van Harderwijk, meldt een politiewoordvoerder. Tijdens de intocht hebben zich geen incidenten voorgedaan.’ Een politiewoordvoerder betrokken bij de intocht van Sinterklaas? En wat voor incidenten hadden zich kunnen voordoen? Je krijgt het idee dat men tegenwoordig bij elk evenement rekening houdt met een terroristische aanslag en dat de veiligheidsmaatregelen in Harderwijk zich uitstrekten tot met geweren gewapende agenten, strategisch op daken opgesteld. Je weet het maar nooit met zo’n bisschoppelijke bezoeker, die trekt niet alleen terroristen van een ander geloof aan maar ook door paters misbruikte geloofsgenoten die een daad willen stellen. (Vroeger ging het er gemoedelijker aan toe, hooguit ongehoorzame kinderen die in de zak gingen of met de koppen tegen elkaar werden geslagen.)

15-11-10. Smaak! De afgelopen dagen las ik van Harry Mulisch onder meer Het woord bij de daad, over Cuba, dat ik nog niet eerder gelezen had. Het is een boek dat zelfs door sommige liefhebbers van het werk van Mulisch met de nek aangezien wordt, maar het viel mij (misschien daardoor) reuze mee. In het Verzameld werk van Karel van het Reve (deel 3) las ik vervolgens een bespreking die niets van het boek heel liet. In Vrij Nederland van deze week prijst Kees van Kooten de roman Nacht op de kale berg, van Karel van het Reve. Dat deed me goed want ik had het boek in mei eveneens met groot genoegen gelezen. Een paar weken later las ik Hamerstukken, van Jeroen Brouwers, die daarin niets moet hebben van Karel van het Reve als essayist en romancier.

16-11-10. In Bericht aan de rattenkoning (1966) geeft Mulisch een mooi beeld van Provo en de heksenketel van de jaren zestig. Toen ik het boek in het weekend herlas bedacht ik dat zoiets tegenwoordig niet meer voorkomt: studenten, jongeren die massaal maatschappelijk en politiek betrokken zijn, ervoor op de barricaden gaan. De hedendaagse jeugd heeft het te druk met iPod, iPad en Twitter (berichtgeving gaat steeds sneller en wordt steeds beknopter: over vijf jaar kunnen mensen alleen nog klanken uitstoten). Zelf maakte ik eind jaren zeventig deel uit van de actievoerende generatie. In die tijd werd gestreden voor een rechtvaardiger verdeling van kennis, macht en inkomen. Inkomen had ik uit een krantenwijk, macht begeerde ik niet maar een rechtvaardiger verdeling van kennis leek me wel wat, zodat ik een (gelukte en onbestrafte) poging deed enkele tentamenopgaven te jatten.

17-11-10. In het openbaar vervoer is men tegenwoordig zijn leven niet zeker. Die indruk heb ik gekregen door het volgen van berichtgeving over jongeren die een verschil van mening kregen met controleurs van plaatsbewijzen. Een plaatsbewijs hadden ze dan niet, wel een mes. Maandagavond stapte ik na een bezoek aan een voorstelling in de Regentenkamer in lijn 2, die mij in elf minuten door twee zones thuis zou brengen. Omdat ik geen mes op zak had stempelde ik de strippenkaart af. Ik vond een plaats naast een rijpere dame en gelukkig maar: dat is niet iemand die gewapend op reis gaat. Om de reistijd te doden las ik het programmaboekje van de Regentenkamer. Uit een ooghoek zag ik de dame meelezen. Ik keek opzij. Ze zei: ‘Wat een mooi boekje is dat.’ Ik moest nog vier haltes mee.

18-11-10. Ik was er om te werken dus het gaat te ver om over die tijd te spreken als ‘toen was geluk nog heel gewoon’, maar de kantoordagen van lang geleden konden reuze gezellig zijn. We zaten met z’n drieën in een beknopt vertrek en twee van ons, van wie ik er een, rookten sigaren. Ik trok de aandacht doordat ik alleen rookte als de R in de maand was en ook wel omdat ik de as bewaarde in een grote glazen pot waarin poedermelk voor de koffie gezeten had en waar ik een papiertje op geplakt had met de tekst Martins as. Gisteren deed ik op kantoor een deur open en stond ineens in een rookruimte, waar drie rokers paften. Ik kon ze nauwelijks ontwaren: de rook werd niet afgevoerd. Ik gaf geen cent voor hun leven.

19-11-10. Toen ik de verslaggeefster van RTL Nieuws in het gebouw van de Tweede Kamer achter Lucassen aan zag lopen, trachtend aan het uitsmijtershoofd een reactie op het vertrek van Sharpe te ontlokken, dacht ik: die krijgt zo meteen een kopstoot toegediend. Sharpe deed het aardig door te zeggen welk effect de aantijgingen op zijn gezin hadden gehad; jammer dat hij verzuimde te spreken van een persoonlijke tragedie maar wel slim dat hij zijn gezin erbij sleepte in plaats van de aantijgingen te weerleggen. Lang geleden schreef ik aan een manuscript waarin de leider van een gemeentelijke partij door een hondenpoepkwestie het veld ruimde, waarbij tegenstanders hondenpoep bij hem door de brievenbus duwden – hij had van de PVV kunnen zijn. (Het wachten is nu op het bericht dat een van de PVV-fractieleden een ontsnapte tbs’er blijkt te zijn.)

20-11-10. Door mijn charismatisch leiderschap hebben de katten zich gevoegd naar mijn bioritme. De eerste weken die ze hier doorbrachten gebeurde het nachtelijks dat ze elkaar achterna zaten, met het douchegordijn donderjoegen en rumoerig de trap op en weer af denderden. Dat is er niet meer bij. Als ik ’s avonds te bed lig te lezen nestelt Huig zich naast me, Aagje ligt op een stoel. Wanneer het licht uitgaat begeeft Huig zich naar zijn mandje, even later wordt er door Aagje over me heen gelopen: ze zoekt een ligplaats. Wakker word ik ’s nachts zelden, hooguit wanneer Aagje snurkt, maar een lichte por volstaat dan. De dichtbijheid van katten werkt wel op mijn dromen: donderdagnacht belandde ik in iets real life-achtigs, waarbij allerlei enge fantasiedieren door de kamer liepen die het op de katten voorzien hadden.

21-11-10. Het Journaal bracht het geschreeuw in beeld – niet dat van de treinreizigers die weg probeerden te komen uit Utrecht maar van verontwaardigde burgers die zo fel tegen bezuinigingen op kunst en cultuur waren dat ze instemmend juichten toen Frits Bolkestein zei dat hij daar ook tegen was en zelfs meer geld voor kunst wilde. (Als ze vooraf geweten hadden dat hij ging zeggen dat dat extra geld aan de ontwikkelingshulp onttrokken moest worden was er waarschijnlijk minder hard gejuicht.) Vroeger heette het ‘de puinhopen van Paars’, nu is de mantra ‘linkse hobby’s’, afkomstig van iemand die de Nederlandse cultuur zo fantastisch vindt dat hij andere culturen hevig bestrijdt. Vele vestingen van bibliotheken, die toch allerminst als een linkse hobby van de elite gezien worden, dreigen gesloten te worden, orkesten worden opgeheven. Ik zou bijna mee gaan schreeuwen.

22-11-10. Bijna vier uur lang hoorde ik hoe mooi het ook alweer was. Reason to Believe: The Complete Mercury Studio Recordings, drie cd’s met opnames die Rod Stewart in de jaren 1969-1974 met onder anderen zijn Facesmaatje Ron Wood maakte. Handbags and Gladrags, Maggie May, Man of Constant Sorrow, Mandolin Wind (met gelijktijdig slide, acoustic, pedal steel guitar – en mandoline), Gasoline Alley. Tegenwoordig woont Rod Stewart niet meer in Gasoline Alley maar in Tin Pan Alley, waar hij zich meester heeft gemaakt van het Great American Songbook, dat op vijf cd’s vertolkt wordt. Niets nieuws onder de zon: voor Mercury nam hij Cole Porters Everytime we say Goodbye al op. Onlangs trad Stewart in Las Vegas op (met een hitsset). In een interviewtje daarover zei hij dat zijn volgende plaat in het teken van de blues zal staan.

23-11-10. Veel nieuwerwetsigheden laat ik aan me voorbijgaan. Ik kijk naar een ondraagbare tv en niet naar een widescreen flatscreen. Maar als je dan naar een dvd kijkt heb je onder in het beeld een zwarte balk! Ja en gelukkig maar want in die balk staat de ondertiteling. Als de tv ook widescreen is loopt de ondertiteling door het beeld. Voorts worden sinaasappels handmatig uitgeperst, daar komt geen sapcentrifuge aan te pas. Soms ook zit er niets anders op dan mee te gaan met de tijd: bij de supermarkt is het brood voorgesneden. Onlangs trof ik bij Albert Heijn een ongesneden verpakt brood aan en vroeg de dame die over het brood ging of dat gesneden kon worden. Nee, het was te stevig om te snijden. En dus moest ik dat zelf doen. Een hompen dat het werden!

24-11-10. Zag maandagavond in Pepijn de verbeterde cabaretvoorstelling Late lente (een week eerder had ik een try-out meegemaakt). Na afloop hoorde ik een dame met betrekking tot de artiesten Hans en Norma zeggen: ‘Waar halen ze het vandaan!’ Dat was niet zo moeilijk, ze hadden het zelf bedacht, dus het was gewoon hersenactiviteit geweest. Soms is niet duidelijk of er simpelweg sprake is van hersenactiviteit of dat het ergens vandaan gehaald wordt. Toon Hermans was zo bedreven in woordgrappen dat hij er zelfs tweetalig virtuoos in kon zijn: als iemand ‘je t’adore’ zegt doet hij de deur dicht, want hij had ‘shut the door’ verstaan. Dat is een fraaie tweetalige grap van Toon. Of niet van Toon? Onlangs zag ik een aflevering van Get Smart uit 1967, waarin dezelfde grap gemaakt werd. Zou Toon die aflevering gezien hebben?

25-11-10. Zo dadelijk vertrek ik naar Amsterdam om in het American Book Center 20% korting wegens Thanksgiving in de wacht te slepen, ik doe Fame aan en ga met een bevriende vriendin wat drinken en uit eten en daarbij wordt niet op een cent gekeken. Geld speelt dus geen primaire rol. Nee het is de rijzende woede vanwege het aangedane onrecht. Ik was, komende van Rotterdam, bij Delft van de snelweg gegaan en bij IKEA naar binnen en kocht er koffiepads en chocola, onder meer twee repen Marabou Daim King Size van 250 gram elk. Zag toen ik alweer snelwegde en de bon bekeek dat de kasseur vier repen had aangeslagen. Zomaar 5,06 euro maal 2,20371 is 11,15 gulden weggegooid! Moest me bedwingen om geen U-bocht te maken en terug te stuiven, dwars door de gevel van IKEA.

26-11-10. Afscheid nemen van een bevriende vriendin duurt altijd langer dan je denkt, zodat ik een minuut nadat de trein vertrokken was op het perron arriveerde. De volgende ging over een halfuur. Dat wil zeggen: er werd omgeroepen dat er werkzaamheden aan de gang waren en dat reizigers die van plan waren Den Haag aan te doen over Haarlem moesten reizen en dan in Leiden
overstappen. Dat was me te ingewikkeld zodat ik naar het informatiepunt dribbelde. Nee, meneer, de trein naar Den Haag Centraal vertrekt gewoon vanaf spoor 13A. Ik weer derwaarts maar voordat ik er aankwam werd de mededeling voor de reizigers herhaald. In de looppas naar de informatiepik. ‘Hoor dan!’ Hij ging het nakijken en dirigeerde me toen naar spoor 1 waar de trein klaarstond die volgens de conducteur ‘overal’ naartoe zou gaan, inclusief Leiden.

27-11-10. Als het verstand over het gevoel heerste zou ik geen boek meer kopen en een poging ondernemen me een weg te lezen door alle ongelezen boeken. Maar ja, Thanksgiving met een bevriende vriendin die ook bezeten is van boeken: Waterstone’s, American Book Center. Bij Waterstone’s kocht je drie pockets en betaalde er twee. Koos er twee van Ken Follett en gaf de gratis derde (Great Expectations) galant aan bevriende vriendin. American Book Center: nieuwe Stephen King, nieuwe Lauren Kate, nieuwste Ken Follett (behalve de eerste twee Folletts alles hardback, goed voor drie dagen sjouwkramp). Alsof dat allemaal al niet te veel was bij Amazon twee boeken van Kami Garcia besteld en bijna een van Kelley Armstrong: maar die had ik al, zij het dat ik de betreffende (en gelezen) titel nergens kan vinden. Aan bevriende vriendin geleend?

28-11-10. Over smaak valt niet te twisten, over gebrek aan smaak wel. Gloeiende gloeiende gloeiende: Hotel California van de Eagles voert de Top 2000 aan! Je vraagt je af wie op dat nummer gestemd hebben. Jongeren van deze tijd niet, die komen wel met wat anders aan. Fans van de Eagles kunnen het ook niet geweest zijn want die weten wel dat die band wel wat beters op het repertoire had dan dat zeiknummer. En als ik toch bezig ben: geen grotere onzin dan een Top Zoveel, die vaak als ondertitel ‘aller tijden’ heeft. Maar verder terug dan een verdwaald nummer uit de jaren vijftig van Elvis gaat het niet. De Capitol-opnames van Sinatra, het oeuvre van Robert Johnson, de jazz van Duke tot Trane, van Miles tot Monk, Le Sacre du Printemps: allemaal mooier dan Hotel California.

29-11-10. Wim Kan had het indertijd niet zo makkelijk met zijn conferences. Hij kon Norbert Schmelzer met een teckel vergelijken, Jelle Zijlstra bezingen in Jelle zal wel zien, Joop den Uyl imiteren en nog wat grappen over andere politici maken en dat was het dan wel. Tegenwoordig hoeven conferenciers om een programma te vullen maar uit de krant voor te lezen. Wilders die graag de onderste steen boven heeft als het om dubbele paspoorten gaat is het gewroet in de verledens van zijn makkers beu – alsof dat wroeten erger is dan wat het oplevert. En dan die Lucassen, die in Haarlem met bloemen aanbelt bij vroegere buren. Die deden voor hem open, uit angst dat hij anders door de brievenbus zou pissen. Een bedenkelijke actie van die man – want hoe oprecht zijn verontschuldigingen als ze de pers halen?

30-11-10. Favoriete scène? Lieutenant Frank Drebin doorzoekt een huis. Hij trekt de la van een bureau open en zegt: ‘Bingo!’ De camera toont de inhoud van de la: een bingokaart. Leuk zijn ze, de drie Naked Gunfilms, leuker nog is de tv-serie waaruit ze voortgekomen zijn, Police Squad!. De films zakken op een gegeven moment in – het publiek anderhalf uur laten lachen is een opgaaf. Het is ook een opgaaf om te kijken naar Leslie Nielsen voordat hij in Airplane! zijn komisch talent de vrije loop liet. Niet omdat hij ondermaats acteerde maar omdat je er nu naar kijkt met de verwachting dat er iets lolligs gaat komen. De sf-klassieker Forbidden Planet (naar The Tempest van Shakespeare) is niet komisch bedoeld. Ook niet Nielsens bewaard gebleven screentest voor Ben-Hur – al schiet je er wel van in de lach.

01-12-10. Omdat de laatste jaren elke weersomstandigheid de uitzonderlijkste sinds het begin der tijden is en welke wat dan ook nog nooit zo enorm was, stond er maandagavond de langste file die we ooit hadden meegemaakt. De volgende ochtend was de file alweer niet gering. In dat licht vraag je je af wat de snelheidsmaniakken beweegt die op de barricaden willen omdat de maximumsnelheid pas in 2012 naar 130 kilometer per uur wordt opgekrikt. Het blijft waarschijnlijk tot eind februari koud (de koudste kou aller tijden), de ochtendspits duurt tot halfelf, de avondspits begint al om halfdrie – nou ja, eigenlijk wel begrijpelijk dat men in de beperkte tussenliggende tijd plankgas over het asfalt wilt gaan. Dan is 130 kilometer per uur de moeite haast niet. Maximumsnelheid:180, zou ik zeggen. Liever nog: maximumsnelheid – geen. (Wel uitkijken: botsingen geven files.)

02-12-10. Het is zinloos de republiek uit te roepen: ook onder een president hebben we ons te voegen naar Koning Voetbal. Vandaag bepaalt de NAVO, ik bedoel de FIFA, in welk land in 2018 het een of andere voetbaltoernooi gehouden wordt. Vroeger werd er gedemonstreerd om Nederland uit de NAVO te krijgen, van de NAVO hebben we minder last dan van de FIFA. Dat is een club die het vanzelfsprekend vindt om belastingvrijdom te eisen, en onschendbaarheid bij het begaan van overtredingen en wie weet ook misdrijven. En de regering is zo happig op het organiseren van dat toernooi dat serieus overwogen wordt aan dergelijke malle eisen tegemoet te komen. Er zou geen cent op kunst en cultuur bespaard hoeven te worden als er geen politie ingezet werd om het falderappes te beteugelen dat zich bij voetbalwedstrijden misdraagt.

03-12-10. Er wordt veel onzin beweerd over de gevaren van gladheid. Een lichte aanpassing van de wijze van voortbewegen volstaat om probleemloos te voet te gaan. Je moet je voeten rechtstandig neerzetten dan kan er niets gebeuren. Behalve wanneer je niet in de gaten hebt dat je ergens loopt waar het glad is, zoals ik vorig jaar, toen ik ineens op mijn rug bleek te liggen. Fietsen gaat ook heel goed bij sneeuw: zolang de wielen draaien en je niet remt is er geen verschil met fietsen zonder sneeuw. Remmen kan tricky zijn, dus: niet doen. Gisteren reed ik om het goede voorbeeld te geven van Loosduinen naar de binnenstad. Van gladheid niets gemerkt. In de Torenstraat overgestoken richting Riviervismarkt – en daar lag ik. Niet door de sneeuw, maar door de tramrails waar het voorwiel in beland was.

04-12-10. Het is een zegen om katten te hebben die niet zeuren. Lang geleden, in de tijd dat hij hier aan het inburgeren was, maakte Paling me ’s morgens wakker. Ik ging er dan uit en serveerde ontbijt. Het kan zijn dat het een bioritmische kwestie was, het kan zijn dat hij een verband zag tussen mijn ontwaken en het serveren van ontbijt – hoe dan ook, hij begon me elke volgende dag een uur eerder te wekken. Ik besloot de slaapkamerdeur voor Paling gesloten te houden maar hij morrelde eraan en ging meen ik zelfs gereedschap halen, waarna ik hem voortaan, samen met Duimpie, in de keuken onderbracht als ik naar bed ging. Aagje en Huig doen niet aan zeuren: als ik slaap laten ze me slapen, als ze honger hebben gaan ze zwijgend naast het voerbakje zitten.

05-12-10. Als je ergens over klaagt kunnen er twee dingen gebeuren: er komt geen reactie of juist een overdaad aan reacties. Ik klaagde bij TNT Post over verkeerd bezorgde afvalpassen en kreeg verontschuldigingen gemaild, even later het verzoek via een enquête te laten weten of ik tevreden was over de afhandeling van de klacht en ten slotte werd er een kaart bezorgd: ‘Hartelijk bedankt dat u de moeite heeft genomen ons te informeren over het op een verkeerd adres bezorgen van post. Ik vind het vervelend dat de post niet juist is bezorgd en bied mijn excuses aan voor het ongemak. Wij bezorgen 99,7% van de post meteen op het juiste adres en besteden er veel aandacht aan om deze hoge kwaliteit te behouden. Dankzij uw melding zijn wij hier beter toe in staat.’ Was getekend: ‘Uw postbode’.

06-12-10. Toen ik zaterdag voor de post ging kijken zakte ik op de galerij tot over de enkels in de sneeuw weg. Gisteren was de sneeuw als voor de zon gesmolten, de twee forse sneeuwpoppen die waren opgericht gereduceerd tot het formaat sneeuwbal. De sneeuwverdwijning gaf me een gevoel voor triomf. Er zijn altijd buren die als er op de galerij sneeuw gevallen is als een bezetene naar de bezem grijpen en korte metten maken met die sneeuw. Je moet gewoon de natuur haar werk laten doen. Bovendien zet je als het vriest met sneeuwruimen levens op het spel: in sneeuw is het goed lopen, als je die wegveegt creëer je een spekgladde galerij. Je hebt er ook die de sneeuw te lijf gaan met een emmer warm water – daar zullen we het maar niet eens over hebben.

07-12-10. Altijd lachen als je te maken hebt met de gemeente. Een maand geleden had ik aan de bel getrokken vanwege lukraak in brievenboxen gestopte huisvuilkalenders met afvalpassen. Het was goed mogelijk geweest dat ik daar nooit meer wat over gehoord had maar het kon ook naar de andere kant doorslaan – en inderdaad: ik heb nu twee afvalpassen. Zaterdag is er opnieuw een pas aan de collectie passen toegevoegd. Niet afkomstig van de gemeente maar van de BankGiro Loterij. De pas oogt als een creditcard, met een cardnummer, een vervaldag en meer van die zottigheid. Plus een bijgaande brief gericht aan Geachte meneer of mevrouw De Jong. Eerste zin: ‘U leest het goed, het storten gaat beginnen. En u bent een van de gelukkigen die geld gestort krijgt als u uw BankGiro card activeert.’ Nou nee, ik pas.

08-12-10. Matroos is weer eens boos. Blijkens berichtgeving in de Volkskrant heeft Joop Schafthuizen ervoor gezorgd dat het verschijnen van het derde deel van de Revebiografie van Nop Maas in het gunstigste geval flinke vertraging oploopt – en in het ongunstigste geval niet doorgaat. Het valt niet mee te duiden wat er in Machelen door het hoofd gaat van de weduwnaar van Gerard Reve. Nop Maas zou niet mogen citeren uit ongepubliceerd werk van Reve, waaronder brieven. Maar deed hij dat in de eerste twee delen al niet? En waarom mocht Ad Fransen dan wel in De nadagen van Gerard Reve ongepubliceerde aanzetten en aantekeningen van de auteur afdrukken? Niet alleen mag Maas van Matroos Vosch geen brieven citeren, hij mag ze zelfs niet parafraseren. Dat is een standpunt waar in de rechtszaal korte metten mee gemaakt zal worden.

09-12-10. Er zijn situaties waar je alleen maar van kunt dromen en als ze zich voordoen heb je het gevoel dat je droomt. (Aantrekkelijke huwbare dochter uit handen ontvoerders redden.) Dinsdag bekeek ik de brievenbox vanbinnen en zag een acceptgiro liggen. Wacht eens: die was niet voor mij maar voor iemand met hetzelfde huisnummer die in een andere straat woonde. En wacht nog eens: daar stond de fiets van de TNT-postbode. Die knakker ging ik ter verantwoording roepen, hij zou weldra de dag vervloeken dat zijn moeder begonnen was hem te baren! Hij kwam nader. Ik hield triomfantelijk de envelop op, hij verweerde zich vaardig door te zeggen dat hij de post nog moest bezorgen. Het was een envelop van Sandd! Ik reed ermee naar het juiste adres en passeerde een post rondbrengende oude neuker. Sandd? Nee, Selekt.

10-12-10. Alles goed en wel met dat spitsalarm van de ANWB maar waarom niet voor de gevaren van de bebouwde kom gewaarschuwd? Om kwart voor negen verliet ik het huis om te gaan hardlopen. Voor de deur lag een plas water, het restant van een regenbui. Mooi, er kon voluit gegaan worden. Maar toen ik dat deed en een woonerf bereikte bleek het gevallen regenwater daar getransformeerd tot ijs. Kortom: daar lag ik weer. Momenteel zijn aan de linkerkant alleen de heup, de ribben en de schouder wat gevoelig – maar ik schrijf dit de avond voordat deze tekst online gaat en na het ontwaken kunnen de symptomen verhevigd zijn. Moest denken aan mijn moeder, die in haar latere jaren nogal eens ten val kwam, eenmaal op haar gezicht, waardoor ze eruitzag of ze Bep van Klaveren was tegengekomen.

11-12-10. Waar ik het las weet ik niet meer maar het ging erover dat we dommer aan het worden zijn. Het is niet zo dat door de straling van mobiele telefoons het IQ afbrokkelt maar dat kinderen die tegenwoordig van school komen minder weten dan kinderen die lang geleden van school kwamen. Daar zouden mobiele telefoons mee te maken kunnen hebben – niet door de straling die ze afgeven maar door de afleidende werking die ervan uitgaat. Als mijn zusje uit school kwam trok ze zich terug op haar kamer en voerde daar urenlange telefoongesprekken met vriendinnen met wie ze kort tevoren in de klas had gezeten. Hedendaagse leerlingen doen dat ook als ze onderweg zijn naar huis – en hebben in de klas geen aandacht meer voor de docent omdat ze om de haverklap hun mobieltje controleren op sms-gekwek.

12-12-10. Niet iedereen doet zijn best om naar behoren Nederlands te spreken. Iemand die dezelfde opleiding volgde als ik en op zijn twintigste nog op school zat, zegt rustig ‘ken’ als het ‘kan’ moet zijn – en dat strekt zich uit tot ‘ik kon hem’. Ook met ongeschoolden is het soms tobben. Als het ‘kan’ moet zijn kun je ernaast zitten en ‘ken’ zeggen – omdat je niet weet hoe het hoort. Echter: wanneer je het niet weet doe je maar wat. Waarom doet men het dan automatisch fout en niet per ongeluk goed? Als het om geschreven Nederlands gaat zijn de reacties op de sites van dagbladen een bron van verbijstering. Dankzij het sms’en en twitteren is hele zinnen schrijven voor velen te hoog gegrepen. De nieuwe VARAgids: ‘Eén woord heeft de correcte spelling. Welke?’ Welke? Welke woord? Welk!

13-12-10. Een boekje kan gauw gevuld zijn. In Het tuintje van Mustafa bundelde dj Patrick Kicken ‘grappige verhalen en vreemde teksten’ hem door luisteraars toegestuurd. Lachen! Deze bijvoorbeeld: ‘Wat is het toppunt van herfst? ’s Morgens wakker worden met een eikel naast je bed.’ Het zal omstreeks 1976 geweest zijn dat ik die geweldig grap op school hoorde. En deze, geparafraseerd: Man is jarig, vrouw en kinderen feliciteren hem niet. Hij komt op kantoor, waar zijn secretaresse hem hartelijk feliciteert. Ze gaan uit eten, daarna naar haar huis. Ze verdwijnt om ‘wat makkelijkers’ aan te trekken, hij kleedt zich op zijn sokken na uit. Daar is de secretaresse weer, met een verjaardagstaart – en vrouw en kinderen van de man. Bekend? Jawel, een sketch van Snip & Snap. Erg leuk boekje voor wie geen hoge eisen stelt aan humor!

14-12-10. Als je zo lang geleefd hebt als ik is het nog niet zo erg dat het lachen je vergaan is maar je hebt in de loop der jaren al zoveel gelachen dat het je nog maar zelden overkomt dat je de slappe lach krijgt, inclusief jezelf op de knieën slaan, tranende ogen en van je stoel glijden. Zondag was het weer zover, toen ik hoorde dat Mark Rutte door de parlementaire pers was uitgeroepen tot politicus van het jaar, met op de tweede en derde plaats respectievelijk Maxime Verhagen en Geert Wilders. Poeh poeh, was dat lachen. En verdomd, gisteren ging ik weer onderuit, de lachtranen over de wangen biggelend. Het EenVandaag Opiniepanel bleek Wilders verkozen te hebben tot politicus van het jaar, ik wist niet waar ik het zoeken moest. (Benieuwd wie de slechtste politicus is.)

15-12-10. Vroeger verheugde je je op het dubbeldikke nummer van de VARAgids, want daarin kon je half december al lezen welke films met kerst door de BBC werden uitgezonden. De ene prachtige film na de andere, van de middag tot in de nacht. Dat is er tegenwoordig niet meer bij, blijkens de dubbeldikke kersteditie van de VARAgids die gisteren bezorgd werd. A Fish called Wanda, Starsky and Hutch – nee, dat zijn niet de tv premieres van weleer die je deden watertanden. En om nou op eerste kerstdag naar RTL 8 te gaan kijken, waar je van 18.40 tot 22.15 achtereenvolgens Beethoven’s 3rd en Beethoven’s 4th voorgeschoteld krijgt. Of naar SBS 6, waar ze het nog doller maken met tussen 18.05 en 23.45 uur The Santa Clause, The Santa Clause 2 en The Santa Clause 3. (Aansluitend: Chasing Christmas.)

16-12-10. Altijd pret als er een PVV’er op tv is. En wat verfrissend dat het nu eens niet ging om iemand met een bedenkelijk verleden maar om iemand die gewoon mesjokke is. Ik had die Kortenoeven nog niet eerder in beeld gehad, dus ik keek om te beginnen fronsend naar zijn niet meer te redden haardracht. Vervolgens ving ik op dat hij graag wil dat er een oorlog tegen Iran begonnen wordt, vanwege het gevaar van kernwapens aldaar – nou ja, omdat de islam er beleden wordt. (Voor de Defensiebegroting is het een meevaller dat in Noord-Korea het communisme aangehangen wordt, het is een dure grap als je daar ook nog tegen moet gaan vechten.) Waar deed de wartaal van Kortenoeven me aan denken? Aan Dr. Strangelove, waarin General Jack D Ripper een oorlog met Rusland probeert te forceren.

17-12-10. Gisteren krabbelde Wim Kortenoeven terug: wat hij in de Kamer gezegd had was verkeerd begrepen. Integendeel, zou ik zeggen: er ontstond juist commotie omdat precies begrepen werd wat hij zei. En bovendien: hij las zijn tekst voor (hij lijkt me niet iemand die bij machte is het uit zijn hoofd te doen), het was niet een uitspraak die hem in het vuur van zijn betoog ontviel. Het ging denk ik zo: Kortenoeven, een pril Kamerlid, uit het niets gekomen, mag het parlement toespreken. Hij moet er een waas voor de ogen van gekregen hebben, zo van: vandaag ga ik geen indruk op het land maken, vandaag ik ga indruk op heel de wereld maken. Mijn naam, hoe onbeduidend die ook mag zijn, zal wereldwijd bekend raken! En inderdaad, de kletspraat trok de aandacht van de Iraanse regering.

18-12-10. Met zulk weer gaat hem om groot licht en plankgas maar omdat er om kwart voor zeven al andere weggebruikers opereerden reed ik met de snelheid van een begrafenisstoet naar Leidschendam. Het had wel wat, met vijftig kilometer per uur over de snelweg. Op kantoor hield ik de berichtgeving scherp in de gaten. Rond het middaguur werd gemeld dat er tussen Zoetermeer en het Malieveld sprake was van tien kilometer stilstand, waarbij bedacht moet worden dat de afstand Zoetermeer-Malieveld niet veel groter is dan tien kilometer. Ik wist wat me te doen stond: maken dat ik wegkwam. Niet over de dichtgeslibde snelweg maar binnendoor, via oud Voorburg, dat veranderd was in een schilderij van Anton Pieck. Met grinniken nam ik twee uur later thuis kennis van het advies van de werkgever om onmiddellijk de werkplek te verlaten.

19-12-10. Voorheen werd je in deze tijd van het jaar als weldenkend mens volledig knetter van het gezeur over de gehoopte witte kerst waar minder weldenkende mensen zo verzot op schenen te zijn. Nou ligt er eindelijk een pak sneeuw van heb ik jou daar, wordt er alleen maar geklaagd, daar word je nog knetterder van dan van het gezeik over een witte kerstmis. Vroeger werd er veel minder geouwehoerd over witte kerst of geen witte kerst, sneeuw of geen sneeuw, want mensen waren gelovig en van mening dat het weer van God kwam en dus per definitie goed was. Een ridicule opvatting maar minder ergerlijk dan het geklaag over de sneeuw dat de Journaals vult. Wat is die sneeuw prachtig, het uitzicht hier een kerstkaart, wat geweldig om gade te slaan als je er niet uit hoeft.

20-12-10. Een mooi moment in het nieuws van Omroep West. Wegens de sneeuw reden er geen trams, wat bij sommige reizigers in verontwaardiging had geresulteerd. Daar verscheen in beeld de heer Harald Hameleers van de HTM, die hierover zei: ‘Je kunt de consumentenlijn bellen en mensen moeten niet te veel zeuren.’ Je kunt je je inderdaad afvragen wat mensen bezielt om met de tram te willen reizen als het gesneeuwd heeft of de trein te willen nemen of zelfs het vliegtuig. Het is goed dat er af en toe iemand als de heer Harald Hameleers opstaat om klagers kort en krachtig op hun nummer te zetten. Het is jammer dat hij het op tv deed en niet geciteerd werd op de website van een krant, dat had dan weer geleid tot talrijke reacties variërend van adhesiebetuigingen tot doodsbedreigingen.

21-12-10. Eindelijk winter! De fietstocht van Loosduinen naar de binnenstad was een makkie: verstand en blik op nul, niet remmen, geen voorrang verlenen en in de iPod toepasselijk Snow Patrol. Alleen op de Prinsengracht het fietspad verruild voor de rijbaan maar dat was omdat de fietsers voor me niet opschoten. Bij Pathé de nieuwe Woody Allen (75!). Ik zei tegen de kaartverkoopster: ‘You will meet a tall dark stranger om tien over vijf in zaal zes,’ maar die kwinkslag kwam niet over. Ze hebben weer wat nieuws bedacht: een vaste zitplaats. In de zaal had iemand jas en tas op mijn vaste plaats gedeponeerd, dat kon ik niet tolereren. Naast me twee lege plaatsen, er kwamen twee dames op leeftijd die daar hun vaste plek hadden maar enorm talmden. Ik zei: ‘Zo moeilijk kan het toch niet zijn!’

22-12-10. Het begint er op te lijken: in een weiland bij Purmerend 600 mensen urenlang vast in een onverwarmde trein. Gistermiddag lag er op de rand van mijn balkon 26 centimeter sneeuw. Op de galerij is een sneeuwpad tussen opeenhopingen van sneeuw ontstaan, het doet denken aan een loopgraaf. Ik ging naar buiten en liep door een egaal wit parkje, de straten erheen waren ook goeddeels wit, wat wil een mens nog meer. Er valt zo zelden sneeuw dat het zonde is te ruimen, maar in de loop van de middag drongen er verontrustende geluiden door: een omvangrijke buurman was bezig de galerij sneeuwvrij te maken. Ik deed de voordeur open om er wat van te zeggen maar omdat buurman een luguber hoofd heeft wilde ik het niet te hoog spelen en deed de voordeur maar weer dicht.

23-12-10. Er komt om de zoveel tijd een moment dat de hoeveelheid papier op mijn bureau gesaneerd en overgeheveld moet worden, anders vind ik er niets meer op terug. Bij de eerste schifting kon fiks wat weg. Wat restte verdeelde ik in stapels bestemd voor onderbrenging beneden respectievelijk voor verdere verwerking boven. Uit de nalatenschap van mijn moeder verwierf ik een salontafeltje dat ik wel lollig vond om boven neer te zetten. Er hoort een fauteuil bij waar ik nooit in zit maar als ik erin zit kan ik op dat salontafeltje een kop koffie neerzetten. Omdat ik nooit in dat fauteuiltje zit liggen er op het salontafeltje zolang paperassen die later in een kast moeten worden ondergebracht. Gisteren deponeerde ik op het salontafeltje de Opgave pensioenaanspraken 2010. Die van 2009 lagen er nog dus die konden weg.

24-12-10. December is een dure maand. Tegenwoordig ontvangen werknemers geen dertiende maand meer en een winstdeling al helemaal niet omdat er nauwelijks nog winst gemaakt wordt. Bonussen zijn er voor de bedrijfsleiders die er verantwoordelijk voor zijn dat er geen winst behaald is, gouden handdrukken voor lieden die het nog bonter hebben gemaakt en de eenvoudige werknemer staat met lege handen in het haar. Het is daarom een groot goed dat er nog zoiets bestaat als Stichting Lira, een instantie die belast is met het uitkeren van leenrechtvergoedingen. Al op 30 november (zodat ik de dure decembermaand met vertrouwen tegemoetzag) werd er 25,38 euro op mijn rekening bijgeschreven, het resultaat van 301 geturfde uitleningen van Zoute griotten. (In werkelijkheid was het bedrag nog hoger: er ging 2,09 euro administratiekosten af en 0,40 euro btw.) Ik hef het glas!

25-12-10. Een witte kerst is tot daar aan toe, het is bovendien een koude kerst. Door omstandigheden zat ik gisteren op de fiets. De wind had ik tegen en die woei dwars door mijn jas en trui. In zijstraten was niet gestrooid, ik weet niet wat me bezielde voor zijstraten te kiezen maar ik bereikte schoksgewijs mijn reisdoel. Een man liep behoedzaam naast zijn fiets, ik stoof hem voorbij. In de Weimarstraat trachtte een bestuurder met zijn geparkeerde Mercedes weg te rijden. De achterwielen tolden vruchteloos door de sneeuw. Ik wachtte even: als de wielen greep kregen zou de wagen in volle vaart mijn pad kruisen. In de Vlierboomstraat staken een jongen en een meisje over, het meisje viel zoals ik het sinds Laurel en Hardy niet meer gezien had: benen de lucht in, landing op het zitvlak.

26-12-10. Lezen met kerst, dan moet je Dickens hebben. Van de lang geleden gekochte Oxford Illustrated Dickens heb ik lang niet alles gelezen – maar het werd herlezen want ik wilde me niet wagen aan 812 pagina’s Our mutual Friend of 880 pagina’s Bleak House. Great Expectations herlezen leek me te doen, dat duurt slechts 460 pagina’s. Bovendien had ik niet zo lang geleden de geweldige verfilming uit 1946 door David Lean (met Alec Guinness) gezien, zodat het verhaal me nog goeddeels bij stond. Ik las vrijdagavond de eerste twintig pagina’s, moest gisterochtend toen ik verderging naar het overzicht van Characters bladeren want wie was wie ook alweer? Toen ik aan het eind van de middag tot pagina 178 was gevorderd had ik gelezen over Flopson, Dolge Orlick en Mr. Pumblechook en moest Bentley Drummle zijn opwachting nog maken.

27-12-10. Raad het citaat: ‘Startop, younger in years and appearance, was reading and holding his head, as if he thought himself in danger of exploding it with too strong a charge of knowledge.’ P.G. Wodehouse? Nee. Deze dan: ‘The late king of the country not only appeared to have been troubled with a cough at the time of his decease, but to have taken it with him to the tomb, and to have brought it back.’ P.G. Wodehouse? Nee, het was tweemaal Charles Dickens, in Great Expectations, het laatste citaat uit een hilarisch verslag van Hamlet vertolkt door amateurs. Het zijn momenten van slapstick die uit het boek weggelaten zouden kunnen worden zonder de plot schade te berokkenen – je krijgt de indruk dat Dickens het af en toe niet kon laten de lachspieren van de lezers te bewerken.

28-12-10. Het was een bof dat het gisteravond geen opnameavond was want ik zat zoals gebruikelijk op de eerste rij en aan het eind moesten we allemaal het kleurige stukje textiel van de rugleuning van onze stoel nemen en openvouwen en het hoofd door het gat in het midden steken, en daar was het voltallige publiek in het Compagnietheater veranderd in een gospelkoor. Met andere woorden: ik was naar Het verlossende woord, de ‘jaarsconference’ van Freek, die op 2 januari uitgezonden wordt. Het was een lach en een traan – lachen om de voorstelling maar overdrachtelijk een traan omdat Stella die mee zou gaan al drie dagen met koorts en hoesten aan bed gekluisterd was. En dat terwijl Freek vroeg of er iemand was die in de zorg werkte en voor iemand die hoestte een glaasje water liet komen.

29-12-10. Freek maakte over helpdesks de grappen die Youp had laten liggen. Als ik een dag later naar de voorstelling was gegaan had ik Freek ter plekke stof voor zijn repertoire kunnen aanreiken. Ik wilde gisterochtend opbellen maar de telefoon bracht geen kiestoon voort, slaakte wel de gebruikelijke pieps als ik het ding weer in de houder plaatste. Batterijen leeg? Batterijen opgeladen. Oplaadbare batterijen gekocht. En opgeladen. Wat ook geprobeerd, geen kiestoon, terwijl zij die mij belden de ingesprektoon kregen. Van buurvriendin Esther de mobiele telefoon geleend om de helpdesk van KPN te bellen. Meteen een levende dame aan de lijn, vervolgens twintig minuten wachten op de levende heer die de boel ging doormeten. ‘Het kan toch niet zo zijn dat er op mijn telefoon is ingebroken?’ zei ik. Het geruststellende antwoord van de helpdesker: ‘Meneer, alles kan.’

30-12-10. De meeste mensen willen er met kerst op hun paasbest uitzien en gaan daarom voordien naar de kapper. Het leek me een goed idee daags na kerst te gaan. Dat was het ook: de kapper had maar een enkele klant. Het leek me een vluggertje te zijn want de man voerde slechts wat franje boven de oren en in de nek. Maar wat wil het geval? Alvorens de beperkte haardracht tot stoppels werd gereduceerd werd het kapsel gewassen! Plus dan nog de monologen van de kapper die soms ten koste gingen van het knippen. Toen ik aan de beurt was diende zich zowaar een gespreksonderwerp aan dat geen verband hield met voetbal of het weer: voor de deur naar de tuin zat een kat die daar ’s morgens en ’s middags opdook om gevoerd te worden. Yes!

31-12-10. Als er vandaag prominent op de voorpagina van de krant staat: ‘Martin de Jong is de grootste schoft die er bestaat’ en ik vecht dat bij de Raad voor de Journalistiek aan en krijg gelijk en er wordt gerectificeerd dan staat er op pagina zes in een klein kadertje: ‘Er bestaan nog grotere schoften dan Martin de Jong.’ Met andere woorden: iedereen krijgt aantijgingen onder ogen, weerleggingen maar een enkeling. Intussen gaat de beschuldigde onder een stigma gebukt en met hem zijn landgenoten. Herinneren we ons de Marokkaanse familie nog die ten onrechte in Amsterdam werd opgepakt op verdenking van terrorisme? Dit jaar waren het onterecht opgepakte Somaliërs, de synonimiteit van Somaliër en terrorist werd ons flink ingewreven. Voor 2011 lijkt het me een goed voornemen voor de overheden en geheime diensten: eerst denken, dan misschien doen.

© Copyright Martin de Jong, Den Haag. Alle rechten voorbehouden.

techniek: Maarten van der Peet