01-01-06. De hele maand januari heb ik vrij – te kort om te spreken van een sabbatical maar hopelijk lang genoeg om de basis te leggen voor een roman: schema maken, aantekeningen uitwerken, eerste (handschrift)versie. Sabbatical wordt een roman in drie delen. Het eerste deel speelt tijdens een schoolreünie die de held met tegenzin bijwoont, het middendeel is een flashback, het laatste deel volgt op het eerste. Popmuziek speelt een belangrijke rol. Sabbatical gaat vooraf aan de roman Livia, waarvan het eerste hoofdstuk te lezen is op www.buisdorp.com. Daarna volgt Monarcratie, dat alleen nog in mijn hoofd bestaat. Omdat het vandaag 1 januari is en er veel tijd gaat zitten in het uitwisselen van de ‘beste’ wensen (wat zijn ‘beste’ wensen eigenlijk? zouden er ook ‘betere’ wensen bestaan die iets minder ‘goed’ zijn?) wil ik het hierbij laten. Insgelijks!
02-01-06. Om op nieuwjaarsdag iets gedaan te hebben maakte ik alvast een werkschema: een indeling van de tijd, waaraan ik me de komende maand zal proberen te houden. (Er gaat niets boven discipline.) Er loopt tot 1 februari geen wekker af en daarom heb ik me voorgenomen de dag te beginnen met uitslapen. Op maandag en donderdag eerst naar de supermarkt en vervolgens sporten, op dinsdag en zondag niet naar de supermarkt maar wel sporten. En waar het om gaat: dagelijks van ongeveer 13.00 tot 17.00 schrijven, gevolgd door voedselinname en een rustmoment, waarna van zeg 18.30 tot 22.00 schrijven. (Dat is niet gigantisch lang, maar als je met de vulpen schrijft treedt er sneller vermoeidheid op dan wanneer je een toetsenbord gebruikt.) Daarna zo’n twee uur aan het weblog werken en als dagafsluiting nog een uurtje lezen.
03-01-06. Er is nog lang geen sprake van een schrijfritme. ’s Morgens om kwart over elf wakker worden, zo halftwaalf ontbijtkoffie drinken annex mail controleren – voor mijn gevoel is de dag dan alweer bijna om. Werken aan Sabbatical doe ik niet met een schone lei: vorig jaar heb ik op 23 en 24 juli in totaal maar liefst 1 uur en 40 minuten aan het eerste hoofdstuk gewerkt en zes pagina’s handschrift geproduceerd. Ik hield er daarna niet mee op uit gebrek aan inspiratie maar omdat er andersoortige schrijverij tussendoor gefietst kwam die voorrang had: een essay over Remco Campert, een script voor een Hot Talkuitzending en weblogteksten. Vandaag zien of ik wijs kan worden uit de destijdse aantekeningen: een schrift waarin ik deels onbegrijpelijke invallen heb genoteerd als ‘vrouwen praten in bioscoop’ en ‘brief vertaald leraar Duits’.
04-01-06. Dinsdag zou het gaan gebeuren, maar er kwam niets van terecht: druk druk en druk. Ik was dit jaar nog niet zo vroeg opgestaan (tien uur). Na een redelijk gezond ontbijt (Senseo dark roast en twee sneetjes Sallands zonnepit met komkommer) naar de sportschool, waar de receptioniste me net als maandag een gunstig 2006 wilde wensen, zelfs toen ik zei dat we dat intieme moment al gehad hadden. Het was kwart voor twaalf toen ik weer thuis was. Nog een Senseo (cafeïnevrij) en toen aan de slag: een jubileumboek over Rowwen Hèze bespreken. Vervolgens de kou weer in: bespreking posten, naar het postkantoor om postzegels te kopen, naar de poelier om een gegrilde kiprollade te kopen en naar de schoenmaker om veters te kopen. Vervolgens een halve gegrilde kiprollade gegeten – enfin, daarna uitbuikend een Jack Nicholsonbiografie uitgelezen.
05-01-06. Toen ik de Jack Nicholsonbiografie uit had ging ik meteen verder in een Gregory Peckbiografie, in plaats van te gaan schrijven. Zo kan ik het wel blijven uitstellen, er liggen nog veel biografieën ongelezen op de planken: Robert De Niro, Lauren Bacall, Anthony Perkins, Lucille Ball, Billy Wilder, Frank Capra, James Whale, W.C. Fields, Robert Mitchum – om het tot de filmwereld te beperken. Langzaam maar onzeker gaan de bezigheden richting schrijven. Ik heb bijvoorbeeld mijn bureau al opgeruimd om het schrijven überhaupt mogelijk te maken. En ik bekeek een plastic mapje met kladblokblaadjes waar ik invallen op genoteerd had. Bij alles wist ik meteen wat ik destijds bedoeld had maar anderen zullen zich afvragen waar ik heen wilde met uitdrukkingen en begrippen als: ‘paard suikerklontje geven,’ ‘kwallijer,’ ‘Combastino’ en ‘Kilfer.’ Ik had alleen moeite met mijn handschrift.
06-01-06. Eindelijk op gang gekomen en mezelf kennende ben ik over een paar dagen niet meer tegen te houden. Een eerste versie schrijf ik nog altijd met de vulpen in een A4-schrift (merk Atoma, een Vlaamse firma: ‘The original since 1948’). Zo’n eerste versie lijkt vergeleken met het eindresultaat nergens naar maar is een nuttige basis. Voor de tweede versie zet ik de pc aan. Al overtypende breng ik verbeteringen aan, voeg ik dingen toe en schrap ik overbodigheden. Ik had vorig jaar al een aantal pagina’s Sabbatical in handschrift geschreven. Het zou niet meegevallen zijn om verder te gaan waar ik gebleven was en daarom besloot ik het geschrevene eerst over te typen. Daardoor raakte ik weer in het verhaal en was het me duidelijk welke kant het op moest gaan. En nu mag de vulpen weer.
07-01-06. Voordat je aan een boek begint denk je na over de structuur. Niet alleen de inhoud en de synopsis houden je bezig, ook zaken als: ik-vorm versus hij-vorm, tegenwoordige tijd of voltooide tijd et cetera enzovoort. In dit geval heb ik gekozen voor de ik-vorm. De gebeurtenissen worden door de ogen van hoofdpersoon Tom Veers gezien en door hem gekleurd – dat komt me beter uit dan de afstandelijker hij-vorm. Omdat het lange middendeel een flashback is, is de verleiding groot om voor het eerste en chronologisch daarop aansluitende derde deel de tegenwoordige tijd te gebruiken maar die is minder plausibel dan de verleden tijd. Het is aannemelijker dat een romanfiguur terugkijkt op gebeurtenissen dan dat hij rechtstreeks verslag doet van wat er op dat moment gebeurt – dus niet ‘Ik neem een biertje’ maar ‘Ik nam een biertje.’
08-01-06. Het was wonderlijk, hoe moeiteloos ik op 6 januari verder ging waar ik op 24 juli gebleven was. Maar zo gaat het als je het verhaal in je hoofd hebt zitten. Het gebeurt ook wel dat me wat te binnen schiet en dat ik het opschrijf om het niet te vergeten. In plaats van het te vergeten raak ik het papiertje kwijt. Na verloop van tijd komt het papiertje weer boven water en daarop staat dan exact wat ik gelukkig onthouden had. Het schrijven ging zo vlot, dat ik mezelf een vrije zaterdag gunde. Ik reed naar Amsterdam om twee cd’s op te halen en bij Waterstone’s kortingsbonnen te verzilveren. En om een boterkoek te kopen. Daar kwam op de terugweg nog een Chinese afhaalmaaltijd bij. Je moet jezelf af en toe een cadeautje geven, als schrijver.
09-01-06. De eerste versie van het eerste van drie hoofdstukken is voltooid: 4979 woorden. (Het eerste hoofdstuk is een soort ouverture, de andere zullen langer zijn.) Het schrijven ging vlot, maar zoals meestal zal er flink geschaafd moeten worden voordat het resultaat naar wens is. Origineel zijn valt niet mee. Op de reünie wordt er opgetreden door een herenigd schoolbandje. Na de pauze brengen ze funk- en soulrepertoire en daarom wilde ik ze de Funkateers noemen. Bestond die naam al? Op Google het woord ingetikt, en jawel, Funkateers bestond. Dat gold ook voor Funkmeisters, Motherfunkers en nog een paar namen. Ik kwam vervolgens op Funkathletics, maar dat beviel me om de een of andere reden niet. Uiteindelijk vond ik een naam voor de groep – maar die noem ik niet, anders staat-ie straks net als de andere op Google.
10-01-06. Als je schrijft moeten de omstandigheden optimaal zijn: prettige stoel, stevig bureau, aangename temperatuur – en bovendien stimulerende klanken. Toen ik aan Zoute griotten werkte draaide ik veel James Brown, op andere momenten Miles Davis of John Coltrane (de Prestige- en Atlantic-opnamen). Momenteel is het Mozart – ik had de Complete Mozart Editon-delen die ik bezit al gedraaid (String Quintets – Piano Quintet, Quartets, Trios etc. – String Trios And Duos – Quintets, Quartets etc.) voordat ik besefte dat 2006 een Mozartjaar is. Ik ga dus gewoon maar door met The Late Sting Quartets (Alban Berg Quartett), The Symphonies vol. VI & VII (Christopher Hogwood), The Piano Concertos (Malcolm Bilson), The Piano Sonatas (Glenn Gould), Don Giovanni, 5 Violinkonzerte (Gidon Kremer) en de resterende cd’s die ik heb: van Eine kleine Nachtmusik via het Flute and Harp Concerto tot aan het Requiem.
11-01-06. Ben nog steeds bezig met schaven aan het eerste hoofdstuk, dat momenteel 5341 woorden telt. Het is bij het nalezen soms ontmoedigend om de fouten te zien die je de vorige keer niet in de gaten had gehad. Een bijvoeglijk naamwoord dat je kort na elkaar twee keer gebruikt had. Tikfouten die je al veel eerder in de gaten had moeten hebben. Een grap die bij nader inzien te flauw is, een grap die eigenlijk best wel wat flauwer mag zijn. Een dialoog die aan duidelijkheid wint door nog een keer aan te geven wie het woord voert (‘zei hij/zij’). En had ik wel de juiste namen gekozen? Met de achternamen zat het wel goed (Veers, Van Ol, Moriaan, Banko) maar er waren alledaagse voornamen bij die kennissen ook hebben en die ik dus maar vervangen heb.
12-01-06. Ook woensdag voornamelijk met het eerste hoofdstuk bezig geweest. Het telt nu 5435 woorden, het gevolg van niet alleen toevoegen maar ook van schrappen. Voorts gedurig gedubd: moest ik na het min of meer voltooien van het eerste hoofdstuk verdergaan met het tweede hoofdstuk? Dat is een lange flashback waarin de gebeurtenissen die uitmonden in het eerste hoofdstuk beschreven worden. Ik vond het bij nader nadenken beter om door te gaan met het derde hoofdstuk, dat chronologisch op het eerste aansluit. Ik had al er al de nodige aantekeningen voor gemaakt en had het verhaalverloop ook in mijn hoofd zitten maar zal toch wel even bezig zijn met de synopsis, vermoed ik. De donderdag is daar een goede dag voor, na het sporten. Woensdag had de concentratie ernstig te lijden van de gearriveerde voorlopige aanslag over 2006.
13-01-06. ‘Wat ik allemaal heb meegemaakt, daar kan je een boek over schrijven.’ Dat zegt mens weleens. Wat ze meegemaakt hebben is narigheid zoals die besproken wordt bij Oprah en Dr. Phil en daar hoort die narigheid ook thuis. Ik heb nog nooit wat meegemaakt – zelfs niet op het gebied van narigheid – waarvan ik dacht: daar moet ik wat mee doen, of: daar kan ik wat mee doen. (Behalve in een kort komisch verhaal.) Zelfs niet als derden vonden dat ik er wat mee moest doen. Schrijven is wat anders dan het op papier zetten van wat je overkomen is, de leuke dingen of de minder leuke dingen. Zelfs als je geweldig goed kunt schrijven, leidt het hooguit tot een geromantiseerd dagboek of een documentaire of een minderwaardige vorm van zelfjournalistiek. (Ik kom binnenkort op deze kwestie terug.)
14-01-06. Ik heb nu definitief besloten na het eerste hoofdstuk verder te gaan met het derde. Vrijdag de dertiende ging ik verlaat van start, ik werd om tien voor twaalf wakker – en dan nog alleen omdat een timmerman bezig was om bij de buren een nieuwe drempel aan te brengen, wat gepaard ging met het rumoerig wegzagen van de oude. Ik zat om twaalf uur aan de ontbijtkoffie, controleerde de mail, at twee boterhammen met komkommer en toen was er alweer een herhaling van The Persuaders op tv (in Nederland De versierders geheten, in België De speelvogels). Maar ik dwaal af. Na een bord babi pangang met kerriesaus een poosje in een biografie van Gregory Peck gelezen en toen pas (19.30) aan de slag. (Nee, geklets: ook ’s middags van 13.05 tot 14.20 aan het eerste hoofdstuk gewerkt.)
15-01-06. Vrijdag om middernacht verdergegaan in de biografie van Gregory Peck en die las zo lekker dat ik er tot een uur of halfdrie in bleef lezen. Vooruit, maar eens gaan pitten. Maar mijn inwendige klok kon het slaapritme niet meer bijbenen, zodat ik meer dan een uur bij kennis bleef. Uiteindelijk onder zeil geraakt – zaterdag pas tegen twaalven eruit. Het was de moeite niet meer er een gevulde schrijfdag van te maken, en daarom de Peckbiografie uitgelezen en voor een aanstaande jarige een cassettebandje met mooie muziek opgenomen en macaroni bereid. Pas om vijf over halftien ’s avonds in actie gekomen en begonnen aan het derde hoofdstuk. Tot kwart voor twaalf bezig geweest en in die tijd negen pagina’s handschrift voltooid (A4-formaat) – omdat ik alleen maar hoefde te noteren wat er al tijden in mijn hoofd zat.
16-01-06. Toen ik zaterdagavond aan het schrijven was had ik muziek opstaan, evenals de buren. Bij hen was het geen Mozart maar house die dwars door het fagotconcert heen bonkte. Na het schrijven ging ik verder met lezen: de autobiografie van Gene Wilder (die al 72 bleek te zijn!). Mozart bewaarde ik voor zondag maar het belendende housegebonk ging door. Tot halfdrie. De naburige muziekliefhebbers gingen vroeger naar houseparty’s, tegenwoordig houden ze die thuis. Als het halftwee ’s nachts geworden is en het lezen over het leven van Gene Wilder door beukmuziek gehinderd wordt sta je op het punt de politie te bellen maar tegelijk denk je: als ik dat doe zul je zien dat het opgehouden is voordat de politie er is. Zondag pas ’s avonds gaan schrijven. De handschriftproductie van zaterdag overgetypt en verbeterd: 3138 woorden.
17-01-06. De derde vrije week, het schrijven vordert gestaag. Ik was zondagavond in de autobiografie van Lauren Bacall begonnen, waarin ik tot twee uur ’s nachts bleef lezen. Dan sta je de volgende ochtend niet om zes uur op, en als je naar de supermarkt geweest bent is het ineens middag, en als je van fitness komt al halfdrie en tijd voor een bord zilvervliesrijst met twee gebakken eieren eroverheen (eigen recept). Ik had een freelance klusje in de bus gekregen waar ik een poosje mee zoet was en pas om vijf voor zeven was er gelegenheid voor schrijverij. Het eerste hoofdstuk en wat er tot nu toe van het derde op de harde schijf staat doorgenomen en hier en daar veranderingen aangebracht. Het eerste telt nu 5688 woorden, het derde 3126, maar dat worden er minimaal 7000.
18-01-06. Het eerste hoofdstuk gaat over een schoolreünie waar hoofdpersonage Tom Veers (aanvankelijk met tegenzin) naartoe gaat. Is het leuk om klasgenoten terug te zien als ze van middelbare leeftijd geworden zijn? Dat je zelf ouder wordt heb je niet in de gaten als je dagelijks in de scheerspiegel kijkt. Maar na 25 jaar lijken de anderen in hun ouders veranderd te zijn. In hoofdstuk drie, waar ik momenteel aan werk, komt de popgroep Mud ter sprake, die in de jaren zeventig hits had met onder meer Tiger Feet en Lonely This Christmas. Om achter nadere informatie over Mud te komen ging ik eens op internet kijken. Op een fansite vond ik biografietjes van Les Gray en zijn makkers. Naast de foto van de babyface die de drummer geweest was stond een recente foto: ernstig afgetakeld oud baasje.
19-01-06. Nog even over autobiografisch versus verzonnen. Eigen belevenissen tot een roman omwerken vind ik een beetje gemakzuchtig. Maar een verhaal van A tot Z verzinnen is ook niks voor mij. Volledig vrij zijn om te schrijven wat je wilt? Dat is zoiets als een schilderij zonder lijst (met een oneindig groot doek) of een muziekstuk zonder begin- of slotakkoord. Ik geef de voorkeur aan een combinatie van verzinsel en belevenis (waarbij ik belevenis ruim interpreteer, het kan ook gaan om iets wat een ander overkomen is). Ik bedenk een verhaal en tijdens het schrijven schieten me gebeurtenissen te binnen die ik aan de fictie toevoeg en die daarin op hun plaats vallen. In Sabbatical gebeurt dat tot nu toe vrij vaak. Ik goochel met feit en fictie, net zolang tot ik half vergeten ben wat wat is.
20-01-06. Ik schreef dit al op 19 januari, vanaf vijf over halfzes. Het was tot dan toe een schrijfloze dag geweest en dat moest het bij wijze van uitzondering ook maar blijven: een dagsabbatical bij het schrijven van Sabbatical. Ik had afleidingsverschijnselen: mijn sinds 2 december in behandeling zijnde dvd-speler was genezen verklaard. Voordat ik ’m ging ophalen de videorecorder weggebracht: was eind december gerepareerd maar de klacht was ondanks de afdracht van 78,90 euro niet verholpen. Toen ik me bij de BCC-balie meldde voor de dvd-speler was de baliedame aan de telefoon. Ze sprak mijn antwoordapparaat in, ik hoorde haar zeggen dat de dvd-speler afgehaald kon worden. En daar was ik al. Thuis had zich een berg onbekeken dvd’s opgehoopt. Vanmorgen vroeg (halfelf) wakker van deurbel: pakketbezorger bracht Collected Novels Volume Two van Paul Auster… Time out!
21-01-06. De time out is nog niet voorbij en verliep tot nu toe aldus: donderdagmiddag de originele Japanse Godzillafilm (uit 1954) gezien, ’s avonds The Music of Chance (van Paul Auster) gelezen en bij wijze van nachtfilm naar The Missionary (van en met Michael Palin) gekeken. Vrijdagmiddag The Grudge en de klassieker Billy Liar gezien en aansluitend Leviathan (Paul Auster) gelezen. Maar het schrijven staat niet stil: zoals een baby in de moederbuik groeit, zo groeit een roman in het hoofd van een schrijver, zelfs als hij aan het lezen is. Ik las Leviathan en tegelijkertijd bedacht ik de voorlaatste scène van Sabbatical (die daar niets mee te maken heeft), inclusief dialoogfragmenten. Vandaag moet ik zien dat ik voor het middaguur ontwaakt ben, want er dient naburig een verjaardagsgebakje gegeten te worden. Het zal waarschijnlijk mijn ontbijt zijn.
22-01-06. De time out gaat zijn vierde en laatste dag in. Zaterdag ondoenlijk vroeg opgestaan (tien uur) en driekwartier later bij jarige Esther aan de koffie en het ontbijtgebak.’s Middags naar Red Rock West gekeken (met Nicolas Cage en Dennis Hopper), ’s avonds Mr Vertigo (van Paul Auster) gelezen, waarna een nachtfilm. Ik wil vandaag Ben-Hur en/of Il Casanova gaan zien, maar het kan ook geen van beide worden want ik verander nu eenmaal vaak van gedachten. Het schrijven gaat intussen bijna ongemerkt door, in mijn hoofd. Het is prettig dat het brein zo werkt: wat je ook aan het doen bent, de ideeën blijven komen. Daarom heeft het ook geen zin aan je bureau te gaan zitten wachten op invallen. Daar zit je pas als ze er zijn en dan komen er terwijl je schrijft vanzelf meer.
23-01-06. De laatste time out-dag was een filmfestivalletje. Zaterdagnacht naar Edward Scissorhands gekeken, zondag al om halfelf wakend, dus een zee van kijktijd. ’s Middags Ben-Hur gezien, waarna ik ook nog de bijgevoegde stomme versie uit 1925 had kunnen bekijken maar een kleine zes uur van dat soort toestanden vond ik wat overdreven. Een andere keer. Meteen doorgegaan met Il Casanova van Federico Fellini – wat een film, wat een muziek. Ik zag ’m in 1976 in de bioscoop, vond korte tijd later de soundtrack van Nino Rota in de bibliotheek. Elk filmbeeld een meesterlijk schilderij – dat is nog eens wat anders dan die nieuwe Casanovafilm. Om in Italiaanse sfeer te blijven het kijken vervolgd met Brutti, Sporchi e Cattivi en tot slot als nachtfilm een Visconti. Maandag voert het schrijven weer de boventoon. De time out is over.
24-01-06. De time out werd min of meer noodgedwongen geprolongeerd. Zondagavond geen puf meer voor een Viscontifilm en al om middernacht gaan slapen. De biologische klok had daar geen oren naar, zodat ik om twee uur nog wakker lag. Maandagochtend eerst gewekt door de vuilnisophalers, die hun werk niet geruisloos deden. Nog een paar keer wakker geworden en uiteindelijk om halfeen opgestaan. Na de aankoop van cd’s met de complete symfonieën van Tchaikovsky en met de vioolsonates van Beethoven en een uurtje sporten was de dag al in een vergevorderd stadium geraakt. Naar de stomme versie van Ben-Hur gekeken, die in 1925 4 miljoen dollar kostte en dat is er nog aan af te zien. Prachtig. Daarna een recentere film: Das Testament des Dr. Mabuse (1933), gevolgd door Die 1000 Augen des Dr. Mabuse (1960), met Gert Fröbe.
25-01-06. Als je maar bijtijds opstaat dan kan je nog wat van je dag maken. Ik was de nacht ingegaan met twee uur aan Ben-Hurdocumentaires (inclusief een screentest van Leslie Nielsen voor de rol van Messala). Omdat ik al om halfdrie was gaan slapen stond ik dinsdag al om vijf over twaalf op. Ontbeten, gaan sporten (na het zien van twee Ben-Hurverfilmingen in twee dagen tijd ging het roeien me extra goed af), boodschappen gedaan en naar Girl with a Pearl Earring gekeken. (Zou het slot anders gedaan hebben: zelfde uitzoomende beeld van het schilderij, maar dan een lang ononderbroken tracking shot: je ziet dat het schilderij in het Mauritshuis hangt, camera de zaal uit, naar buiten en daar eigentijdse mensen in de rij staand voor een Vermeertentoonstelling.) Enfin. ’s Avonds aan het eerste en derde hoofdstuk geschaafd.
26-01-06. De dinsdagnachtfilm was het meesterwerk M – Eine Stadt Sucht Einen Mörder (1931, van Fritz Lang) met een fenomenale Peter Lorre, die daarna gestrikt werd voor The Man Who Knew Too Much van Alfred Hitchcock. Woensdag wegens ernstig uitslapen slechts enkele zinnen geschreven maar het waren de juiste en mezelf daarom getrakteerd op bekijking van een paar dvd’s. Eerst de docutopper Ramses, daarna 24 Hour Party People (met Steve Googan). Na het avondsporten een Visconti: Ossessione (1943) met Clara Calamai en Massimo Girotti, de Italiaanse verfilming van The Postman Always Rings Twice – even indrukwekkend als de eerste Amerikaanse versie (1946) met Lana Turner en John Garfield. De aanvangsuren van de nacht waren voor Sophia Loren en Marcello Mastroianni in Una Giornata Particulare – dat wordt het ook, want vanavond ga ik in de Heineken Music Hall Deep Purple zien!
27-01-06. Eerst dit. Woensdagavond kwart voor twaalf de net ingeschonken Senseo neergezet en op de openknop van de dvd-speler gedrukt. Lade schoof open en duwde kop Senso voor zich uit – over mijn bed heen. Complete hete Senseo in matras! Van schrik pas om kwart voor vier gaan slapen. Donderdagmiddag bij fitness eerste poging roeirace gedaan. Twee kilometer geroeid in 10 minuut 29, kan sneller (want ik had al 40 minuten gefietst en gehold). Vond dat ik rust verdiend had en ging een Visconti kijken in plaats van te gaan schrijven. De avond was voor Deep Purple en ik voelde me weer helemaal 1972. Space Truckin’, Highway Star, Lazy, Smoke on the Water – bekend van de loeimooie dubbelelpee Made in Japan. Het luide geluid was voelbaar. De toetsenist verwerkte Tulpen uit Amsterdam in zijn solo! Vandaag 250ste verjaardag Mozart.
28-01-06. Rossaar! Dat is geen strijdkreet of een wanhopige aanroeping van het Opperwezen, maar de naam van een leraar. Voor het eerste hoofdstuk (de schoolreünie) had ik namen bedacht voor leerkrachten en schoolleiders – Banko, Van Ol, Koegelstamm, Ruweluin, Combastino, DuPleur, Herps, Radeer – maar het schoot me een paar dagen geleden te binnen dat ik nog geen naam had voor de leraar Engels. Gelukkig had ik binnen de kortste keren een passende naam. Maar ik lag lui dvd te kijken en was te lamlendig om de naam te noteren. Toen ik de volgende dag weer even lamlendig dvd lag te kijken dacht ik: hoe was die naam ook alweer? Ah, ik wist het weer. En schreef de naam uit gemakzucht niet op. Maar vrijdagmiddag kon ik er niet meer opkomen. En dus verzon ik een nieuwe. Rossaar. Niet vergeten.
29-01-06. Zo verlummel je je tijd, zo gaat het ineens als de brandweer. Zaterdagavond eindelijk verder gaan schrijven, en tussen 20.00 en 22.15 uur 8½ pagina’s A4-formaat gevuld. Ik verwacht dat ik zondagavond de handschriftversie van het derde hoofdstuk af heb (maar dan moeten de mouwen wel opgestroopt blijven). Wat er dan in handschrift staat is natuurlijk nog ondermaats: het is eigenlijk een omvangrijke synopsis – voordat het naar wens is moet er veel geschaafd, geschrapt en aangevuld worden. Overigens heeft mijn manier van schrijven wel wat weg van de bezigheden van een kok die op zoek is naar ingrediënten die bij de maaltijd passen. Ik speur naar dingen die in het verhaal op hun plaats zijn, specerijen die het verteerbaarder maken. Zo is Deep Purple er ineens in terechtgekomen, evenals de televisieserie Please Sir! uit de jaren zeventig.
30-01-06. De mouwen hoefden niet eens lang opgestroopt te blijven, ik schreef zondag binnen anderhalf uur de laatste (5½) pagina’s van het laatste hoofdstuk (in handschrift). Maar ik hou mezelf niet voor de gek, het is nog niet eens een halffabricaat, er wacht nog een hoop verbeterwerk. Dat gebeurt gedeeltelijk in één moeite door bij het overtypen en is voor de rest een kwestie van gedurig turen op de tekst en hopelijk beseffen wat er (nog) niet aan deugt. De begrafenisscène, bijvoorbeeld, moet nog opgeleukt worden. Misschien dat ik een paar passages in een andere volgorde zet. Het was in elk geval een vruchtbare dag, dat moet het vandaag weer worden. Ik was de zaterdagnacht ingegaan met het weer eens zien van Amélie, er zit een deuntje in dat ik volgens mij van een Tatifilm ken. Maar welke?
31-01-06. Op 1 februari loopt om 06.10 uur mijn wekker af en moet ik weer naar het werk. Dat zal wennen zijn – in de voorbije weken ging ik om drie uur, halfvier slapen en stond om twaalf uur, kwart over twaalf op. Maar waar het om gaat is dat ik de eerste versie van het derde hoofdstuk op de harde schijf heb staan. ‘Je hebt ’m weer flink uit je broek laten hangen,’ zeiden we op school en het werden dan ook 8736 woorden. De komende tijd zien waar er verbeteringen moeten worden aangebracht. Tijdens het schrijven naar symfonieën van Tchaikovsky geluisterd en ook naar de recente cd-aanwinst met Kindertotenlieder en andere Lieder van Mahler, onder Leonard Bernstein. Ook nog tijd gehad voor een Sonnevelddubbel-dvd, met mooie liedjes als Margootje, Het dorp en Lieveling en het vrolijke Gerrit.
01-02-06. Dit schreef ik dinsdagavond rond 20.00 uur en plakte ik vanmorgen omstreeks 06.20 uur op deze plek. Het uitslaapleven is gedaan, althans voor een dag (daarna weer vrij tot en met zondag). Het lukte me niet om maandagnacht voor 04.00 uur in slaap te komen, maar vreemd genoeg werd ik ’s morgens al om 08.30 uur wakker en ging er toen maar uit. Om 09.25 uur bij de sportschool, waar ik gapend mijn conditie op peil hield. Toen ik een paar uur later in de tram zat was het dankzij een cassettebandje vol Deep Purple dat ik uit mijn ogen bleef kijken. Ik was onderweg naar de matineevoorstelling van Match Point, van Woody Allen. De eerste driekwartier vond ik nogal tegenvallen. Maar de volgende vijf kwartier waren fantastisch. ’s Avonds het eerste en derde hoofdstuk verder gefatsoeneerd.
02-02-06. Nadat ik de tekst op het scherm verschillende keren aandachtig en zorgvuldig bekeken had dacht ik dat die wel in orde was, en printte de beide hoofdstukken. 12-punts Times New Roman, prettig om de 14.683 woorden zo op 28 geprinte pagina’s te lezen. Maar ook een beetje ontluisterend want ondanks mijn aandachtige en zorgvuldige beturing van het beeldscherm bracht ik op de print zowat tachtig verbeteringen aan. Een enkele stilistische verbetering, maar ook de banale correctie van een onbenullig foutje. Zouden er schrijvers zijn die alleen op de pc werken? Gerard Reve liet zijn handschrift overtypen, Dostojevsky dicteerde zijn laatste werken. Als je je woorden in een andere vorm (print in plaats van scherm) onder ogen krijgt blijkt er het een en ander aan te schorten. En het was pas de eerste keer dat ik ze doorlas.
03-02-06. Het werd een thuiswerkdag: teksten corrigeren bij beluistering van strijkkwartetten en werken voor piano en orkest van Béla Bartók (1881-1945). Dat was pas aan het begin van de avond het geval: na ontwaking gaan sporten, toen Leiden bezocht en op de terugweg naar de auto een ontbijtkroket getrokken. Bij de luxeaankopen zaten cd’s van Cesaria Evora (Miss Perfumado), Bob Dylan (Time out of Mind) en Deep Purple (Burn en In Concert with the London Symphony Orchestra), dvd’s (La Mala Educación, La Meglio Gioventù 1 + 2 en Mad Dogs and Englishmen) en slechts één boek: Mozart in zijn brieven – de dag ervoor al de nieuwe Stephen King (The Cell) en de baksteen met de Annie Mols– en Onkruidromans van Louis Paul Boon gekocht. Wat Sabbatical betreft: misschien dat ik vandaag of morgen het eerste hoofdstuk online zet.
04-02-06. De vrijdag stond grotendeels in het teken van een correctieklus, ditmaal met als arbeidsvitaminen diverse werken van Debussy en de recente aanwinsten van Cesaria Evora en Bob Dylan. Raar: naar Dylan had ik sinds Street-Legal en At Budokan (ik had hem in die tijd in het Feyenoord Stadion gezien, met Clapton in het voorprogramma) nauwelijks geluisterd. Op Time out of Mind heeft hij een heel andere stem dan ik gewend was. Dieper, rijper, bluesier. Mooi. Hele cd mooi. En dat voor 8 euro. Pas ’s avonds aan Sabbatical toegekomen. De print van het eerste hoofdstuk nog eens kritisch doorgenomen en hier en daar verbeterd. Moet je mee uitkijken: je bedenkt een mooier bijvoeglijk naamwoord en was vergeten dat je dat drie alinea’s terug al gebruikt had. Ik heb een voorlopige versie als blog geplaatst, lees zelf maar.
05-02-06. Na twee dagen thuiswerken had ik wel wat uitrusting verdiend, vond ik zelf, en daarom naar La Meglio Gioventù gekeken. Dat waren twee dvd’s van drie uur elk en zoiets is wat te gortig voor een ononderbroken bekijking en daarom na de eerste dvd een klein uur aan Sabbatical gewijd: de op de print van het derde hoofdstuk aangebrachte handschriftverbeteringen in het bestand verwerkt en een te binnen geschoten uitdrukking uit de schooltijd aan het eerste hoofdstuk toegevoegd – en aan de voorlopige versie daarvan hiernaast op dit weblog. Het dvd-kijken vervolgd met Mad Dogs and Englishmen. Na het zien van La Mala Educación weer verder met het magistrale epos La Meglio Gioventù. (In een scène die in 1983 speelt klinkt een fragment van Who wants to live Forever, maar dat nummer nam Queen jaren later pas op.)
06-02-06. La Meglio Gioventù duurde zes uur. Toen ik eraan begon dacht ik: godsamme, zes uur. Vijf uur verder dacht ik: nog maar een uur! Een dvd die uren langer had mogen duren. En, surprise surprise, ineens klonk Sodade van Cesaria Evora, staat op haar cd Miss Perfumado, die ik op dezelfde dag kocht als de dvd. Zondag mezelf in acht genomen: ik moet vandaag bloed doneren en omdat ik vijf keer per week sport is mijn ijzergehalte soms te laag. Dat krijg je weer op peil door niet te sporten en door appelstroop en spinazie in je op te nemen. Een hardlooploze zondag dus maar wel via de koptelefoon naar In Concert with the London Symphony Orchestra van Deep Purple geluisterd en Hart van De Dijk besproken, een studie van Thomas Verbogt over 25 jaar De Dijk.
07-02-06. Mevrouw Krenning stopt na vele jaren met haar muziekwinkel en dat betekent 30% korting op het assortiment. Ik kocht eerder al voor een prikkie Beethoven, Mahler, Queen, Satie en Tchaikovsky. Daar kwam bij: dubbelaar van Freek (9,52 euro), verzamelaar van Cornelis Vreeswijk (5,25) en een liedjesverzameling van Wim Sonneveld (3,49). Vrolijkheid aan de balie, mevrouw Krenning (een Waterman) besprak met twee dames elkaars sterrenbeelden. ‘Ik ben Tweelingen!’ stelde ik mezelf voor. ‘Daar kan ik altijd goed mee opschieten,’ zei mevrouw Krenning. ‘Maar ik moet toch betalen,’ zei ik. En mevrouw Krenning had schaterende pret. Het herzien van het eerste Sabbaticalhoofdstuk is in het stadium van pietlutten gekomen. Tom laat zijn ‘autosleutels’ vallen. Maar je hebt toch maar één autosleutel? Laat hij dus zijn ‘autosleutel’ vallen? Nee, hij heeft meer sleutels bij zich. Ik veranderde ‘autosleutels’ in ‘sleutelbos’.
08-02-06. Ik herinner me dat ik hard moest lachen toen ik ergens las dat iemand een reisbeurs had weten los te peuteren om in een ver land research te gaan doen voor een roman die hij in dat land wilde laten spelen. Degenen die zo’n reisbeurs toekennen weten kennelijk niet dat je via het internet alle mogelijke informatie over elk land kunt krijgen – misschien denken ze dat je er geweest moet zijn om erover te kunnen meepraten. Zou ik in aanmerking komen voor een reisbeurs naar Buisdorp? Die gemeente zit in mijn hoofd, daar heb ik geen reisbeurs voor nodig. Maar research is soms onvermijdelijk. Daarom maandagavond naar Poltergeist gekeken. In het eerste hoofdstuk herinnert Tom zich dat er in die film een indiaans kerkhof onder het zwembad ligt. Ik moest controleren of dat zo was – en jawel.
09-02-06. Een anekdote. Toen het met Zoute griotten in de richting ging van uitgeven ging, kwam mijn redacteur van Amsterdam naar Den Haag gereisd. Dat vond ik aardig van haar. Ze arriveerde tegen het eind van de ochtend, we gingen naar Kijkduin voor een lunch. We spraken we over van alles, behalve Zouten griotten. Vervolgens bij mij thuis verder gekletst en koffiegedronken. Bij haar vertrek overhandigde ze me het manuscript waar ze opmerkingen bij had die ik maar moest bekijken. Nadat ik dat gedaan had stuurde ik het manuscript weer in en ze kwam nog een keer langs. Weer erg gezellig, het weer niet over Zoute griotten gehad. Later vernam ik dat ze het bij de uitgeverij niet naar haar zin had en er zelfs vertrok zonder uitzicht op een andere baan. De bezoekjes waren vrije dagen geweest.
10-02-06. Nog een anekdote. Ik had het manuscript van Zoute griotten ingeleverd, de redacteur plaatste er een hoop verstandige kanttekeningen bij. Ik las braaf haar commentaar, was het er soms niet mee eens maar na een nachtje slapen meestal toch wel. Zo had ik geschreven dat Jardina en Evert van de nieuwe snelle aidstest gebruikmaakten, waarna ze het zonder condoom gingen doen. ‘Die snelle test bestaat toch niet!’ schreef de redacteur bestraffend in de kantlijn. Daar had ze gelijk in, dus ik schrapte de passage. Een paar maanden nadat Zoute griotten in de winkel was gelegd kwam er een snelle aidstest op de markt. Ik had gewoon koppig moeten zijn. Niet alleen omdat je er donder op kon zeggen dat die snelle test er kwam, ook omdat in de romanwerkelijkheid alles moet kunnen, als de schrijver het wil.
11-02-06. Vrijdag geen schrijfdag maar een reisdag: ik moest in Utrecht een redactievergadering meemaken. Voordien in de Domstad een rondje langs belangwekkende winkels gemaakt. Ik vond een beschaafd geprijsde collectors edition van Le Fabuleux Destin D’Amélie Poulain (onlangs nog de reguliere versie gezien), met director’s commentary (hopelijk niet in het Frans, daarin ben ik hopeloos). Voor de gezelligheid ook de soundtrack gekocht. Bovendien de dvd’s Parade (laatste Tati), Melissa and Melinda (voorlaatste Woody Allen) en Runaway Jury (Cusack! Hackman! Hoffman!). En om ook wat te lezen te hebben: de nieuwe Val McDermid (The Grave Tattoo) en een Patricia Highsmithbaksteentje van 724 pagina’s: The Selected Stories. Op de heen- en de terugweg zat het muzikale genie Harry Nilsson in de walkman. Wordt er nog wel voldoende naar hem geluisterd? Luister er eens naar: zoveel moois, zoveel ontroerends, zoveel vrolijks.
12-02-06. Na een reisdag een leesdag. Ik verwende mezelf met de nieuwe Stephen King: Cell (grappig om in een Engelstalig boek de Nederlandse achternaam Huizenga en de woorden ‘gek’ en ‘dolzinnig’ te zien staan). Citaat: ‘At the bottom, you see, we are not homo sapiens at all. Our core is madness. The prime directive is murder. What Darwin was too polite to say, my friends, is that we came to rule the earth not because we were the smartest, or even the meanest, but because we have always been the craziest, most murderous motherfuckers in the jungle.’ (En dat is nog zacht uitgedrukt.) King werkte aan de roman tussen 30 december 2004 (aan hem heb je dus ook niets met oudejaarsavond) en 17 oktober 2005. Achterin een voorpublicatie (in handschrift) van Lisey’s Story, verschijnt op 24 oktober aanstaande.
13-02-06. Een klasgenote zei ooit: ‘Vergissen is dagelijks.’ Dat was een wijze verspreking. Ik zette de tv aan en las op RTL-Teletekst: ‘Deetman en Cohen waren hooligans.’ Wie had dat achter deze ogenschijnlijk beschaafde heren gezocht? Deetman sprak als hij niet bij de les was hoorbaar plathaags, maar een verleden als hooligan… Ik las de kop nog een keer en ditmaal stond er: ‘Deetman en Cohen weren hooligans.’ Ik keek naar Melissa and Melinda van Woody Allen. In de ene verhaallijn is Melinda de hoofdpersoon. Maar de hoofdpersoon in de andere verhaallijn heette ook Melinda. Waar bleef die Melissa nou? Met nog een kwartier film te gaan pakte ik de dvd-doos erbij en zag toen pas dat de film Melinda and Melinda heette. Ik had nog een naam nodig voor een personage in Sabbatical. Het werd uiteraard Melissa.
14-02-06. Maandag net als zondag naar Amélie gekeken, de tweede keer vanwege het audiocommentaar van de regisseur. Een behoorlijk van film bezeten man, zoals een regisseur dat hoort te zijn. Allemaal goed en aardig, dat dvd kijken (zondag vier uur lang Dances with Wolves) en dat lezen (Stephen King) maar hoe zit het met het schrijven? Ik merk dat daar niet veel van terechtkomt, sinds de vakantie voorbij is en er weer driemaal per week naar kantoor gegaan dient te worden. Omdat het eerste en het derde hoofdstuk zo goed als voltooid zijn, is het geen doen bij de genoemde activiteiten aan het tweede hoofdstuk te beginnen: dat vergt concentratie die langer aanhoudt dan een paar uur. Daarom heb ik besloten daar donderdag mee te beginnen. Dan kan ik tot die tijd nog wel een paar dvd-extra’s zien.
15-02-06. Valentijnsdag werd een fiasco. Vorig jaar verstrekte een nabije frituurboer gratis patat, dus ik was er dit jaar weer als de kippen bij. ‘Dat is 1,70,’ zei hij – alleen de tweede portie was gratis! ‘Dan krijg ik er een tweede portie bij?’ ‘Ja, als u iemand had meegenomen.’ En toen had ik het wel gehad met Valentijnsdag. Enfin. Voor de aardigheid (en vanwege de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen) van een fragment uit het onvoltooide manuscript Berichten uit Buisdorp een blog gemaakt (Stemadvies). Dat manuscript was bijna af maar ik heb er passages uitgelicht voor Hot Talkuitzendingen op Radio West (zie de betreffende blogs). Wat er nog in het manuscript zit zal flink omgeploegd en aangevuld moeten worden. Encore enfin. Woensdag reis ik voor een reportage naar een hooivorkgehucht waar mensen uit de grote stad waarschijnlijk nog ritueel geofferd worden.
16-02-06. Ik had oren naar Brel maar moest mijn aandacht bij het sturen houden. Brel zou de concentratie in de weg zitten en daarom werd het Pink Floyd. De concentratie was ook nodig vanwege de beide geprinte routeplanningen en de handgeschreven synopsis. Als ik op een snelweg rijd waar opeens een bord met een Duitse plaatsnaam te zien is, dan voel ik mij niet prettig. Met name niet als ik onderweg ben naar een gemeente met 9000 inwoners die min of meer Nederlands spreken. Gelukkig kon ik de snelweg af voordat ik bij die Duitse plaats beland was. Ik was van elf uur tot halftwee onderweg geweest en bevond me driekwartier later, na een interviewtje, weer op de terugweg. Ik was toen wel toe aan toepasselijke Chicagonummers als Sing a mean Ttune Kid en I’m a Man. Yeah.
17-02-06. Gesport, cd’s gekocht (The Very Best of Dusty Springfield en Tony Bennett sings Ellington Hot & Cool) en dvd’s gezien (het tweedelige epos Jean de Florette / Manon des Sources, met Gérard Depardieu en Yves Montand – verpletterend betoverend). Ondanks dit alles even met schrijven bezig geweest. Ik had uit het manuscript Berichten uit Buisdorp een fragment gelicht en tot een blog bewerkt (Stemadvies). Op het idee gekomen er een Verkiezingsfeuilleton van te maken dat tot een dag na de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen dagelijks op dit weblog te lezen zal zijn. De roman heeft twee verhaallijnen: de ene betreft de viering van het 750-jarig bestaan van Buisdorp, de andere de gelijktijdige gemeenteraadsverkiezingen. Ik heb achttien scènes voor het weblog uitgekozen, misschien dat ik van de jubileumpassages ook blogs maak. Maar voor het zover is moeten de schouders onder Sabbatical.
18-02-06. In het derde hoofdstuk/deel koopt Tom Veers op zeker moment een huis en is een paar maanden bezig met het opknappen, inrichten et cetera. Zo’n passage kun je natuurlijk van de grond af opbouwen maar ik had nog wat liggen. Toen ik op 4 mei 1994 te horen kreeg dat ik in aanmerking kwam voor de huurwoning waar ik dit nu typ, begon ik met het bijhouden van een verhuisdagboek op de pc, Verhuisberichten genaamd. Daarin wordt t/m 24 juli 1994 verslag gedaan van mijn eigen onbeholpen opknap- en inrichtbezigheden. Ik heb de tekst gistermiddag opgesnord (ik ben mijn eigen archivaris), het zijn 27.266 woorden. Zal de Verhuisberichten binnenkort printen en zien of er wat bruikbaars bij zit voor opname in Sabbatical. Wie weet bevalt de tekst me zo dat ik er mettertijd een Verhuisberichtenfeuilleton van maak.
19-02-06. Ik zat klaar om aan het schrijven te gaan. Zowat alle achterstallige dvd’s gezien (Jean de Florette en Manon des Sources waren de laatste speelfilms, nu alleen nog een seizoen of vier Buffy). Er lagen cd’s op beluistering te wachten maar na de Sonneveldliedjes en een schijfje uit de Koot en Bie Audiotheek was ik voldoende bijgetankt. Schrijven dus. Maar toen de pakketpostbode aan de deur met twee te bespreken boeken: Mijn oor aan je hart van Hanif Kureishi en van de Easy Aloha’s de bundel Zeepaardje met een hoed op. Van schrijven kon niets meer komen, daarom naar de dvd bij de dubbel-cd Zullen we dansen van De Dijk gaan kijken. Ze hebben duidelijk de mosterd bij Ramses Shaffy gehaald, zoals ik al gelezen had in Hart van De Dijk, dat ik vorige week moest bespreken.
20-02-06. Het idee voor het Verkiezingsfeuilleton kreeg ik toen ik al een log aan de Buisdorpse gemeenteraadsverkiezingen gewijd had. In het manuscript waaraan ik het fragment ontleend had (Berichten uit Buisdorp) is het niet de eerste passage over de verkiezingen. Dus als het feuilleton officieel van start gaat, is dat met een aflevering die voorafgaat aan de aflevering die nu al te lezen is. Het doet me denken aan de manier waarop tegenwoordig biografieën geschreven worden. Vroeger begonnen die met een uiteenzetting over het voorgeslacht van de held, gevolgd door diens geboorte, opgroeien en verdere avonturen. Dat werd op den duur afgezaagd gevonden. En sindsdien beginnen biografieën met een opmerkelijke episode uit het leven van de held, waarna vervolgd wordt met een uiteenzetting over diens voorgeslacht et cetera. En dat is inmiddels ook een afgezaagde manier van doen.
21-02-06. Het Verkiezingsfeuilleton (zie de bovenste blog) is vandaag officieel van start gegaan: t/m 8 maart (the day after) zal er dagelijks bericht worden over de verkiezingscampagne in Buisdorp en de grimmige strijd om de kiezersgunst tussen de Partij van de Waarheid (die geleid wordt door het gerenommeerde adviesbureau Jansen de Vries en door lijsttrekker Roelof Klaroen) en het Volksdemocratisch Landsbelang (met als adellijke voorman mr. Wijnand Dommes de Gil). Maar hoe leuk je het ook probeert te maken: met zo’n feuilleton leg je het natuurlijk af tegen de dagelijkse werkelijkheid. Terwijl ik dit schrijf is het Journaal gaande en daarin geeft de paljas Gerrit Zalm toe dat hij onzin uitgekraamd heeft voor wat betreft zijn oproep tot burgerlijke ongehoorzaamheid inzake de OZB. Lang geleden zei Frank Zappa het al: Politics is the entertainment branch of the industry.
22-02-06. Origineel zijn, daar is geen beginnen aan. Een Verkiezingsfeuilleton is eerder vertoond. In 1977 bracht de Volkskrant er een over de KLAP, de Konfessioneel-Liberale Arbeiders Partij. Ik vond de gekopieerde afleveringen terug, het zijn 21 memorandums van campagneleider mr. Herbert W. Fhijnbeen aan de voorzitter van de KLAP, het partijbureau, het Bureau voor Psychomarktanalyse, Het Feministisch Vrouwenverbond (had dat in 1977 niet Feministies moeten zijn?) en andere curieuze geadresseerden. Boven elk komisch memorandum een afbeelding van de campagneleider in een treffende pose, zoals een beklemmende imitatie van de blotetandenlach van Jimmy Carter. Origineel zijn? Uit het eerste memorandum: ‘het doet er niet toe of je toiletpapier verkoopt of een politieke partij moet slijten’. Zat dat in mijn onderbewuste toen ik campagneleider Boraal liet opmerken dat er geen verschil is tussen soep of politiek aan de man brengen?
23-02-06. Me een uurtje verdiept in het manuscript Verhuisberichten, waarvan ik mogelijk een deel gebruik voor Sabbatical. De tekst, die ik twaalf jaar geleden schreef, viel me mee – maar het is te vrolijk voor onbewerkte opname in de roman. Daar waar fragmenten in het derde hoofdstuk/deel zouden moeten komen is, na de voorafgaande narigheid, vrolijkheid wel op zijn plaats maar met mate. Bij het lezen stonden de beschreven gebeurtenissen me weer helder voor de geest – wat een gesjouw met dozen vol boeken en platen en videobanden en cd’s! Ik had in de nieuwe woning aanvankelijk een centerfoldachtige blonde buurvrouw die van bluesmuziek hield, Trea geheten. Ik kwam ook namen tegen waarbij de persoon me niets meer zei. Eliane was pannenkoeken aan het bakken toen ik haar een keer opzocht, samen met Janine. Wie was Janine? En Poolse Ada?
24-02-06. Van werken aan de roman is een poosje niets gekomen maar dat geeft niet: tegen de tijd dat ik ermee verderga sta ik er des te frisser tegenover. En bovendien: dat ik niet daadwerkelijk een vulpen vasthoud wil niet zeggen dat het creatieve proces tot stilstand gekomen is. Zo schoot me tijdens een aerobicsles de woonplaats van een personage te binnen: Fuuss – gewoon terwijl we bezig waren met de mambo en de cha cha cha en ik in de gaten moest houden dat ik de goede kant op ging. Geschreven is er overigens wel: ik heb de komende twaalf afleveringen van het Verkiezingsfeuilleton alvast gefatsoeneerd en voor weblogplaatsing geschikt gemaakt. Ik heb hier en daar lopen leuren met het feuilleton en dat merkte ik meteen aan het aantal bezoekers, het waren er zo’n veertig meer dan doorgaans.
25-02-06. Het schrijven vond vandaag gedeeltelijk in gedachten plaats: terwijl ik wat anders aan het doen was dienden zich ideeën aan voor het derde deel/hoofdstuk van Sabbatical. (Ik heb ze niet genoteerd, ze zitten in mijn hoofd in blijven daar wel zitten tot ik ze nodig heb.) Ik heb een halfuurtje achter de pc gezeten om uit het manuscript van Berichten uit Buisdorp, waar ik het Verkiezingsfeuilleton vandaan heb, een vervolgfeuilleton te snijden. Dat gaat over de viering van het 750-jarig bestaan van Buisdorp. Vrijdag voorts voor de buis gehangen vanwege de dubbele dvd van de fantastisch weirde ziekenhuisserie The Kingdom (I en II) van Lars von Trier. (Hij komt in een bonusinterview uitvoerig aan het woord en zingt zelfs een stukje You’re a Lady, van Peter Skellern.) De serie sluit mooi aan bij de feuilletonaflevering van vandaag.
26-02-06. Ten behoeve van Sabbatical heb ik een Douceur de l’écriture al voor 24 pagina’s gevuld met aantekeningen, invallen, namen en ander onontbeerlijks. Ik ben bang dat ik bovendien een beetje research moet gaan doen en daar ben ik geen liefhebber van. Toen ik lang geleden van plan was een politieke satire te gaan schrijven (wat uitmondde in de Verkiezingsblog) werd er net als nu campagne gevoerd. Ik besloot me gedegen te documenteren. De videorecorder legde verkiezingsspotjes vast, debatten, Journaalitems – in totaal een uur of vijftien. Ik knipte elk relevant bericht uit de krant en ik wachtte met kijken en lezen totdat ik aan die politieke satire ging beginnen. Maar toen het zover was dacht ik: ja zeg, ik ga daar vijftien uur verkiezingsflauwekul bekijken en een opbollende knipselmap doorspitten. De videobanden overgetapet en de knipsels ongelezen weggegooid.
27-02-06. Behalve van het doen van research ben ik geen liefhebber van het maken van een schema. Tegen de tijd dat ik de dop van de vulpen haal heb ik het verhaal goeddeels in mijn hoofd zitten. Ik maak natuurlijk wel aantekeningen (een globale indeling van de hoofdstukken en dat soort zaken) maar een uitgewerkt schema? Ik heb het idee dat ik daarmee het boek al vastleg voordat het geschreven is, terwijl de ervaring leert dat je tijdens het schrijven soms een heel andere weg inslaat. Je mag je dan niet laten weerhouden door een schema. Maar wat voor jezelf duidelijk is, is dat voor een ander niet altijd. Zo had mijn redacteur in het geval van Zoute griotten geen duidelijk beeld van het tijdsverloop. Toen heb ik achteraf een schema gemaakt en hier en daar tijdsaanduidingen ingelast.
28-02-06. Ik dwaal af maar ik wilde memoreren dat ik zondagnacht van een bekende schrijfster gedroomd heb. Ze heeft een paar jaar geleden een tijdje bij ons op kantoor gewerkt. Ze stond eens bij de printer en hield een paar inktzwart geworden vingers op en zei: ‘Lik eens af.’ Ik zei: ‘Voor wat hoort wat.’ Dat vond ze schaterend leuk. Ze had een turbulent leven geleid en een massa kinderen voortgebracht. Die kinderen kwamen soms luidruchtig op het werk langs. In die tijd was er een boek van me op komst. Ze vroeg me een keer hoe ik dat aangelegd had want ze wilde over haar turbulente leven gaan schrijven. Ik weet niet meer wat ik geadviseerd heb, ze kreeg het in elk geval voor elkaar en trok onder de naam Anna Meijerink veel aandacht. Goed gedaan, ‘Anna’!
01-03-06. Als je denkt: het kan niet gekker, vergis je je meestal. In oktober mailde een redacteur me: ‘Schroom niet een verhaal ter lezing aan mij op te sturen.’ Ik antwoordde haar dat ik in januari aan Sabbatical zou gaan werken. Op 2 februari zond ik het eerste, voorlopig voltooide hoofdstuk. Na een week of drie vroeg ik per mail of het was aangekomen want de tijd van ontvangstbevestigingen ligt achter ons. Ze antwoordde afgelopen maandag dat het op de ‘uitgevrij’ druk was en dat ze het voor 7 maart hoopte te lezen, ‘maar denk nog steeds niet dat je manuscripten in ons fonds passen’. Ik herinnerde haar eraan dat ik slechts aan haar verzoek voldaan had en dat verzoek herinnerde ze zich toen weer – in een qua interpunctie onbeholpen mail. Zo iemand noemt zich dan literair redacteur.
02-03-06. Even iets terzijde. Nadat ik eerder uit het manuscript Berichten uit Buisdorp de fragmenten had gelicht die het Verkiezingsfeuilleton vormen, harkte ik afgelopen zaterdag de fragmenten voor een vervolgfeuilleton bij elkaar, een feuilleton over de viering van het 750-jarig bestaan van de gemeente. Ik ben er gisteren een tijdje mee bezig geweest, het worden 21 dagelijkse afleveringen, zodat de eventuele lezer tot eind maart onder de pannen is. Omdat de beide feuilletons zijn voortgekomen uit hetzelfde manuscript, viel er niet aan te ontkomen in het jubileumfeuilleton aan de gemeenteraadsverkiezingen te refereren. (Qua tijdverstrijking lopen ze dus parallel.) Wie daar aardigheid in heeft zou eens naar de blogs van de beide Hot Talkuitzendingen op Radio West kunnen kijken, daarin komen sommige feuilletonscènes in dialoogvorm voor. (Als schrijver vind ik het interessant het materiaal in verschillende vormen te gieten.)
03-03-06. Donderdag was ik een paar uur op Texel. In Den Burg liep ik langs café In Den Grooten Slock. In december 1980 zat ik er te schrijven. De waard zag dat en zei: ‘De grootste schrijver van Nederland zit hier!’ Hij bedoelde Jan Wolkers, die er net was komen wonen. De volgende dag fietste ik op hem af, belde aan, vroeg Karina naar Jan en maakte een praatje met hem. (Leuke geschiedenis voor een feuilleton, zal in mijn archief naar het manuscript speuren.) Wolkers toen een kwieke aanstaande vader van 55, nu een broze man van 80. In 1980 fotografeerde ik de etalage die boekhandelaar Theo Timmer vol Wolkers gestopt had. Gisteren maakte ik met Theo een halfurig praatje over de bejaarde kunstenaar – ook nu had hij zijn etalage gevuld met Wolkers. Stom – geen camera bij me.
04-03-06. Hoe doen anderen het? Ik had dezer dagen een mailuitwisseling met een collega-schrijfgrage. Zij was van plan geweest in januari dagelijks twee uur te gaan schrijven maar dat kwam er niet van. Ik had zelf eveneens schrijfvoornemens voor januari en daar heb ik mij redelijk aan gehouden. Maar ook ik had soms last van uitstelverschijnselen. Het overkomt de besten: Hugo Claus placht ’s morgens voor het schrijven gaan het kruiswoordraadsel of cryptogram in The Times op te lossen. Ik hoop dat hij daar behendig in was, anders zou er een hoop tijd mee verspild zijn. Jan Wolkers deed het anders: overdag schilderde of beeldhouwde hij en de ideeën die daarbij opborrelden werden ’s avonds aan de schrijfmachine uitgewerkt. Wie geïnteresseerd is in de schrijfpraktijk zou On Writing van Stephen King eens moeten lezen, een zeer aanbevolen boek.
05-03-06. Op 23 februari kocht ik de cd-box Neerlands Hoop in Bange Dagen, met het complete elpee-oeuvre. Het is niet altijd prettig om met jeugdsentiment geconfronteerd te worden maar in dit geval was het dat wel. Momenteel luister ik naar hun meesterwerk Neerlands Hoop Express uit 1974, een superieur samengaan van cabaret en rock ’n’ roll. Wat een geluk om in de middelbareschooltijd hieraan blootgesteld te worden want voordien en nadien werd zoiets niet vertoond. Quo Vadis, (Doe) De Hoop, De hijger, Geld (wat harmoniëren Bram en Freeks stemmen daarin prachtig!). Op 16 november 2004 zat ik in het Compagnie Theater op de eerste rij bij Neerlands Hoop in Memoriam, een eerbetoon aan Bram. Freek plus de intellectuele Thé Lau en Jan de Hont en diverse gasten. Quo Vadis live – hup, nekharen overeind. In mei komen de dvd’s!
06-03-06. In de cd-speler Hoezo jeugdsentiment? van Neerlands Hoop. Ze coveren Vijf uur van Ramses Shaffy. De laatste tijd weinig gemeld over het werken aan Sabbatical, omdat daar steeds wat tussen kwam. Van de week bijvoorbeeld het vierde seizoen van 24 helemaal gezien, en gisteren Mijn oor aan je hart van Hanif Kureishi besproken. Het is voor (aspirerende) schrijvers boeiende lectuur: vader Kureishi schreef zijn leven lang romans en verhalen die nooit uitgegeven werden. Zijn zoon werd wel een succesvol schrijver, met boeken als The Buddha of Suburbia en Intimacy. Er waren tijden dat vader en zoon elkaars werk kritisch beoordeelden, nu grijpt Hanif een opgedoken nagelaten manuscript van zijn vader aan om diens (schrijvers)leven (en zijn eigen) in kaart te brengen. Intussen klinkt Neerlands Hoop. Een reggaeversie van (kleine kokette) Katinka, oorspronkelijk van de Spelbrekers. Hoezo jeugdsentiment?
07-03-06. Alles, zelfs Sabbatical, moet vandaag wijken voor de verkiezingen. Aan het geven van een stemadvies valt niet te ontkomen. In Buisdorp zit het wel goed: de opkomst ligt er doorgaans iets boven de 100% en de meeste Buisdorpenaren weten wel zo’n beetje of ze een stem moeten uitbrengen op het Volksdemocratisch Landsbelang van mr. Wijnand Dommes de Gil of op de door Roelof Klaroen geleide Partij van de Waarheid. Maar er zijn ook lezers van dit weblog die niet in Buisdorp woonachtig zijn en die in gebieden waar deze partijen niet aan de verkiezingen deelnemen hun leefklimaat of biotoop hebben. Waar moeten zij op stemmen? De een z’n kop staat ze niet aan, de ander stinkt zelfs vanaf het affiche uit z’n bek. Voor alle kiesgerechtigde twijfelaars en weifelaars van buiten Buisdorp volgt hier mijn stemadvies: STEM!
08-03-06. Wat een dag! Vanwege de verkiezingen gisteren geen tijd gehad om aan Sabbatical te werken. Ik was om kwart over zeven bij het stemlokaal in bejaardenhuis De Knekelburcht en kwam daar pas tegen halftwaalf weg. In Buisdorp zijn er nog geen stemmachines geïmplementeerd en we moesten uren wachten op het terugvinden van de officiële puntenslijper waarmee het officiële stempotlood geslepen dient te worden. Op de plek waar die hoorde te liggen lag een door een verwarde bejaarde achtergelaten bovengebit. ’s Avonds woonde ik in het World Eet Center de bijeenkomst van de Partij van de Waarheid bij. Ondanks een enthousiast musicerend Macedonisch Mandolinekwintet een zeer onvrolijke aangelegenheid. Pas twee uur nadat het tellen van de stemmen begonnen was kwam er een op de PvdW uitgebrachte stem aan het licht. Er werd gejuicht – ik geloof door de kok.
09-03-06. De verkiezingen zijn me niet in de koude kleren gaan zitten, zodat er ook gisteren niets kwam van werken aan Sabbatical. Pas om kwart voor elf opgestaan. De tv aangezet en op Teletekst gelezen over de aanstaande persconferentie van Jodokias van Aartsen die daarop zijn terugtreden als VVD-fractieleider officieel bekend zou maken. Dat was wel heel erg toevallig want op datzelfde moment belegde Roelof Klaroen in Buisdorp een persconferentie waarop hij letterlijk en figuurlijk verslagen zijn terugtreden als PvdW-voorman aankondigde en toelichtte. Het noopte me tot een aanvulling op het Verkiezingsfeuilleton (zie de categorie Feuilletons). Om de dag niet verloren te laten gaan een blog geschreven over Federico Fellini, en mijn zus ontboden om daar een passabel plaatje bij te schieten. Vandaag begint het Jubileumfeuilleton, waarin dagelijks bericht zal worden over de viering van 750 jaar Buisdorp.
10-03-06. Het is prettig om een vrije dag als een vrije dag te beschouwen, maar ook gisteren stond er geen schrijven op het programma en dat was ietwat bedenkelijk. Er is de laatste tijd zeer weinig gekomen van werken aan Sabbatical. Dat kan op zichzelf geen kwaad – als ik de draad weer oppik sta ik er fris tegenover, dan valt des te beter op wat er nog niet helemaal deugt aan het tot dusver geschrevene. Er kwam zo weinig van schrijven omdat er in tegenstelling tot in januari geen weken van vrijheid aan de orde waren. Me gisteren wel beziggehouden met weblogteksten – de tweede aflevering van het Jubileumfeuilleton voorbereid en een overzicht gemaakt van persoonlijke voorkeuren op het gebied van muziek, film en boeken – de lijst al een aantal keren aangevuld met wat me nadien te binnen schoot.
11-03-06. Mezelf eindelijk bij de nekharen gegrepen en het eerste en derde hoofdstuk/deel van Sabbatical kritisch bekeken – een hoop verbeteringen aangebracht. Ik vind het doorgaans wel prettig een eigen tekst te herlezen. Vorig jaar bijvoorbeeld Zoute griotten weer gelezen, het boek beviel me nog steeds. Niet iedereen herleest zijn eigen werk graag. Op 12 maart 1997 was ik als verslaggever op BulkBoek’s Dag van de Literatuur. Ik woonde een sessie van leerlingen met Maarten ’t Hart bij. Ik vroeg hem of hij zijn werk herlas. Hij moest er niet aan denken, dan zou hij dingen tegenkomen die hem niet bevielen. Jan Wolkers verkondigde ooit (ik meen ergens in de jaren zeventig) in een interview dat hij zijn werk jaarlijks integraal herlas. Zou hij dat ook graag gedaan hebben als hij de boeken van Maarten ’t Hart geschreven had?
12-03-06. Niet toegekomen aan Sabbaticalschrijven, wel een behoorlijk lange tijd achter de pc gezeten. Lang genoeg althans om zeven delen van de György Ligeti Edition te draaien. Ligeti hoorde ik voor het eerst via de film 2001: A Space Odyssey – daarin is het in die context spookachtige koorwerk Lux Aterna te horen. Kubrick gebruikte werk van Ligeti ook in Eyes Wide Shut: het minimalistische pianostuk Musica Ricercata II, in een beter klinkende versie dan op de Ligeti-editie. Ligeti’s oeuvre bestaat (voor wat betreft de zeven cd’s die ik heb) uit werken voor koor, piano, strijkers en orkest. Daarbij zit een cd met Mechanical Music (klinkt soms als een voorstudie van de synclaviercomposities van Frank Zappa) waaronder het Poème Symphonique voor 100 metronomen, in 1963 in première gegaan op het gemeentehuis van Hilversum. Daar was ik graag bij geweest.
13-03-06. Toen ik de soundtrack erbij pakte zag ik dat Stanley Kubrick behalve Lux Aterna nog meer ijzingwekkende Ligetiklanken gebruikt had in 2001: A Space Odyssey: Atmospheres, Adventures en Requiem for soprano, mezzo soprano, two mixed choirs & orchestra. Naast natuurlijk het wondermooie (dat vind ik nu eenmaal) Schöne Blaue Donau (Von Karajan, niet Rieu) en het later vooral met Elvis geassocieerde Also Sprach Zarathustra. Voor The Shining gebruikte Kubrick synthesizermuziek van Wendy Carlos (v/h Walter Carlos) en ook werken van Béla Bartók (Music for Strings, Percussion and Celesta), opnieuw Ligeti (Lontana) en de Poolse geweldenaar Krzystof Penderecki. Ik heb hem een keer in het Haagse Congresgebouw zijn eigen werk zien dirigeren (helaas niet De Notura Sonoris uit The Shining). Componisten heb je in alle soorten en maten: Penderecki oogde eerder als een boekhouder dan als een bohemien.
14-03-06. Vanavond Boekenbal! Schrijvers die naar het Boekenbal gaan horen erbij, en daarom zijn schrijvers die er niet in komen beklagenswaardig. Geweigerden wijken uit naar het alternatieve Boekenbal, er zijn er die ook daar niet welkom zijn. Voor het Boekenbal van 2002 ontving ik twee kaartjes. Maar in de maanden na het uitkomen van Zoute griotten was mijn verbazing over de zeldzame combinatie van desinteresse en ondeskundigheid die ik bij uitgeverij Anthos aantrof omgeslagen in verbittering. Ik kwam geregeld in Amsterdam en in de buurt van het uitgeverspand maar geen denken aan dat ik er binnenstapte om gezellig een praatje te maken. In maart 2002 had ik zelfs geen zin om mensen van die uitgeverij op het Boekenbal tegen te komen. En dus ging ik gewoon niet. Sommige schrijvers komen er niet in, anderen willen er niet in.
15-03-06. Dit weblog was maandag jarig. In het eerste bestaansjaar waren er 13.316 (wat mij betreft letterlijk en figuurlijk) unieke bezoekers, die tezamen 35.474 pageviews voor elkaar kregen. Er zijn momenteel tegen de 200.000 woorden te lezen, wie dat te weinig vindt kan er nog eens zo’n 100.000 op www.buisdorp.com vinden. Wat anderen bloggen is wat mij betreft prima, zelf ben ik van voor de oude stempel en schrijf niet ff maar even. Ik verwelkom reacties maar wie bij herhaling flauwekul toevoegt mag niet meer meedoen: die devalueert de reacties van anderen. Voor een schrijver is een weblog een uitkomst. Je kunt ongelimiteerd verbeteringen aanbrengen, als een pottenbakker met eeuwig kneedbare klei. Terwijl Harry Mulisch op het Boekenbal de polonaise leidde, plaatste ik een verbeterde versie van het eerste hoofdstuk van Sabbatical, dat aardig aansluit bij het Boekenweekthema.
16-03-06. Ik moet weer een zijspoor bewandelen en iets buitenliterairs aankaarten. Het begon ermee dat een grapjas reacties plaatste die hij zelf waarschijnlijk erg lollig vond. Vaak is het verspilde moeite iemand die de geestelijke ontwikkeling heeft van een bierdrinkende voetbalsupporter erop te wijzen dat een weblog ook gelezen wordt door mensen met een IQ hoger dan 75 die niet gediend zijn van mislukte leukigheid. Toen het te gortig werd een IP-ban afgekondigd, waarna meneer via een ander IP-adres liet weten dat hij nog bestond. En op de koop toe via het mailformulier uitleg over de ban eiste. Na twee IP-bans moest ik dus ook nog een mailafzender blokkeren. Vervolgens meldde zich een kornuit van de overlastpost met een treiterreactie – de beheerder van Web-log.nl kan desgevraagd zulke lieden het bloggen ontzeggen. Maar genoeg gedoe, er moet geschreven worden.
17-03-06. Een paar uur gewerkt aan het verbeteren van het eerste en derde hoofdstuk/deel van de roman. (De verbeteringen zijn verwerkt in de versie die als blog is opgenomen.) Bij herlezing valt je ineens op dat een zin niet lekker loopt, een bijvoeglijk naamwoord het juiste niet is, dat je een ander bijvoeglijk naamwoord drie alinea’s eerder al gebruikt had. En kan punt gevolgd door hoofdletter niet beter komma gevolgd door kleine letter zijn of omgekeerd? Of puntkomma? Het was niet de eerste keer dat ik de tekst verbeterde. Ik weet zeker dat ik als ik de verbeterde tekst onder ogen krijg opnieuw dingen ga veranderen. Toen ik Marten Toonder in het Rosa Spier Huis opzocht zei ik het curieus te vinden dat de drie romans van Kafka onvoltooid zijn gebleven. Toonder: ‘Maar wanneer is een roman af?’
18-03-06. Mijn eerste schrijfmachine was een van school geleende Olympia Traveller die ik als redacteur van de schoolkrant nodig had. Daarna volgde een gekochte Hermes Media III (met een prachtige letter) – eveneens een mechanische schrijfmachine. Ik typte er met twee vingers op: ik kon het met tien, maar met je pink zet je minder kracht dan met je wijsvinger en dat was van invloed op de druk die de hamertjes op het papier uitoefenden. Van mijn onophoudelijke soms nachtelijke typen kreeg de benedenbuurman hoofdpijn. Hij herademde toen ik een redelijk stille Brother CE 50 elektronische schrijfmachine kocht. Het was een dure hobby: je moest er linten voor kopen die niet al te lang meegingen, en daarnaast correctielinten. Pas toen ik een computer kreeg typte ik weer met tien vingers, ik leerde het mezelf opnieuw met het programma TempoType.
19-03-06. De laatste tijd weinig geschreven maar het was dan ook geen weer. Terwijl ik dit typ is het buiten onder nul en waait er een stevige wind die de gevoelstemperatuur verder omlaag jaagt. De ijsmeesters raken in extase, de rayonhoofden steken de koppen weer bij elkaar. Maar hoewel er geen letters op papier komen, komen er wel ideeën op. Zo heb ik besloten voor wat betreft het tweede deel/hoofdstuk van Sabbatical de zaken anders dan anders aan te pakken. Het is mijn gewoonte om een eerste versie met de vulpen te schrijven (een Waterman, volgens Stephen King ‘the world’s finest word processor’ – hij schreef er toen hij herstellend was van de aanrijding Dreamcatcher mee). Ik bewerk direct op de pc een deel van het manuscript Verhuisberichten tot een romanpassage om – maar gelukkig niet wegens enig lichamelijk letsel.
20-03-06. Motto’s in boeken wekken vaak een dikdoenerige indruk. De auteur plukt een zinnetje dat de lading van zijn roman dekt uit het oeuvre van Flaubert, Stendhal, Schopenhauer of Joyce. Zou hij dergelijke werken doorspitten tot hij iets bruikbaars tegenkomt? Of gewoon maar lukraak een pagina opslaan en wat aankruisen? Het is tenslotte Flaubert, Stendhal, Schopenhauer of Joyce en dan zit je al gauw goed. Jan Wolkers gebruikte in De walgvogel citaten uit een Laurel & Hardyfilm, een aflevering van Donald Duck, en om er wat cachet aan te geven een wijsheid van Lao Tse – niet ontleend aan de scheurkalender maar aan de Tao Te King. Ik ben geen voorstander van motto’s maar met betrekking tot Sabbatical schoot me een filmcitaat te binnen dat ik terugvond in de vorm van een spreekwoord: ‘The truth hurts. Lies will kill you.’
21-03-06. Ik was een jaar of tien en op het flesje 7UP stond: ‘You like it, it likes you’. Ik wist hoe je dat moest uitspreken en wat het betekende. Mijn Engels was toen al bijna in orde, mede dankzij het lezen van Arendsoog en De nachthavik. Frans was een ander verhaal. Mijn moeder had een tijdje op de Franse ambassade gewerkt en ze volbracht een Cours de Langue et de Civilisation Françaises. Maar mijn Frans werd niks. Ik kan goed Frans spreken, in de zin van ‘uitspreken’ – maar heb dan geen idee wat ik zeg. Daar gaat binnenkort verandering in komen. Want vanwege de muzikale Boekenweek kocht ik behalve de Jacques Brelbiografie van Anthierens een juweel van een liedtekstuitgave in twee talen. (Altijd gedacht dat Ne me quitte pas wilde zeggen dat Brel niet tegen kietelen kon.)
22-03-06. Het gaat de goede kant op, geloof ik. Het derde hoofdstuk/deel van de roman ben ik al bijna in de grondverf aan het zetten, het eerste praktisch aan het aflakken. Telkens als ik de tekst doorneem breng ik verbeteringen aan maar het worden er minder en minder en wat er nu staat bevalt me meer en meer. Deze week richt ik me op het middenstuk. Ik heb besloten dat het uit vier delen zal bestaan, onder de overkoepelende titel Dear Prudence (een en drie heten respectievelijk Good Times Gone en Dream Home Heartache). Het onderdeel van het middendeel waar ik het eerst aan ga werken is het derde – daarvoor baseer ik me op het manuscript Verhuisberichten (uit 1994). Ik denk dat ik daarna met het aansluitende deel verder zal gaan, zodat ik niet helemaal achronologisch bezig ben.
23-03-06. Het werd weer een dag van schrijfplannen waar niets van terechtkwam. Dergelijke dagen horen erbij maar het was natuurlijk beter geweest om melding te maken van een welbestede dag. Maar goed, het is Boekenweek en dan is het niet alleen de bedoeling dat je boeken koopt maar ook dat je ze leest. Dinsdagavond Los van de wereld gelezen, het levensverhaal van Hella de Jonge – fraai verwoorde rampspoed met een min of meer happy ending. Gisteren het Dagboek 1969 van Jan Wolkers uitgelezen. Hij werkt aan Turks fruit en afgezien van een enkele hapering gaat dat gesmeerd. Bij de huidige Boekenweek hoort muziek, die zit volop in dit dagboek. Voor Karina koopt Jan een plaat met oude Elvisnummers, voor zichzelf Jimi Hendrix, Pink Floyd en Frank Zappa (Hot Rats: ‘Geweldig goed’). Fantastisch, meemaken dat zulke sublieme muziek uitkomt.
24-03-06. Even geschreven. Aan de hand van het manuscript Verhuisberichten begonnen met de verhuisscène in Sabbatical. Ik kan nog niet schatten hoe lang die scène zal worden. Het is mogelijk dat ik besluit het tweede hoofdstuk/deel uit drie in plaats van vier delen te laten bestaan. Voor het schrijven was er lezen aan de orde: Drijfzand koloniseren van A.F.Th. van der Heijden. Een dunnetje (146 p.) als voorafje bij Het schervengericht (zo’n 700 p.) dat in aantocht is. Achterin een opsomming van de twintig titels die A.F.Th. voornemens is aan zijn al imposante oeuvre toe te voegen. Belofte maakt schuld die niet altijd wordt ingelost. Voorin De onverbiddelijke tijd (1984) noemt Jan Wolkers vijf titels die hij in voorbereiding heeft. Op het moment dat ik dit schrijf is daar nog niets van verschenen, terwijl de tijd onverbiddelijk voortschrijdt.
25-03-06. Sommige dagen zijn geen schrijfdagen en gisteren was het zo’n dag. Ik was er bijtijds uit en vertrok om kwart voor tien naar Leiden, waar ik bij Plato vier Klaus Schulze-cd’s kocht en bij Kooijker van Jonathan Safran Foer de roman Extremely Loud & Incredibly Close, waarbij ik tegen alle regels in (het was geen Nederlands boek) het Boekenweekgeschenk ontving (mijn zesde). Voorts bij een banketbakker een gevulde koek en bij een automatiek een kroket. Tegen halfeen weer thuis en om bij te komen van voorvermelde inspanningen vier afleveringen van Buffy gezien. ’s Avonds, net als vorige week donderdag, naar Pepijn om de voorstelling van Annette, Norma en Hans te zien – ouderwets leuk cabaret in de zin van het ontbreken van eigentijdse platvloerse stand-upperij. Kijk maar eens op www.denorman.nl. Vandaag vroeg opgestaan vanwege het Prijzencircusbegin: Charmed afgeprijsd!
26-03-06. Het zijn rare tijden. Als ik dit typ is het 19.50 uur, als ik deze tekst plaats iets na middernacht en als ik acht uur geslapen heb is het negen uur later geworden. Vrijdagnacht om halfeen gaan slapen, om twee uur wakker geworden van housegebonk bij de buren, vervolgens om vijf uur door een van de poezen die haar neus tegen mijn neus duwde opdat ik zou opstaan en haar te eten zou geven. Om tien over zeven de wekker, zodat ik om acht uur bij het Prijzencircus kon zijn. Om gezondheidsredenen kocht ik er de eerste vijf seizoenen Charmed – ik had van de zorgverzekeraar vernomen dat ik 255 euro no-claim terug zou ontvangen (verrekend met de premie, dus er gaat 100 euro af). Mocht ik ziek worden, dan kan ik te bed 77 uur Charmed zien.
27-03-06. We hadden gisteren de kortste dag van het jaar en daardoor was er een uur minder schrijftijd voor me weggelegd. Dat was geen ramp want ik kwam niet aan schrijven toe. Behalve het vooruit zetten van de kleine wijzer van horloge, wekker, muurklok en videorecorderklok en een klein kwartier hardlopen nauwelijks iets uitgevoerd. Wel het nodige denkwerk verricht want de komende tijd moet er van alles gaan gebeuren. Het Jubileumfeuilleton loopt ten einde en ik wil dat meteen laten volgen door een Soepfeuilleton (daarover eerdaags meer) en moet de betreffende tekst in 50 stukken hakken. Daarnaast denk ik na over twee uur uitzending op Radio West (in het programma Hot Talk), mogelijk met als thema vakantie (in Buisdorp). Dat komt neer op het schrijven van sketches, het uitzoeken van passende muziek en het timen van de sketches.
28-03-06. Ook een schrijver krijgt soms te maken met de minder cerebrale aspecten van het leven. Ik bezocht gisterochtend de Albert Heijnvestiging naast de Haagse Bijenkorf. Ik kocht onder meer biologische macaroni (scharrelpasta) en huiswijn (vin du maison, kan ook de la maison zijn). Met een aardig vol karretje bij de kassa. Caissière: ‘Er is een storing, er kan niet gepind worden.’ Voorbij de kassa een pinmachine. Kon ik daar pinnen? ‘Nee, in de hele binnenstad is er geen elektronisch betalingsverkeer mogelijk.’ Ik met mijn karretje de schappen langs en alle beoogde aankopen teruggezet. Met het lege karretje langs de kassa en richting de pinmachine, waar een oud vrouwtje geld uit tevoorschijn liet komen. Machine deed het wel! Geld gepind, met karretje supermarkt weer in en uit de schappen de teruggelegde boodschappen gepakt. Ditmaal geen boodschappenlijstje nodig gehad.
29-03-06. Het zijn niet altijd leien daken. Voorbeeld 1: de joggingbroek. Ik was in de pauze bij het Prijzencircus om behalve afgeprijsde koffiepads een joggingbroek te kopen. Wat bleek? Die zou aan het eind van de week pas aan de collectie worden toegevoegd! Voorbeeld 2: de zomertijd. Ik dacht: uurtje eerder op, makkie. Maar maandagavond was het zo erg met me dat ik al om 21.00 uur ging slapen, wat twee dagen eerder om die tijd nog 20.00 uur was. Ik had me verkeken op negentienjarige poes Duimpie en gehoopt dat ze me pas om zes uur in plaats van om vijf uur zou wekken. Maar ze wekte me al om vier uur en hield haar wekpogingen tot zes uur vol. Op het werk hield ik me staande en op de sportschool ook. Daarna sloeg Klaas Vaak toe.
30-03-06. Vandaag gaat er een nieuw feuilleton van start, een Soepfeuilleton. Het is voortgekomen uit het manuscript Soep (heb het betreffende Wordbestand Valentijnsdag 2000 het laatst veranderd), dat uit 50 (korte) hoofdstukken bestaat. Ik heb een aantal passages geschrapt en enkele andere samengevoegd, het zijn daardoor 33 dagelijkse afleveringen geworden. Een van de hoofdstukken had ik in 2001 al bewerkt tot een voorpublicatie op mijn website. Een desbetreffende print vond ik terug, zodat ik die bewerkte versie kon gebruiken voor het feuilleton. Voor dit weblog had ik eerder al twee fragmenten uit Soep tot blog herschreven (een rechtbankscène en de kringloopliposuctie). Soep was destijds bedoeld als een van de vervolgen op Zoute griotten en uit die roman zijn dan ook twee Soeppersonages afkomstig. Hoofdpersoon Evert Huis is hier de verteller, meneer Mortifa speelt een belangrijke rol als postrondbrenger.
31-03-06. De komende tijd zal er weinig komen van schrijven aan Sabbatical: er zijn dringende andersoortige schrijfverplichtingen. Op 19 mei aanstaande mag ik op Radio West weer twee uur ongecontroleerd mijn gang gaan, als gastpresentator van het programma Hot Talk. Dat betekent sketches schrijven en muziek uitkiezen en sketches en muziek timen en teksten herschrijven en nog een paar keer herschrijven en minimaal driemaal repeteren met Esther en Hans. Het thema zal dit keer zijn: Vakantie in Buisdorp maar Buisdorp zien we ruim, dus ook markante inwoners uit de randgemeenten Bokkerzwaag, Vrouwezeeghe, Zeevenslooten en Grooterwaal kunnen aan bod komen en uitstapjes over de grens liggen eveneens binnen de mogelijkheden (want the sky is the limit bij live radio). Er kan piano en gitaar gespeeld worden, er kan gezongen worden – maar gelukkig voor de eventuele luisteraars niet door mij.
01-04-06. Terzijde: wat een toestand. Ik stond in de rij om geld te gaan pinnen. (Zoals meestal was een van de twee pinautomaten buiten bedrijf.) Voor me was een oudere dame geld aan het tanken en natuurlijk was het weer iemand die nadat de biljetten tevoorschijn waren gekomen kalmpjes aan een tweede pasje invoerde. (Om de een of andere reden is dat erger dan gewoon twee pinners voor je hebben.) Ze was klaar en liep naar haar auto. Ik haalde mijn pas uit mijn broekzak en wilde die in de automaat stoppen – en zag toen dat de gepinde bankbiljetten van de dame er nog uit staken. 2000 euro! De oude dame reed al weg, ik sprong op mijn fiets, pas na een halfuur had ik haar ingehaald. Ze gaf me als dank 1000 euro. Het is 1 april.
02-04-06. Het is nu definitief lente: het regent gestaag. De eerste aprildag gevuld met vier afleveringen van Charmed en acht van MASH, en tegelijkertijd nagedacht over de invulling van de Hot Talkuitzending op Radio West. Het is pas op 19 mei, maar het is niet verstandig het schrijven uit te stellen tot een week voordien. Terwijl ik dvd keek kwamen er ideeën bovendrijven. Het waren er te veel om te onthouden en dus pakte ik er een notitieblok bij en schreef de invallen op. Later hevelde ik ze over naar de pc. Ruwe versies bedacht van acht sketches, met bijpassende muziek. Soms kom je door het onderwerp van een sketch op het idee voor een nummer, soms vormt een nummer de aanleiding voor een sketch. De gesproken onderdelen worden door muziek omlijst, dat wordt nog een hele studie.
03-04-06. Ook gisteren vier afleveringen van Charmed en acht van MASH gezien, maar in de ochtenduren nuttig bezig geweest met het bewerken van de Soepfeuilletonteksten. Ik had het betreffende Soepmanuscript versie 2000 (ik bedoel het jaar 2000, niet de 2000ste manuscriptversie) in 33 stukken gehakt en die moesten nog gefatsoeneerd worden. Ik kwam erachter dat ik niet zozeer moest strepen als wel strepen verwijderen. Oorspronkelijk schreef ik de tekst in WordPerfect (dat doe ik nog steeds als het om de eerste pc-versie gaat, leg andere keer wel uit waarom) en vertaalde die naar Word. Als je de Wordtekst op het scherm of geprint hebt is er niets aan de hand, maar op de beheerpagina van Web-log.nl zie je dat er afbreekstreepjes in sommige woorden zitten. Dan staat er bijvoorbeeld to-ma-ten-pu-ree – en al die streepjes moeten weg. Dom monnikenwerk.
04-04-06. De ene keer krijg je ideeën in de schoot geworpen, de andere keer liggen ze in de brievenbox. Ik was aan het nadenken over sketches voor de aanstaande Hot Talkuitzending op Radio West en vond in de brievenbox een kaartje van een helderziende professor. Zou het iemand zijn met paranormale gaven die besloten had voor de zekerheid een opleiding tot professor te gaan volgen? Of een professor die de universiteit gedag had gezegd om via zijn gaven aan de kost te komen? Deze professor was de minste niet. (Dat kan ik weten want ik verzamel de kaartjes die regelmatig huis aan huis en dus ook bij mijn huis bezorgd worden.) Hij zorgt voor ‘onmiddellijke terugkeer van iemand die U verlaten heeft’ en heeft maar liefst ‘20 jaar ervaring in relatie en liefdesproblemen’. Vandaar dus zijn ‘100% garantie’.
05-04-06. Er gaat vandaag flink geschreven worden: ik wil een stuk of twintig komende feuilletonafleveringen onlineklaar maken en ideeën voor elf sketches voor de Hot Talkuitzending (19 mei) op Radio West uitwerken. Tussen de bedrijven door moet ik de visite vermaken: sinds vorige week donderdagavond heb ik logeerkat Loekie over de vloer. Hij was hier een halfjaar geleden voor het laatst maar had meteen zijn draai gevonden. Poes Duimpie gaf hem een welkomstlik over zijn neus en poes Gregor sloeg hem op afstand ongeïnteresseerd gade, wat zij sindsdien is blijven doen. De vorige keer hield Gregor zich gedurende de logeerpartij van Loekie voornamelijk boven op de tv gedeisd, nu beweegt ze zich vrijer om de vreemdeling heen. Loekie zelf waardeert de vele maaltijden die ik serveer en rent de negentienjarige Duimpie enthousiast achterna de trap op en af.
06-04-06. Het schrijven bleef beperkt tot het fatsoeneren van twaalf feuilletonafleveringen, wat ik over de hele dag uitsmeerde omdat er diverse andere bezigheden binnens- en buitenshuis waren die de aandacht opeisten. Zo was ik al vroeg bij het Prijzencircus, waar ik een jack bemachtigde dat 69 euro gekost had, naar 49 euro was afgeprijsd en nu nog maar 35 euro hoefde op te brengen. Het is een jack om in het openbaar uit te trekken, want aan de binnenkant staat te lezen dat ik van het Leasure and Adventure Team ben. Puik jack. Voorts was buurvriendin Esther teruggekeerd van een binnenlandse reis met haar geliefde en met de achter hun stationcar gebonden caravan. Haar terugkeer betekende dat logeerkat Loekie afscheid moest nemen. Voordat hij voorlopig uit ons leven verdween mocht hij nog een halfuurtje met poes Duimpie darren.
07-04-06. Tussendoor een consumentenzaak. Vorig jaar kocht ik het vijfde seizoen van The Sopranos op dvd. Met het eerste schijfje was wat mis: kon niet ingelezen worden. De boxset teruggebracht. Tijdje later vierde seizoen Six Feet Under gekocht. En jawel: ook daar lukte het kijken niet, dus ook die boxset geretourneerd. Nadat vervolgens The Fly (1958) het niet bleek te doen begon ik te vermoeden dat het mogelijk aan de dvd-speler zou kunnen liggen. Het apparaat op 6 december 2005 ter reparatie afgegeven, al op 16 januari 2006 was-ie hersteld. Gedurende elf weken probleemloos dvd kunnen kijken – maar woensdagavond trad er weer hapering op en donderdag was dvd-kijken helemaal niet meer mogelijk. En dus wordt de speler weer aan een kijkoperatie onderworpen. Zoals dat gaat bij Murphy: afgelopen dinsdag dat vierde seizoen Six Feet Under maar weer gekocht.
08-04-06. Gisteren ondanks het fraaie herfstweer schrijfwerkzaamheden verricht: de komende afleveringen van het Soepfeuilleton gefatsoeneerd. De laatste aflevering was aan de korte kant en die heb ik dus bij de voorlaatste gevoegd, zodat het er in totaal 32 zijn geworden en de reeks tot aan het eind van de maand loopt. De pakketbezorger bracht de dvd-box van de serie Rising Damp, die in afwachting van de genezing van de dvd-speler onbekeken blijft. Ter vulling van de tijd van Jonathan Safran Foer het mooie rare Extremely Loud & Incredibly Close gelezen – en ook de nieuwe Remco Campert. De nieuwe Remco Campert? Omdat ik aan een essay over hem werk kreeg ik de drukproef van Het satijnen hart (waarvan ook een luisterboekversie verschijnt) in de bus. Vroeger schreef Campert als geen ander over de jeugd, nu idem over de ouderdom.
09-04-06. De zaterdag was geen schrijfdag maar toch uit bed gekomen. Terwijl de lucht met de minuut meer betrok en op Kijkduin onverschrokkenen aan hun Duinenmars begonnen naar Amsterdam gereden. Ter hoogte van Wassenaar startte de regen, nabij Schiphol kon van plenzen gesproken worden. Het reisdoel was Sound of the Fifties op de Prinsengracht, een vooraanstaande muziekleverancier die volgende week zaterdag voor het laatst open is. (De kans bestaat dat de dienstverlening in een andere vorm wordt voortgezet.) Aan een decemberbezoek aan Waterstone’s had ik een voucherboekje overgehouden, met kortingsbonnen geldig t/m 30 april. Ik trof er de nieuwe Tami Hoagthriller Dead Sky (‘Blood is the price of Justice’, aldus de cover). Hardback kostte 24 euro, paperback 20 euro – ik kreeg 5 euro korting op de hardback en 3 euro op de paperback, dus het werd de hardback.
10-04-06. Het viel al niet mee om alle terechte mediaberichtgeving te volgen, toch de tijd genomen voor een boek. Lang niet herlezen: Een circusjongen (1975). Een krankjorume geboortescène, gein met een doodkist en met een ongewenste gebakleverancier, een zwarte, bezeten duizend-en-één-nachtachtige vertelling over Reve als vrachtautochauffeur en als welkome gast aan het Hof. Plus die ongeëvenaarde somberheid: ‘Soms, heel kort, was ik gelukkig, of meende ik het te zijn, als ik mij poogde te wijden aan de liefde voor iemand, aan wie ik mijn geheim weerloos had toevertrouwd, maar ook dit schaarse geluk verging.’ Raaskal, de opvatting van Mulisch en anderen dat het na De Avonden bergafwaarts ging. Zij hebben Moeder en Zoon niet gelezen, Oud en Eenzaam, Het Boek van Violet en Dood et cetera. Naar de ramsjwinkel voor het Verzameld Werk: onnavolgbare literatuur voor weinig geld!
11-04-06. Joop zorgde voor Gerard maar wie zal er straks zorgen voor diens werken van letterkunde? Ik bezit van het meesterlijke Op weg naar het einde drie edities. Een gebonden uitgave van Van Oorschot uit 1983. De advertentie ervoor achterop Tirade 389 juicht dat het boek ‘geheel opnieuw gezet’ is en ik streepte dan ook een stuk of twintig beschamende zetfouten aan. ‘Storbui’, ‘gesusd’, ‘neurieën’, ‘honder kilometer’. Enzovoorts. In 1999 verscheen het tweede deel van het inmiddels verramsjte Verzameld Werk, met daarin een vlekkeloze editie van Op weg naar het einde. Tegenwoordig is het werk van Reve ondergebracht bij heruitgeverij De Bezige Bij, en dat is geen verbetering. In 2001 verscheen daar de 25ste druk van Op weg naar het einde. Al op de eerste pagina een zetfout, op pagina 56 rijdt de HMW-bromfiets 551 km per uur!
12-04-06. Ik heb Gerard Reve eenmaal ontmoet, op 12 maart 1997 tijdens BulkBoek’s Dag van de Literatuur in mijn woonplaats Den Haag. Ik lunchte met Bart Chabot in de artiestenkantine, die door Gerard en Joop de betreden werd. Weldra zag ik mijn kans schoon. Ik haalde het die ochtend gekochte exemplaar van Brieven aan Matroos Vosch tevoorschijn en meldde me bij de afzender ervan. Ik vroeg hem of hij het prachtige boek wilde signeren en reikte behulpzaam een balpen aan. Het was geen kroontjespen, dus Reve raakte er wat schichtig van. Hij zei: ‘Ik zet erin Voor Martin, met de liefste wensen van Gerard Reve.’ Korte pauze, en toen: ‘Bekend van radio en tv.’ Ik zei: ‘Ik herkende u meteen van de radio!’ Matroos Vosch wilde me weg hebben maar ik vertrok pas toen ook hij gesigneerd had.
13-04-06. Gisteren bezocht ik voor een reportage de prachtige nieuwe bibliotheek van kustgemeente Egmond aan den Hoef. Bij binnenkomst stuitte ik op een tafeltje waarop een aantal werken van Gerard Reve was uitgestald, benevens een A4’tje waarop diens heengaan beschreven werd. De directeur gaf toe dat het een wat shabby bedoening was. Ze had het liever zo fraai aangekleed als die Amsterdamse boekhandel, waar een stemmig lint de boeken van de betreurde sierde. ‘Kunt u niet een Mariabeeld op de kop tikken?’ De directeur hield het voor mogelijk dat dit te realiseren was: in de gemeente heerste katholicisme. Het was na de Revehausse van de afgelopen dagen een dorre bedoening op tv. We waren verwend met uitzendingen waarin vele ongeziene beelden vertoond werden. Ik voel wel wat voor een Revekanaal waarop continu aandacht aan de schrijver besteed wordt.
14-04-06. Dat de laatste rustplaats van Gerard Reve de komende jaren het doelwit zal zijn van lezers die hun idool eer willen betonen is evident. Maar na het zien van NOVA kreeg ik het vermoeden dat men er in Machelen een soort literair Bobbejaanland van wil maken. De burgemeester legde de link tussen bedevaartgangers en middenstand, inzonderheid de horeca. Een glunderende wethouder (‘schepen’) meende dat een naar Reve vernoemde straat er wel in zat. En een standbeeld? informeerde Tonko Dop likkebaardend. Waarom ook niet, filosofeerde de wethouder. Dat wordt zaterdag wat. Intussen zijn de weekbladen verschenen. Voor de Reveliefhebber is Vrij Nederland het interessants. Daarin staat de laatste, in 2004 door Rineke Dijkstra gemaakte officiële foto van de schrijver, die bij toeval in de lens kijkt. Een prachtig, sereen portret. De volksschrijver lijkt op de volkskomiek Willy Walden.
15-04-06. Het zesde en laatste deel van het Verzameld Werk van Gerard Reve bevat veel snoepjes om van te smullen. Het deprimerende gedicht Bioscoop (1940) bijvoorbeeld, had als motto voorin De Avonden opgenomen kunnen worden. En dan de Brief uit Huize Algra. Die kenden we toch al uit Nader tot U? Ja, tot op zekere hoogte: alleen voor wat betreft de passage over de landkruiser. In het VW gaat het nog een tiental pagina’s vrolijk verder. In het gedicht Het zorgeloze kunstenaarsvolkje (opgenomen in Archief Reve 1961-1980) beschrijft Reve het ongemak dat Pamphylia aan haar ‘kutwerk’ heeft. In de Verzamelde gedichten (Van Oorschot, 1987) heeft de auteur het scabreuze kutwerk veranderd in ‘gleufje’. In het VW is het kutwerk in ere hersteld. (Het is voor de liefhebber uiteraard van belang beide varianten te bezitten. Doe nooit wat weg!)
16-04-06. Het was een waardig en ontroerend afscheid. Geen Zeeverkenners of Zusters van Liefde maar desondanks een keurige katholieke begrafenis. Van heinde en verre waren ze gekomen want hij was een schrijver met wie de vele lezers een band hadden. Niet slechts huisvrouwen die zwijgend haar plicht doen en moeders van kinderen maar talloze vogels van uiteenlopend pluimage en alle gezindten. Een pastoor die aan Gerard Reve gewaagd was. Joop Schafthuizen met een door verdriet getekend gezicht. Teigetje en Woelrat afzijdig tegen de kerkmuur leunend. Een aangedane Erwin Mortier. Een oud geworden Hugo Claus (en een evenzeer oud ogende Jef Geeraerts). Terwijl ik dit schrijf leest de volksschrijver vanaf cd De Avonden voor. Er is D.V. voor jaren te lezen, te kijken en te luisteren. (Tot zover de reeks overdenkingen naar aanleiding van het overlijden van Gerard Reve.)
17-04-06. Het werk aan Sabbatical ligt al een tijdje stil, ben wel begonnen aan het schrijven van teksten/sketches voor de Hot Talkuitzending op Radio West, want die vindt op 19 mei plaats en dat is aanstaande vrijdag nog maar vier weken gaans. Ik had gelukkig al zo’n beetje in mijn hoofd wat mijn bedoeling was en bovendien (eveneens in mijn hoofd) een aantal sketches uitgewerkt. De muziek die ik draai hangt samen met de sketches: ik maakte een indeling van wat in het eerste en wat in het tweede uur te horen zal zijn qua muziek en verdeelde ook de sketches over beide uren. Daarna een zestal sketches geschreven – volgens de voorlopige planning de helft van wat ik nodig heb (uiteraard pas in eerste versie). Binnenkort timen om te zien of er genoeg of te weinig materiaal is.
18-04-06. Ik zat achter de pc en de muziek kwam bij de buren vandaan – al is muziek misschien geen correcte benaming voor het gestamp. Ik dacht om halfeen ’s nachts: het zal zo wel over zijn, maar pas om halfvier was het zover. Tweede Paasdag om tien uur eruit en na wat ochtendlijk getalm ’s middags in actie gekomen en verdergegaan met het schrijven van sketches voor de Hot Talkuitzending van 19 mei op Radio West. Omdat ik ook nog zo’n twee uur werk zou hebben aan de transcriptie van een interview mezelf geen rustpauze gegund. Ik kreeg de eerste versie van het draai/boek script tegen halfnegen af en was daarna zoals voorzien een kleine twee uur met de transcriptie bezig. Daarna de eerste versie van de Hot Talktekst vluchtig doorgenomen – het zijn een kleine 8000 woorden geworden.
19-04-06. In Sabbatical besluit hoofdpersoon Tom Veers zijn vrije tijd gedeeltelijk te besteden aan het lezen van Op zoek naar de verloren tijd van Marcel Proust. Een goede aanleiding om de Proustbiografie van Ghislain de Diesbach uit de kast te nemen en eindelijk te gaan lezen, wat niet in een dag zal lukken (700 pagina’s). Ik bezit naast die van Diesbach nog twee levensbeschrijvingen: de tweedelige biografie van George D. Painter, die ik lang geleden gelezen heb, en een van Ronald Hayman, die ik minder lang geleden gelezen heb. Mijn eerste Proust was eind jaren zeventig Combray of Een liefde van Swann, als een van de drie-boeken-voor-een-tientje van ECI (de andere waren De zwanen van Stonehenge en Oorlog en Vrede). Waarom toen Proust gekocht? Ik vermoed vanwege die subliem mallotige Monty Python sketch, The All-England Summerize Proust Competition.
20-04-06. De Proustbiografie van Ghislain de Diesbach gaat wat hoogdravend van start en leest aanvankelijk nogal traag maar dan wordt het leuk want Marcel Proust was een rare. Hij was allerminst een volksschrijver maar ging wel onder de wapenen: vrijwillig want dan hoefde hij maar één jaar in plaats van vijf. Gewatteerd opgevoed als hij was wist hij niet wat hij met een onopgemaakt soldatenbed aan moest en besloot hij maar op de onbedekte matras te gaan slapen. Bij een toneelstuk wierp hij zich op als souffleur maar daar was hij niet voor in de wieg gelegd. Hij had geen oog voor het script en lachte hardop om de acteerprestaties, tot radeloosheid van de acteurs die hun tekst kwijt waren. En hij was een gigantische kletskop. ‘Hij is een innemende dwaas,’ aldus een vriendin. Maar wat een oeuvre!
21-04-06. Afgelopen dinsdag had ik de eerste versie geprint van het draaiboek/script van de uitzending van Hot Talk op Radio West (19 mei). Door hardop de teksten te lezen (en de duur van de diverse muziekintermezzi erbij op te tellen) timede ik wat ik tot nu toe had: aan beide uren moest nog wat worden toegevoegd. Het kwam dus goed uit dat kompaan Hans Ruitenberg, die vele stemmen in zich heeft en die ik slechts woorden in de mond hoef te leggen, me smeekte om een Revepersiflage te mogen voordragen. Als ik zo’n verzoek krijg ben ik natuurlijk niet te houden. Binnen een halfuur had ik een pastiche af: de missing link tussen Lieve jongens en Een circusjongen. De tekst zal ik met de kroontjespen overschrijven en aan verzamelaars aanbieden: het leven wordt wel duurder maar niet goedkoper.
22-04-06. Het dappere snijdertje mepte er meen ik zeven plat maar ik vond het al geweldig dat ik twee vliegen in een klap sloeg. Ik had een tijdje geleden een tekst uit 1994 geprint waar ik uit wilde putten voor Sabbatical: een dagboek dat ik op de pc bijhield van de beslommeringen rond een verhuizing. Ik nam hier en daar een passage over, vervolgens lag het werk een tijdje stil. Gisteren begon ik met het bewerken van deze Verhuisberichten tot een Verhuisfeuilleton voor op het weblog, want het Soepfeuilleton is aan het eind van de maand afgelopen. Bij het opdelen van de tekst in afleveringen en het gelijktijdig verbeteren ervan, kon ik meteen bekijken wat ik eventueel voor Sabbatical zou kunnen gebruiken. De verhuizing speelde twaalf jaar geleden, maar ik herinnerde me alles alsof het vorige week was.
23-04-06. Een welbestede zaterdag, hoewel ik pas om halfelf gapend uit bed kwam. Een paar uur bezig geweest met het verder omwerken van de Verhuisberichten tot een Verhuisfeuilleton. Het werden 56 afleveringen, zodat ik na afloop van het Soepfeuilleton tot eind juni een dagelijkse aflevering in petto heb. De avond stond in het teken van het Hot Talkdraaiboek/script. Ik verbeterde de eerste versie, uitgebreid met de Gerard Revepastiche, en timede wat ik had door de voordrachten en dialogen hardop te lezen. Voor wat het eerste uur betreft heb ik zo’n 62 minuten aan tekst en muziek, ik denk dat ik in het tweede uur nog een minuut of vier materiaal nodig heb, dat hetzij zal bestaan uit een telefoongesprek met een externe medewerkster, hetzij uit een fictieve uitagenda in combinatie met een muziekstuk van een minuut of twee.
24-04-06. Het was zondagochtend tamelijk fris, te fris om in een T-shirt te gaan hardlopen, vond ik. Een koukleum, ik? Vergeleken bij Marcel Proust allerminst. Ik herinner me uit een biografie de anekdote over het huwelijk van zijn broer Robert. De schrijver voelde zich niet helemaal in orde maar verscheen toch in de kerk: gekleed in vele lagen truien waar overheen hij drie jassen had aangetrokken. Onderweg naar zijn plaats hield hij bij elke rij halt om zijn gezondheidsomstandigheden toe te lichten. (Zijn moeder werd per ambulance naar de kerk vervoerd.) In de Diesbachbiografie een fraai beeld van de schrijver aan het werk: ‘gedrogeerd door cafeïne en rillend onder een driedubbele laag jaeger ondergoed, plus vijf wollen dekens en drie donzen dekbedden’. Ik las de passage op bed, in een T-shirt en met het dakraam gedeeltelijk open. Behaaglijk.
25-04-06. De Grote Drie hadden niet onmiddellijk succes. De Avonden bezorgde Reve veel heisa maar weinig inkomen. Van de opbrengst van Conserve kon Hermans niet stil gaan leven en met Archibald Strohalm (later archibald strohalm) ging het ook niet denderend – vandaar dat Mulisch de voorkeur geeft aan schrijvers die hortend en stotend op gang komen en uiteindelijk wereldroem vergaren. Groter dan deze Grote Drie is Marcel Proust – althans buiten Nederland. Zijn opkomst was nog veel moeizamer. Bij het zoeken naar een uitgever stelde hij gegadigden in het vooruitzicht dat hij zelf de druk- en publiciteitskosten voor zijn rekening zou nemen. Zo verscheen het eerste deel van A la Recherche du Temps Perdu als een veredelde uitgave in eigen beheer. Het in maart 1913 betaalde voorschot (door de auteur aan de uitgever!) bedroeg 1750 franc, tegenwoordig zo’n 5000 euro.
26-04-06. Het eerste hoofdstuk van Sabbatical is getiteld Good Times Gone en dat komt natuurlijk van het Kinksnummer Where have all the Good Times Gone. Begin maart las ik op de site van Mojo dat Kinksvoorman Ray Davies eind februari in Utrecht had optreden. Stom: ik was te laat. Nog stommer: ik had het verkeerd gezien, ontdekte ik eergisteren. Eind februari was niet het concert maar begon de kaartverkoop! Het concert was op 3 mei. Is op 3 mei. Gisterochtend probleemloos twee kaartjes bemachtigd en er is ook vandaag nog plaats. De thuisblijvers hebben bij voorbaat ongelijk, kan worden afgeleid uit besprekingen in NRC en Volkskrant. Want het wordt allemaal gespeeld: Waterloo Sunset, Set me Free, Apeman, Sunny Afternoon, Death of a Clown, You Really Got Me, Lola. En natuurlijk ook Where have all the Good Times Gone.
27-04-06. Vanmiddag hebben we (Esther, Hans en ik) een eerste repetitie. We zijn er vroeg bij, de uitzending van Hot Talk (op Radio West) is pas op 19 mei. Zo’n gezamenlijke lezing biedt de mogelijkheid het materiaal wat nauwkeuriger te timen dan bij een solovoordracht door de schrijver. Ik ontdekte dat de eerste versie van het draaiboek/script wat aan de korte kant was en daarom laste ik in het tweede uur een item in over de Buisdorpse Bongo Boys, een tamelijk absurdistische tekst (veel gekker kan ik het niet bedenken) over een ‘legendarische’ sixties band die een reünieconcert geeft in de Dorpsgehoorzaal – het eerste optreden (in 35 jaar) sinds de dood van de befaamde bongospeler Bas ‘Bongo Boy’ Bambergen, die vervangen wordt door zijn zoon Barend ‘Little Bongo Boy’ Bambergen. (Voor dat concert zijn nog voldoende kaarten verkrijgbaar.)
28-04-06. De eerste repetitie voor de Hot Talkuitzending op Radio West verliep naar wens: timing wees uit dat we een afdoende hoeveelheid tekst en muziek hebben om de twee uur mee te vullen. Het was een informele doorloop van de dia- en monologen, gelardeerd met nuttiging van koffie, thee, boterkoek en de door Esther meegenomen walnoten. Zij droeg ook haar kat Loekie binnen, die door mijn kat Duimpie een begroetingslik over zijn snuit kreeg maar door mijn andere kat Gregor genegeerd werd. Zo gaan die dingen. Voor mij was de repetitie een makkie: ik had de teksten zelf geschreven en hoefde mijn stem niet in bochten te wringen om diverse typetjes te produceren. Hans moest dat wel: hij speelt elf rollen, variërend van badmeester tot burgemeester, van kapper tot medisch specialist, van Afrikaans medium tot Franstalig Frans toerist.
29-04-06. Toen ik de omvangrijke biografie van Ghislain de Diesbach uit had, begon ik trek te krijgen in Marcel Proust zelf en in A la Recherche du Temps Perdu. Dat kwam goed uit, want een paar jaar geleden had ik een fraaie cassette gekocht met zes (nog ongelezen) gebonden delen In Search of Lost Time. Vele jaren voordien kocht ik een ook niet onaardig ogende cassette met drie paperbackdelen, getiteld Remembrance of Things Past. Ik kocht deze vertaling (door C.K. Scott Moncrieff en Terence Kilmartin) omdat Thérèse Cornips de tijd nam met haar vertaling Op zoek naar de verloren tijd. Bovendien liet De Bezige Bij de afzonderlijke delen eerst in paperback verschijnen voordat beslag gelegd kon worden op een mooie gebonden editie. Inmiddels ben ik halverwege The Way by Swann’s (ofwel Du Côté de Chez Swann) geraakt. Prachtig.
30-04-06. Als je per se je verjaardag wilt vieren op de dag dat je moeder haar verjaardag vierde dan moet je het niet een dag eerder doen maar op de dag zelf. Geen wonder dat de majesteit bij aankomst werd onthaald op hagelstenen. In Loosduinen bleef het droog maar fris, merkte ik toen ik met buurvriendin Esther een tocht langs de braderietroep maakte. Afgedankt speelgoed, videobanden voor 50 cent en voor 25 cent een singletje dat Ramses Shaffy en Simon Carmiggelt voor het Bureau Voorlichting Levensverzekering maakten (collector’s item!). Vandaag het laatste deel van het Soepfeuilleton. Morgen ter afwisseling een lang kort verhaal van eigen makelij als blog: Lenteliefde. Overmorgen gaat het Verhuisfeuilleton van start. Een toepasselijke titel, want 120 webloggers waren gisteren in extase dan wel alle staten wegens hun weblogverhuizing. Wordt het in mei mooi weer?
01-05-06. De laatste dag van april was een ondermaatse dufdag. Ik was van plan gigantisch veel te gaan doen maar er kwam zo goed als niets van terecht. Nou ja: om elf uur bij de C1000 en om halftwaalf op het balkon in de nauwelijks schijnende zon. Het draaiboek/script van Hot Talk bijgeschaafd, daarna gestofzuigd en de wasmachine aangezet. De ochtend zat erop maar de middag zou goed gevuld worden met bezigheden. Inderdaad een tiental pagina’s Proust gelezen en een uur geslapen. Daarna nog een flink stuk Proust. Verbijsterend Journaalitem: Koninginnedagviering in gemeentes waar ze er te laat achter waren gekomen dat het feest op zaterdag gehouden werd. De pc aangezet om een interview te gaan uitwerken, maar na 50 minuten andersoortige arbeid vond ik het wel weer best. Vandaag de Dag van de Arbeid. We zullen zien.
02-05-06. Er zijn van die dagen dat een cabaretier het materiaal in de schoot geworpen krijgt. Premier Balkenende die in een vlaag van laat-ik-eens-doen-of-ik-van-deze-planeet-ben opbelt naar het jubilerende radioprogramma Arbeidsvitaminen en de presentator laat weten dat hij vroeger (wie had dat van hem gedacht) naar The Beatles luisterde. Hij lijkt me in elk geval geen liefhebber van The Rolling Stones. Een niet rollende maar tuimelende Stone, Keith Richards, is onlangs uit een boom gelazerd en de gevatte reactie zou kunnen zijn dat zoiets geen verbazing wekt als je recente foto’s van hem ziet. Niet uit een boom gevallen maar erin geklommen is blijkens Teletekst een Indiase man van 83, die dat 50 jaar geleden deed (en er sindsdien is blijven zitten) omdat zijn betere helft zei dat hij de boom in kon. De komkommertijd is vroeg dit jaar.
03-05-06. Er zouden kommervolle tijden kunnen gaan aanbreken voor vele gedreven webloghebbers. Volgens betrouwbaar klinkende informatie is over iets meer dan een maand iedereen verhuisd naar de nieuwe weblogomgeving. Wie meer dan een bescheiden hoeveelheid content wil presenteren, zal moeten gaan betalen. De goedkoopste mogelijkheid is 8,95 euro per maand en dat is in echt geld nog altijd 236 gulden per jaar. De luxe editie kost 14,95 euro per maand, omgerekend 395 gulden per jaar. (Wat zouden we schrikken als alle europrijzen ineens door vermenigvuldiging met 2,20371 omgezet werden in guldens!) Het schijnt dat er alleen met creditcard betaald kan worden – hoeveel scholieren hebben die? Omdat onduidelijk is hoe de vlag er straks bij hangt heb ik alle huidige logs geprint, een stevige stapel papier. Enfin, vanavond naar Ray Davies. Hopelijk valt hij voordien niet uit een boom.
04-05-06. Het was gisteren nog een sunny afternoon toen ik in de auto stapte en op weg ging naar Ray Davies in Concert. Ik ga altijd maar bijtijds op pad: het optreden in Vredenburg zou om kwart over acht beginnen, rond zes uur zaten we al op de Utrechtse baan. In dit geval hield mijn bijtijds zijn verband met de vrije plaatskeuze: als we de zaal vroeg betraden zat er wellicht een vooraanstaande staanplaats in. Ook wilde ik vroeg zijn omdat ik Utrecht nog niet in mijn genen heb zitten, qua parkeren. Het was vijf over zes en we reden stapvoets over de Utrechtsebaan. Twee uur later reden we nog steeds stapvoets. Uiteindelijk om kwart voor negen de zaal in, waar Ray Davies halverwege Sunny Afternoon was, waarna Dead End Street werd ingezet. Dat maakte de reisvertraging goed.
05-05-06. Ik begon op 2 mei met een Verhuisfeuilleton, drie dagen later zijn er al meer dan dertig afleveringen geplaatst (de laatste staat bovenaan, de rest zit in het archief). Vanwaar dat meedogenloze tempo? Het is vanwege andere verhuizing: die van het weblog. Een paar dagen geleden kwam het bericht door dat die vanaf 8 mei kon gaan plaatsvinden (het wordt 15 mei). Ik dacht: als we verhuisd zijn gaat het plaatsen van berichten misschien niet meer zo kinderlijk simpel als nu en bovendien kun je nog maar tien berichten in beeld brengen. Inmiddels heeft de directie het aantal toonbare logs verhoogd tot 50, zodat ik er 25 van de huidige 75 naar het archief moet verhuizen. Ik ga toch maar door met het snel plaatsen van de 56 afleveringen Verhuisfeuilleton. Daarna komt er wel weer wat anders.
06-05-06. Vanaf ergens in juni heb ik vier weken vrij en ga ik volop aan Sabbatical werken (dat zal tijd worden). Tot het zover is staat er een hoop op het programma, zoveel dat ik bij ontstentenis van een agenda een velletje schrijfblok gevuld heb met wat ik wanneer moet doen. Vorige week had ik nog geen velletje schrijfblok gevuld met wat ik wanneer moet doen en toen maakte ik een afspraak voor een reportage op de dag dat de auto algemeen periodiek gekeurd wordt. Met het openbaar vervoer naar Urk reizen leek me niet wenselijk, dus ik verzette de afspraak. Voorts op 12 mei naar een uitvoering van Kamerkoor Akkoord in Leiden, op 15 mei naar Zappa plays Zappa in Amsterdam en op 19 mei Hot Talk op Radio West – en daarvoor moet ook nog gerepeteerd worden.
07-05-06. Poes Gregor is sinds een aantal dagen krols. Ze uit dat door klagerige geluiden te maken. Als ik in haar nabijheid ben kan ik wijze woorden van troost spreken en een aai uitdelen, als ik naar boven vertrek om te gaan slapen wordt dat lastig. Zij vindt dat ook lastig, en begint met name op dat moment klagerige geluiden te maken. Ze is van huis uit bedeesd en afstandelijk en heeft ondanks haar acht jaar (ik onttrok haar anderhalf jaar geleden aan het asiel) waarschijnlijk nooit op schoot gezeten – dat vindt ze niet prettig. Optillen idem dito. Maar bij krolsheid neemt ze een ander standpunt in. Krolse katten willen eruit, Gregor niet. Ik had haar op de arm toen er aangebeld werd en ik buurvriendin Esther binnenliet. Onmiddellijk gingen haar (Gregors) nagels in mijn vlees. Betadine! Pleisters!
08-05-06. Gregor is niet krols meer, dat zal mijn nachtrust ten goede komen. Gisteren zoals ik me had voorgenomen vroeg opgestaan, vroeg gaan hardlopen en vroeg de huishouding gedaan. De middag gedeeltelijk gevuld met Proust lezen, maar ook het 56-delige Verhuisfeuilleton voltooid en de resterende afleveringen (t/m deel 55) geplaatst; het laatste in beeld, de rest in het archief. Vandaag is ook het slotdeel te lezen – niet een verslag van de verhuizing anno 1994 maar een terugblik anno 2006. Als de 260.000 weblogs inderdaad op 15 mei gaan verhuizen dan heb ik nog een week de tijd om volgens de oude methode teksten te plaatsen. Ik heb besloten dat het een Familiefeuilleton wordt (de officiële titel: Van dode mensen, de herinneringen die voorbijkomen). Een autobiografische novelle van zo’n 23.000 woorden, die ik in zeven stukken zal gaan hakken.
09-05-06. De maand begon muzikaal met Ray Davies in Vredenburg, is halverwege muzikaal dankzij Kamerkoor Akkoord en Zappa plays Zappa en eindigt muzikaal met het tweedaagse The Hague Jazz – de opvolger van het North Sea Jazz Festival. Ik kocht gisterochtend een passe-partout. De baliedame riep er een andere dame bij: gezamenlijk bogen ze zich over de computer, onder raadpleging van een handleiding: het betrof een organisator waar nog niet eerder mee gewerkt was. Ik moest van alles opgeven: mijn naam, mijn adres – waar was dat voor? ‘Voor de organisatie.’ ‘Dus als de organisatie niet lukt word ik erbij gehaald,’ begreep ik. Het intikken van codes en gegevens leidde na een minuut of tien tot twee dagkaarten die tezamen 50 euro kostten. Plus tweemaal 3 euro bespreekgeld. Tweemaal?!? ‘Ach, ik doe wel eenmaal bespreekgeld,’ ging de baliedame coulant overstag.
10-05-06. Het begon ermee dat ik in de pauze met een collega een ijsco was gaan kopen en die aangenaam met haar in de windloze zon zittend had verorberd. Ik ging een paar uur later sporten en passeerde een kleine honderd meter voor de sportschool een groepje agenten, ze gingen mogelijk aan een verkeerscontrole beginnen. En toen realiseerde ik me dat ik zonder rijbewijs in de auto zat. Het kwam door de mesjokke legitimatieplicht waar ik me aan houd omdat ik alle internationale verdragen en lullige landelijke wetjes zoveel mogelijk probeer te respecteren. Toen ik in de pauze de straat op was gegaan had ik het rijbewijs in mijn broekzak gestopt, daar zat het nog. Nadat ik uitgesport was waren de agenten verdwenen. Als ze er nog gestaan hadden zou ik via het park naar huis geslopen zijn.
11-05-06. Het zomerse weer werkt luiheid en balkonliggen in de hand. Daar was bij mij inderdaad sprake van maar ik was wel al om kwart voor negen gaan sporten. Vijf kwartier later had ik vanaf het zonbalkon zicht op een voorgereden politiebusje, er moest kennelijk weer ingegrepen worden. Esther en Hans meldden zich om twee uur voor een tekstrepetitie: op 19 mei gaan we bij Radio West live de lucht in en dat doen we het liefst zonder haperen. Kat Loekie zou meekomen maar hij was overstuur uit Esthers armen gesprongen toen een gestoorde buurtbewoonster het op een schreeuwen zette. Voorafgaande aan de repetitie bekeken we een paar Little Britainsketches, erna een kwartiertje The League of Gentlemen. De repetitie verliep naar wens. Een halfuurtje nadat Esther en Hans vertrokken waren stond er weer een politiewagen voor de deur.
12-05-06. Het zomerse lenteweer werkt niet alleen luiheid en balkonzonnen in de hand, het zorgt ook voor een korte nachtrust. Ik was er donderdag om halfzeven uit, hoewel dat nergens goed voor was, en zat tien minuten later achter de pc om teksten op het weblog te plaatsen. (Mogelijk vanwege het warme weer was Web-log.nl gistermiddag lange tijd onbereikbaar geweest.) Om acht uur de auto naar de garage gereden voor een apk en een kleine onderhoudsbeurt, om halftien met een Senseo, de walkman en een stapel uit tijdschriften gescheurde artikelen op het balkon gaan zitliggen. Ik had die artikelen uit die tijdschriften gescheurd omdat ik ze wilde bewaren maar bij doorneming bleek het praktisch allemaal weg te kunnen. Onderweg naar de garage een flinke paperstapel aan de papierbak overgedragen. Vanmorgen geen balkonzonnen maar voor een reportage naar Urk.
13-05-06. Mijn donkergroene Peugeot 106 1.4 XR uit 1997 heeft een dak dat opengeschoven kan worden. Dat heb ik weleens gedaan. Als ik dan rond de tachtig reed voelde ik het in mijn oren suizen als in een stijgend of dalend vliegtuig, en bovendien ging het ten koste van de hoorbaarheid van de muziek. Gisteren kwam ik op het idee ook het raam een tikkie te openen, waardoor er buitendruk bij kwam, of hoe heet dat. Geen last van de oren en dus zonovergoten waar mogelijk met 120 kilometer per uur richting vissersdorp Urk. Op de terugweg werd ik overmoedig en reed niet alleen met opengeschoven dak en de elleboog lui uit het geopende raam maar met ook nog het geopende passagiersraam. Door de windcirculatie vloog al het losliggende papier me om de oren. (Ook nog flink verbrand.)
14-05-06. Het kan soms raar lopen. Vrijdag reisde ik voor een reportage naar de behoudend protestants-christelijke enclave Urk (waar 50% van de bevolking uit jongeren onder de negentien jaar bestaat, dus behoudend is niet hetzelfde als onthoudend), zaterdagavond zat ik in Leiden in de Vredeskerk. Voor het eerst van mijn leven woonde ik een optreden bij van een gemengd kamerkoor, een vertoning waarbij koorleden om te kunnen zingen in onvrolijk zwart gekleed gaan. Hoofdmoot vormde The Unicorn, The Gorgon and The Manticore van Gian Carlo Menotti. Een man die achter me zat hoorde ik vragen wat een Unicorn was, dus er zaten niet louter geleerden in het publiek. (Er was iemand met een opruiende hoed op binnengekomen.) Piano, zang en ook dans, had het enigszins naar mijn zin. Maar het ging natuurlijk wel ten koste van het schrijven.
15-05-06. De onzekerheid over de verhuizing duurt voort: vanaf vandaag worden de weblogs verhuisd – maar het duurt ongeveer twee weken om alle ruim 260.000 over te hevelen. Wanneer je aan de beurt bent is een verrassing. Dat is ook het geval met de interne kantoorverhuizing: ik weet alleen dat de redactie verhuist van een riante ruimte met uitzicht op de Grote Marktstraat naar een wat minder riante ruimte met uitzicht op de binnenplaats (gelukkig niet een waar oude fietsbanden liggen als in een somber Revedecor). Wanneer we precies gaan verkassen is als ik dit schrijf nog niet bekend. Vandaag heb ik wat anders om naar uit te kijken: Zappa plays Zappa in de Heineken Music Hall. Een band geleid door Dweezil Zappa, met als gasten Terry Bozzio en Steve Vai. Het concert was verhuisd van 10 november 2005.
16-05-06. Zappa played Zappa, gisteravond in de Heineken Music Hall. Ik hoorde The Black Page – Sofa – Pygmy Twylyte – Don’t eat the Yellow Snow – Father O’Blivion – Cheepnis – Peaches en Regalia – City of Tiny Lights – I’m so Cute – Tryin’ to grow A Chin – King Kong – Help I’m a Rock – Hungry Freaks, Daddy – The Idiot Bastard Son – Camarillo Brillo – Let’s make the Water turn Black – Inca Roads – Montana – Punky’s Whips – Zomby Woof – Village of the Sun – Echidna’s Arf (of you) – Florentine Pogen. Dweezil Zappa had een band bijeengebracht en geïnstrueerd waar zijn vader trots op zou zijn geweest. Vele malen kippenvel (The Black Page – Punky’s Whips), een enkele keer vochtige ogen (Peaches en Regalia – Sofa). Muziek van een verbijsterende complexiteit die virtuoos vertolkt werd. Iemand wierp een cd en raakte Dweezil. Frank zou het concert beëindigd hebben, Dweezil reageerde gemoedelijker.
17-05-06. Terwijl ik dit schrijf is de tweede termijn van het Kamerdebat aan de gang; de wijzers van de klok vallen over een paar minuten samen. Ik moest af en toe denken aan lang geleden. Ook toen was ik al een gretig lezer. Ik zou over een tijdje twaalf jaar worden en dan nog een jaar moeten wachten op toetreding tot de afdeling dertien jaar en ouder van de bibliotheek. Ook toen was ik al ongeduldig. Tegenwoordig is een jaar zo om, rond mijn twaalfde leek het een eeuwigheid te duren. De lidmaatschapskaart werd nog met de pen ingevuld. En kon dus ook met de pen vervalst worden. Ik veranderde mijn geboortejaar van 1958 in 1957. Toen ik aan een nieuwe kaart toe was werd dat onjuiste jaar huppekee overgenomen door de bibliothecaresse. Maar stel dat het uitkomt?
18-05-06. De komende dagen zit balkonzonnen er niet in. Toen het een paar dagen geleden nog zonovergoten was wierp ik in de keuken door de luxaflex een blik naar buiten omdat ik de platte tongval van een buurvrouw hoorde. Er zijn mensen die om wat voor reden dan ook een minder prettig ogend postuur hebben. Het voordeel van kleding is dat je de stulpingen tot op zekere hoogte kunt camoufleren. De volvette buurvrouw denkt daar anders over. Zij perst zich in een minirok die helaas niet strak genoeg zit als zij zich over de reling buigt om met een benedenbuur lulpraat uit te wisselen. Toen ik door de luxaflex blikte werd ik blootgesteld aan haar aan de oppervlakte gekomen bilpartij waartussen mogelijk een string ingeklemd zat. Ik wilde eten gaan bereiden maar besloot het avondmaal uit te stellen.
19-05-06. In juni 1994 was ik op de dag dat ik in Leiden een marathon moest lopen grieperig. Als ik lag, zat of stond voelde ik me rillerig en beroerd. Onderweg naar de start slikte ik met een slok energiedrank een aspirientje weg. Op het moment dat ik ging hollen verdween de grieperigheid en ik finishte in een acceptabele tijd (3 uur, 26 minuten, 50 seconden). Vanavond is de rechtstreekse uitzending van Hot Talk (Radio West) en ik voel me grieperig. Het begon woensdagavond met keelpijn waar bij het donderdagochtendontwaken rillerigheid bij kwam. Normaal gesproken gaat het bij mij zo dat de keelpijn verdwijnt en dat rillerigheid en koorts het voor het zeggen krijgen, maar de keelpijn houdt aan. Donderdagmiddag mailde radiokompaan Hans dat het niet goed met hem ging. We vormen samen twee uur lang een ziekenomroep.
20-05-06. Opdracht volbracht. De uitzending van Hot Talk op Radio West zit erop en mijn zieke lichaam verlangt naar zijn bed. Voordat het begon was ik beroerd en erna ook maar tijdens de uitzending sprak het plichtsbesef en probeerde ik zonder te raspen, te rochelen of luide te hoesten de teksten in de microfoon te krijgen. Toehoorders in de studio vonden dat het goed gegaan was – ik maakte maar een enkele domme fout door een tekstregel op te zeggen die Hans in zijn rol als professor Bomba had moeten zeggen. Het was even improviseren: er was een onuitgeschreven telefonisch interview met straatnieuwsverkoper Robert en dat was een aanslag op het schema, waardoor een muziekstuk voortijdig weggedraaid moest worden. Maar alles kwam goed dus ik kan tevreden met aspirine onder de wol. Zie ook de blog met het script.
21-05-06. Het goede nieuws is dat ik momenteel geen keelpijn meer heb. Ik werd om tien uur wakker met koortsigheid, niesbuien en verschrikkelijke hoestaanvallen. Als ik er ten tijde van de radio-uitzending zo aan toe geweest was zou de luisterdichtheid binnen de kortste keren richting nihil gegaan zijn. Toen ik vrijdagavond na thuiskomst een familielid probeerde op te bellen bleek dat de telefoon het niet deed en dat was zaterdagochtend nog steeds het geval. De internetverbinding functioneerde, dus misschien moesten er nieuwe batterijen in de telefoon. Ik ging op pad om die te kopen en belandde parpluloos in een pittige regenbui. De batterijen brachten geen soelaas, de telefoon deed het nog steeds niet. Wel bleek ik inmiddels 38.5 koorts te hebben. Een groot deel van de middag en avond geslapen – en mezelf letterlijk een paar keer wakker gehoest.
22-05-06. De koorts is geweken, afgezien van een dagelijks glas rode huiswijn gebruik ik geen middelen die de perceptie beïnvloeden, dus wat ik zojuist meemaakte moet echt gebeurd zijn. Boven Loosduinen was er sprake van geweldig onweer en gewolkbreuk. Over minder dan een maand worden de dagen korter, er zijn nu al herfstige atmosferische omstandigheden. Van Esther en Hans ontving ik een aantal foto’s gemaakt in de studio van Radio West. Ik heb altijd het beste met de medemens voor dus ik besloot de meeste waarop ik afgebeeld stond niet te openbaren. Die foto die nu boven aan de blog staat kon er nog net mee door. Het script vulde de Hot Talkblog, door de toevoeging van foto’s zakte het slot ervan uit beeld. Een tijd bezig geweest met het verwijderen van witregels om het passend te maken.
23-05-06. Het is, als ik dit snotterend begin te schrijven, maandagavond 20.35 uur. De wind giert om het huis en heeft de wolken verdreven. Een wolkbreuk heeft plaatsgemaakt voor zonneschijn. De boom voor het huis is in een week tijd gevuld geraakt met bladeren – wat dat betreft was de overdadige regenval wel gunstig. Het afgelopen weekend grotendeels slapend doorgebracht, wegens de grieperigheid nauwelijks tot iets in staat. Als je overdag je tijd verslaapt heeft het eigenlijk geen zin meer ’s avonds nog te gaan slapen. Ik probeerde het desondanks omstreeks 23.00 uur en lag om 03.30 uur nog wakker. Ik zou in die tijd tienduizenden schapen hebben kunnen tellen, een boek kunnen lezen, hom pom pom, hom pom pom – maar ik lag maar een beetje duf in het wilde weg te denken. Ik kan maar beter beter worden.
24-05-06. Het was dinsdag halfom: ’s morgens nattigheid, ’s middags zon, in beide gevallen stond er een stevige bries. De Straatnieuwsverkoper die ik vrijdagavond in Hot Talk via de telefoon geïnterviewd had betrad pas tegen het middaguur zijn standplaats aan de zijingang van De Bijenkorf – hij had kennelijk een vrije ochtend. Ik had hem beloofd dat ik een krantje zou komen kopen, toen ik me voorstelde herkende hij mijn stem van de radio. Hij had de uitzending leuk gevonden en hoopte dat ik er gauw weer een ging maken. Na het werk naar de boekeninkoper met een stapeltje ter recensie ontvangen boeken die weg konden: een Robbie Williamsbiografie, iets autobiografisch van Herman van Veen, een feestboek over Rowwen Hèze en nog zo teen en tander. Opbrengst: slechts 12 euro. Ik besloot het te versnoepen: een Indische rijsttafel afgehaald.
25-05-06. Als je gewoon doet of het een ander jaargetijde is, is het eigenlijk best wel aardig weer voor de tijd van het jaar. Woensdagmiddag een paar ferme donderknallen gevolgd door een wolkbreuk uit het boekje. Het is prettig om onder zulke omstandigheden in de auto in plaats van op de fiets te zitten – al is prettig in de auto zitten in Den Haag momenteel eigenlijk niet mogelijk. Er worden op diverse plekken voorbereidingen getroffen voor de komst van een ijltram die meen ik met 250 km per uur door de stad zal gaan jagen, wat aardig contrasteert met de slofsnelheid waarmee de autoreis van de binnenstad naar Loosduinen tegenwoordig gereden wordt. Hier een wegopbreking, daar een wegopbreking, zelfs een wegopbreking waar helemaal geen tram komt te rijden want tegelijkertijd wordt ook her en der de riolering aangepakt.
26-05-06. Een paar dagen van grieperigheid die naadloos overgingen in een paar dagen van onvrolijkheid gekoppeld aan gebrekkige nachtrust, dus het werd tijd om eens flink uit te slapen en orde op zaken te stellen. Dat uitslapen lukte aardig: woensdag al voor middernacht gaan slapen en donderdagochtend om halftwaalf pas opgestaan. Ik had geen zin meer in onvrolijkheid en in grieperigheid al helemaal niet meer. Huishoudelijk werk is afdoende geestdodend om de zinnen te verzetten, en ik begon dan ook gedreven aan een grote opruiming van papier dat weg kon. Ik herinner me een avond waarop ik uren in de weer was met het uit dvd- en filmbladen scheuren van artikelen die ik moest bewaren. Onlangs die stapel uitgescheurde artikelen bekeken: alles kon weg. Donderdagmiddag zoveel troep gesaneerd dat de bovenverdieping als gerenoveerd oogt. Vanavond The Hague Jazz.
27-05-06. De grieperigheid en de onvrolijkheid heb ik verre van mij geworpen en de vrijdag werd dan ook een dag gevuld met prettige bezigheden. Een minuut of twintig gaan hollen in de regen, verder gewerkt aan het essay over Remco Campert, een interview uitgewerkt – en een bezoek gebracht aan de eerste avond van de eerste editie van The Hague Jazz, het kleinschalige alternatief voor het North Sea Jazz Festival. Een hoop bijzondere dingen gehoord: Willem van Ekeren, die pianowerken van Bach speelde (Das Wohltemperierte Klavier) en daarbij met raspende Tom Waitsstem teksten van Charles Bukowski voordroeg/zong. The New Standards: drie Amerikanen (piano, bas, vibrafoon, zang) die popklassiekers bewerkt hadden – All the Young Dudes – Psycho Killer – Wild Horses. Het fantastische Jatof Swing Orchestra met uitstekend gezongen Rat Packrepertoire. (En nog veel meer fraais gehoord.) Vanavond ga ik weer, jazzeker!
28-05-06. Jazz is topsport. Het laatste stukje naar het voormalige Congresgebouw legde ik onder de paraplu af. Op de tweede dag van de eerste editie van The Hague Jazz was er meer publiek dan op de eerste. Bij een stand van boekhandel Paagman kocht ik de cd van The New Standards, die ik vrijdagavond had zien optreden. Ze hadden de cd’s zelf meegenomen, het restant ging terug naar de USA. In de zaal Louis’ Basement stonden zowaar de drie muzikanten van The New Standards bij de PA. Voorop de cd staat nu Martin! plus drie handtekeningen. Rory Block had wegens ziekte afgezegd, Boogie Boy was schor maar dat was zijn bedoeling ook. Stampende funk van het Rare Groove Orchestra gehoord, stukje Toots Thielemans, stukje Denise Jannah – en bijna twee uur lang Gare Du Nord! Excellente excellounge, gigantisch genoten.
29-05-06. Was dat schrikken: de zon scheen zondag. Nog zotter was het dat ik om negen uur, halftien al bij kennis was nadat ik om drie uur, na een uitputtend The Hague Jazz-festival, naar kooi was gegaan. Het is slopend, twee dagen acht uur lang van zaal naar zaal sjokken, trap op, trap af. Maar als er op de derde dag geen muziek is mis je het enorm. Ik herinner me mijn eerste North Sea Jazz Festival, in 1978. Na de laatste dag meteen door naar mijn krantenwijk. De onvermoeibaarheid van de jeugd! Wat ik op het nieuwe festival een minpuntje vond waren de aankondigingen. Een klein kaal mannetje sprak de massa toe alsof die uit kleuters bestond. Een vrouwelijke aankondiger sprak Bukowski uit als Buwoski en noemde de Findley Brothers de Faaindley Brothers. Dat mag natuurlijk niet.
30-05-06. In december had ik de zieke dvd-speler weggebracht, zes weken later was hij genezen verklaard. (Dankzij de vijf jaar garantie die ik bij de aanschaf in 2003 kocht hoefde ik de 144 euro reparatiekosten niet te betalen.) De speler bleef het elf weken doen en werd toen opnieuw ziek: zelfde klacht, hoewel die onlangs bestreden was met de transplantatie van een nieuw onderdeel. Vorige week woensdag was het apparaat ongeveer zes weken onder behandeling, dus BCC maar eens opgebeld. Goed nieuws: de speler was onderweg van reparateur naar filiaal. Hij deed het weer? Dat konden ze niet zeggen. Gistermiddag nog maar een keer gebeld. Na intern overleg de verlossende woorden: ik kon een nieuwe komen uitzoeken. Het werd een dvd-speler van 70 euro plus verwijderingsbijdrage plus vijf jaar garantie (20 euro) – maar ik hoefde niets te betalen!
31-05-06. Vroeger kocht ik dure paraplu’s maar die raakte ik kwijt. Het waren van die gevallen van het formaat wandelstok, waar je op kon leunen als het droog was. Als ik naar school ging had ik er vaak een paraat, zodat iemand me John Steed ging noemen. Wanneer we bij het wisselen van de lessen in de regen van het hoofdgebouw naar de dependance liepen, stak ik degenen die in mijn buurt liepen ongemerkt zowat een oog uit. De tijd van dure paraplu’s is voorbij. Bij Blokker koop je voor 3 euro een inschuifbare die je pas na een week of drie hoeft weg te gooien, als het behalve geregend ook gewaaid heeft. Gisterochtend moest ik een nieuwe hebben. Ik lette niet op wat ik kocht en liep even later onder een paraplu waarop jonge katjes waren afgebeeld.
01-06-06. Ik wilde Six Feet Under gaan kijken (er is een nieuwe dvd-speler in huis) en toen het schijfje werd ingelezen belde mijn moeder op. ‘Kom je ook? We moeten er voor achten zijn.’ Plus tranen. Ik nam een slok Senseo en haastte me naar de auto. Mijn moeder stond voor de deur te wachten, mijn zus kwam een minuut later voorgereden. We stapten in en reden naar de dierenarts. Hond Billy (bijna zeventien jaar) lag sinds anderhalve dag vergeefs aan het infuus. De dierenarts tilde hem op de behandeltafel. Billy keek me aan, ik voelde tranen opkomen. Had het geen zin meer? Het had geen zin meer. De dierenarts injecteerde een blauwige vloeistof. Billy moest gaan slapen maar bleef wakker. Nog een injectie. En nog een. Toen pas hielden ademhaling en hartslag op. Weer waren er tranen.
02-06-06. De dierenarts die Billy had laten inslapen vroeg de volgende middag attent hoe het ermee ging. Ik was opnieuw over de vloer, ditmaal voorzien van poes Duimpie – negentien jaar maar als ze de trap op rent hou ik haar niet bij. Duimpie liet zich in de draagbak tillen en protesteerde even toen ik haar het huis uit droeg maar ging onderweg in de auto rustig slapen. De dierenarts bekeek haar gebit. Dat was niet veel soeps: tandsteen en ontstekingen, daar moest aan geopereerd worden. Was dat een probleem, gelet op haar status van bejaarde poes? Nee, niet noodzakelijk. Wel was er wat hartruis gaande, waar de cardioloog eens naar zou moeten kijken. De tandsteenverwijdering staat voor volgende week vrijdag gepland, de dag ervoor worden poes Gregor (acht jaar) haar voortplantingsmogelijkheden ontnomen. Benieuwd of ze dat wel wil.
03-06-06. Toen ik bij een afwezige collega een handje drop ging halen (daar heb ik toestemming voor, ook als ze er niet is) zag ik twee concertkaartjes op haar bureau liggen. Was zij een liefhebster van klassieke muziek geworden? ’s Middags belde ik haar thuis op. De kaartjes bleken van haar leidinggevende te zijn, die verhinderd was het concert te bezoeken. Was het wat voor mij, vroeg ze. Dan wilde ik eerst weten waar ik naartoe zou gaan, dus ik bekeek de website van de Anton Philipszaal. Het bleek om onder meer Le Sacre du Printemps te gaan! Ja, daar wilde ik wel naartoe. We belandden op de vierde rij, opkijkend tegen het orkest. Na de pauze gaan verzitten: achter en boven het orkest (vlak bij de pauken) en daarvandaan immens genoten van de weergaloze muziek van Stravinsky.
04-06-06. In de weken dat de dvd-speler opgenomen was ging ik gewoon door met het aanschaffen van dvd’s, dus toen ik na zes weken weer kon kijken lag er een aardig stapeltje onbekeken schijfjes. (Toen de speler nog gezond was lag er ook al een stapeltje, onder meer vijf seizoenen Charmed.) Ik begon maandagavond met Six Feet Under, waarvan ik twee seizoenen te gaan had – 24 afleveringen plus extra’s. Deze klus had ik vrijdagmiddag geklaard. Zaterdag begon ik aan het eerste seizoen Desperate Housewives. Dat waren 23 afleveringen, waarvan ik er die dag tien zag. Dat eerste seizoen jaag ik er dit pinksterweekend wel doorheen. En dan? Ally McBeal is net als Charmed een vrij immens project (complete serie op dertig schijfjes) – bovendien ga ik binnenkort, als ik vier weken vrij heb, weer aan de roman Sabbatical werken.
05-06-06. In twee dagen tijd twintig afleveringen van Desperate Housewives gezien, dat is een aardige score. Heb er nog drie te gaan (plus een aantal extra’s die verspreid over de zes schijfjes staan). Er gebeuren Twin Peaksachtige raadselachtigheden in die serie, net als op dit weblog. Van Marika en Esther kreeg ik behulpzame reacties op mijn ergernissen maar ik ben bang dat ik lang naar het scherm zal moeten turen voordat het er naar mijn zin uitziet. Boven dit tekstje staat ‘Sabbatical in Progress part 156’ – maar daarboven staat als kop ‘Sabbatical in Progress part 152’, een tekst die ik niet veranderd of verwijderd krijg. Verwijderen was vroeger een makkie: je klikte op ‘delete’ en de blog was weg en kon meerdere logs tegelijk verwijderen. Nu moet ik het blog voor blog gaan doen. En de zon schijnt!
06-06-06. Dit is zo’n datum die trouwlustigen uitkiezen om de grote stap te wagen – driemaal 06, dat moet goed zitten, al zal de statistiek te zijner tijd wel gewoon blijven uitwijzen dat twee van de drie huwelijken stranden. Maar ik dwaal af. Wat was het leven een maand geleden overzichtelijk! Ik plaatste een tekst op het weblog, haalde er een weg, verplaatste er een naar het archief, voerde achteraf nog een tekstcorrectie door. En nu? Je logt in, en als je ingelogd bent en je wilt de gedetailleerde statistiek bekijken dan moet je nog een keer inloggen. En het is toch al geen pretje om de statistiek te bekijken, want sinds de verhuizing is het aantal bezoekers meer dan gehalveerd (zoals ik van meer verhuisden hoor). De 16 uur Desperate Housewives heb ik al bekeken. Hoe nu verder?
07-06-06. Langzaam en onzeker begin ik wat meer zicht te krijgen op het vernieuwde weblog. Het lukte me zondag om alle feuilletonafleveringen te verwijderen – en dat waren 133 blogs. Dat deed ik deels om het overzicht Laatste Berichten een ander aanzien te geven. Er schijnen mensen te zijn die weten hoe je dat overzicht van tien berichten kunt uitbreiden naar vijftig, zoals zou moeten kunnen, maar dat geheim is mij nog niet geopenbaard geworden. Wel zag ik na het verwijderen van de 133 feuilletonblogs dat het aantal Laatste Berichten ineens gereduceerd was van tien tot drie. Het is knudde, om niet te zeggen kloten, om niet te zeggen kloten van de bok. (Lieve mensen, het is gewoon köt met hele grote peren.) Overal tref je bij de verhuisde weblogs jammerklachten van de beheerder aan. Kunnen we nog terug?
08-06-06. Dit is de eerste van twee dierendagen. Zo dadelijk breng ik poes Gregor (als ze mee wil) naar de dierenarts, die onherroepelijke dingen met haar voorplantingsorganen gaat doen. Morgen is poes Duimpie aan de beurt: haar gebit krijgt een beurt. In beide gevallen heb ik al te maken gehad met eetgedoe. Gregor moet nuchter afgeleverd worden en heeft sinds gisteravond zes uur niet gegeten. Als ik in de keuken ben komt ze kijken of ik daar ben om eten voor haar te bereiden. Duimpie heeft voor de drie dagen voorafgaande aan de gebitsbehandeling en de drie erop volgende antibioticapilletjes voorgeschreven gekregen. Ik heb speciaal mousse gekocht om de pilletjes doorheen te malen. Die mouse vindt ze niet bijzonder lekker, ze doet een hele dag over het verorberen ervan. Over een uur wordt Gregor in de draagbak getild.
09-06-06. De eerste van de twee dierendagen is gunstig verlopen. Het lukte me poes Gregor in de draagbak te wurmen. Ze draaide zich meteen om en begon tegen het deurtje te duwen dat ik dicht probeerde te duwen – ik was zowaar iets sterker. Onderweg naar de dierenarts ontsnapten haar geluiden van ontstemming maar het moest nu eenmaal gebeuren. Ze kwam uit de draagbak gekropen en liet zich door de dierenarts onderzoeken. Ze ging de draagbak weer in en ik vertrok naar huis. Ze kon om halftwee, ontdaan van voortplantingsmogelijkheden, opgehaald worden. De narcose was toen al aardig uitgewerkt: er kwamen weer geluiden van ontstemming uit de kattenbak. Thuis waggelde ze rond maar begon algauw te zeuren om voedsel. Om zes uur kreeg ze dat, Duimpie vanaf toen niet meer: haar breng ik over een uurtje naar de dierenarts.
10-06-06. De tweede (en voorlopig laatste) dierendag was een groot succes. Poes Duimpie probeerde door me te wekken een ontbijt af te dwingen maar ze moest nuchter afgeleverd worden. Zonder morren liet ze zich in de draagbak tillen en vervoeren. Om drie uur kon ik haar ophalen: de gebitsreiniging inclusief trekking van een tand of twee was probleemloos verlopen. Vanwege haar hoge leeftijd (negentien jaar) en lichte hartruis was de arts voorzichtig geweest met de narcosetoediening. Bloedonderzoek wees een wat hoge creatinewaarde uit – ik zal een urinemonster moeten indienen voor nader onderzoek. Toen Duimpie om zes uur weer mocht eten ging er een massa voer naar binnen. Achtjarige Poes Gregor, de vorige dag gesteriliseerd, sprong voor het eerst van haar leven bij me op bed en kroop onder het dekbed. Verbaasd ging Duimpie op enige afstand liggen toezien.
11-06-06. Een poezentoegift. Wat poes Gregor betreft gaat de ene verbazing over in de andere. Gelijktijdig met haar sterilisatie lijkt ze een persoonlijkheids make-over te hebben ondergaan. In het eerste anderhalf jaar dat ze deel uitmaakte van het huishouden gedroeg ze zich zeer afstandelijkheid. (Ze zocht geen asiel maar kwam er wel uit.) Ik mocht haar wel aaien – dat mochten wildvreemden zelfs – maar als je haar optilde ging ze blazen. Optillen kreeg ik alleen min of meer goedschiks voor elkaar als ze op het punt stond te gaan kotsen: dan droeg ik haar snel naar de keuken, waar het zeil beter bestand was tegen kots dan het kamertapijt. Sinds de sterilisatie mag ik haar optillen en haar door het huis dragen. Gisteravond kwam ze voor de tweede keer op bed liggen, onafgebroken spinnend. En dan ook nog zomerweer!
12-06-06. Het ziet ernaar uit dat de dooi doorzet. Zondagochtend was het om negen uur nog net te doen, negentien minuten hardlopen, daarna liep de temperatuur snel op. Uit de wind in de zon op balkon gelegen, van elf tot een uur, in de walkman het Ensemble Modern met werken van Zappa en vervolgens Robert Plant met Mighty Rearranger. Op zulke momenten is het leven goed. De temperatuur mag ’s avonds overigens wel wat omlaag. Boven is het onder het schuine dak af en toe om te braden, ook omdat recent gesteriliseerde poes Gregor een persoonlijkheidsverandering heeft ondergaan en ineens aanhankelijk is, op bed springt en vlak bij me gaat liggen spinnen. Voor de rest is het tot nu toe meegevallen met de voetbalgekte, nauwelijks toeteren en schreeuwen gehoord, er is nog geen polonaise door de straat gekomen.
13-06-06. Als ik dit begin te schrijven is het maandagavond 22.25 uur, het einde van een kokende dag. De zon is verdwenen, de hitte gebleven. Vooral boven, waar geslapen zal moeten worden. Voor de webloghouders lijken de vette jaren voorbij te zijn. Ik ontving van kompaan Hannesz een statistiek van zijn bezoekersaantallen en die deed denken aan de Wall Street Crash. Ooit maakte hij deel uit van het overzicht ‘50 populairste weblogs’, nu weten nog maar weinigen hem te vinden. Kwaliteit gaat boven kwantiteit en het zijn vast allemaal geleerden en aanstaande Nobelprijswinners die Hanneszeehond bekijken maar het is toch niet prettig om zo’n terugloop in de visite te hebben. In mei kwamen er per dag soms wel tachtig belangstellenden naar het Buisdorpweblog, deze maand zijn het er tachtig in vijf dagen. De rest verdween met de lentezon.
14-06-06. Het was gisteren mijn laatste werkdag tot 17 juli en het was weer tropisch. Als je om zeven uur op kantoor arriveert valt het nog mee, daarna duurt het niet lang tot de gestegen temperatuur je de werklust beneemt. In de pauze dan ook nog een ommetje door de Haagse binnenstad waar de terrassen overbevolkt zijn. Het is geen straf om een paar uur later in de auto te stappen en op huis aan te gaan. Niet alleen meer dan vier weken een wekkerloos leven, ook een belangrijke klus geklaard: het essaytje over Remco Campert, aangevuld met een beschouwing over Het satijnen hart, nog een keer nagelezen en per mail ingediend. Een avond met verdere temperatuurstoename wegens onweer. Een boek erbij en twee katten. Vandaag begint de vakantie, dus gehalveerde temperatuur, verdubbelde windkracht en geen zon meer.
15-06-06. Gehalveerde temperatuur, verdubbelde windkracht en geen zon meer – mijn weersomschrijving van gisteren was niet compleet want er kwam nog een massa regen bij. Die viel hoorbaar op het dakraam. Het deed me niets: de eerste vakantiedag bracht ik lezend door. Dinsdagavond Drop Shot uitgelezen, daarna begonnen in Fade Away, dat ik woensdagmiddag uit had. Vervolgens Back Spin, daar was ik ’s avonds mee klaar, waarna ik de resterende avondminuten en een stukje nacht met One False Move beleefde. Ik ben om erin te komen zeven Myron Bolitarromans van Harlan Coben aan het herlezen, waarna zijn recentste, Promise Me, voor het eerst gelezen gaat worden. Intussen wordt gesteriliseerde poes Gregor steeds aanhankelijker. Ze volgt me de trap op en af en als ik op bed lig te lezen gaat ze tegen me aan liggen. (Maar nu gebak halen.)
16-06-06. De aanhankelijkheid van poes Gregor kent sinds haar sterilisatie geen grenzen. Woensdagavond besloot ze ter linkerzijde van mijn hoofdkussen te gaan slapen. Poes Duimpie nam de rechterzijde voor haar rekening. Toen ik gisteren jarig wakker werd waren ze allebei afgedaald. Ik had gehoopt dat ze tijdens mijn nachtrust beneden slingers hadden opgehangen maar dat was er ook dit jaar niet van gekomen. Bij de gebakmaker een bescheiden massa hazelnootgebakjes gekocht waarvan ik er gaande de dag slechts drie verorberde. Vrij bescheiden maar ik ben de jongste niet meer. Buurvriendin Esther nodigde me uit een mimepresentatie bij te wonen. Voorwaarde was dat ik me moest voordoen als cursist. Geen probleem. Ooit droeg ik een T-shirt waarop Mickey Mouse een vinger opstak en via een tekstballon Fuck Off! zei. Als ik ernaar wees was ik in feite een mimer.
17-06-06. De zon doet het weer, over een uurtje bereikt hij mijn voorbalkon en kan ik daar twee uur braden. Het vakantielezen is goed op gang gekomen. Ik ga sneller door de Myron Bolitarreeks van Harlan Coben heen dan ik verwacht had: ik heb waarschijnlijk vandaag al alle acht delen uit. Ik was gisteren begonnen in Darkest Fear maar na dertig pagina’s kwam ik erachter dat ik een deel had overgeslagen. Gauw The Final Detail gepakt, dat uitgelezen en toen weer verder in Darkest Fear. Als ik dat straks uit heb alleen nog Promise Me en dan zit de Maand van het Spannende Boek er wat mij betreft weer op. De tien delen Henning Mankell die ik nog moet lezen bewaar ik voor een maand die niet de Maand van het Spannende Boek is. (Nu weer gebak halen.)
18-06-06. Er zijn mensen die voor dag en dauw opstaan en met gepakte koffers naar Schiphol rijden. Ze staan daar een uur in de rij, zitten er een uur in de vertrekhal en schuifelen dan het vliegtuig binnen. Een paar uur later arriveren ze gekraakt op hun vakantiebestemming. Ze staan in de rij om door de douane te gaan, wachten minstens zo lang op de komst van de bagage, nemen de taxi naar het hotel, legen er de koffers, en sloffen ingesmeerd met factor 30 uitgeput naar het strand om daar een boek te lezen. De idioten. Ik heb ook vakantie, maar ga niet duizenden kilometers afleggen om een boek te lezen. In vijf dagen tijd acht Harlan Cobenthrillers gelezen, nog vier vrije weken voor de boeg! (Daarin zal het leestempo waarschijnlijk afnemen, want er moet geschreven worden.)
19-06-06. Het wordt weer een dierendag. Gregor is onlangs van haar voortplantingsmogelijkheden verlost, de dierenarts wil controleren of de wond goed genezen is. Sinds de ingreep is Gregor verbluffend aanhankelijk geworden, benieuwd of die aanhankelijkheid zo ver reikt dat ik haar hup in de draagbak kan tillen. Poes Duimpie heeft mogelijk iets aan de nieren. Om een diagnose te kunnen stellen moet er een urinemonster afgenomen worden. Dat wil zeggen: moet ik voor een urinemonster zorgen. Je kunt er niet zomaar een theekopje onder houden. De kattenbaksteentjes nemen het vocht meteen op en dat is daardoor onbruikbaar – ik hoef bij de dierenarts niet met een kattenbakklont aan te komen. Een voorgestelde methode is de kattenbaksteentjes vervangen door versnipperde vuilniszakken. Als Duimpie daarop geplast heeft zou er in theorie heel eenvoudig een urinemonster geoogst kunnen worden. We zullen zien.
20-06-06. Een prettige bijkomstigheid bij het vakantie hebben: ongelimiteerd slapen. Vier weken van wekkerloosheid. Vannacht bijvoorbeeld probeerde poes Duimpie me om vier uur wakker te maken. Dat lukte, maar ik sliep gewoon verder. Tot halfzes bleef ze om ontbijt bedelen, dat ik om ervan af te zijn toen serveerde. En meteen weer verder gaan slapen. Om zeven uur was ik klaarwakker. Zeven uur? Ik had vakantie, hup slapen. Om acht en negen uur was ik opnieuw wakker. Ik kan van ongeveer elf tot een uur op het voorbalkon in de zon liggen, als die schijnt. Om acht en negen uur scheen de zon niet, dus waarom dan opstaan? Het werd kwart voor elf en ik moest me dus nog haasten ook als ik voordat ik van twee uur welverdiende zon ging genieten deze tekst nog wilde schrijven. Gaap.
21-06-06. Vroeger werd 21 juni ‘de langste dag van het jaar’ genoemd, tegenwoordig is de langste dag natuurlijk de dag waarop de zomertijd ingaat (dan wordt de klok een uur teruggezet en duurt de dag dus een uur langer). Maar de dagen worden vanaf nu wel ‘korter’. (Vandaag zal de zonnemelk zo te zien ongebruikt blijven.) Ik stond zojuist verrassend vroeg op (negen uur) en ben allerlei bezigheden van plan, variërend van boodschappen doen tot bibliotheekbezoek. Nee, er zit nog geen structuur in mijn vakantie. Gisteren vijf Sherlock Holmesfilms gezien uit de reeks van veertien met Basil Rathbone en Nigel Bruce. Gemaakt in de jaren veertig en subliem gerestaureerd en van geschreven en gesproken toelichting voorzien. Ik moet er nog twee zien en vul de rest van de dag met Volledige Werken deel zeven van Willem Frederik Hermans.
22-06-06. Het Nederlands elftal heeft niet gescoord, las ik zojuist op Teletekst. Daardoor kon ik Moedwil en misverstand van Willem Frederik Hermans lezen zonder gestoord te worden door omwonenden die op een scheepstoeter bliezen. Rond kerst probeer ik de boodschappen te beperken: in elke winkel wenst men je prettige feestdagen, verschrikkelijk. Als er geen christelijke of andersoortige feestdagen zijn wensen ze je een fijne dag, de laatste tijd om de een of andere reden een heel fijne dag, alsof een fijne dag niet fijn genoeg is. Ik had woensdag een aantal winkels te gaan. Bij de poelier en de supermarkt werd mij geen heel fijne dag of gewoon een fijne dag gewenst maar een fijne voetbalavond! Grom grom grom. De verkoopster van het Straatnieuws bij wie ik een aankoop deed lachte me hartelijk toe. Dat was wel fijn.
23-06-06. Om halftien stond ik naast mijn bed, om kwart voor tien zat ik op de fiets. Op naar de binnenstad voor De droom van Poliphilus (Fancesco Colonna): tot 1 juli voor 54,95 te krijgen. En meteen ook maar het zevende seizoen van Charmed op dvd gekocht en in de derde winkel die ik aandeed driemaal John Steinbeck voor 17,05: The Red Pony, The Pearl en Journal of a Novel (over het werken aan East of Eden, dat hoog op mijn leeslijst staat). Ik fietste stevig door om voor de bui losbarstte thuis te zijn. Haast was niet nodig, de bewolking loste op. De zon ging schijnen maar pas toen hij niet meer boven mijn balkon stond. Ik las deel zeven van de Volledige Werken van Willem Frederik Hermans uit en begon aan The Grapes of Wrath. Vakantie.
24-06-06. Een mensendag duurt 24 uur, een kattendag korter. Hoe anders te verklaren dat poes Duimpie elke dag eerder om haar ontbijt bedelt? Het moet haar bioritme zijn. Ze maakte me van de week om vier uur wakker. Voeren betekent slechts uit bed stappen, een nabijgelegen zakje lekkers openen en boven het etensbakje legen, en een minuut later slaap ik weer. De volgende nacht hoefde ze me niet wakker te maken, ik was het nog. Mijn eigen bioritme was totaal van slag. Ik was donderdag om halftien opgestaan en had ’s middags een siësta ingelast, waaruit ik verkwikt ontwaakte. Ik las Hermans en daarna Steinbeck en zat vervolgens tot twee uur op het internet te tutten. Daarna bleef de slaap urenlang uit. Na vijf uur slaap toch voldoende uitgerust om The Grapes of Wrath uit te lezen. Fenomenaal.
25-06-06. De zon opzoeken valt niet mee. De afgelopen week was de gang van zaken dat de zon pas volop ging schijnen als hij niet meer boven mijn voorbalkon stond. ’s Middags was er geen wolkje aan de lucht maar ’s morgens had balkonliggen weinig nut. Gisteren ging het ineens de gunstige kant op. De zon deed het al toen ik om halftien opstond. Om kwart voor elf voorbereidingen getroffen: mezelf ingesmeerd met factor 30, de stretcher op het balkon geïnstalleerd, Queen in de walkman, een NRC-boekenbijlage erbij en genieten maar. Ongeveer een halfuur genoten, toen kwamen de eerste regenspetters. Alles weer naar binnen, de pc aangezet, binnengekomen mail gelezen en beantwoord – er was weer zon. Hup naar buiten met die stretcher. Ik lag tien minuten en daar had je ook de regen weer. Vandaag gaat het gieten.
26-06-06. En de regen kletterde op het dakraam en ik lag op bed te lezen en ik ging af en toe naar beneden voor een verse kop Senseo en ik las weer verder en Nederland werd uitgeschakeld dus het bleef nog rustig ook. In een paar dagen tijd twee omvangrijke romans van John Steinbeck gelezen: The Grapes of Wrath (1939, 455 p.) en East of Eden (1952, 601 p.), beide in de prachtige Steinbeck Centennial Edition. Zijn er Nederlandse boeken van zo lang geleden die je leest alsof ze gisteren verschenen waren? Ik was twee dagen in de ban van East of Eden en ontroerd door het slot. Aansluitend de verfilming uit 1955 met James Dean gaan zien maar die viel na het lezen van zo’n rijk boek tegen. Na een halfuur maar in de volgende Steinbeck begonnen.
27-06-06. Hulde aan de jubilaris! Vlak voordat de naald erin ging zei de verpleegster dat het mijn twintigste bloeddonatie was. ‘Dan krijgt u een speldje. Wilt u een speldje?’ Ik zei dat ik dat speldje dan eerst wilde zien. Ze liet het zien. Het was best een geinig speldje. Ik wilde dat speldje wel hebben. Ik ben altijd in een grommige stemming als ik bloed geef omdat ik een formulier moet invullen. Daar kan ik niet tegen. Uit balorigheid vul ik de ene keer in dat mijn bloed wel gebruikt mag worden voor onderzoek, de andere keer niet. Heb ik als vrouw ooit seksualiteiten beleefd met een Afrikaanse meneer? Ik vul nee in. ‘Dat hoeven alleen vrouwen in te vullen, meneer De Jong.’ ‘Maar zuster, ik kan toch als vrouw verkleed seksualiteiten hebben beleefd met een Afrikaanse meneer!’
28-06-06. Het ging al een hele tijd goed, dus het moest een keer fout gaan. Ik begin de dag met koffie en het bekijken van mail. Maar Outlook deed het gisteren niet en ik kreeg ook geen toegang tot websites. Er kwam een rare foutmelding in beeld, iets van DNS error of DDT error. De stress meldde zich. Als het vanzelf niet overging (en dat ging het niet) moest de pc naar de reparateur gedragen worden. De reparateur eerst opgebeld. Hij adviseerde het modem te herstarten. Hoe? Het modem uitzetten en na twintig seconden weer aanzetten. Ik bekeek het modem: een lampje dat anders groen was, was nu oranje. Modem uit en weer aan, oranje lampje werd groen. Een groot deel van de middag over het internet gezworven – ja, het werd een verprutsdag. Vandaag ga ik weer schrijven.
29-06-06. Het werken aan Sabbatical is weer op gang gekomen. Ik begon met het kritisch bekijken van het tot dusver geschrevene: het eerste en het laatste hoofdstuk. Daarin een aantal stilistische verbeteringen aangebracht en ook enkele aanvullingen. Vandaag is het lange middenstuk aan de beurt. De afgelopen dagen las ik onder meer Journal of a Novel, van John Steinbeck. Hij schreef de eerste versie van East of Eden in een notebook dat hij van zijn redacteur gekregen had. Op de linkerpagina’s schreef hij bijna dagelijks aan de redacteur over het werken aan het boek. Hij voelde dat het zijn belangrijkste boek was, beter dan wat voorafgegaan was (waaronder The Grapes of Wrath). Hij maakte zich zorgen over de ontvangst van East of Eden. Die zorgen waren onterecht. (Ander aanbevolen boek over het schrijven: On Writing van Stephen King.)
30-06-06. De laatste dag van de Maand van het Spannende Boek. In de 27ste Detective & Thrillergids van Vrij Nederland las ik: ‘Na een ernstig auto-ongeluk was Stephen King van plan niet veel meer te schrijven. Nu toch twee nieuwe Kings in deze gids.’ (Bedoeld zijn Cell en The Colorado Kid.) In werkelijkheid schreef King na zijn ongeluk juist gigantisch veel. Tijdens het herstel (met een Waterman vulpen) Dreamcatcher (2001, 620 p.). In 2002 From a Buick 8 (356 p.), het jaar erop een nieuw deel in de monumentale Dark Towercyclus: Wolves of the Calla (709 p.) en in 2004 de twee slotdelen Song of Susannah (430 p.) en The Dark Tower (845 p.). Plus in 2001 (het samen met Peter Straub geschreven) Black House (625 p.). De bundel Everything’s Eventual (2001, 416 p.) bevat eerder geschreven verhalen.
01-07-06. Het valt niet mee om op gang te komen. Sinds eergisteren heb ik niet veel meer gedaan dan een schema gemaakt (plus een paar aantekeningen) en wat verbeteringen aangebracht. Er is te veel afleiding. Van elf tot een is er de zon op het voorbalkon. Daarna eerst maar eens Borges lezen. Ik was laat gaan slapen en daarom een siësta. Vervolgens belde buurvriendin Esther aan. Ze gaat een paar dagen kamperen en kwam poes Loekie onderbrengen. Poes Duimpie gewaarschuwd: ‘Loekie is er!’ Duimpie reageerde niet. Haar opgepakt en voor Loekie neergepoot. ‘Geef hem maar een kusje.’ En gehoorzaam begon ze Loekies kop te likken. Afleiding? Ik mocht ook de beelden van het bezoek van Bush en Koizumi aan Graceland niet missen. Maar vandaag is het een nieuwe maand: een reden om met hernieuwde inzet te gaan schrijven.
02-07-06. Eindelijk kan ik deze rubriek weer vullen met waar ik haar voor bedoelde toen ik er op 1 januari mee begon: een voortgangsbericht over het werken aan de roman Sabbatical. Ik ben momenteel halverwege mijn vier weken vakantie en ik begon het somber in te zien. De ervaring leert dat de laatste twee weken sneller voorbijgaan dan de eerste twee en in die eerste twee was ik nauwelijks tot daadwerkelijk schrijven gekomen. Ik vulde mijn tijd voornamelijk met lezen maar kennelijk was de hersenhelft die ik bij het lezen niet nodig heb alvast aan de slag gegaan. Er kwamen ideeën op en het was eigenlijk alleen een kwestie van ervoor gaan zitten. Dat deed ik gisteravond. In 2½ uur tijd 11½ pagina’s geschreven (handschrift, in een A4-schrift). Dat krijg je als het verhaal in je hoofd zit.
03-07-06. Het was eigenlijk geen weer om te schrijven, het was eigenlijk nergens weer voor. Maar ik was zondagochtend al om halfacht bij kennis en de supermarkt ging pas om tien uur open dus ik kon eerst wel een kwartiertje gaan hollen. Voorafgaand aan het boodschappen doen benzine getankt en dat werd weer voorafgegaan door een vergeefse zoektocht naar mijn FreeBeespas waar wel vijf euro op stond. De resterende ochtenduren waren voor zon en balkon en walkman en boek. Daarna schrijven. Het derde hoofdstuk van Sabbatical, dat Dear Prudence heet, zal uit vijf delen bestaan, en ik voltooide de eerste versie van het eerste deel met de vulpen en tikte het al verbeterend over: 4482 woorden. Vandaag op de oude voet verder, dus eerst de balkonzon en dan Sabbatical, het tweede deel van het derde hoofdstuk gaan schrijven.
04-07-06. Mijn poezen hebben momenteel gezelschap van logeerkat Loekie. Boven heb ik een waterbakje en een voerbakje voor hem neergezet. In mijn huis vind ik blindelings de weg maar dan moeten er geen inrichtingsveranderingen zijn opgetreden. Zondag tot twee keer toe in het voorbijgaan zowel drinkbakje als voerbakje omver getrapt, over het tapijt. Verder alles goed, behalve soms de hitte. Ik was ook maandag vroeg wakker (halfacht) en ging een uurtje later hollen – in het bos was dat nog te doen, qua temperatuur. En ook op het balkon was het in de zon uit te houden. Als ik me niet insmeer sla ik rood uit, als ik het wel doe verkleur ik nauwelijks. Maar de muziek en het boek betekenden genot. Het schrijven kwam pas laat op gang: ’s avonds 5½ pagina’s handschrift, in getypte vorm 1672 woorden.
05-07-06. De geweldige, hopelijk nog niet vergeten Johnny van Doorn bezong een magistrale stralende zon. Die magistrale stralende zon mag nu wel weer wat minder magistraal gaan stralen. Onderweg naar Amsterdam hoorde ik de nieuwslezer zeggen dat we nu officieel een hittegolf hebben. Het werd dinsdag geen schrijfdag. Hier in huis lagen de twee poezen en de logeerkat op apegapen en ik lag niet ver van ze af. De hitte maakt mensen die toch al niet jofel zijn volledig temmes. Een nieuwe bewoonster van het blok kreeg door de overlast die zij veroorzaakte politie op visite. Met schelden dreef ze de agenten op de vlucht. Kort voordien had zij een buurvrouw bij zich uitgenodigd en haar de hele nacht tegen haar wil vastgehouden. Stel je voor hoe de situatie zou zijn als het Nederlands elftal niet was uitgeschakeld.
06-07-06. Dat was nou ook weer niet nodig. De vorige aflevering, waarin ik de behoefte aan wat minder tropisch weer verwoordde, plaatste ik kort na middernacht. Toen ik ’s morgens opstond was de zon nergens te bekennen, was de lucht vol wolken en was er regen in aantocht. Het daadwerkelijke schrijven ging pas ’s avonds om acht uur van start. In een uur tijd handschreef ik vijf pagina’s; het tweede deel van het tweede hoofdstuk nadert zijn voorlopige voltooiing. ’s Middags had ik een video-opname bekeken. In de roman bezoekt hoofdpersoon Tom Veers, net als ik destijds, het regenconcert van The Rolling Stones op het Malieveld, in 1998. TV West bracht een geweldige impressie. Geïnterviewde concertgangers wisten zeker dat het de laatste tournee was. Acht jaar later staan de Stones op het punt hun afgebroken tour te hervatten.
07-07-06. Met die hitte is bijtijds gaan slapen er niet bij en uitslapen al helemaal niet. Woensdagnacht begon de bedtijd om twee uur, donderdagochtend werd er om negen uur opgestaan. Om halftien gaan hollen, dat was toen nog te doen. Na de grijze vorige ochtend was er nu weer volop balkonzon. Het schrijven schoot de afgelopen dagen zo enorm op dat ik het niet meer zo nauw nam met de arbeidsdiscipline. Na het hollen een uurtje Borgesessays gelezen, na het balkonliggen Rising Damp gaan kijken – een nog altijd zeer leuke serie uit de jaren zeventig, met in de hoofdrollen Leonard Rossiter en Frances de la Tour. Het werd avond voordat ik tot schrijven kwam. Binnen een uur (het tempo neemt toe) de vijf pagina’s handschrift geschreven die deel twee nog nodig had en nadien alles overgetypt/verbeterd: 4546 woorden.
08-07-06. De vrijdag begon grijs. Dat was goed voor het ochtendlijke hardlopen maar maakte het balkonzitten zinloos. In de loop van de middag ging de zon schijnen, het werd echter grijzer dan het ’s morgens geweest was. Zes weken geleden had mijn moeder haar hond Billy nadat hij drie dagen vergeefs aan het infuus had gelegen moeten laten inslapen. Toen ze me opbelde lag haar andere hond, Denny, al twee dagen aan het infuus. Om kwart over vier verzamelden we bij de dierenarts, mijn eergisteren jarige zus, mijn moeder en ik. Denny was bij kennis en uitgelaten omdat hij ons zag: wild likte hij aaiende handen en gaf liefdesbeetjes die bij mijn moeder en zus tranen opwekten. Na een injectie kwam de slaap, na een tweede injectie de dood. Vanmiddag gaan we de verjaardag van mijn zus vieren.
09-07-06. Je kunt je wel voornemen om twee delen van ongeveer gelijke lengte te schrijven, in de praktijk is het afwachten of dat gaat lukken. Het verhaal kan ineens een kant uitschieten die toevoeging van vele woorden vergt, het kan zijn ook dat je met aanmerkelijk minder woorden toekunt dan je gedacht had. Maar zie: het eerste deel van het hoofdstuk Dear Prudence telt op dit moment 4715 woorden, het tweede deel 4791. Het derde deel staat in het teken van de dood en daar kun je maar beter niet te lang bij stilstaan en daarom hield ik het voorlopig bij 2548 woorden. De komende dagen zijn deel vier en vijf nog aan de beurt en dan is de eerste versie van het tweede hoofdstuk – en daarmee de eerste versie van de roman – voltooid. En dan maar verbeteren.
10-07-06. Als een roman gedeeltelijk speelt in het najaar van 2001 dan kan je de elfde september daarin niet onvermeld laten. Daarom heb ik zaterdagavond een uurtje en zondag een uur of vier voor de tv gelegen en gekeken naar videobanden die ik destijds vulde met uitzendingen van CNN en BBC World en Nederlandse Journaals. De verwarring, de gruwel, de stoere taal. We’ll smoke ’em out! klonk het vastberaden. Over de elfde september zijn vele boeken geschreven, ik heb er een stuk of acht gelezen maar de daarin gepresenteerde feiten en veronderstellingen kun je natuurlijk niet verwerken in een boek waarin de hoofdpersoon en de rest van de wereld daar nog niet van op de hoogte kunnen zijn. Aansluitend naar Fahrenheit 9/11 gekeken en daar niet vrolijker van geworden. Toch zo’n twaalfhonderd woorden toegevoegd aan het vierde deel.
11-07-06. In Sabbatical komt VARA’s Popgala (1973) ter sprake. Ik zag in de Vliegermolen in Voorburg Country Gazette, Rory Gallagher, Ry Cooder, de Eagles, Slade en bijna Chi Coltrane (die liep weg toen de piano niet naar haar zin gestemd was). De volgende dag had ik The Who en Rod Stewart and The Faces kunnen zien. Ook trad Argent op. Wie nog meer? Het Nederlands Popinstituut had het op zijn website abusievelijk over Deep Purple, Pink Floyd en Emerson, Lake & Palmer – maar die waren er niet. Ik mailde de VARA, misschien kon hun archivaris het uitzoeken. Behalve deze research ook geschreven: 11½ pagina’s handschrift, die ik overtypte en meteen verbeterde, waarmee het nachtwerk werd. Dit vierde deel kwam uit op 4425 woorden, een en twee tellen 4791 en 4715 woorden. Vandaag van start met het vijfde deel.
12-07-06. Een mens kan soms een beetje dom zijn. Ik was van plan een roman te gaan schrijven die Sabbatical heette en zelfs toen ik er al een tijd aan bezig was schreef ik Sabbatical nog abusievelijk als Sabattical. Een deel van het tweede hoofdstuk speelt in begin 2001 en ik schreef een paar lollige zinnen over de problemen die er destijds waren rond de invoering van de euro. Maar de euro werd pas een jaar later ingevoerd (ik gooi nooit wat weg, dus ik verplaatste de lollige zinnen naar elders in de roman). Gisteren schreef ik 8½ pagina’s handschrift aan het vijfde deel. Het hadden er veel meer kunnen zijn maar ik was tussen de bedrijven door het 9/11 Report aan het lezen. Zeshonderd pagina’s, voorafgegaan door honderd pagina’s verslaggeving uit The New York Times. Vandaag verder.
13-07-06. Om acht uur de telefoon: Hans. Esther en hij waren ’s nachts van haar huis naar het zijne verkast en kat Loekie moest nog buiten zijn. Ik ging meteen maar een eindje hollen, zoals de laatste tijd aan de orde van de dag is. Ik zag Loekie niet bij Esther voor de deur, na het hollen evenmin. Maar daar beneden in het struikgewas zat een zwarte kat. ‘Kom maar, Loekie!’ Het beest keek wel linker uit want het was Loekie niet. Pas om tien uur zag ik hem door het raam voor Esthers deur heen en weer lopen. Ik deed de buitendeur open, Loekie zag me, trok een sprintje en draafde naar binnen. Hup de trap op, blindelings de voerbak vindend. En toen maar slapen. ’s Avonds voltooide ik de eerste versie van hoofdstuk twee van Sabbatical.
14-07-06. Onmiddellijk na zijn herintreden in mijn woning voelde logeerkat Loekie zich thuis. Als een kat zich thuis voelt stelt hij pogingen in het werk het huis over te nemen en die pogingen zijn altijd succesvol. Poes Duimpie maakt me om vier uur ’s nachts wakker omdat ze wil ontbijten. Tegen een hond die blaft roep je ‘af!’ en de hond gaat dan harder blaffen. Bij katten hoef je niet te proberen te corrigeren. Ik zat beneden en Loekie ontdekte boven dat hij een kast open kon krijgen en erin kon kruipen en de inhoud vervolgens naar buiten werken. Tot twee keer toe. Omdat ik vakantie heb kom ik er niet altijd toe dingen op te rapen dus in de badkamer lag al een tijd een badhanddoek op de grond. Loekie ligt er momenteel op als een zonnebader.
15-07-06. De vier weken vakantie zitten er bijna op. Ik zal blij zijn als ik weer naar kantoor kan om bij te komen. De afgelopen negen dagen ging ik vrijwel meteen na het ontwaken een eindje hollen (een trajectje door een nabij park van 18 minuten). De conditie kan het aan maar er zijn verzwarende omstandigheden: de hitte die maakt dat ik zelden voor 02.00 uur ga slapen en poes Duimpie die me twee, drie uur later wekt. Ze wordt daarbij geassisteerd door logeerkat Loekie. Hij is geen zeurder maar laat zich door het enthousiasme van Duimpie meeslepen. Poes Gregor blijft bij Loekie uit de buurt en sluipt onder het bed om te gaan slapen en onthoudt zich dus van capriolen als Loekies midden in de nacht rumoerig op een slaapkamerkast springen. Maandag ga ik het geschrevene verbeteren.
16-07-06. Van de week droomde ik raar over M. Het regende en vlak voordat ik wakker werd zou ik haar geloof ik naar het kerkhof vergezellen (op visite, niet ter begraving). Een nacht later droomde ik raar over N. Ze was op visite en dat gaf een heel gedoe, ik haalde het huis overhoop om haar interessante dingen te tonen. Was erg gezellig. Ik droom kennelijk in alfabetische volgorde: de dag erna zou ik over O. moeten dromen maar ik ken niemand met dat initiaal. In wakende toestand maak je gelukkig ook gekkigheid mee. Er reed gistermiddag een brandweerwagen voor. Telefoon. Hans, die bij Esther bivakkeerde. ‘Er staat een brandweerwagen voor de deur.’ Vanaf de galerij was te zien dat een brandweerman per ladder in de sloot afdaalde. Hans ging koelbloedig beneden kijken. Er werd een kluisje opgevist.
17-07-06. Een samenvatting van het voorafgaande. Ik had van M. gedroomd en de volgende nacht van N. Logischerwijs zou ik vervolgens van O. moeten dromen maar ik kende geen O., schreef ik. Later bedacht ik dat ik toch van een O. zou hebben kunnen dromen: een O. die ik niet kende maar die zich in de droom voorstelde als O. Het ging anders: ik droomde nog een keer van M. Ditmaal speelde het op kantoor, waar M. tot twee uur ’s nachts doorwerkte en toen pas op huis aan ging – hoe dat klaargespeeld werd weet ik niet, het was nog steeds klaarlichte dag. Naast me werkte iemand die informeerde of een voorletter die van een vrouw of een man was; hij had een fles witte wijn voor hem/haar. Ik zei: ‘Dan zeg je toch dat het parfum is!’
18-07-06. De nacht bracht geen dromen van betekenis. Je kijkt er niet meer van op als de zon schijnt wanneer je ontwaakt. Ik was er maandag vroeg genoeg uit om te kunnen gaan hollen: dat was om halfnegen nog te doen. Het was de laatste dag van de vakantie. Ik had becijferd dat ik in drie dagen tijd door de fabuleuze kolossale roman The Swarm van Frank Schätzing zou komen. Ik ben tot nu toe pas halverwege: pagina 442 van de 881. Aan het begin van de middag in de hete zon naar een Rijswijks winkelcentrum gefietst en bij C&A en V&D kleding gepast. Ik zal last van de warmte gehad hebben. De resterende middaguren en een deel van de avond gebruikt voor het kritisch bekijken van het tweede deel van Sabbatical. Grom grom: vandaag weer naar kantoor.
19-07-06. Vakantie went en aan weer gaan werken moet je wennen. Ik was gedurende 34 dagen uit de buurt van de werkplek geweest. Er waren tijdens mijn afwezigheid 314 e-mails bezorgd en ik vulde de dag met het bekijken van die mails. In de pauze geprofiteerd van de nu zeer waanzinnige kortingen bij de warenhuizen (70%) en gepuft van de hitte. Het Journaal berichtte over twee doden bij de Vierdaagse. Ik herinnerde me mijn onbesuisde jaren, waarin ik praktisch elke zomer een marathon liep. Eenmaal bij een temperatuur van zo’n 27 graden. Dat is wat koeler dan het in Nijmegen was maar je moest wel 42 kilometer hollen. Behulpzame toeschouwers richtten een tuinslang op je waar verfrissend water uit kwam en waarvan je schoenen doorweekt raakten – blaren. Tussen het puffen door de eerste volledige versie van Sabbatical geprint.
20-07-06. Ook in de komende week zal er waarschijnlijk geen Elfstedentocht gehouden worden. Ik zit momenteel beneden, waar het minder warm is dan boven, en hier is het 28 graden boven nul. Logeerkat Loekie ligt op de glasplaat van de salontafel, poes Gregor op de vensterbank en poes Duimpie een etage hoger op bed. Koffie, thee, koffie, water, koffie – drinken, drinken, drinken. De warme maaltijd bestond uit gemagnetronde kip, hopelijk vrij van salmonella want dan zouden we allemaal ten dode opgeschreven zijn: de katten aten gretig een paar stukjes mee. (Gregor sprong terwijl ik het bord met kip op schoot had een paar keer over mijn schoot en het bord heen.) Ik lees The Swarm van Frank Schätzing, waarin het weer nog meer van slag is dan hier. Ben gevorderd tot pagina 650, moet volhouden tot pagina 881.
21-07-06. Ik was er donderdagochtend vroeg uit en ging al om halfacht een eindje hollen, grotendeels door een nabij park. Er stond een briesje, de temperatuur was acceptabel. Een paar uur later viel er ineens wat regen, waardoor ik met enige vertraging op het balkon in de zon plaatsnam. Met op de walkman Creedence Clearwater Revival en een kop koffie in de nabijheid was het er goed uit te houden. Intussen gaat het met Sabbatical de goede kant op, ik heb stiekem af en toe naar de print van de eerste volledige versie gekeken en ik ben niet ontevreden. Het eerste en het laatste deel van de roman zijn al een aantal keren verbeterd en dat lees je eraan af. Bij wat ik voor het eerst op papier zie vallen me de slordigheidjes op – wordt binnenkort aan gewerkt.
22-07-06. Het weer verandert niet, mijn vroege opstaan evenmin. Ook vrijdagochtend om halfacht gaan holllen, het ging best. In drie sessies de eerste volledige print van Sabbatical gelezen en aardig wat verbeteringen aangebracht. Ik vond dat ik wel een cadeautje verdiend had en fietste naar de Bogaard, in Rijswijk. Ik had mijn zinnen gezet op de koffer met de Ultimate Edition van alle James Bondfilms. Die koffer kostte 333 euro, de afzonderlijke 20 films 15 euro per stuk. Een rekensom was snel gemaakt. 20 x 15 = 300, dus je betaalde 33 euro voor een koffer waar je verder niks aan had. Bovendien: bij recente Bondfilms als die met Timothy Dalton en Pierce Brosnan zou de verbeterde beeldkwaliteit niet eens opvallen. Ik beperk me tot Sean Connery, George Lazenby en Roger Moore en ben voor 210 euro klaar.
23-07-06. Ik kwam gisteren een collega tegen. Ze klaagde over de hitte: in haar huis was het die ochtend om tien uur al 31 graden. Ik zei dat ik net terug was van een fietstochtje naar de Boogaard, in Rijswijk. Dat wekte zoveel verbazing dat ik maar niet onthulde dat ik bovendien om kwart voor acht was gaan hollen – ik loop dagelijks hetzelfde traject en ondanks de pittige temperatuur was het sneller gegaan dan de dag ervoor. Ik was naar Rijswijk gefietst voor James Bond-dvd’s – eergisteren had ik die met Connery en Lazenby gekocht, ditmaal die met Moore. Per stuk 15 euro, dat gaf met terugwerkende kracht tandenknarsen. Want destijds had ik recent verschenen Bond-dvd’s aangeschaft die toen 32,50 euro kostten – later kon je er voor dat bedrag drie krijgen. Maar goed, de nieuwe zijn superieur van beeldkwaliteit.
24-07-06. Sabbatical is in de schaaffase gekomen. Tot voor kort had ik de tekst van de hoofdstukken in afzonderlijke bestanden staan: Good Times Gone, Dear Prudence en Dream Home Heartache. Dear Prudence had voor elk van de vijf delen een eigen bestand. Maar alles is nu samengevoegd in het bestand Sabbatical, dat momenteel 37.184 woorden telt. Ik denk niet dat het er veel meer zullen worden. Een verhaal heeft een bepaald aantal woorden nodig om verteld te worden, het is dus geen kwestie van streven naar een bepaald aantal woorden. Dat Sabbatical in de schaaffase is gekomen betekent dat ik de tekst print, nalees, verbeteringen aanbreng, weer print, nalees et cetera. Bij elke nieuwe lezing vallen je slordigheidjes op en schieten je stilistische verbeteringen te binnen. Dat gebeurt vooral wanneer er tussen twee lezingen langere tijd verstreken is.
25-07-06. De sterk verbeterde versie van Sabbatical geprint en aan het begin van de avond gaan lezen. Als je veel verbeteringen aanbrengt kan je er donder op zeggen dat er op de plekken waar alinea’s zijn ingelast fouten te vinden zijn, daar valt niet aan te ontkomen. Ik ga er momenteel van uit dat ik over twee weken, na een aantal keren printen, lezen en verbeteren, een versie klaar zal hebben die naar mijn zin is. Dan moet er op zoek gegaan worden naar een uitgever want de uitgever die Zoute griotten uitgaf komt niet meer in aanmerking om mijn werk uit te geven. Even iets heel anders: ik kreeg een mailtje van iemand die via Google bij mijn weblog beland was, zoekend naar het kinderboek Mik en Spruit op de miljoenenjacht, wat een prachtig boek was dat.
26-07-06. Het is al zo warm en dan moet je ook nog al die van het dak gevallen mussen oprapen. De tweede hittegolf van het jaar verloopt voorspoedig. Ik geloof niet dat ik er erg veel last van heb. Ik kom gemakkelijk in slaap, ondanks de hitte in het slaapvertrek, ga zonder puffen over straat en lig als ik niet hoef te werken op het balkon in de zon. En dat terwijl ik geen zonaanbidder ben: dit jaar nog niet naar het strand geweest en vorig jaar alleen voor een enkele strandwandeling bij lage temperatuur. Ik ben niet iemand die het vliegtuig pakt om aan de andere kant van de wereld op het strand te gaan liggen. Er zijn massa’s mensen die dat wel doen en dat zijn natuurlijk de mensen die je over de hitte hoort klagen.
27-07-06. We weten nu wel dat het warm is, het mag wel weer wat gematigder. De hitte maakt dat je er vroeg uit bent en dan is het nog te doen, een eindje hollen. Mijn conditie blijft vooruit gaan, ik loop het parcours dat ik de laatste weken loop een halve minuut sneller dan aan het begin, ondanks de temperatuur. Ik had in de ochtenduren een paar verplichtingen, ’s middags was er fietsen aan de orde. Het bekijken van de James Bondfilms schiet aardig op. Ik was dinsdag toe aan On Her Majesty’s Secret Service (OHMSS). Halverwege ging het scherm op zwart – schijfje vastgelopen? Herstart, hetzelfde resultaat. Ik kon er dus mee terug. Gistermiddag ondanks de hitte naar Rijswijk gefietst en het defecte exemplaar geruild. In de hitte huiswaarts gefietst, OHMSS opgezet – en op hetzelfde punt hetzelfde euvel.
28-07-06. Woensdagavond was het zo puffend heet dat de nachtrust pas van start kon gaan toen het al lang en breed nacht geworden was. Desondanks gisterochtend al om kwart over zeven wakker geworden en opgestaan. Krijg nou wat: de zon scheen niet en de regen viel, een beetje. Gauw koffiegedronken en de hardloopschoenen aangetrokken voor het bijna dagelijkse trainingsrondje. Aanvankelijk was het motregen (die in het park niet eens door het gebladerte heen kwam), uiteindelijk ging het op voluit regenen lijken. Van tien over negen tot tien over twaalf over het manuscript van Sabbatical gebogen gezeten. Inmiddels was het opgeklaard en scheen de zon weer. Op de fiets en naar Rijswijk en voor de tweede keer On Her Majesty’s Secret Service geretourneerd. Ik moet zien te leven met de gewone Special Edition in plaats van de Ultimate Edition.
29-07-06. Misschien moet je maar gewoon doen of er helemaal geen hittegolf gaande is. Ik ging gisterochtend tegen tienen (een uurtje later dan de laatste tijd) een eindje grotendeels door een nabij park hollen en de warmte viel me niet eens op. Ik legde het traject dat ik nog niet zo lang geleden in 18 minuten en een paar seconden aflegde ditmaal in 17 minuten en 5 seconden af – nog een snelheidsverbetering ook. Alsof het niet om te braden was een uurtje op balkon in de zon gelegen en aansluitend naar het winkelcentrum aan de Leyweg gefietst. Dat ging allemaal zonder bovenmatig veel puffen maar naarmate de dag vordert neemt de vechtlust tegen de hitte af. ’s Middags een James Bondfilm gezien, later nog een – ik heb alle recent gekochte Bonds inclusief extra’s gezien: nu de audiocommentaren nog.
30-07-06. Logeerkat Loekie is al een paar weken inpandig en hij had zijn draai meteen gevonden. Het geeft soms toch een heel gedoe, drie katten jongleren als ze niet allemaal even goed met elkaar overweg kunnen. Loekie kan het fantastisch goed met Duimpie vinden en Duimpie met Loekie. Maar Gregor kan het met geen van beide goed vinden. Er zijn tot nu toe geen schermutselingen van betekenis geweest maar als Loekie of Duimpie passeert dan gaat Gregor uit voorzorg blazen. Een beetje zoals de dreiging met kernrakketten ten tijde van de Koude Oorlog. Er doet zich af en toe een Mexican stand-off voor: dan bevindt Gregor zich op de overloop, Loekie zich halverwege de trap en Duimpie zich boven nabij de kattenbak. Er is geen beweging in het gezelschap te krijgen: ik draag Duimpie dan maar naar beneden.
31-07-06. De laatste dag van een maand die gedeeltelijk in het teken heeft gestaan van werken aan de roman Sabbatical – het zal niet lang meer duren voordat die voltooid is. Het werd bovendien een sportmaand: 22 keer gaan hardlopen, ’s morgens vroeg, weer of geen weer – en meestal was het geen weer om te hollen. Half juni was ik gestopt met sportschoolsporten. Van groepslessen had ik een tijdje daarvoor al genoeg gekregen (steeds weer dezelfde oefeningen, dat overdreven enthousiasme van instructrices en instructeurs), bij het fietsen en hollen dacht ik: dat kan ik in de openlucht ook en dan kost het me geen 55 euro per maand. Zo gezegd, zo dus gedaan. Ik geloof dat augustus wisselvallig van start gaat maar voor het hardlopen zijn de weersomstandigheden nauwelijks van belang. Zon, regen, sneeuw, ijs, wind, storm: hollen maar!
01-08-06. Het is ongeveer een halfjaar geleden dat ik het eerste hoofdstuk van Sabbatical op dit weblog voorpubliceerde. Een poosje later verving ik die voorlopige versie door een verbeterde versie. De afgelopen tijd heb ik niet alleen het ontbrekende middendeel van de roman geschreven maar ook het eerste en laatste hoofdstuk verbeterd. De eerste complete versie van Sabbatical printte ik een paar weken geleden. Ik bracht er verbeteringen op aan, verwerkte de verbeteringen in het bestand, printte de tweede versie – en daarop werden ook heel wat verbeteringen aangebracht. Niet alleen in het recent geschreven middenstuk, ook in het eerste hoofdstuk werd veel verbeterd. Aan de op het weblog geplaatste voorlopige versie schort dus het een en ander. Voor een deel betreffen de verbeteringen mierenneukerig gepietlut – een zelfstandig naamwoord beviel me niet, er moest een komma bij of weg.
02-08-06. In hoog tempo verandert het van hittegolf- in herfstweer. Ik ging gisteren slapen met het voornemen na het ontwaken te gaan hardlopen maar een kwartier na het ontwaken twijfel ik nog. De gedaalde temperatuur doet me niets, de stevige wind houdt me niet tegen – de regen heeft me aan het twijfelen gebracht. Als de barometrische omstandigheden zo zijn werd er vroeger gezegd: ‘Het is goed weer om een erfenis te verdelen.’ Het is ook goed weer om het manuscript van Sabbatical opnieuw kritisch te gaan doornemen. De komende dagen staan er niet te veel verplichtingen op het programma en ik schat dat er vier dagen zijn waarop ik de complete tekst helemaal kan lezen. Als ik de verbeteringen van dien aangebracht hebt moet de roman maar af zijn en gaat-ie naar een uitgever. En dan maar afwachten.
03-08-06. Tussendoor een centenkwestie. Toen de cent nog volop in omloop was raakte mijn portemonnee er zo mee gevuld dat ik ze apart ging leggen en er centenkokers mee vulde. De postbode bracht dinsdag een zending waar strafport op zat. Ik moest 89 cent aan postzegels op de aangehechte kaart plakken. Ik met die kaart naar het postkantoor. Ik raakte aan de beurt en gaf de kaart aan de loketman. Die zei dat het waanzin was, zo’n kaart – hoe pasten daar al die postzegels op? Op dat moment liet ik de 89 losse centen op de balie vallen. Dat was niet de bedoeling, zoveel centen moesten in speciale zakjes worden aangeboden en dat kostte geld. Omdat ik de munten al gedropt had zag de loketman het door de vingers. Ik heb nog 100 muntjes van 2 cent liggen.
04-08-06. Het is 06.05 uur, de wind giert om het huis, het zal opnieuw een herfstige dag worden. Eergisteren en gisteren het manuscript van Sabbatical kritisch doorgenomen, het op beide dagen nauwgezet betuurd. De eerste keer bracht ik een behoorlijk aantal verbeteringen aan, de tweede keer kwamen er een paar verbeteringen bij en toen ik de twee reeksen verbeteringen in het bestand verwerkte voegde ik er gaandeweg nog een enkele verbetering aan toe. Straks ga ik het resultaat printen, morgen ga ik het opnieuw kritisch doornemen. Vandaag trakteer ik mezelf op de nieuwe Karin Slaughter, Triptych (in het Nederlands: Triptiek). Haar vorige boek droeg zij aan haar Nederlandse uitgever op – nou ja, alleen de Nederlandse editie. Ditmaal is de Nederlandse editie aan haar Nederlandse lezers opgedragen, wederom een loos gebaar: de Amerikaanse uitgave is ‘For Kate and Kate’.
05-08-06. Zaterdagochtend, 09.40 uur – ik werd tien minuten geleden uitgeput wakker. Donderdagavond dacht ik: ik ga morgenochtend vroeg even naar kantoor. Omdat ik er vroeg uit moest kwam ik pas laat in slaap. Het was vrijdagochtend om halfzeven nog droog, ik besloot voor de verandering de fiets te nemen. Met de auto rijd ik in twintig minuten naar het werk, met de fiets ook. Om tien voor acht was ik weer thuis. De dag lag nog voor me en die zou ik gaan wijden aan het lezen van Triptych, de nieuwe Karin Slaughter. Na een tijdje lezen begon ik gaperig te worden en laste een tukkie in. Tegen het einde van de middag opnieuw ruim een uur onder zeil geweest, zodat ik het boek pas om halftien uit had. En drie uur later niet in slaap kon komen.
06-08-06. Ik heb het idee dat ik Sabbatical gisteren voltooide, dat de roman nu af is. Opnieuw was ik een uur of vier bezig met het lezen van het manuscript, de vierde print, en opnieuw bracht ik een hoop verbeteringen aan. Soms ging het om het verwijderen van een punt, om het invoegen van een liggend streepje, om het toevoegen van een enkel woord. Er zit vrij veel muziek in het boek en ik moest via internet nagaan of het Top Pop of Toppop moest zijn (het laatste kwam vaker voor) en hoe groepsbenamingen precies waren. Het waren niet de Easybeats maar The Easybeats en niet The Eagles maar de Eagles. En zo zit je maar te pietlutten in de hoop dat het ergens goed voor is. Om halftien gisteravond was ik voor mijn gevoel klaar met verbeteren.
07-08-06. Ik weet zeker dat ik hier en daar een slordigheid aantref als ik het manuscript van Sabbatical nog een keer zorgvuldig doorneem maar omdat het voor zeg maar 98 procent naar mijn zin is gaat het vandaag de deur uit. Ik stuur het naar een uitgever waar ik nog niet eerder mee te maken heb gehad. De onbekendheid is wederzijds en daarom is het nodig mezelf in een begeleidende brief toe te lichten. ‘Vertel eens wat meer over jezelf’ is een opdracht waar je alle kanten mee uit kunt. Een ironieloos zelfportret zou ik niet voor elkaar krijgen, als je doorslaat in je lolligheid zal de lezer de brief walgend van zich af werpen. (Het is sowieso een malle situatie: je hebt een roman op je naam hebt staan en moet op zoek gaan naar een uitgever.)
08-08-06. Dat was te verwachten. Ik had ’s morgens een print van het manuscript naar een uitgever gestuurd, ’s middags las ik een andere print nog eens door – en bracht daar 27 verbeteringen in aan. Zo zie je maar dat je wel aan de gang kunt blijven met verbeteren. Van die 27 verbeteringen betreffen de meeste onbeduidendheden (in een tekst van ruim 37.000 woorden drie keer het woord ‘ontoereikend’ is niet rampzalig maar als zoiets me opvalt moet er minimaal één ontoereikend door een synoniem vervangen worden). Ik kwam echter ook ‘vijtig’ tegen waar ‘vijftig’ had moeten staan en zo nog een paar over het hoofd geziene blunders. Erger is de fout in mijn biografische gegevens, waarin ik schreef dat ik zesmaal een marathon gelopen had. Maar in plaats van ‘zesmaal’ staat er ‘zemaal’! Ze zal wel denken.
09-08-06. Ik ben halverwege een tweedaagse tournee. Gisteren was ik voor een reportage naar de gemeente Vriezenveen (vraag me niet in welke provincie dat was). Wijselijk had ik twee routeplanningen geprint en bovendien een samenvatting ervan op een vel papier genoteerd. Daardoor bereikte ik Vriezenveen probleemloos. Maar in downtown Vriezenveen ging ik rechts waar ik links had gemoeten. Na een paar verkeerde kilometers de weg gevraagd aan een fietsende moeder en dochter die toeristen waren en de weg niet wisten. Een benzine tankende beeldschoonheid wist het ook niet, de pomphoudster wist het wel. Nadere instructies van een autochtone dame die me eng aankeek. Na de reportage bracht de terugweg verwarring: ‘Verlaat de straat in noordelijke richting.’ Waar was het noorden? Voor vandaag staat Schinnen op het programma, in Limburg. De zon schijnt nog – nee, er breekt een wolk.
10-08-06. Er was geen filevorming en de reis verliep voorspoedig. Schinnen gevonden maar aldaar verdwaald. Schinnen is te klein om in te verdwalen, behalve als je Martin de Jong heet. Ik dacht: ik zit verkeerd, omkeren. Maar ik zat in een web van eenrichtingsstraten. Ik dacht: ik kom hier nooit meer weg. Een hartelijke inwoonster gaf instructies en het kwam goed. Onderweg naar muziek geluisterd. Ik hoor enthousiaste verhalen van liefhebbers van luisterboeken maar ik geloof niet dat ik tot de doelgroep behoor. Mijn gedachten dwalen af en ik raak uit het verhaal of ik ga er zo in op dat ik uit het verkeer raak en kettingbotsingen op mijn naam zet. Op de terugweg luisterde ik naar Pearl Jam, op de heenweg naar Japan. Mooie anekdote: platenmaatschappij Hansa wilde daar destijds een tweede Boney M. van maken.
11-08-06. De afgelopen dagen was ik een beetje verdwaald geraakt in achtereenvolgens Vriezenveen en Schinnen maar dat was peanuts vergeleken bij wat er in de serie Lost te zien was. Ik trakteerde mezelf op kijken naar het eerste seizoen. Dat viel zeer bij me in de smaak. Geen wonder: als kind verslond ik Het geheimzinnige eiland van Jules Verne. Dinsdagavond vier afleveringen, woensdagavond acht afleveringen en gisteren dertien afleveringen Lost gezien. Dat is het grote voordeel van dvd kijken: niet alleen dat je geen last hebt van onderbrekende reclame, hinderlijke vignetten in beeld of weggedrukte aftiteling: je hoeft niet een halfjaar op de ontknoping te wachten. (In dit geval wacht ik daar nog steeds op. Over een paar weken ligt het eerste deel van het tweede seizoen op dvd in de winkel, een tijdje later het tweede deel.)
12-08-06. Na een dag van lui Lost kijken gisteren het manuscript van Sabbatical weer eens helemaal en kritisch doorgenomen. Dat had ik afgelopen maandag ook gedaan – toen bracht ik op de print 27 verbeteringen aan. Gisteren werd het nog grijzer want er werden aan die 27 verbeteringen maar liefst 65 verbeteringen toegevoegd. De print bevatte toen 92 verbeteringen, die ik vervolgens in het bestand verwerkte. Ik had het manuscript maandag naar een uitgever gezonden – de 27 verbeteringen bracht ik pas later op de dag aan, van de 65 aanvullende verbeteringen was nog geen sprake. Kreeg de uitgever ’s anderendaags een beschamend slordige tekst in de postbus? De meeste van de 65 verbeteringen betroffen stilistische. Er stonden (als ik het goed gezien heb) maar twee echte fouten in: vijtig in plaats van vijftig en gweest in plaats van geweest.
13-08-06. De wetenschappelijke term is geloof ik ‘serendipity’ of ‘synchronicity’ maar ik zeg altijd maar gewoon: Krijg nou wat. Vrijdag was ik bezig met het verder verbeteren van het Sabbaticalmanuscript. Daarin komt terloops Suzi Quatro ter sprake – zij had vanaf 1973 hits als Can the Can en Devil Gate Drive. ’s Avonds zette ik de tv aan en viel bij de BBC in een aflevering van The Kumars at No. 42. En daar was Suzi Quatro te gast! Inmiddels (slik) 56 jaar maar nog altijd meisjesachtig leuk en zeer lachgretig. In Sabbatical wordt als oude bevallingsmethode het hurken op het land genoemd (waarna de bevallen vrouw meteen verder werkte) – moeder Kumar bracht dezelfde methode ter sprake! Donderdag kreeg ik ter bespreking een boekje over Marten Toonder in de bus – en gisteren vanuit het verre Puth een knipsel erover!
14-08-06. Het in de hand houden van een huishouden met twee inwonende katten en een logeerkat valt niet mee. Als leven in de brouwerij geen kwaad zou kunnen liggen ze te slapen, als je zelf probeert te slapen komen ze in actie. Logeerkat Loekie heeft er soms lol in negentienjarige poes Duimpie achterna te rennen, ik vermoed dat het de kattenvariant van tikkertje spelen is. Poes Gregor moet niets van Duimpie en Loekie hebben (en soms ook niets van mij, getuige het recente uithalen naar mijn aaihand). Als ze in de keuken haar brokjes eet zit Loekie daarbij nabij in de gang naar het smikkelen te koekeloeren. Uitgegeten moet Gregor langs Loekie en blaast in het voorbijgaan naar hem. Loekie reageert niet eens. Hij is een onverschrokken mannetje dat bij het geringste onweer panisch onder het bed vlucht.
15-08-06. De wonderen zijn nog in de wereld. Afgelopen zaterdag bezorgde een oplettende postbode zowaar een brief waarin door de uitgeverij aan wie ik het gezonden had de ontvangst van het manuscript Sabbatical bevestigd werd. De vooruitgang hou je niet tegen: ik heb de tijd meegemaakt dat er tweemaal per dag post werd bezorgd, over een tijdje wordt de bezorging op maandag geannuleerd. Ik kreeg een keer een manuscript als onbezorgbaar geretourneerd omdat postcode en huisnummer niet correspondeerden. De les: als je zeker wilt zijn dat er bezorgd wordt, sla de postcode dan over. En dan nog. Onlangs kreeg ik drie poststukken in de bus, waarvan er slechts een aan mij geadresseerd was: de rest verkeerd bezorgd. De bezorger is een domme lul, TPG Post is een nog veel dommere lul, ze kunnen allemaal een dikke lul krijgen.
16-08-06. 29 jaar geleden? 29 jaar geleden! Om vier uur, halfvijf haalde ik mijn fiets uit de schuur en reed naar het Lorentzplein. Daar was de uitdeelpost van ochtendkrant Trouw, waar ik het agentschap van had. Ik legde stapels kranten klaar voor mijn bezorgers en liep zelf een dubbel wijk. Die ochtend was Elvis op de voorpagina afgebeeld. Ik zag de foto van de persconferentie in New York, 1972. Hij haalde wel vaker het nieuws. Zo had hij als toevallig passerende deputy ingegrepen toen een benzinestation overvallen werd. Toen ik de krant openvouwde zag ik ook het onderschrift. Hij was dood, 42 jaar oud – wat me nu piepjong lijkt. ’s Avonds in het Journaal een fragment uit Aloha From Hawaii: It’s Over. Het is 29 jaar later, zijn Stem klinkt nog altijd, zijn onvergelijkelijke oeuvre een onverwoestbaar monument.
17-08-06. Toevallig kwam ik er eergisteren achter dat er een dommig foutje in het manuscript van Sabbatical was blijven staan. Ik schreef ‘Suzie Quatro’ en dat had ‘Suzi Quatro’ moeten zijn. Omdat ik me wel voor mijn kop kon slaan beukte ik mijn hoofd een paar keer tegen de muur. Gisteren bekeek ik een uittreksel van de roman Art. 285b van Christaan Weijts, dat ik ter correctie in handen had gekregen. De maker van het uittreksel gaf een overzicht van de beschamende spel- en taalfouten die hij onderweg was tegengekomen. Er stond bijvoorbeeld: ‘bekleedde’ waar ‘beklede’ had moeten staan, ‘faut pas’ in plaats van ‘faux pas’, ‘gekruisde’ in plaats van ‘gekruiste’. Op hoofdstuk 6 volgde niet hoofdstuk 7 maar hoofdstuk 8. Het boek verscheen bij het ooit gerenommeerde De Arbeiderspers. (De auteur is nota bene werkzaam als redacteur.)
18-08-06. En maar dromen, vannacht. Ik was op visite bij mijn zus. Het was er donker. Ze vroeg of ik haar telefoon wilde proberen, die deed het niet goed. Ik de telefoon zoeken. ‘Hij staat daar links bij het raam,’ zei ze. Ik kon niks vinden. ‘Kijk maar,’ zei ze. Ik had de telefoon in mijn hand. Kennelijk niet gezien omdat het zo donker was. Wie moest ik opbellen? Mezelf. Maar ik wilde de telefoon niet te lang laten overgaan omdat de katten ervan zouden schrikken. Na twee keer krakend overgaan werd er opgenomen door iemand die onlangs was overleden maar desondanks opgewekt begon te kletsen. Later voerden de dromen naar een uitgeverij. Het viel niet mee er iemand te spreken te krijgen maar uitgave van een boek was geen punt. Het zou in oktober al kunnen verschijnen.
19-08-06. Ik ga binnenkort maar eens vredesbesprekingen voeren met de katten. Ze kunnen het alle drie (poes Duimpie, poes Gregor en logeerkat Loekie) goed met zichzelf en met mij vinden maar onderling zou het beter kunnen. Duimpie en Loekie zijn vriendjes, daar heb ik geen omkijken naar. Maar Gregor met Duimpie of Loekie is een minder gelukkige combinatie. Als Loekie ergens ligt en Gregor moet passeren dan doet zij dat blazend. Loekie blijft daar onverstoorbaar onder. Lastiger is de situatie op de binnentrap, waar Gregor de laatste tijd haar stelling betrekt wanneer het richting nacht gaat. Ze gaat nabij de bovenste traptrede liggen en als Loekie nietsvermoedend met een noodgang de trap bestijgt ziet hij de doorgang door blazende Gregor gebarricadeerd. Je kan dan wel vermanend roepen: ‘Makkers, staakt uw wild geblaas’, de volgende keer gebeurt het opnieuw.
20-08-06. Voor liefhebbers van Monty Python is het een feest: de uitgave van de dvd-sets At last the 1948 Show en Do not adjust your Set. In deze pre-Pythonprogramma’s respectievelijk John Cleese en Graham Chapman (ook bij Python een schrijversduo) en Terry Jones en Michael Palin (idem) alsook de bij Python als schrijver solo opererende Eric Idle. Eerst maar even klagen: de hoes van The 1948 Show vermeldt een speelduur van circa 172 minuten. Het gaat om vijf afleveringen (in belabberde kwaliteit) van 25 minuten die op een enkel schijfje gepast hadden. Weggelaten (evenals op de Do not adjust your Set set) zijn de extra’s die op de Engelse editie staan. Afgezien daarvan zijn beide programma’s 38 jaar na dato nog erg leuk, vooral Do not adjust your Set. Daarin zit dan ook de Bonzo Dog Doo-Dah Band.
21-08-06. De beeldkwaliteit van Do not adjust your Set en vooral At last the 1948 Show was niet denderend maar het is een wonder dat de banden bewaard zijn. Vroeger hadden de mensen nauwelijks historisch besef. De geweldig leuke cursus Esperanto van Kees van Kooten en Wim de Bie is gewist omdat de banden opnieuw gebruikt moesten worden. Sam Philips heeft mogelijk banden met Sunopnamen van Elvis gewist, Harry Mulisch vernietigde manuscripten en zo is er nog veel meer moois verloren gegaan. Tegenwoordig worden we verwend met dvd-recorders. Maar wordt er nog wel wat uitgezonden dat nooit verloren mag gaan? Ik zou zelf alle Fred Haché-, Barend Servet– en Sjef van Oekel-programma’s van Wim T. Schippers op dvd willen hebben. Ik zal eens gaan vragen waar die blijven. Het goede nieuws is dat de Axel Nort-dvd eraan komt!
22-08-06. De schrijver wikt, de Nederlandse Taalunie beschikt. In 1972 publiceerde Harry Mulisch Soep lepelen met een vork. Tegen de spellinghervormers. Desondanks verscheen in 1995 een Woordenlijst Nederlandse taal (het Groene Boekje) waarin ‘pannekoek’ verbeterd was tot ‘pannenkoek’ en waarin bedenkelijke voorschriften vergezeld gingen van verwarrende uitzonderingen daarop. Sinds kort is er een nieuwe editie van het Groene Boekje. In 1995 moesten we ‘privé-leger’ schrijven, nu ‘privéleger’, in 1995 ‘ikfiguur’, nu ‘ik-figuur’. Een geschuif met verbindingsstreepjes dat maakt dat degenen die graag correct Nederlands schrijven gedwongen zijn hun oude dure editie van de Van Dale te vervangen door een nieuwe dure editie. (De oude is waardeloos, De Slegte zal er weinig voor geven.) Net als bij de woordenboekenmakers gaat bij de uitgevers van schoolboeken de kassa rinkelen. Zullen alle bezitters van het oude Groene Boekje het nieuwe aanschaffen?
23-08-06. Nu pas lees ik een boek van Anthony Storr dat ik twaalf jaar geleden kocht (De kracht van het alleenzijn). De editie verscheen een jaar voordat het Groene Boekje van 1995 uitkwam. Met de daarin gevoerde spelling ben ik inmiddels vertrouwd, de ervan afwijkende spelling in het Storrboek stoort. Het verschil in spelling van sommige woorden werpt een barrière op. Je wordt even afgeleid door de spelling en raakt daardoor uit het ritme van het betoog. Op die manier verouderen boeken, dat is voor lezers en schrijvers niet prettig. In de jaren zeventig werd er ‘kommunikatie’ geschreven en ‘isch’ was ‘ies’. Als je nu een roman van Louis Couperus (zoals Eline Vere) leest beland je in een andere taalwereld. Een Engelstalig boek van P.G. Wodehouse uit de jaren twintig of dertig leest alsof het gisteren verschenen is.
24-08-06. Als er in boeken die bij gerenommeerde uitgeverijen verschijnen taal- en zetfouten staan, is dat in de eerste plaats een geldkwestie. Men wil kennelijk geen geld uitgeven aan het nog eens laten lezen van een drukproef. Toen Gerard Reve van Veen naar De Bezige Bij overstapte, begon de Bij met het heruitgeven van diens boeken en liet een folder drukken om dat onder de aandacht te brengen. Ze hadden het geld (of een fractie daarvan) beter kunnen uitgeven aan een met het werk van Reve bekende corrector – in diverse delen streepte ik zetfouten aan die er niet hadden gestaan als er zorgvuldig op de tekst getuurd was. In het meesterlijke Op weg naar het einde blijkt de HMW-brommer van Reve maar liefst 551 km per uur te kunnen rijden! Zo bont maakte zelfs Van Oorschot het niet.
25-08-06. Als het gaat om een boek dat er niet toe doet is het eigenlijk wel vermakelijk om er fouten in aan te treffen. Een persoonlijke favoriet op dit gebied is Posh & Becks, van Andrew Morton. Ik ontving de biografie ter bespreking en pakte er al gauw een pen bij (ik hoorde later van een ex-medewerker van de uitgeverij dat de vertaling een haastklus geweest was): ‘geinditificeert’, ‘…het publiek haar idolen…’, ze eten ‘witte bonen op toast met mama’, de ‘brede vaart der tijden’, ‘per sé’, ‘goed doorvoedde gemeenschap’, ‘ik vindt’ ‘Victoria is een aantrekkelijke vrouw maar daar is ze zelf onzeker over, net als over haar uiterlijk,’ ‘…haar werk met de Spice Girls is een gereedschap om haar doel te bereiken,’ ‘cadeau’s.’ (En dan zijn we pas op pagina 45.) ‘Deze vertaling © 2000 Het Spectrum.’
26-08-06. Fouten in boeken zijn storend maar het zijn niet alleen boeken waarin fouten te vinden zijn. Je koopt een dvd en leest thuis in het boekje over de film. Als er in die film vervelende dingen met de heldin gebeuren dan staat er niet ‘de vrouw wier’ maar ‘de vrouw wiens’. Niet ‘het meisje dat’ maar ‘het meisje die’. Zo zijn er mensen die ‘bedoelt’ schrijven als het ‘bedoeld’ moet zijn. De eminente Jo Dautzenberg vertelde me over een ontmoeting die hij in het laatste jaar van zijn docentschap gehad had met vertegenwoordigers van de jonge garde leerkrachten. Het kofschip? Daar deden ze niet meer aan. Dat was uit de tijd, dat was dom in je hoofd stampen. Maar dat domme in je hoofd stampen leidde er wel toe dat je leerde en onthield hoe het moest.
27-08-06. Vertalen, ook een vak. Vooral als het om film of tv gaat zit er grote haast achter. Laatst zag ik in een tv-serie het woord ‘cable’ vertaald worden als ‘kabel’, terwijl het ‘telegram’ moest zijn. Jaren terug, een Woody Allenfilm. Hij zei: ‘I don’t like to shower in front of other men.’ De ondertiteling: ‘Ik verafschuw promiscuïteit.’ In Alias wordt er gezegd: ‘He is steady as Charlie Watts,’ de vertaling: ‘Hij is trouw als Charlie Watts.’ De vertaler weet niet dat Watts een drummer is. Overigens: ben vier dagen geleden begonnen met kijken naar Alias, heb 37 afleveringen gezien, moet er nog zeven van het tweede seizoen zien en dan seizoen drie en vier. Geweldige serie, met dito gastrollen: Quentin Tarantino, Roger Moore (1927), Rutger Hauer (1944 – prachtige oude kop) en Faye Dunaway (1941 – au! oude vrouw!).
28-08-06. En dan heb je nog lezen, wat niet iedereen volleerd kan. Ik ontving een brief van de woningcorporatie: binnenkort zouden er onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd aan de mechanische ventilatie van mijn woning, door een firma uit Barendrecht. Die firma zou mij benaderen voor een nadere afspraak. Indien die mij niet schikte zou ik met de firma contact kunnen opnemen voor een andere afspraak. Twintig dagen later: brief van de firma uit Barendrecht. Zij kwamen ‘geheel kosteloos werkzaamheden verrichten aan het mechanisch ventilatiesysteem. Voorwaarde is wel dat u op de onderstaande datum aanwezig bent.’ Dat kon alleen maar betekenen dat het geld ging kosten als ik op die datum verhinderd was. De woningcorporatie gebeld. De man die ik aan de lijn kreeg heb ik wel drie keer voorgelezen wat de firma geschreven had en nog begreep hij het niet.
29-08-06. King of the Road, dat moet je in je genen hebben. Vorige week reed ik voor een reportage naar Zuidwolde, gisteren legde ik dezelfde route af en drong vervolgens moeiteloos verder in het noorden door. Ditmaal was het reisdoel Winsum. Het regende toen ik vertrok, het regende toen ik drie uur later afmeerde. Tijdens het interview klaarde het op en daarom besloot ik aansluitend de winkelstraat even op en neer te lopen: er wachtte een lange terugtocht. Ik was net de Wereldwinkel gepasseerd toen het begon te wolkbreuken. De twaalf kilometer richting Groningen gereden. Op de radio een waarschuwing: Vrachtwagen met melk gekanteld! Snelweg naar Assen afgesloten! Blindelings koos ik voor de optie Amsterdam maar omdat daar ernstige files waren in Flevoland voor de weg naar Utrecht gekozen. Bij thuiskomst heerste er in downtown Groningen nog verkeerschaos.
30-08-06. Soms begrijp je er niets meer van. Heeft de volksschrijver in het jaar van zijn overlijden de status van Kruitvatauteur bereikt? Ik werd geattendeerd op een annonce waarin opgeroepen werd tot intekenen op het Verzameld Werk van Gerard Reve. Een cassette met zes paperbacks die maar liefst 39,90 euro kost. Zo’n beetje wat het destijds bij Veen verschenen VW in verramsjte vorm kostte. De inhoud van de nieuwe uitgave komt zo te zien met die van de Veeneditie overeen. Maar wacht eens even – mag dat wel? Reve verhuisde in aftakelende toestand van Veen naar De Bezige Bij. Vinden ze het daar wel goed dat er een Veenachtig Verzameld Werk verschijnt terwijl ze zelf onlangs Revetitels herdrukt hebben? Als dat zomaar mag kan Van Oorschot nog wel een keer Op weg naar het einde op de markt brengen.
31-08-06. Voordat ze een rage werden bezat ik al een paar luisterboeken, die ik nog beluisterd heb ook: Reve die De Avonden las, Hermans die De God denkbaar voordroeg. Een voorgelezen versie van Dubliners kwam erbij maar die heb ik nog niet gehoord. Leuk om te beluisteren waren cassettes met afleveringen van The Goon Show en ook een P.G. Wodehouse beviel me. In de uitverkoop lagen Penguin Audiobooks, waarvan ik er een aantal kocht – van beluisteren kwam het niet, evenmin als van luisteren naar cd’s met De hobbit en Roald Dahl. Toen ik van Den Haag naar Groningen moest dacht ik: ik luister onderweg naar een boek. Het werd Barnaby Rudge van Dickens, dat ik ook als gedrukt boek had maar nog niet had gelezen. Al ver voor Utrecht was ik de draad van het verhaal volledig kwijt.
01-09-06. Vroeger was het simpel: je had een baan, werd ziek en kreeg gedurende de ziekteperiode je salaris doorbetaald. Dat is straks te gek voor woorden want er wordt onderzocht of het mogelijk is te korten op het salaris als het ziekteverzuim verwijtbaar is, bijvoorbeeld als het om een sportblessure gaat. Dat klinkt redelijk maar is het natuurlijk niet. In de afgelopen twee maanden ben ik in totaal 41 keer een eindje gaan hollen. Het had gekund dat ik bij zo’n training een enkel verstuikt had. Als ik me daarvoor ziek gemeld had zou je kunnen spreken van verwijtbaar verzuim. Maar stel dat ik in plaats van te gaan sporten die tijd had besteed aan het eten van patat met pindasaus en met dichtgeslibde bloedvaten op de hartbewaking was beland? En zo kan je elk ziekteverzuim verwijtbaar noemen.
02-09-06. Logeerkat Loekie is na twee maanden van inpandigheid teruggekeerd naar zijn thuishuis. Voordat hij gisteren vertrok rende hij poes Duimpie (negentien) nog een keer achterna de binnentrap op. Hij bleef stoïcijns als poes Gregor (acht) in het voorbijgaan naar hem blies en liet zich het voorgezette voedsel goed smaken. Merkten Duimpie en Gregor er wat van dat hun maatje vertrokken was? Overdag lag Duimpie boven op bed te slapen en Gregor in een mandje dat op mijn bureau stond. Dat was een inval van me. Ze lag de laatste tijd vaak op mijn bureau te slapen en ik dacht: ik leg er een mandje op. Vannacht leek het erop alsof Loekie door de poezen gemist werd. Duimpie maakte me wakker, Gregor kraaide om voedsel. Een kwartier geleden stond ik ietwat gekraakt op, de dames gingen meteen slapen.
03-09-06. Een minuut of acht voordat ik dit begon te schrijven werd ik wakker. Ik dacht: een kop koffie, dit schrijven en dan hollen. De omstandigheden zijn er gunstig voor. Toen ik ging slapen gierde de wind zo hevig om het huis dat ik het bovenlicht in de badkamer maar sloot. Bij het ontwaken was de wind afgenomen maar de neerslag hevig. Nog altijd profiteren we hier aan de kust van de warme julimaand. Daarin werd de zee verwarmd en de waterwarmte zorgt nu voor al die neerslag. Als liefhebber van onweer juich ik dat toe maar dit jaar is de overgang van zomer naar herfst wel erg abrupt. Ik ga over een paar minuten hollen en doe dat gedeeltelijk door een park waar het wandelpad schuilgaat onder gevallen bladeren die wegens de regen spekglad zijn. Ideale omstandigheden.
04-09-06. Maandagochtend een aflopende wekker betekent sinds jaar en dag op zondagavond slecht in slaap kunnen komen. Loopt er de volgende ochtend geen wekker af dan slaap ik vrij snel, loopt op andere werkdagen dan de maandag de wekker af dan is in slaap komen ook geen probleem. Maar er rust een vloek op de zondagnachtrust. De wekker zou om tien over zes aflopen, om kwart voor een was ik nog klaarwakker. Ik viel korte tijd later in slaap maar werd een keer of vier wakker. Het vervelende van wakker liggen is dat je in plaats van de ogen te sluiten wat had kunnen doen. Toen ik probeerde te gaan slapen moest ik de laatste twee afleveringen van het vierde seizoen Alias nog zien. Dat had makkelijk gekund – maar dan was er waarschijnlijk helemaal niets van slapen gekomen.
05-09-06. De zee is momenteel nog op zwemtemperatuur maar het is een kwestie van dagen totdat de eerste pepernoten in de schappen liggen. In de eveneens voor je het weet nabije toekomst ligt de kerst en in het kader daarvan mag ik voor Radio West weer twee uur Hot Talk vullen. Het is prettig om daarvoor een thema te hebben: vorige uitzendingen waren gewijd aan het 750-jarig bestaan van Buisdorp, de gemeenteraadsverkiezingen, de Dekenfeesten en de vakantie. Ditmaal zal het grotendeels om de kerst draaien, met voor het eerst een optreden van de Bisschop van Buisdorp, want zo iemand heeft daar natuurlijk verstand van. Het duurt nog even tot de uitzenddatum (15 december) maar sinds ik op het idee van de uitzending kwam komen er onophoudelijk ideeën bij me op en de te draaien muziek is al geselecteerd.
06-09-06. Het is ’s avonds nog niet onder het vriespunt en in de slaapkamer staat het raam gedeeltelijk open. Buiten is het donker, binnen is het licht. Diverse vliegende en kruipende insecten denken: hm, eens zien wat daar te beleven valt. Een mug of een bromvlieg kan ik nog wel hebben. Maar maandagavond dook er een vreemd miniatuurtje op. Ik plette het tussen twee boekbladzijden, maar dat deed het miniatuurtje de das niet om. Pas toen ik hem tussen twee vingers fijngeknepen had en door de wc gespoeld piepte het anders, of eigenlijk helemaal niet meer. Beangstigender was een macaber vliegding van fors formaat. Het had vleugels met een aardige spanwijdte, een punthoofd en mogelijk dieptebommen. Ik dacht hem met een krant geraakt te hebben, maar waar was hij? Verdwenen tussen bed en tv-toestel, ik hoop afdoende dood.
07-09-06. Ik was er al bang voor geweest: de gigantvlieg die ik maandagavond bestreden had bleek dinsdag nog zeer levenslustig te zijn. Hij had ergens tussen bed en tv-toestel krachten opgedaan en was weer gaan vliegen. Maar ditmaal kende ik geen genade. Ik pakte een krant, haalde uit en daar lag het vliegende gevaarte onmachtig op het kastje dat de dvd-speler en de videorecorder draagt. En toen was het alleen een kwestie van pletten met een krant. Het was een blamage dat ik de vorige avond niet zoals het dappere snijdertje raak gemept had. In mijn jonge jaren ging ik vaardiger tekeer. Ik heb ooit op z’n honkbals met een opgerolde krant een bromvlieg in zijn vlucht geraakt en eenmaal mepte ik zelfs een vlieg dwars door het bovenlicht van mijn slaapkamer heen. (Dat was eigenlijk tamelijk onbesuisd.)
08-09-06. Ik wilde het erover hebben dat de zomer naschokt. Op de natte moesson van augustus volgden enkele zonnige septemberdagen. Gistermiddag met buurvriendin Esther bij Kijkduin een strandwandeling gemaakt. De naschokkende zomer werd op dat moment door de herfst op de hielen gezeten. De zon scheen nog wel, tussen magnifieke wolkenpartijen door, en de temperatuur ging ook nog best maar de stormachtige wind kwam uit het najaar. Richting Monster ging de wind met ons mee, op de retourweg moesten we kracht zetten om vooruit te komen. Esther, die zich een tijdje in vogels verdiept heeft, wees een vogel aan en zag er een jonge meeuw in, die nogal donker van kleur was. Dat klopte: na een jaar verschoten meeuwen van kleur. Daar wilde ik het over hebben maar ik las net dat Star Trek vandaag 40 jaar bestaat!
09-09-06. Vroeger had je de volkstelling. Wie weigerde daaraan mee te doen liep kans vervolgd te worden. De overheid stond garant voor bescherming van de privacy van de burger. Tegenwoordig worden vergaarde gegevens vastgelegd in een bestand van Wegener, dat is aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens. Dat weet ik omdat het in kleine letters onder aan een enquêteformulier staat dat gisteren bezorgd werd. Je kunt kans maken op een jaar lang gratis boodschappen als je het invult. Ze willen precies weten wat er in mijn huishouden uitspookt wordt en degenen die de antwoorden braaf aankruisen hebben hun hele hebben en houden in handen van Wegener gegeven. Naar wat voor muziek je luistert, welke opleiding je gevolgd hebt, of je een nieuwe keuken gaat kopen, wat je auto heeft gekost. Gelukkig is weggooien van het enquêteformulier niet strafbaar.
10-09-06. Ik heb het enquêteformulier nog niet weggegooid. Het doet me denken aan de belspelletjes op de tv, waarbij je je afvraagt: hoe onnozel zijn de mensen die erin trappen? De vragen die beantwoord moeten worden zijn belachelijk eenvoudig. Ik herinner me dat er eens een woord van zes letters geraden moest worden. Onderwerp: sport. De eerste, derde, vierde en zesde letter stonden er al: TNNS. Om de kijker te helpen ging de trol die het presenteerde een paar keer met haar hoofd heen en weer. De mensen die aan dat soort spelletjes meedoen zijn de mensen die aan zo’n enquête meedoen want ze willen een jaar lang gratis boodschappen winnen. Vraag 40: ‘Bent u of is iemand in uw huishouden geïnteresseerd in de mogelijkheden om uw financiële situatie nu of in de toekomst op peil te houden?’
11-09-06. Zojuist zei de nieuwslezeres (in haar eigen woorden) dat het een zonovergoten dag zou worden. Gisteren was het ook al zo’n zonovergoten dag en zat ik tussen diverse bezigheden door een halfuurtje op balkon te braden. We hebben dit jaar een sandwichzomer: een verregende augustusmaand ingeklemd tussen de hittegolf van juli en de tot nu toe tamelijk wolkenvrije septembermaand. Voordat ik op het balkon neerstreek had ik een bezoek gebracht aan de supermarkt, waar ondanks de zomerse omstandigheden het sinterklaasvoedsel al in de schappen lag. Elk jaar wordt er geprotesteerd tegen de vroege uitstalling van decembersnoep, elk jaar later trekken de supermarkten zich daar niets van aan. Ik juich dat geloof ik toe. Het heeft wel wat, onder zomerse omstandigheden een handje pepernoten naar binnen werken. In Australië is het tenslotte ook zomer als het kerst is.
12-09-06. Er zou een monteur aan de deur komen. Met de vorige had ik onprettige ervaringen gehad. Het ging toen, net als nu, om de ventilatiekanalen. Destijds ontving ik de schriftelijke aankondiging van een monteursbezoek. Het kwam mij die dag niet goed uit maar gelukkig kon je opbellen voor een andere afspraak. Maar de knakker die ik aan de lijn kreeg had dat liever niet! Hem uiteindelijk toch zo gek gekregen dat hij kwam op het moment dat het mij schikte. Wat een hork was die hufter. Het was herfstig regenweer, hij betrad mijn huis zonder de voeten te vegen en bracht moddersporen op het tapijt aan. Gistermorgen was er volop zon. De monteur veroorzaakte geen bezoedeling en was om 8.45 uur klaar. De moeite niet meer om naar het werk te gaan: ik zocht het balkon op.
13-09-06. ‘Een mechanisch ventilatiesysteem is nooit geheel geluidloos. U hoort altijd wel wat.’ Aldus het vel papier met toelichting dat ik ontving na de installatie van het nieuwe ventilatiesysteem. Inderdaad: als je in de keuken staat heb je het idee dat er een vliegtuig laag overkomt. Ik ben benieuwd hoe mijn benedenbuur dit ondergaat. Laatst schakelde hij de woningstichting in omdat hij het idee had dat ik geluidsoverlast veroorzaakte, mogelijk met een ventilator. De deskundige van de woningstichting kon bij mij geen bron van geluidsoverlast ontdekken. De benedenbuur sprak ik vorige week: de hele hete zomer had hij last gehad van onverklaarbare herrie maar nu het aan het afkoelen was, was het geluid gelukkig niet meer te horen. Sindsdien is de zomer op volle kracht terug (vandaag in Limburg 30 graden!) – en dan ook nog dat nieuwe ventilatiesysteem.
14-09-06. De eerste afwijzing is binnen: ik pas niet in het fonds. Dat heb ik altijd als een compliment opgevat want als je ergens niet in past ben je dus te groot. De afwijzing ging vergezeld van het afgewezen manuscript. Dat verbaasde me want blijkens een boodschap op de website van de uitgeverij moest je 2,50 euro aan postzegels bijsluiten als je het manuscript terug wilde hebben. Mogelijk ben ik een grootscheepse fraude op het spoor gekomen want op de retourenvelop zat niet een stempel van 2,50 euro, maar een van 1,88 euro. Dat betekent dat men aan elke afwijzing 62 cent verdient. En nog meer want portokosten worden op de balans natuurlijk als verliespost opgevoerd en door de fiscus als aftrekpost erkend. Ik kan me niet voorstellen dat ontvangen postzegels van 2,50 euro als inkomsten geboekt worden.
15-09-06. Ik ben er geen liefhebber van dat dingen het ineens niet meer doen, zoals de telefoon. Als de telefoon het niet doet moet je de storingsdienst bellen. Maar de telefoon doet het niet. Ooit, toen de telefoon het niet deed, belde ik vanaf mijn werk de storingsdienst. Er zou een mannetje aan de deur komen. Er kwam een mannetje aan de deur. Het mannetje keek het na: het lag niet aan de telefoon, een ander mannetje zou buiten de boel controleren. Het andere mannetje was een dom mannetje want hij wilde eveneens binnen de boel controleren en dat had het eerste mannetje al gedaan. Een maand of wat geleden deed de telefoon het niet maar werkte na een paar uur vanzelf weer. Gisterenmiddag deed de telefoon het niet, ’s avonds weer wel. Misschien heb ik een deeltijdabonnement.
16-09-06. Van de week ontving ik gelijktijdig met het afgewezen manuscript een boete. Niet omdat het manuscript onder de maat was maar omdat ik nabij Winsum te hard gereden had. Op de snelweg had ik een vaart van 77 km gehad, waar 70 was toegestaan. Ik was aan het afremmen maar niet abrupt genoeg en in een flits zag ik in de achteruitkijkspiegel dat ik geflitst werd. Dat kostte 32 euro. Dat kostte het de laatste tijd ook een paar keer op de Wippolderlaan, die ik neem als ik Den Haag verlaat. Een weg waarop je aanvankelijk 80 mag rijden maar in de buurt van de snelweg weer 50. Daar houdt niemand zich aan maar ik beheers me sinds de twee bekeuringen voor 58 km rijden angstvallig. En dat is levensgevaarlijk, iedereen haalt je in, ook woedende vrachtwagenchauffeurs.
17-09-06. BBC 2 stond gisteren gedeeltelijk in het teken van de geniale, wispelturige Peter Sellers. Er werden twee films van hem (The Battle of the Sexes, het briljante Being There) en een biopic over hem vertoond. Elvis was een groot liefhebber van Sellers, niet alleen van zijn Pink Pantherfilms, ook van bijvoorbeeld Dr. Strangelove. Zoals in alles was Elvis daar obsessief in. Dr. Strangelove zag hij als hij het op zijn heupen had meerdere keren achter elkaar. In het recente Me and a Guy named Elvis (van Jerry Schilling) staat een geweldige anekdote. Na zijn bizarre bezoek aan Richard Nixon (waar Schilling bij was) kreeg Elvis een rondleiding door het Witte Huis. Bud Kroch van de White House Staff wees op de deur waar Stituation Room op stond. ‘No fighting in the War Room!’ citeerde Elvis ad rem.
18-09-06. Wanneer je als burger onwelvoeglijke dingen tegen een wetsvertegenwoordiger zegt (of erger nog: naar hem of haar roept) dan krijg je een bekeuring en is er geen weg terug. Ben je politicus en doe je een domme uitspraak en word je daarvoor op het matje geroepen dan hoef je alleen maar te zeggen dat je het zo niet bedoeld had (nadat je eerst glashard ontkend hebt dat je de betreffende uitspraak gedaan hebt of erop gewezen hebt dat het betreffende citaat uit zijn verband gehaald was, wat overigens nou precies het kenmerk van een citaat is). Ben je de leider van een wereldgodsdienst en citeer je een onaardige uitspraak over een andere wereldgodsdienst (uit de tijd dat je eigen wereldgodsdienst ook geen gezelligheidsvereniging was) dan kun je volstaan met te zeggen dat je een dialoog wilde beginnen.
19-09-06. Op de derde dinsdag van september heb ik te doen met mannelijke leden der Staten-Generaal. Prinsjesdag is een dag van optutting, als volksvertegenwoordiger loop je er zo onvolks mogelijk bij. Mannen zijn daarin beperkt: ze doffen zich op maar ogen als een kruising tussen een ober en een uitvaartleider. Nee, dan de vrouwen – die gaan voluit. Het is usance een hoed over het hoofd te trekken en gewoon een kek hoedje is uit den boze. De hoofdbedekking varieert van schemerlamp tot hondenmand, hoe gekker hoe beter. Wie over een omvangrijk postuur beschikt bedekt dat met een opzichtig gordijn. O ja: de leden van het Koninklijk Huis. Met name de Kroonprins oogt koddig, met zijn vervaarlijke sabel, waarvan ik betwijfel of hij het vaak hanteert. Zou leuk zijn als hij er een keer mee in de aanval ging.
20-09-06. Over iets meer dan twaalf weken gaan we op Radio West weer twee uur Hot Talk vullen. Ruimschoots de tijd dus om het draaiboek/script in elkaar te zetten, maar je houdt ideeën die zich aandienen niet tegen en daarom ga ik eerdaags de bedachte sketches vast op de harde schijf zetten. Ik weet niet hoe zoiets bij derden gaat maar zelf noteer ik zelden invallen. Ze dienen zich aan en blijven gewoon in mijn hoofd zitten. Jaren geleden sprak ik op het werk de massa wel feestredend toe, als er een collega met pensioen gestuurd werd. Dat waren cabareteske voordrachten waarvan men ten behoeve van het personeelsblad een afschrift wilde hebben. Ik had echter geen woord opgeschreven want dan moest het eerst van je hoofd naar het papier en dan je hoofd weer in. Veel te omslachtig.
21-09-06. De bureaucratie neemt altijd alleen maar toe, hoezeer iedereen ook een afkeer ervan heeft. Gisteren begaf ik mij met ingehouden woede naar het postkantoor om mijn burgerplicht te doen. Omdat het nu eenmaal ‘niet anders kon’ moest de Postbank beschikken over een scan van mijn legitimatiebewijs plus een van mijn ter plekke afgestane handtekening. Het was druk op het postkantoor omdat heel Loosduinen zo’n malle oproep in de bus gekregen had. Nadat ik een nummertje getrokken had kon ik een ommetje gaan maken. Bij terugkomst was ik bijna aan de beurt. Ik zette inwendig grommend mijn handtekening, het rijbewijs werd tweemaal gescand (de eerste keer deed het apparaat het niet). ‘Anders nog iets?’ vroeg de baliedame. Ik vroeg of ik een bewijs kon krijgen van het afstaan van mijn gegevens maar dat kon niet. Bureaucratie is eenrichtingsverkeer.
22-09-06. Gisteren het manuscript van Sabbatical weer eens zorgvuldig doorgenomen. Ik had dat op 11 augustus voor het laatst gedaan en bracht toen meer dan 90 verbeteringen aan. Ditmaal waren het er na 4,5 uur turen een stuk of 215. Ik kwam zowaar twee ernstige typefouten tegen: ‘koffierkamer’ en ‘restand’ – voor de rest was het een kwestie van het schrappen van overbodige woorden en het toevoegen van ontbrekende. Soms schiet je een bijvoeglijk naamwoord te binnen dat treffender is, kan die komma eigenlijk wel weg. Ik ontdekte via de zoekfunctie dat er in het bestand van 38.000 woorden een keer of vier ‘Geen denken aan’ stond. In twee gevallen varianten bedacht. Het voordeel van na een week of vijf weer naar de tekst kijken: je staat er fris tegenover. Het manuscript beviel me. Gauw naar een uitgever ermee.
23-09-06. Sabbatical was nu eindelijk af en ik vond dat ik wel een leesdag verdiend had. De afgelopen drie weken had ik elf boeken van P.G. Wodehouse gelezen. Het werd iets zwaardere kost: Verloren illusies (Balzac). Ik was er een paar uur in bezig maar het manuscript wilde me niet loslaten: ik zette de pc aan en ging de gisteren aangebrachte verbeteringen controleren. En jawel hoor, in sommige gevallen was ik daar slordig in geweest en was de verbetering onzorgvuldig aangebracht. Ik maakte korte metten met de foutjes, de avond stond in het teken van Verloren illusies. Ik las t/m pagina 201. De dichter Lucien kampt daar met geslonken financiële middelen. Hij wilde ‘het niet op het moment laten aankomen waarop hij nog maar een paar frank over zou hebben: hij besloot op een uitgever af te stappen.’
24-09-06. Voor de tweede keer deze maand kreeg ik een enquêteformulier in de bus, ditmaal gericht aan een zekere ‘M. de Jongde’. Afzender was Milieudefensie. De envelop was lang onderweg geweest, de toelichting was gedagtekend 14 september. Ze willen altijd maar alles van je weten. Wat nu weer? Of ik oud-papier naar de papierbak breng. Ja, daar gaat het enquêteformulier ter bescherming van het milieu straks naartoe. Heb ik ja of nee een nee-nee of een nee-ja sticker ter bestrijding van reclame op de brievenbus zitten. Nee, ik heb daarvoor een plastic nee-nee en nee-ja plaatje dat ik kan aanbrengen maar niet aangebracht heb. Bij vraag drie gaf ik het op want ik let bij het kopen van hout niet ja (bijna) altijd, niet soms en niet nee (bijna) nooit op het FSC-keurmerk want ik koop nooit hout.
25-09-06. Ik ga dan nog een eindje hollen of een dvd of boek kopen, de wereld van de poezen blijft beperkt tot het binnengebeuren op de boven- en benedenverdieping. Ze bestrijden de sleur van dien door hun ligplek regelmatig te verplaatsen. Zo heb ik een ladenblok naast mijn bureau staan waar poes Gregor soms in wil. Ze gaat ervoor zitten en als ik doorheb wat haar bedoeling is trek ik de onderste la open en kruipt ze erin en blijft daar uren ronken. Haar recentste ligplek is boven: ze gaat languit op de tv liggen die aan mijn voeteneind staat. Ze valt in slaap en vergeet waar ze is. Gisteren draaide ze zich in haar slaap om en kieperde ruggelings van de tv op bed, maakte nog een wenteling en belandde heelhuids op haar pootjes op de grond.
26-09-06. Onlangs vloog iemand in de gordijnen omdat in haar door mij geredigeerde tekst ‘totstandkomen’ stond. Het is altijd leuk om op zulk gebries kalm te reageren en de persoon fijntjes op zijn of haar ongelijk te wijzen. Voordat ik daartoe stappen ondernam keek ik in het nieuwe Groene Boekje. En verdomd, ze had gelijk: ‘totstandkomen’ staat er niet in. Haar gelijk had ze twee maanden geleden niet kunnen halen want in de toen geldige editie van het Groene Boekje was ‘totstandkomen’ de voorgeschreven schrijfwijze. Hoe moet je weten dat ‘totstandkomen’ vervallen is? Wie controleert of hij alles nog wel correct spelt? Dergelijke veranderingen ondermijnen het uniforme spellen. Het gaat straks weer als in de achttiende eeuw, toen de burger op goed geluk spelde. (Het kan ook nog zijn dat ‘totstandkomen’ abusievelijk in het nieuwe Groene Boekje ontbreekt.)
27-09-06. De teerling is geworpen, Sabbatical is opnieuw naar een uitgever gestuurd. Voordat ik de teerling wierp de jongste gecorrigeerde versie geprint en de eerste pagina’s doorgenomen want als daar smetten voorkomen zal er van de kant van degene die het onder ogen krijgt geen sprake zijn van liefde op het eerste gezicht. En verdomd, ik had er een slordigheid in laten zitten: er stond niet equivalent maar quivalent. Tegenwoordig wordt dat woord niet meer gebruikt maar je zal altijd zien dat iemand quivalent ziet staan en weet dat het equivalent moet zijn en dan heb je een modderfiguur geslagen. Ik maakte gauw van quivalent equivalent. Er stond ook nog achtereenvolgens punt haakje punt waar punt haakje had moeten staan maar als dat opvalt moet er wel heel secuur gelezen worden. Het zou mooi zijn als dat gebeurde.
28-09-06. De legendarische Oxford University Press publiceert de reeks Oxford World’s Classics, die naar ze zelf zeggen bekendstaat om de ‘reliability in texts’. Dat is niet helemaal waar: op pagina 48 van Cousin Bette (Honoré de Balzac) staat niet ‘masterpiece’ maar ‘masterpeice’. Toen ik het betreffende hoofdstuk uit had stapte ik over op schijfje 5 van het eerste seizoen Gilmore Girls, een recente ontdekking verworven op het Prijzencircus van V&D. (Het is haast niet bij te benen: vandaag beginnen Bijenkorfs Drie Dwaze Dagen en het zijn bovendien Albert Heijns Hamster Weken.) Van Balzac naar Gilmore Girls lijkt een vreemde stap maar in de aflevering die ik opzette hadden Rory en Dean het over Anna Karenina. En vervolgens is het maar een kleine stap naar de gedenkwaardige gebeurtenis van morgen: dan verschijnt de nieuwe vertaling van Oorlog en vrede.
29-09-06. Ik kan even geen koffie zetten omdat poes Gregor uit de kraan drinkt. Dieren leren snel. Nadat Gregor een paar keer eraf gevallen was besloot ze niet langer boven op de tv te slapen. Ze was niet op de hoogte van de functie en de werking van een kraan en daarom toonde ik haar die gisteren. Na een korte aarzeling bracht ze haar kop nabij de waterstraal en begon toen te drinken en ging daar minutenlang mee door. De tv had voor haar als bed afgedaan, ze koos voor de belendende dvd-speler. Die was aan de kleine kant, als ze sliep hing haar kop over de rand. Ik zag het gebeuren: in haar slaap draaide ze zich om en kukelde op de grond. Toen ik vanmorgen beneden kwam zat ze bij de kraan op water te wachten.
30-09-06. Afgelopen donderdag de fameuze Oxford University Press per mail geattendeerd op de fout die ik in hun uitgave Cousin Bette had aangetroffen – daar was ik te snel mee, want ik was toen pas tot pagina 48 gevorderd. Gisteravond had ik alle 462 pagina’s gelezen en gaandeweg nog een zwik fouten aangestreept. Ontbrekende aanhalingstekens. Een zin die niet met een hoofdletter begon. ‘Mademoislle’. Ze doen daar geloof ik maar wat, bij Oxford University Press. Enfin. Halverwege Cousin Bette overgestapt op Sabbatical – het manuscript, waarvan de uitgever de ontvangst inmiddels bevestigd heeft, nog een keer helemaal doorgenomen en daarbij 31 correcties en kleine verbeteringen aangebracht. Jawel, correcties: ik had ‘Milissa’ geschreven in plaats van ‘Melissa’ en zelfs een keer ‘word’ toen het ‘woord’ moest zijn. Ga me schamen maar eerst op naar De Bijenkorf voor de laatste Dwaze Dag.
01-10-06. Als inconsequenties ver uiteen liggen vallen ze minder op. In De ontdekking van de hemel schrijft Mulisch op pagina 129 en 137 ‘loupe’ en op pagina 566 ‘loep’. In de fraaie Athenaeum-Balzac-uitgave Neef Pons (vertaald door Theo Kars) staat op pagina 24: ‘Zowel Pons als Schmucke waren (…)’, op pagina 25: ‘Zowel Schmucke (…) als Pons (…) kwam (…).’ (Verder valt het mee: op pagina 120 ontbreekt een aanhalingsteken, op pagina 159 geen ‘privé’ maar ‘prive’ en op pagina 221 een spatie voor een puntkomma.) In Sabbatical laat ik Lily ‘wow’ zeggen. Of moest het ‘wauw’ zijn? De woordenboeken erkennen beide schrijfwijzen. Ontmoedigd ging ik maar naar een paar afleveringen van de geweldige serie Gilmore Girls kijken. Verschillende malen werd er ‘wow’ (‘wauw’) gezegd. De ene keer werd het als ‘wow’ ondertiteld, de andere keer als ‘wauw’.
02-10-06. Het begon als een zelden vertoonde oktoberzomer. Zaterdag was op het balkon zitten puffen van de hitte, gisteren, een dag en een maand later, kon ik nog steeds in een T-shirt over straat. Ondanks de voortreffelijke barometrische omstandigheden zat er sneeuw in mijn hoofd en dat vanwege Winter Wonderland, gezongen door Macy Gray. En Rudolph the Red-Nosed Reindeer Mambo van Billy May en Steam Heat van de Pointer Sisters. Het duurt nog 74 dagen tot we weer twee uur op Radio West onze gang mogen gaan maar het leek me verstandig de ideeën voor het programma alvast uit te werken. Drie sketches zijn in ruwe vorm op de harde schijf gezet, de uitgekozen muziek is over beide uren verdeeld en ook de volgorde van de sketches staat enigszins vast. De rest is een kwestie van inkleuren. Makkie.
03-10-06. Bestaat er ook najaarsmoeheid? En heb ik dat? Of ging ik zondag te laat slapen? En stond maandag te vroeg op? En sliep dus te kort? En had het weer gisteren een tijdelijke inzinking of moeten we eraan wennen dat het herfst is? Had ik er rekening mee moeten houden dat het zou gaan regenen? En dat het niet een paar spatjes werden maar een heuse wolkbreuk? En deed ik er wel wijs aan rode schoenen aan te trekken die ik vooraf niet ingespoten had met een vuil- en vochtwerend middel? En wordt het vandaag opnieuw zo’n soms kletsnatte dag? Als ik net als gisteren na het werk gedurig loop te gapen is dat dan een teken dat er inderdaad sprake is van najaarsmoeheid? Of ben ik gewoon weer te laat gaan slapen en te vroeg opgestaan?
04-10-06. Vandaag dierendag, gisteren boekendag. De boekhandel waar ik had gereserveerd had eindelijk de nieuwe vertaling van Oorlog en vrede binnen. Die 1606 pagina’s heb je niet in een middag uit, toch liep ik vastberaden door naar de Amerikaanse boekhandel. Daar geen Prijzencircus, Dwaze Dagen of Hamster Weken, wel wegens jubilerende uitgeverij Penguin drie halen, twee betalen. Het eerste boek was snel gevonden: The Portable Dorothy Parker. Over Fairy Tales van Andersen hoefde ik ook niet lang na te denken. Bij het graaien stuitte ik op het goedkoopste en dus gratis boek: Don’t look now and other Stories van Daphne Du Maurier. Soms word je verleid door een titel, zoals onlangs A short History of Tractors in Ukrainian van Marina Lewycka. Gisteren was het Special Topics in Calamity Physics van Marisha Pessl. Kom maar op met die regen!
05-10-06. Dierendag is afzien. Ik geloof dat ik in drie uur tijd een keer of zes op het aanrecht geklommen ben. Poes Gregor had sinds de vorige middag een keukenkastje tot ligplaats gemaakt. Mogelijk omdat ze zich niet lekker voelde. Ze had in de vroege ochtend gespuugd en in de iets minder vroege ochtend nog een keer. Geen haarballen, wel kleurloos vocht. ’s Middags ging het wat beter met mevrouw. Ze daalde af van haar troon en kwam als vanouds af en toen boven buurten, toen ik daar Het boek der herinneringen aan het lezen was. Tegen de avond viel haar keuze op de rugleuning van een fauteuil, waar ze op lag alsof ze motor reed. Poes Duimpie was in topconditie en sprong terwijl ik lag te lezen soms over me heen (niet speciaal omdat het dierendag was).
06-10-06. Jackie Cane – Mad about you – Sometimes – Eden: het was een feest om gisteravond in het Paard vooraan te staan bij Hooverphonic. Ze deden een clubtour om de cd No more sweet Music onder de aandacht te brengen. Gitaar, bas, drums, keyboards, elektrische viool plus zang van Geike. Haar stem verbluft live evenzeer als op de plaat en daar kwamen dan nog bij een lichtgroen jurkje, netkousen en laarzen (aan de rechterlaars had ze de microfoonzender gehangen). Achter me stonden mensen die het verdienden afgevoerd en/of gemolesteerd te worden: zij waren onafgebroken luidruchtig in gesprek en aan het lachen om niets en niet voor de muziek gekomen. De rest was aandachtig enthousiast, de bandleden leken beduusd dat ze driemaal voor een toegift werden teruggefloten. Uit vrolijkheid speelde Alex Callier het intro van Little green Bag op zijn bas.
07-10-06. Gisteren alle twaalf afleveringen van het eerste seizoen Rome gezien: een luxueuzere productie dan I Claudius, minder buitenissig dan Caligula. Ik moest er in het begin aan wennen: de acteurs waren niet van Claudiusklasse (Derek Jacobi, John Hurt, Brian Blessed) maar na een tijdje sleepten de gebeurtenissen me mee. Her rijke Romeinse leven is vaak in beeld gebracht: Cleopatra, Spartacus, Quo Vadis, Ben-Hur, Gladiator, The Ten Commandments, Asterix. Welke periode van de geschiedenis er ook aan bod komt, de kleding is altijd wel zo’n beetje hetzelfde: toga’s, uniformen, sandalen. Bij Rome is er veel moeite gedaan om het er authentiek uit te laten zien, het heeft wat gekost. Maar je kan nog zo je best doen om dat voor elkaar te krijgen: het viel me op dat een actrice wel erg witte tanden had. Bestonden die toen?
08-10-06. En je blijft maar bezig. Vorige week vrijdag had ik het manuscript van Sabbatical zorgvuldig doorgenomen en 31 verbeteringen aangebracht. Gisteren gecontroleerd of ik de verbeteringen vlekkeloos had aangebracht (ik had één correctie niet uitgevoerd) en besloten de print nog een keer te lezen – na een week sta je er weer min of meer fris tegenover. Er van tien voor elf tot drie uur op zitten turen en hier en daar nieuwe verbeteringen aangebracht. Dat hier en daar is een eufemisme, want toen ik het aantal hiers en daars telde bleek het te gaan om 161 aanvullingen, schrappingen en het ongedaan maken van blundertjes. Een uur nadat ik het nakijken beëindigd had bedacht ik dat Zoltan, de hond van Dracula ergens genoemd moest worden. En dat werd verbetering 162. Ik ga ze straks in het bestand verwerken.
09-10-06. Toen ik in het Rosa Spier Huis bij Marten Toonder op visite was bracht ik Kafka ter sprake. Kort tevoren had Toonder in een interviewtje verklaard dat hij diens werk aan het lezen was. Opmerkelijk, zei ik, dat Kafka de drie romans die hij geschreven had (Het proces, Het slot, Amerika) geen van alle voltooid had (zijn verloving mondde niet uit in een huwelijk, de Brief aan zijn vader durfde hij niet aan de geadresseerde te geven). Die boeken waren niet af. ‘Maar wanneer is een boek af?’ zei Toonder. Daar moet ik aan denken als ik het manuscript van Sabbatical doorneem. Het verhaal is op zichzelf af (begin, middenstuk en slot zijn zoals ik ze hebben wil), ik blijf verbeteren. Twaalf dagen geleden stuurde ik het naar een uitgever, sindsdien bracht ik zo’n 200 verbeteringen aan.
10-10-06. Raar, soms lukt het niet in een boek op gang te komen. Ik ben (met een tussenpoos van zo’n twintig jaar) twee keer in On the Road begonnen, beide keren kwam ik niet bepaald ver. Van de zomer werd ik door iemand geattendeerd op Het boek der herinneringen, van Péter Nádas. Van de 839 pagina’s die het boek telt las ik er een stuk of twintig. Dat zat me niet lekker: vorige week probeerde ik het nog een keer en schoot er toen in een ochtend, een middag, een avond en nog een ochtend doorheen. Kennelijk was de tijd er rijp voor. Ik kwam onderweg twee fouten tegen: op pagina 144 ‘ik duidt’, op pagina 197 ‘plaatst’ in plaats van ‘plaats’. Ik verbeterde de fouten – eigenlijk mag dat in niet een bibliotheekboek, maar wie zal het merken?
11-10-06. Misschien is het tijd voor een trend. Gisteren leverde ik Het boek der herinneringen bij de bibliotheek in. Er gingen geen sirenes af, ze hadden niet in de gaten dat ik met een rode fineliner twee fouten in het boek aangestreept en verbeterd had. Burgerlijke ongehoorzaamheid is ingeburgerd, dat zou ook moeten gelden voor bibliotheeklijke ongehoorzaamheid. Stap 1: je leent een boek. Stap 2: je begint te lezen. Stap 3: je stuit op een fout. Stap 4: je verbetert de fout. Stap 5: je leest verder en herhaalt zo nodig stappen 3 en 4. Stap 6: je retourneert het boek. De volgende lener handelt identiek en vindt mogelijk over het hoofd geziene fouten. Zo ontstaat een volledig verbeterd boek, dat ter herdruk terug kan naar de uitgever, die voortaan beter zijn best zal doen op zijn uitgaven.
12-10-06. Niet alleen Magere Hein weet je op den duur te vinden, ook Uitvaartvereniging De Volharding – die liet De Zandloper bij me bezorgen: een ‘informatiebulletin over afscheid nemen & verder leven’. (Lijken me onverenigbare zaken.) Er staat een column in van de omvangrijke Haagse wethouder Rabin S. Baldewsingh, die van Burgerschap, Deconcentratie, Leefbaarheid en Media is en kennelijk ook de dood in zijn portefeuille heeft. Familierouwhuis Zoetermeer houdt open dag, bij de aanbevolen boeken Het satijnen hart van Campert. Het gaat over ‘een schilder die soms in verwarring is, maar haarscherp kan nadenken’. Waarschijnlijk hopen ze op Campert als klant. Nee, dan het kaartje van Yarden dat ik op dezelfde dag in de bus kreeg: ‘ruim 90 jaar ervaring in het regelen van de unieke uitvaart’. (Ik wil alleen maar dat er een planetoïde naar me vernoemd wordt.)
13-10-06. Het is vrijdag de dertiende en bovendien is er een offensief gaande om me op mijn sterfelijkheid te wijzen. Eerst vrolijke folders van De Volharding en Yarden, een dag later lag er reclame voor de NIVO-polis in de bus. Er stond nog ‘Een gerust gevoel’ boven ook. Die van NIVO zijn de minsten niet: in kleine letters schrijven ze trots: ‘De maatschappij beschikt over een vergunning van De Nederlandsche Bank, toezichthouder’. Er komt waarschijnlijk iemand van bank controleren of de kuil diep genoeg is en de aarde na het zakken van de kist afdoende aangestampt. Door de in de folder genoemde Haagse begrafenisondernemer worden er sinds 1885 uitvaarten verzorgd. Ik bezocht vroeger hun rouwkamer als een familielid het niet meer deed. (Sympathiek dat de opgebaarde een paar dagen de kans kreeg om weer tot leven te komen.)
14-10-06. Vrijdag de dertiende verliep brokkenloos – ik heb dan ook nauwelijks het pand verlaten. ’s Morgens een eindje gaan hollen, ’s middags de kat van mijn reizende zus te eten gegeven. (Bij haar lag reclame voor de NIVO-polis in de brievenbox, die van De Volharding en Yarden zijn mogelijk vertraagd.) Als ik in een melige bui geweest was had ik een ‘speciale beurs’ kunnen bezoeken. Op het wervende kaartje dat ik in de bus kreeg stond: ‘Er is een oplossing voor u! Het hangt alleen van u af! Dit is uw kans!’ Er werd me 100% resultaat in het vooruitzicht gesteld op het gebied van onder meer ziektes, nachtmerries, eenzaamheid, pech, slapeloosheid (dat lijkt me juist prettig als je last hebt van nachtmerries) en het zonderling gespelde ‘ha/hoor/llucinatie’. Gelukkig heb ik vooral van het laatste haast geen last.
15-10-06. Ik geloof dat ik een onverbeterlijke verbeteraar ben. Gisteren van 16.45 tot 21.10 uur over het manuscript gebogen gezeten en zo’n 150 verbeteringen aangebracht (voornamelijk stilistische, tevens een enkele slordigheid ongedaan gemaakt) – een week geleden waren het er ook al zo’n 160. Om van deze inspannende bezigheid af te kicken naar een paar afleveringen van Gilmore Girls gekeken. In de eerste vertelde Rory dat ze P.G. Wodehouse las en zong ze samen met Lorelai het Pippi Langkouslied, in de tweede was er een gastrolletje van Norman Mailer. En toch dwaalden mijn gedachten af naar Sabbatical, dus ik daalde af naar de parterre en keerde terug met het manuscript om een nagekomen inval te noteren. (Probeer maar een los te komen van iets wat je bezighoudt.) Ik waagde een nieuwe afkickpoging met de Benny Hill-biografie van Mark Lewisohn.
16-10-06. De ene keer ben je er met je gedachten niet bij, de andere keer zijn je gedachten gewoon helemaal nergens. Vanmorgen was het wat dat laatste betreft raak. Computer aangezet om avond tevoren alvast geschreven tekst naar deze plek te transporteren – en een halfuur later kom ik op mijn werkplek en is er geen enkele tekst naar deze plek getransporteerd. De tekst van vandaag moet maar tot morgen wachten, dit is een interim-tekst. Waar zullen we het eens over hebben? Bij de serie Gilmore Girls stond in de ondertiteling zo vaak ‘wauw’ dat ik besloot die schrijfwijze in het manuscript over te nemen, ter vervanging van ‘wow’. Zo besloten, zo gedaan. En ja hoor, in een aflevering die ik daarna zag stond er weer ‘wow’ in de ondertiteling. Misschien is de tijd rijp voor een spellingwijziging: ‘wouw’.
17-10-06. Zondag een paar uur bezig geweest met het in het bestand verwerken van de zaterdag in de print aangebrachte verbeteringen. Op de print stond ook de nagekomen inval maar ik besloot die niet te gebruiken. Het betreft een passage aan het eind van een boek, waarin de succesvolle auteur Mark Tonneur geïnterviewd wordt. Hij ontraadt (in de niet-gebruikte nagekomen inval) jonge schrijvers inspiratie op te doen bij schrijvers van nu. Want van voorgangers leer je meer: op school krijg je les van de docent en niet van je klasgenoten. De toevoeging paste net niet in de passage waar ik ’m voor bedoeld had, dus weg ermee. (Misschien ook kom ik erop terug.) Er was nog een toevoeging die ik bij nader inzien besloot niet op te nemen. En zo blijven we kappen en zagen, hakken en schaven.
18-10-06. Ik heb de eerste vijf seizoenen (meer dan honderd afleveringen) Gilmore Girls nu gezien en dat betekent dat ik niet meer om de haverklap in de onzekerheid gestort wordt met betrekking tot de spelling van wow/wauw. De laatste keer dat ik het manuscript onder handen nam veranderde ik de uitroep ‘wow!’ in ‘wauw!’ omdat die schrijfwijze regelmatig in de ondertiteling van een Gilmore Girlsaflevering te zien was. Tot zover niets aan de hand. Maar na het aanbrengen van de verbetering (als het tenminste een verbetering was) zag ik een paar afleveringen waarin de ondertitelaar onverklaarbaar voor ‘wow’ gekozen had. Moest ik nu van ‘wauw’ ‘wow’ maken? Om het nog erger te maken volgde er een aflevering waarin ‘wauw’ weer eens de voorkeur genoot. Zal ik een muntje opwerpen? Kop is wow, munt is wauw. (Of andersom natuurlijk.)
19-10-06. Het zal je maar gebeuren – kortom: het gebeurde me. Als de wekker zal aflopen word ik altijd wakker voordat het zover is. De wekker loopt als hij zal aflopen om tien over zes af maar dan ben ik dus al wakker geworden en de binnentrap afgedaald – ook als ik nauwelijks uitgeslapen ben. Dat gaat meestal goed maar ging gisteren fout. Ik werd wakker voordat de wekker afliep en daalde uitgeslapen de binnentrap af. Toen ik de mok koffie op mijn bureau had gezet en de pc aan het opwarmen was en ik op de klok keek was het niet kwart over zes maar kwart over vijf. Het werd vervolgens een tamelijk duffe dag (overigens niet vanwege dat voortijdige opstaan) en om ’m niet helemaal af te schrijven ’s avonds het Sabbaticalmanuscript helemaal gelezen en 28 verbeteringen aangebracht.
20-10-06. De Crumbvrouw bestaat! Ze zat gisteren bij de bloedbank in de wachtruimte: lang, wild haar, rond gezicht, gevulde vormen, kolossaal – kortom: zoals Robert Crumb het graag tekent. Ik las in de National Geographic een artikel over nano-onderzoek tot ik aan de beurt was voor het vooronderzoek. Er werd bloed geprikt: mijn hb-gehalte was 7,6. Nog een keer: 7,8. Voor de zekerheid een buisje bloed: 7,6 – te laag voor een donatie. De dame in de witte jas (geen idee eigenlijk wat haar functie was) ging aan de dokter vragen of die me wilde zien vanwege de 7,6. De dokter wilde me niet zien (had het geen zin meer?). Toen ik thuiskwam trof ik in de brievenbox een kaartje aan van uitvaartverzekeraar DELA. Daar bieden ze ‘deskundige begeleiding’. (Het is inderdaad belangrijk dat ze de kist niet laten vallen.)
21-10-06. Als ik dit schrijf is het interview op Literatuuraire 108 keer bekeken en zijn er 12 reacties geplaatst – dergelijke hartverwarming is prettig. Vannacht droomde ik dat ik ergens een prijs voor kreeg en dat was ook prettig. Als er in de echte en de bedachte wereld voorspoedige dingen gebeuren staan de sterren gunstig. Zo liet Caroline weten dat ze op haar 39ste voor de eerste keer moeder wordt. Ik schreef terug dat zoiets vaker voorkomt: in Sabbatical wordt Melissa op haar 38ste voor de eerste keer moeder. Caroline kreeg van Jan Wolkers het advies tijdens de zwangerschap veel fruit te eten: ‘Anders krijg je een mongooltje.’ Het is nu tien over acht, de dag begint op gang te komen. De drie katten (inclusief logeerkat Loekie) zijn ontwaakt, ik ga een eindje hollen en dan Marisha Pessl lezen.
22-10-06. Een boek wil ik als het kan in een dag gelezen hebben en omdat er diverse onderbrekingen waren hield ik Marisha Pessl na de inleiding voorlopig voor gelezen – een andere keer beter. Het onderbreken begon met een vlooienduo dat ik op de rug van Gregor aantrof (ze was de laatste tijd overdreven aan het krabben). Bij de dierenwinkel Frontline gekocht, drie vloeibare behandelingen voor drie maanden – maar omdat er drie katten in huis waren goed voor slechts één triobehandeling. Nadat ik korte tijd toezicht had gehouden op het verloop van een verhuizing voor de laatste keer de kat van mijn reizende zus te eten gaan geven. De middag was aardig op streek. Ik had het vierde seizoen Columbo helemaal gezien en boog me van 17.35 tot 23.20 uur over Sabbatical, waar ik zo’n 125 verbeteringen in aanbracht.
23-10-06. Den Haag is een bodemloze bouwput geworden. Binnenkort gaat er een hogesnelheidstram of zoiets rijden, ik moet het nog zien. Al maandenlang wordt her en der de straat opengebroken, dichtgegooid en weer opengebroken. Politieagenten moeten per jaar een bepaald aantal bekeuringen uitschrijven om bij hun superieuren in de smaak te vallen, het is alsof men bij de gemeente streeft naar een x-aantal gaten in de grond. Toen ik gisterochtend ging hollen passeerde ik een kuil die sinds de vorige keer dat ik er passeerde flink dieper geworden was. ’s Middags naderde ik voor het eerst na de renovatie de Zuid-Hollandlaan, waar de verkeerschaos een nieuw hoogtepunt bereikte omdat er ‘gewerkt’ werd. Via een sluiproute wist ik bijtijds thuis te raken. Volgend jaar wordt het gebied bij de Stille Veerkade onder handen genomen, dat wordt een gigantische kermis.
24-10-06. Hè? ‘He werd’? Verdomd, er stond ‘He werd’ en niet ‘Het werd’ – en dat terwijl ik de betreffende pagina vele keren bestudeerd had. Het viel me ineens op toen ik bezig was een hoofdstuk uit Sabbatical online te zetten. Dat was nog een gedoe: de passage gekopieerd en de regelafstand ervan teruggebracht van anderhalf naar een. (Hoe ging dat ook alweer? Ah, dat ging zo.) Omdat ik op een gegeven moment zag dat mijn maandverbruik boven de 100% dreigde uit te komen had ik al een tijd geen blogs geplaatst (afgezien van het blindelings erop gepletterde interview met Literatuuraire). Het was arbeidsintensief: het gekopieerde Wordbestand verscheen niet een-op-een in beeld: na elke harde return was een witregel ontstaan. Ik moest die witregels weghalen en met shift-enter alle harde returns overdoen. En van ‘He werd’ ‘Het werd’ maken.
25-10-06. Het was een leesfeest, Special Topics in Calamity Physics van Marisha Pessl. Amerikaanse schrijvers hebben de gewoonte om alles en iedereen te bedanken, alsof het om een Oscaruitreiking gaat. Zo ook Pessl. Achterin bedankt ze (afgezien van familie en echtgenoot) een Susan, een Carole, een Kate en Jon en een Carolyn – de laatste vanwege ‘meticulously dotting the i’s and crossing the t’s’. Toch plaatste ik op pagina 252 een vraagteken in de marge. Daar stond: ‘Last seen in the evening hours of November 8, 1982, as she was completing her shift at an Arby’s in Richmond, Virginia. She drove away in a blue 1988 Mazda 626, which was later found abandoned on the side of the road, in what was possibly a staged accident.’ Hoe kan iemand er in 1982 vandoor gaan in een auto uit 1988?
26-10-06. Van het weggevertje Dubbelspel zijn 150.000 exemplaren bijgedrukt, las ik op Teletekst. Daarmee is een oplage van 725.000 bereikt. Moet ik dat boek van Arion nu ook gaan lezen? Ik zou me een Telegraaflezer voelen. Leespromotie is prima maar lezen moet niet in volksvermaak ontaarden, parbleu zeg. Het was al niet prettig om het radiospotje voor Marisha Pessl te horen. Tienduizenden halen straks de Calamiteitenleer in huis – maar hoevelen zullen het uitlezen? Blue maakt in dat boek terzijde een opmerking over the (that?) Haze woman en ik dacht: aha, Lolita! Hoeveel Calamiteitenleerlezers merken zulke toespelingen op? Ik ben blij dat ik straks tot de elite behoor die de nieuwe vertaling van Oorlog en vrede gelezen heeft. Maar eerst de nieuwe John Grisham uitlezen en ook de nieuwe Stephen King, die Amazon gisteravond mijn kant op gestuurd heeft.
27-10-06. Post is niet altijd prettig. Gisteren werd de drukproef bezorgd van Boek-delen essays 1 (bevattende mijn bijdrage over Remco Campert) maar ook een afwijzing. Omdat de uitgever had laten weten dat beoordeling wel drie maanden kon gaan duren, besloot ik vorige week een hoofdstuk naar een andere uitgever te sturen. En die had niet veel tijd nodig om er niets in te zien. Van zo’n tijding ben ik een paar minuten uit mijn doen, maar ’s middags gewoon het manuscript nog eens gaan lezen en daarbij 96 verbeteringen aangebracht. Daarna zorgde de post weer voor afleiding: een ridicuul reclamespotje waarin de naamsverandering onder de aandacht werd gebracht. TPG Post is TNT Post geworden: Tie En Tie Post. Waarom niet gewoon Tee En Tee? Als het Tie En Tie is moet het ook Poost zijn en niet Post.
28-10-06. Als de onderhavige poging geen succes heeft – en die kans bestaat nu eenmaal – moet er een alternatief gezocht worden. En daarom gisteren via het internet op bezoek geweest bij een aantal uitgeverijen, om te zien hoe zij tegenover het inzenden van manuscripten staan. Alle juichen dat toe, met een aantal mitsen en maren. Je moet geen diskette in een envelop stoppen, geen bestanden mailen. (Het Vlaamse ‘tijdschrift met neus’ De Brakke Hond ontvangt daarentegen bij voorkeur via de mail.) Een gedetailleerd marketingplan hoeft niet ingediend te worden. Van een ontvangstbevestiging kan in sommige gevallen geen sprake zijn. Het beoordelen kan een halfjaar duren. Een manuscript krijg je alleen terug als je retourporto bijsluit. Voor een uitvoerige toelichting van de afwijzing is onvoldoende menskracht in huis. Over de ontvangst en/of afwijzing van een manuscript kan niet gecorrespondeerd worden.
29-10-06. Het bolle hoofd en de door het lachen tevoorschijn gekomen boventanden zijn van de commercieel directeur. Blijkens de foto en de jubelende foldertekst die om de foto heen geleid wordt kan zij er niet over uit dat TPG hieperdepiep veranderd is in TNT. Dat mensen die daar werken van zo’n naamsverandering in een orgasme schieten moeten ze zelf weten. Maar hoe komen ze erbij dat het de consument wat interesseert? Citaat: ‘We blijven ons als vanouds inspannen voor onze klanten.’ Daarbij denk ik aan de verkeerd bezorgde post van vorige week: goede huisnummer, verkeerde straat. Eerder dit jaar: drie enveloppen in de bus, twee verkeerd bezorgd. En dan heb je ook nog dat je een poststuk terugkrijgt als je een postcodecijfer of -letter verkeerd hebt genoteerd. (Wilt u verzekerd zijn van bezorging? Vul dan geen postcode in!)
30-10-06. Wintertijd is topsport, zeker de eerste dag. Een dag van 25 uur! Ik stond om negen uur op en moest de klok naar acht uur terugzetten. Na het hardlopen kon er nog een paar uur gewerkt worden: ik had om een uur afgesproken (wat in werkelijkheid twee uur was). We reden naar Clingendael en liepen daar een uur door het allerminst winterse park. Wat was ik moe toen ik thuiskwam. Er was werk aan de winkel maar daar kon op deze dag waar geen einde aan leek te komen geen sprake van zijn. Aan het begin van de avond wilde ik al naar bed maar ook dat was uit den boze. Toen de biologische klok aangaf dat het slapen geblazen was mocht dat van de tijdklok nog niet. Wintertijd? Ik voel geloof ik meer voor een winterslaap.
31-10-06. De aanpassing aan de wintertijd verliep boven verwachting – voor wat mezelf betreft althans. De katten, waaronder de logerende Loekie, hadden geen benul van de klokverzetting en kwamen dus een uur eerder om eten zeuren. Daar kwam nog bij dat een van de permanente voordeurdelers tegenwoordig een ligplek op de combiketel in de gangkast claimt. Via opgestapelde kartonnen dozen waar ik boeken in opgeslagen heb weet poes Gregor de top van de combiketel te bereiken en dat gaat sprongsgewijs en gepaard met tweemaal dof geplof op een kartonnen doos gevolgd door eenmaal galmend neerkomen op het metaal van de combiketel. En dat midden in de nacht. (En bij de gang naar kattenbak en/of voedsel- en/of drinkbak alles ook nog eens in omgekeerde volgorde.) Deze laatste oktoberdag is het wat schrijverij betreft stilte voor de storm: morgen het novemberoffensief.
01-11-06. Eindelijk herfst. De wind is storm, de bladeren klampen zich vruchteloos aan de bomen vast. Zo hoort het als het november is. Afgelopen maandag nog in een T-shirt over straat gegaan, dat is hopelijk tot medio april niet meer aan de orde. Het begin van een nieuwe maand en daarom een goed moment voor een offensief. Ik wacht op uitsluitsel van een uitgeverij en dat kan ik waarschijnlijk nog wel even blijven doen want ze nemen ongeveer drie maanden de tijd voor het beoordelen en daarvan is er pas een verstreken. Ik dacht: weet je wat, ik stuur het manuscript naar vijf uitgeverijen tegelijk. Het zou kunnen dat ze het niet alle vijf retourneren en dat er een of twee voorzichtig interesse tonen. Hebben er twee belangstelling dan moet er een resoluut afgewezen worden. Lijkt me geweldig.
02-11-06. Vier vrije dagen voor de boeg en dus is de vraag aan de orde: wat zullen we eens gaan doen? Ik kan de nieuwe Stephen King gaan lezen, Lisey’s Story (562 pagina’s), De The Da Vinci Code-dvd gaan zien (167 minuten), aan de slag gaan met het draaiboek/script van de aanstaande Hot Talkuitzending, een begin maken met het op orde brengen van mijn archief. In de gangkast waar poes Gregor op de combiketel slaapt staan veertien archiefdozen met daarin de manuscripten uit de jaren 1978-1998. Tot dan toe is alles gearchiveerd. Op een lager gelegen plank bevinden zich de elf geprinte versies van Sabbatical alsook de twee schrijfblokken met de eerste handschriftversie en een aantekeningenboekje. Het zal een gigantische onderneming worden ook de jaren 1999-2006 in archiefdozen onder te brengen. Eerst maar eens een eind gaan hardlopen.
03-11-06. Alles gedaan wat ik van plan was, en ook nog gesjouwd met tweemaal twintig kilo kattenbaksteentjes. Het hollen viel de eerste meters tegen: ik had het vier dagen eerder voor het laatst gedaan en toen was het aangenaam weer geweest. Gisteren was het ook aangenaam weer, alleen een graadje of tien frisser. In plaats van het gebruikelijke enkele T-shirt had ik er twee aan – een trui aantrekken was verstandiger geweest. (Na een minuut of tien merk je de kou niet meer.) ‘Aangenaam weer’ had tussen aanhalingstekens gemoeten want soms was er een wolkbreuk die hagel op het dakraam deed kletteren. Hoewel, niks tussen aanhalingstekens: hagel die op het dakraam klettert is prachtige achtergrondmuziek bij het lezen van de nieuwe Stephen King. Momenteel (vrijdagochtend 08.10 uur) schijnt de zon een beetje, hopend op kletterende hagel ga ik lezen.
04-11-06. Sinds het verplicht is ga ik de deur uit met legitimatie op zak. Geen paspoort, dat past niet in elke broekzak, maar een rijbewijs. Moet ik de auto hebben dan zit het rijbewijs in het mapje met overige autopapieren. Ben ik anderszins uithuizig dan stop ik het rijbewijs in broek- of jaszak (waar ik het zo nu en dan vergeet uit te halen). Ik ben nog niet aangehouden en heb het rijbewijs (behalve bij de bloedbankbalie) aan niemand hoeven tonen. Maar door het intensieve gebruik (ook bij het hardlopen heb ik het bij me!) ziet het rijbewijs er niet meer als nieuw uit. Zou het er nog mee door kunnen? Er lag een flyer in de brievenbox: Rijbewijskeuring 20 euro. De keuring wordt gedaan door een arts, ‘ook voor alle overige medische keuringen’. Dagelijks spreekuur, gratis parkeren.
05-11-06. Aanvankelijk gooide ik de kladversies weg, later bewaarde ik alles. En dus is de hoeveelheid manuscripten sinds 1978 aardig omvangrijk geworden. Het leek me handig om in mijn eigen archief de weg te weten en daarom hield ik zorgvuldig bij waar zich welk manuscript bevond. Ze werden ondergebracht in archiefdozen en er was (en is) een klapper waarin gedetailleerd beschreven staat wat elke archiefdoos bevat. Tot en met 1998 is het allemaal keurig op orde, daarna ben ik wat laks geworden. Niet in het bewaren van manuscripten maar in het archiveren ervan. Sinds de recente kastopruiming liggen de elf versies van Sabbatical keurig opgestapeld, de rest archiveren zal een heel gedoe worden (weet ik straks nog wanneer een betreffende tekst geschreven is?). En dan is er ook nog de geprinte e-mailcorrespondentie, een ongeveer 70 centimeter hoge papiertoren.
06-11-06. Het duurt nog even voordat het 15 december is maar voor je het weet is het zover, bedacht ik gisteren. En ik vond het hoog tijd om verder te werken aan het draaiboek/script voor de Hot Talkuitzending op Radio West (inderdaad, die is op 15 december). Ik had al een aantal sketches af, de overige bestonden gedeeltelijk in mijn hoofd. Het was (zoals altijd) een kwestie van de pc aanzetten en de tien vingers in beweging brengen. (Sketches schrijf ik altijd meteen op de pc, de pen is dan alleen voor aantekeningen.) In drie etappes de eerste versie van op een na alle benodigde teksten geschreven. Het ging dus zeer vlot maar ik moet het geschrevene printen en hardop voordragen om te weten hoeveel materiaal ik precies heb: genoeg voor twee uur radio? Te veel? Te weinig?
07-11-06. Ik moest voor een reportage naar Beesel (provincie Limburg). Zoals altijd bij tochten die me buiten de vertrouwde kom van Den Haag brengen had ik een routeplanning bij me. Het ging goed tot ik ‘na 450 m rechtsaf op de Middenpeelweg’ wilde gaan. Daar was de vrije doorgang onmogelijk en moest ik de pijl op het bord ‘Omleiding’ volgen. Minuten later was dat nog steeds de enige aanwijzing. Ik was in Panningen beland, op weg naar Helden, met ook nog een afslag Roggel. Een dame van een benzinestation bood hulp: ‘U gaat bij de rotonde rechts, dan bij drie rotondes rechtdoor, bij de vierde rotonde links, bij de vijfde rotonde rechts, bij de stoplichten rechtdoor en bij de zesde rotonde rechts. Zal ik het opschrijven?’ En toen moest ik ook nog met de auto een veerpont op.
08-11-06. Wat is er nou leuker dan iemand die zich ergens over opwindt en dan ongelijk blijkt te hebben? In VARA TV Magazine 44 staat een ingezonden brief van Elly Linnekamp afgedrukt. Zij haakt in op een artikel in nummer 42, waarin ze gelezen had: ‘Van ouwelullen, de dingen die niet voorbijgaan’ – en dat was niet zoals het volgens haar hoorde. De ‘oorspronkelijke roman’ heette namelijk ‘Van oude mensen de dingen die voorbijgaan’, schreef ze stellig: ‘Geen komma dus. Weet onderhand iedereen wel, dacht ik. (…) Lijkt een futiliteit, is het misschien ook. Maar Neerlandici worden daar onderhand toch een beetje gallisch van.’ Lieve/Beste/Malle Elly Linnekamp: de titel van de in 1906 verschenen Couperusroman luidt: Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan… Maar liefst twee komma’s dus (plus tot besluit drie puntjes en mensen geschreven met sch).
09-11-06. Nog 36 dagen, dan is er weer een editie van Hot Talk op Radio West gewijd aan Buisdorp en omdat het daarna nog maar tien dagen duurt voordat het zover is zal het twee uur lang gaan om de ins en outs van kerstmis in Buisdorp en in de randgemeenten Bokkerzwaag, Grooterwaal, Vrouwezeeghe en Zeevenslooten. We zitten geloof ik aardig op schema: gisteren kon de eerste versie van het draaiboek/script geprint worden (bij het vluchtig doornemen ervan bracht ik diverse verbeteringen aan – er komen dus meer versies). Als tekst en muziek genoeg (maar niet te veel) zijn voor 120 minuten vermaak is het doorgaans een kwestie van twee repetities en dan gaan we rechtstreeks de lucht in. We zijn verzekerd van de komst van Vader Balthazar (de Bisschop van Buisdorp), burgemeester Onno Noten en weervrouw Carabina Snip.
10-11-06. Die cultuurverschillen weten wat. In een praatprogramma vond Rita Verdonk het maar niks dat een dame die heren om geloofsredenen geen hand wil geven door de commissie Gelijke Behandeling in het gelijk was gesteld. Ik heb zo’n buurvrouw die geen hand wil geven maar wel zeer vriendelijk lachend gedag zegt, wat wil je nog meer. In onze cultuur hebben ze er trouwens ook een handje van, geen hand willen geven. Een paar dagen geleden bracht het Journaal beelden van Beatrix op Aruba, waar ze met Johan Cruijff iets voor het voetbal aan het doen was. Je zag haar langs een mensenmenigte lopen, vrolijk zwaaiend naar iedereen. Een van de toeschouwers stak zijn hand uit maar ze wimpelde die hand af: ze was alleen gekomen om te zwaaien. (Stel dat het zo’n gek was die bovendien wilde zoenen.)
11-11-06. De blaadjes hebben zich niet blijvend kunnen vastklampen aan de boom voor mijn raam, dus tot aan het voorjaar heb ik vrij uitzicht. Herfstig en grieperig: al een paar dagen doet mijn hoofdpijn ietwat pijn. Maar de ongezondheid marcheert nog niet door het hele lichaam zodat ik me er maar niets van aan probeer te trekken. Ik zie dat het de elfde van de elfde is, dan wordt er geloof ik iets op het gebied van carnaval ontketend. Vannacht al genoeg gekte gedroomd: de nabije sloot was overdekt met gras dat door de onderliggende sloot nogal drassig was. Een kat moest inslapen maar het desbetreffende spuitje richtte niet veel uit en de kat werd steeds levendiger en mocht toen blijven leven, zo gaat dat in een droom. Die droom hield op toen een ongedroomde kat me wekte.
12-11-06. Op een gegeven moment had ik genoeg van die ongewenste zaterdaghoofdpijn en slikte ik twee aspirines: weg hoofdpijn. ’s Avonds kwam de hoofdpijn even terug maar twee vervolgaspirines maakten er korte metten mee. Tegen luidruchtige buren helpt geen aspirine. Ze zetten om elf uur hun stampmuziek op en pas na halfvier was het stil. Moest ik de politie bellen? Gegarandeerd dat het stil was geworden als die arriveerde. Rondom mijn bed staan speakers die ik met mate gebruik als ik dvd kijk. Ik werd om acht uur wakker, uit een droom waarin geschreeuwd werd. Toen had ik er genoeg van. Waar gingen we de buren mee wekken? Het werd Let there be Drums van de Queen + Paul Rodgers dvd. Zondagochtend acht uur Roger Taylor en Brian May op volle toeren, ze zaten gegarandeerd rechtop in bed.
13-11-06. Voor het eerst maakte ik mee dat een bestelling bij de Engelse afdeling van Amazon niet vlekkeloos werd afgehandeld. Doorgaans, als het bestelde voorradig is, wordt het boek of de dvd binnen een paar dagen bezorgd. Vaste prik is het bestellen van nieuwe P.G. Wodehouse-heruitgaven: zijn omstreeks 90 boeken verschijnen fraai verzorgd in de Everyman’s Library, 46 daarvan kwamen er inmiddels netjes aan. Maar met de laatste twee wilde het niet lukken. Er kwam een mail: de levering was vertraagd. Een tijdje later meldde de website ‘in stock’, ik informeerde hoe dat zat. Die mededeling bleek geen garantie te zijn voor voorradigheid. Gisteren, een maand later, las ik onder ‘in stock’ dat levering binnen 48 uur gegarandeerd was. Hoe kon dat? Het zou uitgezocht worden – en nog geen uur later waren de boeken onderweg naar Den Haag.
14-11-06. De tweede versie van het Hot Talkdraaiboek/script is klaar. Er hoefden maar een paar verbeteringen in de eerste versie aangebracht te worden. Ik heb het vermoeden dat er iets te veel materiaal voor het tweede uur is, wellicht dat ik wat in de muziek ga snijden. Er kan wel iets af van het 5 minuten en 43 seconden durende Merry Christmas Baby (een langzame blues van Elvis – in het eerste uur zit de versie van James Brown). Ik ontdekte dat er op de website van Radio West een aankondiging van het programma te vinden is. Supervisor Paul Waayers geeft correct aan dat Buisdorp op 15 december in kerstsfeer is, de overige informatie is niet helemaal betrouwbaar. Nou ja, er is sprake van het ‘creatieve brein’ van Martin de Jong, daar zit mogelijk een kern van waarheid in.
15-11-06. In primitieve tijden (zoals het Nederland van de jaren vijftig) werden rare weersomstandigheden door sommigen toegeschreven aan de atoombom. Vandaag is de maand november op de helft en is de temperatuur die van de datum. Of om het minder ingewikkeld te zeggen: het kan wel vijftien graden worden. Dat komt natuurlijk niet door de atoombom maar door het broeikaseffect. Het kan ook de warme golfstroom zijn die uit de buurt van de Golf van Mexico komt, herinner ik me van aardrijkskundelessen. Dat klinkt al net zo ongeloofwaardig als weer dat door de atoombom van slag is. In Twente belanden ze trouwens met salmonella in het ziekenhuis als ze boerenkaas gegeten hebben. (In de aanstaande Hot Talkuitzending zit een boerka’s-boerenkaas woordgrap, maar op 15 december is het te lang geleden om er een Twentse salmonellagrap aan te verbinden.)
16-11-06. Zo af en toe steekt mijn hoofdpijn de kop op (flu from the neck up) maar anderszins zijn er geen klachten. De weersverwachter verwacht voor vandaag 17 graden, als het zo doorgaat wordt de nieuwjaarsduik een makkie. (Gelieve uit deze grol niet af te leiden dat ik aan dit evenement meedoe.) Op vele fronten gebeuren er prettige dingen. Volgende week woensdag hebben we de eerste repetitie voor de Hot Talkuitzending. Gisteren kocht ik twee ontbrekende delen Russische Bibliotheek en bovendien Trance-Fusion, een cd met gitaarsoli van Zappa, nog door hemzelf samengesteld maar dertien jaar nadien pas uitgebracht. En op komst is Vegas, een box met 4 cd’s en 1 dvd van Sinatra, bevattende geluidsopnames van vier optredens (The Sands 1961, The Sands 1966, Caesar’s Palace 1982, The Golden Nugget 1987) plus een concert gefilmd in The Sands.
17-11-06. Het was gistermiddag een enorme troep in huis want ik was aan het opruimen. Het ging met de opeenhopingen de verkeerde kant op, op vier plaatsen waren papiertorens aan het ontstaan. Op mijn bureau, naast mijn bureau, op de bank en op de krabpaaltoren bij de voordeur. Dat is een goede plek om uit de brievenbox geviste spullen even neer te leggen (en niet meer weg te halen) – zo’n plekje is er ook op het cv-element in de gang, waar ik te betalen rekeningen tijdelijk op deponeer. Ik verhuisde alle papiertorens naar de vloer voor de bank, zette de koptelefoon op en luisterde tijdens het doorspitten van de stapels naar de nieuwe cd’s van Frank en Dweezil Zappa. Een deel belandde in een tijdelijk archief, een ander deel in het onherroepelijke archief: de papiercontainer naast de glasbak.
18-11-06. Er is overduidelijk sprake van belazeren maar er wordt zelden iets van gezegd. Alle partijen die meedoen aan de verkiezingen willen gaan regeren en als ze dat voor elkaar hebben gekregen de plannen uit hun verkiezingsprogramma verwezenlijken. We gaan wat doen aan de hypotheekrenteaftrek! (Vind ik dat als huurder van belang?) We gaan de no-claimkorting afschaffen! (Ik kreeg dit jaar om gezondheidsredenen 255 euro restitutie. Vind ik het prettig als dat niet meer gebeurt? Gaat in dat geval de premie omlaag die in januari 8 euro per maand omhoog gaat?) Er komt niemand meer het land binnen! Iedereen die binnen is mag blijven! Er moet wat gedaan worden aan jeugdwerkloosheid! Ouderen moeten langer blijven werken! Verbied het topless zonnebaden door vrouwelijke bejaarden! Dergelijke interessante/onzinnige voornemens kunnen alleen uitgevoerd worden door een partij die minimaal 76 zetels haalt.
19-11-06. Zou het gisteren vanwege de normen, de waarden of de verkiezingen een Gedag Zeg Dag geweest zijn? Ik had even het idee dat het dat was. In het kader van het op peil houden van de conditie was ik gaan draven en tot driemaal toe werd er door een wandelaar (m/v) die ik passeerde / tegemoetkwam ‘Goeiedag’ gewenst. Dat kon geen toeval zijn maar was het natuurlijk wel. Ik moest denken aan de begintijd van mijn hardloperij. Ik wist nog van niks. Hardlopen doe je in je eentje maar niet alleen: je komt altijd wel andere hardlopers tegen. Als ik iemand tegenkwam zei ik: ‘Morgen!’ en de ander ‘Hoi!’ Op den duur begreep ik dat het anders moest. Ik zag een collega-hardloper naderen en zei toen we op gelijke hoogte waren gekomen: ‘Hoi!’ De ander uiteraard: ‘Morgen!’
20-11-06. Er kwam een instructiekaart in de bus waarop te lezen was wat je moet doen als je met auto en al te water raakt. Ik heb de kaart niet bij de hand (ligt in de auto!) maar de belangrijkste instructies ken ik uit mijn hoofd. Ik dien als ik de plomp in rijd de lichten aan te doen. Dat kan nog wat worden want ik was van plan de diverse andere sleutels die aan de sleutelbos bungelen boven water te halen. De ramen moet ik openen en dat zal niet meevallen want de mijne zijn elektrisch bedienbaar en wellicht werken ze dan niet meer. In dat geval kan ik het raam stukslaan met de veiligheidshamer. Veiligheidshamer? Die had ik bij de doe-het-zelfzaak moeten kopen. Er zit een mes aan om de veiligheidsgordel zo nodig los te snijden.
21-11-06. Ik was voorzien van een geprinte routeplanning en ook nog een handgeschreven samenvatting daarvan en nog was ik onderweg naar Groot Ammer bang dat ze misschien stiekem een stuk snelweg verwijderd hadden. Maar ik vond de gemeente vrijwel moeiteloos. De enige smet was het bijna verpletteren van een fietser toen ik van de veerpont rijdend de planning nog een keer bestudeerde. (Ik moest na 20 meter linksaf – maar wanneer had ik 20 meter afgelegd?) Groot Ammer is klein maar verdwalen kan je er net zo goed als in een metropool. Vooral terugrijdend viel het kaart bekijken en gelijktijdig sturen niet mee. (In zulke situaties heb ik geen zin meer richting aan te geven.) Om het maar helemaal niet te hebben over de afgesloten onderdoorgang bij Bergambacht of zo’n oord, in combinatie met ingevallen duisternis en vallende regen.
22-11-06. Poes Duimpie, zij wordt als het goed gaat volgend jaar twintig jaar, is aardig op weg stokdoof te worden. Het met hoge snelheid bestijgen van de binnentrap, bijvoorbeeld als ze speels achterna gezeten wordt door bevriende logeerkat Loekie, is nog altijd aan de orde van de dag. Op roepen reageert ze echter niet meer, ze is blij verrast als ze me ineens in haar blikveld vindt. Door die doofheid heeft ze niet in de gaten dat de stofzuiger in werking is gesteld en ze wijkt dan ook geen duimbreed (ondermaatse woordspeling) als ik met de slang nader. (Afgelopen zondag heb ik haar zelfs kunnen stofzuigen.) Kortom: ik stem vandaag op de Partij voor de Dieren. Het wordt kandidaat 29: Jan Wolkers, redder van zeehonden en schapen, moet met voorkeurstemmer de Tweede Kamer in, nu het nog kan!
23-11-06. De stemmen zijn geteld, de wonden worden gelikt. Tijd om de aandacht weer te richten op klein dagelijks leed. Een tijdje geleden werd er een malle folder van TNT v/h TPG bezorgd: ze waren van naam veranderd. Ik berichtte er destijds al over en citeerde toen het misplaatste gejuich: ‘We blijven ons als vanouds inspannen voor onze klanten.’ Op de dag dat de landspolitiek mijn denken dreigde te gaan domineren (afgelopen dinsdag) opende ik de brievenbox en vond daarin een aan mij gerichte postzending alsook een voor nummer 64, een voor nummer 72 en een voor nummer 74. ‘We blijven ons als vanouds inspannen voor onze klanten.’ Ik draaide een klaagnummer en kreeg al na vier minuten wachten iemand aan de lijn. De bezorger zou ervan langs krijgen. Gelukkig – ik was er bijna verkeerd van gaan stemmen.
24-11-06. De zon die momenteel schijnt scheen gisteren allerminst. Het was Thanksgiving en daarom zette ik koers naar Amsterdam. Toen ik op weg ging was het boven Loosduinen druilerig maar nog droog, op de snelweg reed ik onder een gitzwarte lucht maar ook in Amsterdam was het nog droog. Het American Book Center vierde met de vaste klanten Thanksgiving en ook de opening van de nieuwe vestiging aan het Spui. In het voorhene onderkomen vond ik blindelings de weg, hier liep ik verlaten rond, net als de meeste andere klanten en personeelsleden – de boeken waren nog maar net uitgestald. Ik gaf het zoeken op en hield het bij een enkele aankoop, een nieuwe Walt Disney biografie (Neal Gabler). Onderweg naar de parkeergarage: regen. Op de snelweg: tot tweemaal toe ernstige filevorming en vertraging. Het leek de trein wel.
25-11-06. Stemmen op de Partij voor de Dieren kan iedere boerenlul. Het gaat erom dat je je betrokkenheid in de praktijk brengt. Ik fietste gisteren over een weg die naar Rijswijk voert. Een auto had er halt gehouden, de bestuurster was uitgestapt en maakte wilde armgebaren om een kruipdier in beweging te krijgen. Het was een middelgrote rat of een enorme muis (ik bedoel het dier, de bestuurster viel wel mee). Het diertje kroop onder de auto. ‘Dan is het zelfmoord,’ zei de bestuurster laconiek en stapte in en reed weg. De rat/muis bleef midden op de weg zitten. Ik gelastte hem/haar naar de berm te trippelen, hij/zij gehoorzaamde maar daar aangekomen werd weer koers gezet naar het midden van de rijweg. Ik heb de rat/muis toen maar met de blote hand opgepakt en naar de berm gedragen.
26-11-06. Bij de dierenvoerwinkel besefte ik vrijdag dat goed zijn voor dieren ingewikkeld is. De verkoopster vulde op de toonbank plastic doosjes met levende krekels. Waren dat huisdieren? vroeg ik. Nee, het was voedsel voor hagedissen. Is zoiets nou zielig voor die krekels of moet het spekken van hagedissen toegejuicht worden? Ik geloof dat ik hagedissen nog enger vind dan krekels. Een paar jaar geleden zat er ineens een hagedis of een salamander op de muur van mijn badkamer, ik had het niet meer. Ik sprak het enge ding luide toe en het verdween toen door het bovenlicht dat ik sloot en een week niet meer dorst te openen. De hagedis of salamander bleek van een beganegrondbuur te zijn, was uit diens terrarium ontsnapt en langs de gevel omhoog geklommen. Gatver, ik doe vannacht weer geen oog dicht.
27-11-06. Alles is in de war. Het is maandagochtend halfelf en ik ben pas een halfuur op. De zon schijnt volop en het wordt net als gisteren een graad of dertien – en dat terwijl de novembermaand bijna voorbij is. De weersomstandigheden kan ik niet verklaren, het late opstaan wel: sinds enige tijd is bij de buren de behoefte aan nachtelijke housemuziek weer toegenomen. Housemuziek is muziek voor je voeten en niet voor je oren en wordt dan ook voornamelijk geconsumeerd door mensen met een ondermaats IQ, waar of niet? Onlangs bonkte het van elf uur ’s avonds tot halfvier ’s nachts, zaterdagnacht begon het feest om kwart voor drie en duurde tot halfzes. Tijd om de politie te ontbieden, zou je zeggen, maar ik greep naar een nog sterker middel: ik schreef een vileine brief aan de woningstichting.
28-11-06. De dienstverlening is aanmerkelijk verbeterd. Ik meldde eerder dat ik ooit meegemaakt had dat een poststuk geretourneerd was omdat ik een onjuiste postcode in het adres verwerkt had. Zaterdag kreeg ik een poststuk in de bus dat een dag of vier vertraagd was: de afzender had in een vlaag van verschrijving de cijfers van de postcode in een verkeerde volgorde gezet. Sympathiek dat er desondanks bezorgd was. (Ik denk dat het poststuk voor straf een paar dagen in een bakje met ‘niet-bestaande postcode’ had moeten liggen.) En nog even wat anders: ze willen dat je zoveel mogelijk acceptgiro’s tegelijk in een envelop stopt. De laatste keer dat ik er twee in een envelop deed werd er maar één verwerkt, de andere raakte zoek. Sindsdien gaan er drie enveloppen op de bus als ik drie acceptgiro’s ingevuld heb.
19-11-06. Het was vorige week al de warmste novembermaand sinds het begin van het registreren en ook gisteren hing er lente in de lucht. Ik was onderweg naar een gehucht om er een reportage over de bibliotheek te maken. Ik had al aan de routeplanning gezien dat het een makkie was, er komen. Halverwege de reis begon de inname van koffie, Vifit en uitgeperste sinaasappel zich te wreken en moest er een openbare waterplaats gevonden worden; het werd een wegrestaurant waar ik voor de vorm een pistoletje kaas bestelde en gauw het herentoilet opzocht. In het gehucht stond een bord Bibliotheek bij de parkeervakken. Maar welk gebouw was de bieb? Ik probeerde er een. Geen automatisch opengaande deur maar met een pashouder mee naar binnen kunnen gaan. En zo stond ik ineens in het gemeentehuis voor iemands bureau.
30-11-06. De zaak-Verdonk begint kluchtige vormen aan te nemen. Toen ze na het vernemen van het aantal behaalde voorkeurstemmen een microfoon voor haar tronie gehouden kreeg reageerde ze zo euforisch dat je als kijker dacht: dat mens is niet helemaal goed bij haar hoofd. Ze was waarschijnlijk uit balans gebracht doordat niet zij maar dat malle studentje als leider van de partij was gekozen en door het vooruitzicht van het verlies van haar baan – want de VVD komt niet in de regering en zij zit straks onopgemerkt als nummer twee in de Tweede Kamer. Dat zal de oorsprong van haar noodsprong geweest zijn: twee VVD-opa’s overhalen in een commissie te gaan zitten die moet gaan onderzoeken of er wat met al die voorkeurstemmen gedaan kan worden. Jammer dat Freek zijn verkiezingsconference al gedaan heeft. Benieuwd naar de oudejaarsconferences.
01-12-06. ‘De tijd gaat snel, gebruikt haar wel’, stond er op de theedoekkalender van mijn oma. Al december en nog zoveel te doen. Vandaag over twee weken bijvoorbeeld de rechtstreekse uitzending van Hot Talk. Volgende week woensdag repeteren we en op de uitzenddag is er ’s middags een generale repetitie. Dat zit dus wel goed. Van het draaiboek/script printte ik van de week de derde versie, ook dat zit dus wel goed. Alleen: een van de grappen moet geschrapt worden. De Bisschop van Buisdorp wordt gevraagd wat hij van Buisdorpse boerka’s vindt en hij verstaat ‘boerenkaas’. Maar bij De Wereld Draait Door werd woensdag een fragment vertoond van een item over Limburgse Wildersstemmers en daarin had een geïnterviewde volksvrouw het over boerenkaas toen ze boerka’s bedoelde. En daardoor was het mijn grap niet meer. Weg met die grap!
02-12-06. Zaterdagochtend, kwart over acht. Het is nog donker terwijl ik dit schrijf. Het zou een regen- en stormachtige dag worden, volgens de weersverwachter die ik gisteren aan het werk hoorde. Er valt nog geen regen en de takken in de boom voor het huis bewegen nauwelijks. Toen ik ging slapen was het mijn bedoeling vroeg te gaan hollen, toen ik om acht uur wakker werd was het mijn bedoeling weer verder te gaan slapen. Sindsdien zijn we twintig minuten gevorderd en vind ik dat er maar gehold moet worden. De afgelopen dagen is er niets van gekomen en morgen komt er waarschijnlijk ook niets van: ik heb de zondag gereserveerd voor het uitwerken van een interview en het uittikken van een ander interview en het bekijken van het Hot Talkdraaiboek/script. Nu eerst koffie en dan gaan hollen.
03-12-06. Toen ik met verbeteren begon, dacht ik: meer dan een enkele verbetering zit er niet in, ik print gewoon de betreffende pagina’s opnieuw. Maar gaandeweg schrapte ik hier en voegde ik daar toe en dus kan straks het hele draaiboek/script van de komende Hot Talkuitzending geprint worden en het is dan de vierde versie. In grote lijnen is de derde versie gehandhaafd. Soms was het nodig een verduidelijkende toevoeging aan te brengen in een dialoog of inleiding of kon er wel wat weg. De inleidende tekst lijkt niet meer op wat er in de eerste versie stond, het is nu geloof ik vrij absurd/hilarisch geworden. Kompaan Hans neemt een zogenoemde Kerstkronkel voor zijn rekening, die wordt ingeleid met Carmiggelts originele herkenningsmuziek. Ik vraag me af of een plathaagse voordracht niet leuker zou zijn dan een natuurgetrouwe Carmiggeltimitatie.
04-12-06. Het draaiboek/script van Hot Talk 4 is nu wel zo’n beetje naar wens. Aanstaande woensdag repeteren we voor de tweede keer, ik reken erop dat die gezamenlijke doorneming van de tekst dan al in de buurt komt van het beoogde niveau dat we op 15 december de luisteraars willen aanbieden. Qua lengte zijn tekst en muziek op orde, maar er zijn factoren waar we geen vat op hebben. Zo moesten we tijdens onze eerste Hot Talkuitzending om te beginnen plaatsmaken voor een aan de die dag overleden Karel Glastra van Loon gewijd in memoriam en diende er dus à la minute in het script geschrapt te worden. Er schijnt ook weleens een spookrijder te zijn opgedoken maar tot nu toe nog niet in een van onze uitzendingen (afgezien van de spookrijder die deel uitmaakte van het script).
05-12-06. De humor ligt op straat, soms ook in de brievenbox. Een paar dagen geleden lag daarin een A4-advertentie, vervaardigd door iemand die er kennelijk lol in had elke zin een eigen lettertype en -grootte te geven. Dat zal de aandacht trekken, zal de achterliggende gedachte geweest zijn. Ook zonder het zenuwachtig makende lettergedans was het een bericht dat mijn aandacht trok. ‘Nu helemaal legaal!!!’ schreeuwde de in hoofdletters gezette kop. Het bleek om een Pools ‘bouw & renovatiebedrijf’ te gaan dat voorheen vermoedelijk semilegaal zijn diensten aanbood. Ze komen vanaf 12,50 euro per uur aan de deur, hen ontbieden kan telefonisch (10 cent per minuut). Tot de werkzaamheden die desgewenst verricht worden behoren niet alleen verbouwen, loodgieten en behangen maar ook dakbedekken. Ik dacht dus dat het Polen waren, toen ik vannacht gestommel op het dak hoorde.
06-12-06. De kans dat ik me verslaap is zo goed als nihil. Er zijn twee wekinstallaties geïnstalleerd: naast mijn bed de wekker die alarmerend veel herrie maakt bij het aflopen en op de dvd-speler aan het voeteneinde het horloge, dat een wekfunctie heeft. Ik weet niet hoe die wekfunctie werkt, het is me niet gelukt haar uit te schakelen – wel kreeg ik het voor elkaar het moment van aflopen naar 06.10 uur te verzetten. Oorspronkelijk klonken er rond middernacht twintig onverklaarbare pieps die ik pas na maanden als wekfunctie herkende. En dan heb ik ook nog een mentale klok: als ik er op een bepaalde tijd uit moet dan word ik daardoor vanzelf wakker voordat het zover is. Ten slotte zijn er katten: vanmorgen bijvoorbeeld maakte Duimpie me om zes uur wakker (terwijl ik een vrije dag had).
07-12-06. De tweede repetitie voor de Hot Talkuitzending van volgende week was vertraagd: we zouden om drie uur ’s middags de tekst te lijf gaan maar Esther trof haar verloofde in bed aan. Ze belde op en zei dat Hans zich niet lekker voelde en het evenement naar de avond wilde verplaatsen. Dat ging de goede kant op: Esther was aan het bijkomen van grieperigheid en ik kamp al een paar weken met hoofdpijn boven mijn rechteroog. Als het zo doorgaat wordt Hot Talk verzorgd door drie grieplijders. Maar om 20.00 uur, met resterend sinterklaasvoedsel erbij, ging het repeteren gezond van start en bovendien beter dan de eerste keer. Weinig tijd gehad me te verdiepen in wereldnieuws. Las op Teletekst dat de NASA op Mars stromend water gevonden had – stond niet bij of het warm of koud was.
08-12-06. Heb nog steeds hoofdpijn. Ongezondheid komt altijd ongelegen. In Carré waren er twee uitvoeringen van 200 Motels, in mij was er grieperigheid. Om files te omzeilen ’s middags al naar Amsterdam, er net zo beroerd aangekomen als ik vertrokken was. Om de tijd te doden in Tuschinski Gladiator gezien, ’s avonds rillerig in Carré maar volledig opgekikkerd door de muziek – en de volgende avond opnieuw. Een paar jaar eerder of later reed ik met een grieperig gevoel naar Leiden. Ik kleedde me er op de studentenkamer van Eliane om, nam twee aspirientjes, liep gammel naar de start en begon en voltooide na het startschot de Marathon. (Een andere keer was het te gortig en moest ik wegens koorts een halve marathon laten schieten. De griep maakte korte metten met mijn conditie: na het herstel was die foetsie.)
09-12-06. Toen begin jaren tachtig de cd geïntroduceerd werd waren het voornamelijk de goedlopende producten die op zo’n schijfje werden uitgebracht, zo groot was de vraag. Het meer obscure repertoire leek geen kans te hebben op een cd-release. Maar daar kwam snel verandering in. Zo ook met de dvd: films en series waar geen groot publiek voor bestaat zijn op dvd leverbaar. Maar waar bleef Monty Python’s Flying Circus? The Pythonfilms zijn er, de 45 tv-afleveringen zijn zelfs in Engeland officieel niet te krijgen. Er is een Amerikaanse editie, een complete set met 16 dvd’s. Hij lag afgeprijsd bij Fame, 100 euro min een cent. Zou die speelbaar zijn? Ik zag op Amazon.uk dat het Regio 1 was, maar reacties van gebruikers spraken van regiovrij. Ik waagde de gok en heb inmiddels 28 van de 45 afleveringen gezien.
10-12-06. Het was vroeg en rustig op de weg. Mijn routeplanner gaf aan: afslag Utrecht/Centrum. Maar geen van beide borden bevatte die tekst! Ik koos op goed geluk de rechter en kwam even later bordjes ‘Centrum’ tegen. Dit was geen Amsterdam of Rotterdam, waar ik desnoods met één oog op de rug gebonden de parkeergarage vind. Ik moest een straat hebben waar het gratis parkeren was. Nabij Hoog Catharijne scheen de laaghangende zon recht in m’n gezicht en daar kwam de zonweerkaatsing door het natte wegdek nog bij. Linksaf – en ik belandde op hopeloze eenrichtingsgrachten. Uiteindelijk toch maar een parkeergarage in en de rest gaan lopen: eerst zelfstandig de verkeerde richting, toen de verkeerde kant op gestuurd door iemand die ik de weg vroeg en uiteindelijk door de politie het rechte pad gewezen. Volgende keer weer de trein.
11-12-06. ‘We zijn er trots op dat het rijdt,’ zei de opperknurft van de NS in het Journaal. Ik luisterde via de koptelefoon naar muziek en had die uitspraak als ondertiteling in beeld. Kan dus niet zeggen of de NS-man het met verbazing in zijn stem zei. Hoe lang rijden er treinen? Ze waren al te zien in stomme films, waarin je ook auto’s zag rijden. Die stomme films zijn er al lang niet meer, de auto’s zijn sindsdien jaar na jaar verbeterd. Dertig jaar geleden had een acht jaar oude auto ernstig last van roest. Komt tegenwoordig niet meer voor. Treinen zijn mogelijk ook verbeterd maar de reiziger merkt daar niet veel van. Als er een herfstblad op de rails neerdaalt moet je rekening houden met minimaal een uur vertraging. Sommigen zijn al trots dat het rijdt.
12-12-06. Soms droom je kennelijk over dingen die je kennelijk bezighouden. Vanmorgen ontwaakte ik uit een droom waarin ik voor de radio aan de gang was. De Hot Talkuitzending (want daar leek het op) was net begonnen, ik hield een intropraatje waarbij ik in verontrustende mate afweek van het script maar dat gaf niet want ik had geweldig geslaagde invallen. Toen het moment gekomen was waarop er muziek moest klinken wilde ik de technicus een teken geven maar de technicus zat in een ander huisje. Ik gebaarde wild en zag hem in dat andere huisje opstaan en een lukrake cd pakken in plaats van een van mijn cd’s want die zaten allemaal nog in mijn tas. Uiteindelijk kwam het goed – dat wil zeggen: ik werd wakker. Aanstaande vrijdag hebben we ’s middags in wakende toestand de generale repetitie.
13-12-06. Thuiswerken heeft als voordeel en nadeel dat je zelf je werkuren in kunt indelen. Zo zat ik gisterochtend al vroeg achter de aangezette pc. In de eerste plaats om eventuele mail te lezen, in de tweede plaats om een tekst op het weblog te plaatsen, in de derde plaats om aan het werk te gaan. Maar ik keek uit het raam (dat deed ik op de lagere school al) en zag dat de zon scheen. Eerst dus maar eens gaan hardlopen. Na terugkeer en douchen en koffiedrinken en mail controleren ging het richting middagpauze. De zon scheen nog steeds en buurvriendin Esther had wel zin in een strandwandeling. We kochten vooraf een pistoletje kaas. Je moet nooit een zielig kijkende vogel een brok broodje toewerpen: in no time vloog er een gigantische vlucht meeuwen achter ons aan.
14-12-06. Ik ben nu op een leeftijd dat de haren gaan tellen. Als de kapper het kort maar wel gedekt heeft gedaan doet hij de wenkbrauwen er nog even bij en ook gaat de schaar voorzichtig naar de ooropening. Maar evenals het borsthaar wordt het neushaar ongemoeid gelaten. Dat borsthaar zit niemand in de weg maar het oprukkende neushaar dient gesnoeid te worden. Dat deed ik met een nagelschaartje – totdat ik het bestaan ontdekte van wat eufemistisch ‘minitondeuses’ genoemd worden (het neusinwendige is net zo’n taboe als de derde oksel). Zo’n apparaatje kostte maar een paar euro, toen ik er eenmaal aan gewend was wilde ik niet anders meer. Zo’n ding gaat niet eeuwig mee. De batterij was vers maar het mesje verloor de rotatiesnelheid: het greep een neushaar en begon te trekken. Dat is geen prettig gevoel.
15-12-06. Frans Bauer laat om gezondheidsredenen een massa optredens in Ahoy schieten, René Froger gaat er eveneens verstek, wij slaan alle doktersadviezen in de wind en zijn vanavond van 21.00 tot 23.00 uur op Radio West te horen (de uitzending is te volgen via www.radiowest.nl). Twee uur lang gesproken gesprekken en gedraaide muziek, speciaal voor degenen die al dan niet van kerst houden. Hoofdgast is Vader Balthazar, de Bisschop van Buisdorp. Burgemeester Noten houdt de Buisdorpse Spreekwoorden Databank ten doop, het Afrikaanse medium professor Bomba zal voorspellingen over 2007 doen. Als het meezit komt cabaretnestor Arie Wietzen na zijn optreden in de Dorpsgehoorzaal naar de studio om te vertellen over zijn aanstaande 40ste Oudejaarsconference. En in de serie Bijzondere Buisdorpenaren ontvangen we iemand die niet goed bij zijn hoofd is. Genoeg redenen om al dan niet te luisteren!
16-12-06. Op een matige generale repetitie volgde een geloof ik geslaagde uitzending. Blasé zijn we nog lang niet maar we hebben inmiddels wel enige routine opgebouwd en daarom was het wel prettig dat er een handicap was opgeworpen: in het gebouw van Radio TV West hadden de medewerkers een kerstdiner voorgeschoteld gekregen met aansluitende disco. Die disco stampte bij onze aankomst op volle kracht en we moesten dan ook naar een studio waar dat gestamp minder stampte. Om redenen van dat gestampt was het programma Stork on Air niet live maar van tevoren opgenomen. Wij waren van tevoren niet opgenomen maar deden het live. Ondanks de grote hoeveelheid vooraf gegeten Chinees en de tussendoor binnengebrachte hapjes ging het zeer naar wens en vlogen de twee uur om. Benieuwd naar de uitzend-cd’s, die krijg ik morgen in de bus.
17-12-06. Gaat er ooit wat mis in zo’n uitzending? Altijd. Dat er iets misgaat is het enige waar je van op aan kunt als je een rechtstreekse uitzending hebt. Gelukkig gaat het meestal om onbeduidende dingen: een verspreking, een verkeerd gelegd accent, het te laat uitspreken van een zin in een dialoog, of per abuis die van een ander zeggen. Dat soort dingen zijn niet te vermijden. Vrijdagavond kwam daar nog wat bij (niemand las overigens de tekst van een ander voor): Straatnieuwsverkoper Robert Donkers wordt opgebeld en dan gevraagd naar de inhoud van het Straatnieuws. Maar de supervisor had Roberts telefoonnummer niet bij zich. De technicus draaide van Baby it’s cold Outside per abuis de instrumentale versie, ik kondigde daarom af met: ‘Dat was Tom Jones met Cerys, maar dan de karaokeversie zonder Tom Jones en Cerys.’
18-12-06. Als je naar de radio luistert heb je geen idee van wat zich achter de schermen afspeelt. Afgelopen vrijdag waren we op de radio en daarom kan ik hier uit de doeken doen wat zich achter de schermen afspeelde. Dat zou ik niet doen als zich achter de schermen niets had afgespeeld. Wat zich achter de schermen afspeelde sloeg ons bij aankomst met stomheid. We arriveerden bij de studio, haast geen parkeerplek te vinden. Er ging licht aan en uit in het gebouw, op de maat van de muziek. De medewerkers van Radio en TV West hadden gezamenlijk het kerstmaal gegeten en ondergingen nu in party-uitmonstering een disco. Zo droeg Jeffrey Huf een angstwekkende pruik en dito zonnebril. Muziekvolume: loeihard. Het lekte naar onze reguliere uitzendplek, we moesten uitwijken. Een subliem feest, maar presenteren ging voor dansen.
19-12-06. De laatste werkdag – volgende week woensdag ben ik drie uur op kantoor, dat verwaarloos ik. Die drie uur vliegen om dankzij de drie K’s: Kerstpakket ophalen, Koffiedrinken en Kletspraat verkopen met andere sukkels die niet gewoon in bed zijn blijven liggen. De drie uur kantoortijd niet meegerekend ben ik na vandaag zes weken vrij. Zoals meestal ben ik van plan de januarimaand aan het schrijven te wijden. Dit jaar ging dat slechts ten dele naar wens, maar toch bracht ik de fundamenten aan voor wat uitmondde in het manuscript Sabbatical (ik heb daar wekenlang niet naar gekeken, ik schreef zojuist weer bijna per abuis Sabattical). Sabbatical wacht sinds begin november op uitgeversbeoordeling, ik ga in januari verder met andere teksten: de volgende Hot Talkuitzending, de driedelige roman Livia, een bundel korte komische verhalen en nog wat dingen.
20-12-06. De laatste werkdag werd bekroond met de beluistering van de twee Hot Talk-cd’s – en dat gebeurde uiteraard in huiselijke kring. Ik luisterde ernaar tijdens het bewerken van Wordbestanden van de eerste vier draaiboeken/scripts van Hot Talk. Het waren de laatste bestanden die nog bewerkt en geprint moesten worden, in januari ga ik met de stapel prints aan de gang. Ze moeten uitmonden in de volgende (werk)titels: Buisdorp bestaat (de Hot Talkscripts), Berichten uit Buisdorp (drie feuilletons: Feest in Buisdorp, Verkiezingen in Buisdorp, Soep in Buisdorp), Dagelijks Leven (een stuk of vijftig korte verhalen), Zoute griotten deluxe (de roman aangevuld met verhalen en een novelle), Livia (korte roman in drie delen), Muziek (reisverhalen en essays) en een bundel met essays. En dan is er natuurlijk nog het Sabbaticalmanuscript, dat ik na een paar maanden kritisch wil gaan bekijken.
21-12-06. Het leven is niet altijd rooskleurig en rozengeurig. Ik was gisteravond naar de supermarkt gegaan om de kerstdrukte te vlug af te zijn en de afscheidswens ‘prettige dagen!’ niet te hoeven horen. Maar de leuke caissière zei iets veel ergers: ‘Wilt u de kerst-cd van de drie Toppers?’ Ik gaf uit balorigheid een onverstandig antwoord: ‘Ja.’ Met de drie Toppers in de boodschappentas liep ik naar de auto. Bagage ingeladen, motor gestart. Dat was althans de bedoeling. Inladen lukte, starten niet. Bagage uitgeladen en beide boodschappentassen huiswaarts gesjouwd. ANWB gebeld, wegenwachter zou zich vijf minuten voor aankomst melden. Hij meldde zich toen hij ter plekke was, buurvriendin Esther reed me er ijlings naartoe. De accumulator was niet meer te genezen, de vriendelijke wegenwachter had een verse bij zich. Op de terugweg kon Esther me haast niet bijhouden.
22-12-06. Het zijn niet alleen goede tijden voor buitensporige voedselinname, het is ook een zeer geschikte tijd om in een boek te kruipen. Eigenlijk zou ik in een dikke Dickens bezig moeten zijn maar het werd Henning Mankell. Vorig jaar kocht ik diens Wallanderreeks, waarvan ik destijds ter kennismaking een deel las. Nadat ik eerder dit jaar diepgravende werken als die van Balzac en Proust gelezen had was ik aan wat luchtigers toe: de cyclus van Mankell. Ik begon woensdag met het laatst verschenen deel, De jonge Wallander, dat chronologisch het eerst komt. Dat was een pil, waar ik desondanks in een dag doorheen was. Gisteren het eerste reguliere deel, Moordenaar zonder gezicht, en dat was een dunnetje van 300 pagina’s, zodat er tijd was om ook Honden van Riga te lezen. En dan nu De witte leeuwin.
23-12-06. Het gaat de goede kant op: om zeven uur wakker. Ik had eruit kunnen gaan, poes Duimpie drong daar ook op aan, maar ik was standvastig en sliep door tot kwart voor tien. Met lezen gaat het ook de goede kant op: ik begin zo dadelijk aan de vierde Wallander. Het is grijzig weer en dat betekent dat er boven onvoldoende licht is om te lezen en dat de lamp aangeknipt moet worden. Naast m’n bed staat een geavanceerde paarse schemerlamp die de neiging heeft weg te draaien. Daar kreeg ik gisteren genoeg van, zodat ik een mep uitdeelde die de gloeilamp vernietigde. Een lichtgroen lampje gekocht dat aan de bedrand vastgeklemd kan worden. Die bedrand zit vrij laag, waardoor ik praktisch waterpas moet liggen lezen: het licht schijnt niet van boven op mijn boek maar horizontaal.
24-12-06. Een klassieker kan je niet vaak genoeg zien en ook de special edition van The Maltese Falcon was een feest – glansrollen van Humphrey Bogart, Sidney Greenstreet, Peter Lorre en Mary Astor, subliem in beeld gebracht door John Huston. De tweede schijf bevatte een documentaire. Die was vooral interessant voor mijn kennis van het Engels. Ik weet nu waar de klemtoon ligt in de voornaam van Dashiell Hammett, de schrijver van de gelijknamige roman. Het boek werd uitgegeven door Alfred A. Knopf, en tot mijn verbazing wordt de K van diens achternaam uitgesproken. De titel zelf werd steeds raadselachtiger. Er kwamen diverse Amerikanen (acteurs, critici, regisseurs, technici) over de film aan het woord. De meesten hadden het over The Moltese Felcon, een enkeling over The Moltese Folcon en was zelfs iemand die het uitsprak als The Meltese Felcon.
25-12-06. Als ik lees of hoor dat inburgeraars geacht worden het Nederlands te beheersen, duurt het niet lang voordat ik denk aan de situatie op universiteiten, waar Nederlandse studenten in het Engels gehouden colleges moeten volgen die gegeven worden door Nederlanders die het Engels hooguit matig beheersen. Die studenten beheersen het Engels ook maar matig want zij zijn opgegroeid met TMF en MTV en denken dat ze door de blootstelling aan dat veramerikaanste Engels voor Engelssprekend kunnen doorgaan. (Zouden die studenten voor hun lol Engelstalige literatuur lezen? Natuurlijk niet.) En dan heb je ook nog clowns als Balkenende en Bot en andere landsvertegenwoordigers die in beschamend slecht uitgesproken Engels de wereldpers toespreken. Dat zijn de figuren die het van belang vinden dat inburgeraars Nederlands leren spreken. Halftien eerste kerstdag: nog niets gegeten en ik ben nu al kwaad.
26-12-06. De lijst van invloedrijkste zwarte artiesten wordt aangevoerd door achtereenvolgens Duke Ellington, Miles Davis en James Brown. De laatste was in Journaalbeelden voornamelijk in zijn nadagen te zien en bij zijn priviébezigheden werd er vooral over strafbare feiten gesproken. Maar zijn muzikale nalatenschap is duizelingwekkend: vijftig jaar geleden zijn eerste hit, in de jaren zestig een onafzienbare stroom releases: singles, elpees, dubbelelpees, elpees geproduceerd voor anderen. Hij zong ballads met big bands, bracht funk met zijn eigen orkest, waarover hij despotisch heerste. En daarbij een gewiekst zakenman die een imperium opbouwde met restaurants en radiostations. Bovendien sociaal betrokken: hij probeerde (ook op de plaat) kansarme kinderen te bewegen naar school te gaan, hij nam spotjes op tegen drugsgebruik (maar kwam zelf in het nieuws wegens het gebruik ervan). Wat hij ook deed: James Brown made it funky.
27-12-06. Ik heb hem helaas maar twee keer zien optreden: in november 1999 en in juli 2004, beide keren in de Statenhal. De eerste keer als hoofdact na The Supremes en The Temptations, de tweede keer op het North Sea Jazz Festival. Beide keren was het een belevenis – ik ben nu eenmaal geen criticus die zich eraan stoort dat iemand van tegen of in de zeventig wat strammer is dan veertig jaar voordien. Een artiest mag best ouder worden en gas terugnemen – was het optreden van de oude Cab Calloway niet een van de hoogtepunten van de film The Blues Brothers? Ik plaatste maandag een reactie op het bericht van het overlijden dat op een Elvis website stond. Daar en op een Frank Zappa forum werd er zeer lovend over James Brown gesproken. Dat zegt vermoedelijk wel iets.
28-12-06. Een keertje wat minder nachtrust kan geen kwaad, dacht ik. Eerst een paar uur lezen, dan een paar uur slapen en vervolgens fris de dag tegemoet treden. Maar toen ik omstreeks halftwaalf met nog slechts zo’n 200 pagina’s te gaan Midzomermoord van Henning Mankell naast me neerlegde en het licht uitdeed en de ogen sloot bleef de slaap urenlang uit. Mijn bioritme stond in de uitslaapstand en de daaraan gekoppelde laatslaapstand. Ik zal op zeker moment een droom binnengegleden zijn maar het duurde niet lang voordat poes Duimpie haar snuit tegen de mijne duwde ten teken dat ik eruit moest gaan om haar en logeerkat Loekie vers voedsel voor te schotelen. Nadat ik aan deze oproep gehoor had gegeven verder geslapen, totdat om tien over zes de wekker ging. ’s Morgens kwiek, ’s middags een gapend wrak.
29-12-06. Ze proberen ons te belazeren. Op de Vlaamse Teletekst was een bericht te lezen dat aldus begon: ‘Casino Royale is de meest succesvolle James Bondfilm aan de kassa. De film heeft wereldwijd al 344,6 miljoen euro opgeleverd. Het vorige Bondrecord stond op naam van Die Another Day, met Pierce Brosnan (328 miljoen euro).’ De cijfers zullen best kloppen, maar de redenatie klopt niet. Je kunt het succes van een film niet afmeten aan de opbrengst aan de kassa – althans niet als je een vergelijking wilt maken met eerder uitgebrachte films. Want het bioscoopkaartje wordt elk jaar duurder. Logisch dus dat Casino Royale veel meer opbrengt dan bijvoorbeeld Goldfinger: anno 1964 kostte een bioscoopkaartje een fractie van wat het nu kost. Je moet het aantal bezoekers tellen – plus nog verdisconteren dat er toen minder mensen waren dan nu.
30-12-06. Behalve een briljant artiest, componist, bandleader en inspirator was James Brown ook excentriek – zoals bijna alle Hele Groten. Ik herinner me een interview in Melody Maker of NME, waarin hij vertelde dat zijn platenmaatschappij ooit een plaat niet had willen uitbrengen. Omdat die te goed was. Ook leuk: hij kopieerde Fame van David Bowie en bracht het met een andere tekst uit als Hot (I Need To Be Loved, Loved, Loved, Loved) alsof het een eigen compositie betrof. Het was eigenlijk wel een mooie dood, de totale aftakeling die onherroepelijk zou komen is hem bespaard gebleven. De opbaring in het Apollo Theater en de massale belangstelling daarvoor deed denken aan die van Elvis destijds in Graceland. Zoals Brown ooit zei: ‘There are two American originals, Elvis and me. Elvis is gone, and I’ve got to carry on.’
31-12-06. Ik had het me voorgesteld als een luie voorlaatste dag van het jaar maar toen belde een vrolijke vriendin op die me uitnodigde om te gaan schaatsen op het Plein. En dus moest die luie voorlaatste dag van het jaar plaatsmaken voor een feestelijke. Momenteel is het de laatste dag van het jaar en als het geen luie dag wordt dan weet ik het ook niet meer. Dat ik pas om kwart voor tien opstond was alvast een goed teken. Het was geloof ik wel een gunstig jaar, persoonlijk. Het voorgenomen manuscript voltooid, een essay over Campert geschreven, tweemaal twee uur Hot Talk gemaakt voor Radio West, tot ergens in juni flink gefitnesst, nadien de hardloopfrequentie opgevoerd en honderd boeken gelezen. Het ging te goed voor goede voornemens – ik ga in januari gewoon maar verder met schrijven.
© Copyright Martin de Jong, Den Haag. Alle rechten voorbehouden.