2007

01-01-07. Het ziet er naar uit dat het een latertje wordt: het is 01.15 uur en het vreugdevuur aan de overkant is net ontstoken. (Ik moest natuurlijk denken aan Amarcord van Fellini.) Vroeger redden we het met sterretjes, gillende keukenmeiden, damesscheetjes en kanonslagen – tegenwoordig hoor je van een tienduizendknaller niet meer op en een rotje is pas zoals hij zijn moet als er aardlagen van gaan verschuiven. De katten houden zich kranig: poes Duimpie, die in 2007 twintig jaar wordt, het misschien al is (geen idee wanneer ze jarig is), hoort de knallen niet. Poes Gregor heeft zich erbij neergelegd en ligt naast mijn hoofdkussen te wachten op rustiger tijden. En dan is logeerkat Loekie er nog. Toen het te gek werd met de herrie kroop hij onder het bed. Ik ga straks maar eens met hem praten.

02-01-07. Ik schreef dit gisteravond alvast – mijn bioritme ligt volledig aan barrels, het valt niet te zeggen op welk tijdstip ik vandaag uit mijn nest zal rollen. Het bleef in Loosduinen nog lang onrustig, oudejaarsnacht. Zwaar vuurwerk en gebral van het janhagel. Tot kwart voor vier had pitten geen zin. Omstreeks dat tijdstip moet ik in slaap gevallen zijn – anders had ik een uur later niet wakker kunnen schrikken. Er was een nieuw contingent falderappes in de straat opgedoken, men zette het gedurende een halfuur op een knallen en lallen. Het kwam me eerlijk gezegd wel goed uit, in dromenland was het helemaal bal. Ik zat op zeker moment in oorlogstijd in de trein en was met die trein achter de vijandelijke linies beland. Dan kan je maar beter door rumoerige volkse types uit de slaap gehouden worden.

03-01-07. Januari is een schrijfmaand (al ben ik nog niet op gang gekomen). Tot de bezigheden behoort het bewerken van een stuk of vijftig vrolijke korte verhalen. Voor een deel zijn ze gelicht uit een manuscript dat Afgrijselijke jeugd heet, voor een deel komen ze uit Dodelijk verliefd en de rest ging op dit weblog in wereldpremière. What’s in a name? Een heleboel en ik heb dan ook flink nagedacht over een titel. De werktitel luidde Dagelijks leven maar dat is al bijna net zo halfzacht als het zogenaamd diepzinnige Over leven. Ik had de verhalen in alfabetische volgorde geprint. Boven op de stapel lag er een dat Aan de hand heette. Dat was eigenlijk wel een aardige titel. Aan de hand en andere verhalen? Hm, nee. Aan de hand en andere aandoeningen – dat leek er meer op.

04-01-07. Als het om goede voornemens gaat is ergens mee stoppen waarschijnlijk makkelijker dan ergens mee beginnen. Roken, drinken, de muil vullen met vet vreten – gewoon niet meer doen, dat lijkt me een makkie als je zulke dingen voorheen deed. Maar mijn voornemen betrof het schrijven en dan niet ermee ophouden maar ermee doorgaan. En daarvan is tot nu toe nog niet veel terechtgekomen. De stapel te bewerken manuscripten ligt vrijwel binnen handbereik, daar ligt het niet aan. Ik denk dat ik nog aan het idee moet wennen dat het een schrijfmaand is. Vanmorgen werd ik al om negen uur wakker. Ik dacht: is het pas negen uur? Om kwart voor tien nog een keer wakker geworden maar koppig de ogen gesloten en er om halfelf uit gegaan. Voor schrijven was de dag toen al te ver gevorderd.

05-01-07. De mensen vragen me vaak: ‘Lieve, beste, brave Martin, wijze vriend, jij weet nogal veel – hoeveel koffie zit er nou eigenlijk in zo’n koffiepad?’ Wegens omstandigheden buiten mijn schuld kan ik daar sinds gisteren antwoord op geven: veel. Er zit veel koffie in een koffiepad. Ik trok een zak met 36 cafeïnevrije koffiepads open (ik wissel af met pittig, mokka en aroma, wat allemaal hetzelfde smaakt) en merkte te laat dat een van de pads zich inwendig aan de verpakking had vastgehecht en door het openen van het pak doormidden was geraakt. Heel de inhoud van de koffiepad over de onderliggende koffiepads. Tijdens het overhevelen naar de voorraadbus moest ik de 35 ongeschonden koffiepads koffievrij blazen, een afmattend karwei. Overigens stellen die pads niks voor. Ik denk dat ik ze zelf ook zou kunnen maken, van verbandgaas.

06-01-07. Het was een uitgemaakte zaak, meer een formaliteit dan een goed voornemen. Tijdens de vreetdagen volmondig ongezondheid verorberd, in januari zou dat afgelopen zijn. De eerste dagen kwam het er nog niet van maar donderdag was het de vijfde en de hoogste tijd voor gezond eten. Vifit en Alpro gingen er sowieso in maar die middag kwamen daarbij aantal rauw geconsumeerde peentjes, een heel blik tomatensoep, een ongeschilde appel, een glas rosé en een paar handjes amandelen. Aan het begin van de avond lag ik gevuld met gezondheid dvd te kijken, onderwijl pitloze druiven peuzelend. En toen kreeg ik me toch een buikpijn! (Of maagpijn, weet het verschil niet goed – de buik zit geloof ik aan de buitenkant.) Ik zag mezelf al op de intensive care liggen maar het eindigde gelukkig op het toilet, zo’n vier keer.

07-01-07. Het had een schrijfdag kunnen worden maar het werd een dagje Amsterdam met een vrolijke vriendin en daar kon achteraf gezien geen schrijven tegenop. We waren de voorziene regenval te snel af en wisselden gaandeweg licht filosofisch getinte denkbeelden uit. Ik zei: ‘Je bent zo jong als je je gedraagt.’ Ze zei: ‘Ik gedraag me nooit.’ Soms ook was de conversatie wat minder filosofisch van strekking. Ze zei: ‘Hoe vaak doe je het per week?’ Ik zei: ‘Hoe vaak per dag is makkelijker uit te rekenen.’ We bezichtigden etalages. In een ervan lag een prijzig kledingstuk. Ze zei: ‘Honderd euro!’ Naast de winkelingang stond een ultrakort gerokte jongedame te roken. Ik zei: ‘Ook honderd euro.’ Zo’n dag was het. Toen ik thuiskwam goot het, in de brievenbox een afwijzingsbrief van een uitgever. Het was inderdaad geen schrijfdag.

08-01-07. De verjaardag van Elvis wordt altijd gevierd of hij gewoon was blijven leven en zijn sterfdag is eigenlijk ook altijd wel een feestelijke aangelegenheid – dit jaar wordt die voor de dertigste keer gevierd. Van de week luisterde ik weer eens naar de opnames die hij in 1969 in Memphis maakte, tussen de uitzending van zijn Comeback Special en zijn daverende debuut in het International Hotel in Las Vegas. Zelden daarvoor of nadien zong hij zo gepassioneerd, zo wanhopig, met zoveel soul in zijn stem en dieper dan vanuit zijn tenen. De grootste hits waren Suspicious Minds en In the Ghetto, maar door merg en been gaan vooral ook Long Black Limousine, Wearin’ that loved on Look en I’ll hold you in my Heart. Ballads, rauwe blues, country, gospel – hij schudde het uit zijn mouw, onbegrijpelijk maar waar.

09-01-07. In Sabbatical (om het daar eindelijk weer eens over te hebben) staat een opsomming van belangwekkende Amerikanen. Favorietenlijstjes worden vaker gemaakt. Gisteren werd MOFO bezorgd: een set van vier cd’s bevattende The Making of Freak Out!. De hoes van de oorspronkelijke dubbelelpee bevatte een lijst van personen die (op Frank Zappa) van invloed waren geweest. Het MOFOboekje herbergt een aanvulling op die lijst. Zijn er overlappingen met het onafhankelijk daarvan tot stand gekomen namenoverzicht in Sabbatical? In beide staan Gregory Peck, Jack Nicholson, Richard Brautigan, Terry Gilliam, Duke Ellington, Nina Simone, David Lynch, Ella Fitzgerald en Clint Eastwood. Die van mij bevat uiteraard ook Frank Zappa, de MOFOlijst voorts Rutger Hauer, de overige Monty Pythonleden, Mick Jagger, Burt Bacharach, Aleister Crowley, Madonna, Harpo Marx, Bill Clinton, Al Gore, Tom Waits, Germaine Greer, Lene Lovich en vele anderen.

10-01-07. De ene keer is de timing beter dan de andere. Zaterdag was ik uithuizig toen er een pakketbezorger aanbelde. Briefje in de brievenbox: dinsdag tussen 12.00 en 21.00 uur kom ik nog een keer langs. Het magazijn van de pakketverzender zit vrij nabij, ik fietste er maandagmiddag naartoe. Niet voor niets was herbezorging op dinsdag aangekondigd: op maandag was de tent gesloten. Dinsdag was gisteren. Ik reed omstreeks 11.00 uur naar het magazijn – ik had geen zin om van 12.00 tot mogelijk 21.00 uur te zitten wachten. Met het pakje onder de snelbinder naar huis gefietst en nu zat het met de timing wel goed. Ik had het pakje nog niet uitgepakt of buurvriendin Esther belde op met een strandwandelvoorstel. Het werd een stormloop waarbij mijn capuchon (die plaats biedt aan twee hoofden) over mijn harses woei.

11-01-07. Tijdens het bezoek aan Amsterdam, afgelopen zaterdag, kocht ik de Deluxe Edition van The London Howlin’ Wolf Sessions, opgenomen begin mei 1970. The Rolling Stones, Cream en Led Zeppelin waren aan de haal gegaan met het oeuvre van blueskolos Howlin’ Wolf, het was tijd geworden om iets terug te doen: een sessie waarbij de zanger van Built for Comfort werd begeleid door onder anderen Eric Clapton, Bill Wyman en Charlie Watts, plus invalkrachten Klaus Voormann en Ringo Starr (‘Richie’ geheten, op de oorspronkelijke uitgave). Het extra schijfje met outtakes is een juweel. Voordat Who’s been Talking? gespeeld wordt hoor je Howlin’ Wolf een poosje praten – dat is al een feest. Maar raar maar waar: de versie die Tom Jones en Jeff Beck van Goin’ down Slow doen is beter dan die van Howlin’ Wolf en Eric Clapton.

12-01-07. Een stormwaarschuwing is voor mij juist een aansporing om naar Kijkduin te gaan en de woestheid van de elementen aan den lijve te ondervinden. Terwijl de storm ’s nachts tegen het huis blies lag ik te slapen alsof het windstil was: niets van de nachtstorm gemerkt. Maar om kwart voor negen werd ik wakker van de krakende muur – die kraakt soms als het hard waait. Eruit gegaan, dekbed en kussens beneden op de bank gelegd, daar verder gaan slapen. Om kwart voor elf wakker geworden van andersoortig geluid. Ik richtte het hoofd op en keek in de tronie van een vogel in een rijzend bakje die tot voor mijn raam was aangekomen en met een elektrische zaag bezig was takken van de boom te zagen. Gapend koffie gaan zetten. Brrr, te guur om naar Kijkduin te gaan.

13-01-07. In plaats van vage, niet-bindende schrijfplannen had ik twee weken geleden natuurlijk gewoon goede voornemens moeten hebben. Het jaar is aan de dertiende dag toe en van schrijven is nog niets terechtgekomen. In feite is er nog nergens iets van terechtgekomen, het enige wat naar wens verloopt is uitslapen en dat begint dan ook bedenkelijke vormen aan te nemen. Tot voor kort was er in mijn situatie sprake van uitslapen als ik om acht uur, halfnegen opstond. Omdat ik wegens vakantieomstandigheden nergens naartoe hoef, gaat het van kwaad tot erger. Het slapengaan schuift op naar drie uur, opstaan gebeurde gisteren om halftwaalf. Vanmorgen zal het ongetwijfeld nog later geworden zijn en daarom plaatste ik deze tekst kort na middernacht alvast. Tegen de tijd dat ik wakker en op was zou het de moeite waarschijnlijk niet meer zijn.

14-01-07. Zaterdagnacht kwart over twee en ik heb a funky good time. Twintig minuten geleden begon op BBC 2 het Electric Promsconcert van James Brown, met 24-koppige band en het London Community Gospel Choir, zijn laatste gefilmde optreden. Momenteel zingt hij met pianobegeleiding Georgia. Hij is sinds de laatste keer dat ik hem op tv zag behoorlijk afgevallen maar heeft er zichtbaar zin in en probeert soms vanoudse danspasjes. Dat neemt allemaal niet weg dat hij sinds kerst niet meer beweegt, zingt of dirigeert. De Vlaamse Teletekst berichtte gisteren over plannen om Browns woning te laten omvormen tot een Graceland-achtig museum: de familie is al in gesprek met de erven Elvis over de wijze van aanpak. Graceland trekt jaarlijks 600.000 bezoekers – benieuwd hoevelen het laatste onderkomen van James Brown zullen bezoeken. Maar nu dansen: Soul Power is ingezet!

15-01-07. Het grote nadeel van vakantie is dat er onherroepelijk een einde aan komt. Sinds omstreeks kerst heb ik vrij en over drie weken moet ik alweer aan de slag. Dat zal een aanslag op het slaap-/waakritme worden. Zaterdagnacht zette ik na het geziene optreden van James Brown om vijf voor drie de tv uit en ging maar eens slapen. Na een uur lang funk voor je kiezen te hebben gekregen valt het niet mee meteen in slaap te komen, de laatste keer dat ik op de wekker keek was het halfvier. Geen wonder dat het al middag geworden was toen ik opstond. Op zondagochtend ga ik altijd hollen en dat kon nu niet omdat het geen ochtend meer was. Gloeiende gloeiende gloeiende, over drie weken loopt om tien over zes de wekker af. Het wordt mijn dood.

16-01-07. Er ligt nabij mijn bureau een stapel manuscripten op de grond en daar zou ik me deze maand in gaan verdiepen. Gisteren kwam het er opnieuw niet van, hoewel ik al om halftien was opgestaan. Maar vandaag gaat het gebeuren. Ik ga echter niet aan de gang met de stapel manuscripten: eerst maar eens een begin zien te maken met het draaiboek/script voor Hot Talk, want op 23 maart mogen we weer radio maken. Vanwege die datum zal het thema zijn: Lente en liefde in Buisdorp. Over de lente heb ik geloof ik niet veel te melden, de liefde is qua satire een makkie. De afgelopen dagen begonnen een paar sketches in mijn hoofd vorm te krijgen, daarnaast zijn er eerder geschreven teksten die aardig bij het thema passen, zoals Seks! en Een kleine is groot genoeg.

17-01-07. Die vrolijke vriendin nodigde me uit een receptie bij te wonen en daar zei ik natuurlijk geen nee tegen, al heb ik nog zo’n afkeer van dat soort evenementen. Het werd gehouden in het Paard en bezocht door tientallen figuren die iets met kunst te maken hadden. (Het was dan ook druk bij de bar, toen ik na de vertoning van een kunstzinnige videofilm een consumptiebon wilde omruilen voor een witte wijn.) Ik meende iemand te herkennen. Dat doe ik wel vaker en dan blijkt het een onbekende te zijn. Ik zei daarom: ‘Als je je voornaam noemt weet ik of ik je ken.’ ‘Tessa.’ Mooi, Tessa kende ik. Na nog een witte wijn draaide niet alleen de muziek maar heel het Paard zodat ik maar van de vrolijke vriendin afscheid nam en naar de tramhalte waggelde.

18-01-07. ‘Het is praktisch af, ik ga bijna beginnen,’ aldus een zelfbedachte uitvlucht die beoogt de toehoorder zand in de ogen te strooien als deze wil weten of het een beetje wil lukken met schrijven. Gisteren begon het beginnen eindelijk: in anderhalf uur tijd drie sketches voor Hot Talk van 23 maart geschreven (er waren al vier teksten opgegraven die nog bewerkt moeten worden). Het thema van de uitzending is Lente en liefde in Buisdorp, maar ik geloof dat er weinig aandacht aan de lente besteed zal worden. Een van de sketches betreft een interview met dokter Mentaal over geslachtsorgaandonaties. De amuseur Arie Wietzen vertelt over zijn huwelijksnacht (die hij slapend doorbracht) en socioloog Ricardo Bion komt aan het woord over zijn onderzoek naar seks in Buisdorp – het komt er kennelijk voor. Vandaag vermoedelijk de ontbrekende teksten schrijven.

19-01-07. Vroeger kwam het openbare leven tot stilstand als het ijzelde, tegenwoordig gebeurt dat vanwege de wind. In het middagjournaal een brutale oetlul van een verslaggever op het strand. Tegen passanten zei hij bestraffend: ‘Het is hier gevaarlijk! Wat doet u hier?’ Ik zou hem geantwoord hebben: ‘Als het zo gevaarlijk is, wat doe jij hier dan, brutale oetlul van een verslaggever?’ Bijna was ik zo’n passant geweest: tegen drieën had ik de hardloopschoenen aangetrokken en was naar Kijkduin gehold. Toen ik er de uitkijkpost bereikt had kon er niet meer in alle richtingen uitgekeken worden: het was gaan hagelen. Op het strand was ik de enige aanwezige. Ik had een baard van twee dagen en voelde me daardoor onverschrokken als Indiana Jones – totdat ik op de boulevard door onverwachte zijwind bijna omver geblazen werd. Volkomen doorweekt thuisgekomen.

20-01-07. Ik vind het leuk om een tekst in een andere context te plaatsen: zo heb ik ooit een fragment uit een feuilleton hergebruikt voor een sketch in Hot Talk, omgewerkt tot een dialoog. Ook mag ik teksten graag met elkaar in verband te brengen (zelfs al heeft niemand dat in de gaten). In de komende Hot Talkuitzending zit een interview met de socioloog Ricardo Bion. Zijn zus Jardina is een personage in Zoute griotten (uit 2001). Daar is te lezen dat deze Ricardo sociologisch onderzoek doet (een vooruitwijzing van maar liefst zes jaar dus). Een andere tekst die voor Hot Talk bewerkt wordt gaat over seksuele voorlichting. De oorspronkelijke versie is meen ik in de ik-vorm geschreven, later werd Evert, de held van Zoute griotten, de centrale figuur. Voor de continuïteit van de uitzending wordt Ricardo dat.

21-01-07. Natuurlijk was het te flauw voor woorden: Benny Hill-leuk, zo flauw dat het weer leuk werd. De zaal zat vol volwassenen, een zaal in het Koorenhuis, in afwachting van de voorstelling Pijpleidingen, die gegeven werd door cursisten in de disciplines acrobatiek, mime en acteren met tekst (waarbij het onderdeel acrobatiek door omstandigheden bij zowel docenten als cursisten niet doorging). Maar goed, ik was gekomen voor vandaag jarige buurvriendin Esther, die met andere jonge mimedames een presentatie deed. De hoogste baas van de theaterafdeling leidde in. Het thema was Pijpleidingen, en de cursisten waren enthousiast in de weer geweest met de pijpen (gegniffel in de zaal) en hadden tijdens de cursus veel plezier gehad met pijpen (geschater) – de spreker had geloof ik zelf niet in de gaten wat er zo leuk was, dat pleitte misschien wel voor hem.

22-01-07. De afgelopen dagen heb ik me vermaakt met tien jaar Michael Palin. Dat deed ik door het lezen van Diaries 1969-1979 – The Python Years. In meer dan 600 pagina’s wordt verslag gedaan Palins dagelijks leven en van het ontstaan en de Werdegang van Monty Python’s Flying Circus, inclusief de theatervoorstellingen en de films in de gedagboekstaafde periode. En dan waren er nog de tv-reeks Ripping Yarns, de film Jabberwocky (beide samen met Terry Jones gemaakt) en vele andere nevenactiviteiten. (Zijn populaire reisprogramma’s komen in een volgend deel aan de orde.) De Pythonwereld raakte de popwereld: Palin ontmoet George Harrison, Mick Jagger, Ron Wood, Keith Moon, Harry Nilsson en Paul Simon. Ik kreeg na het lezen zin in een Monty Pythonfilm (de 45 tv-afleveringen zag ik in december) maar ik moet streng zijn: vandaag is het een schrijfdag.

23-01-07. Het zou vandaag een schrijfdag worden, het werd het niet. Ik kreeg het niet eens voor elkaar de Palin Diaries uit te lezen – en dat terwijl ik nog maar 30 pagina’s te gaan had. Of ze verzachtend genoemd kunnen worden weet ik niet, er waren hoe dan ook omstandigheden die me van het schrijven afhielden. Tot halftwaalf liggen slapen was zo’n omstandigheid. En het gebak eten met gisteren jarige buurvriendin Esther. Bovendien had ik tijd vrijgemaakt voor een bezoek aan de kapper. Een erg aardige kapper maar ook een onbedaarlijke prater: hij zit niet alleen aan je hoofd, hij zeurt er ook aan. (Vorig jaar was hij de inspiratie voor een Hot Talksketch.) Aan het einde van de middag het zesde seizoen Gilmore Girls gekocht – en toen was er natuurlijk helemaal geen tijd meer om te schrijven.

24-01-07. Je hebt vakantie of je hebt geen vakantie en wat kan je dan beter hebben dan in anderhalve dag de 22 afleveringen van het zesde seizoen Gilmore Girls zien? Alle rollen voortreffelijk gecast – en wat een gastrollen! In een droomscène speelde Madeleine Albright voor de moeder van Rory, in een andere droomscène was Paul Anka te zien (dat was te verwachten, de hond van Lorelai heet Paul Anka). In de voorlaatste aflevering werd de straatmuzikant van Stars Hollow ‘ontdekt’ en mocht optreden in het voorprogramma van Neil Young (volgens Kirk ‘een van de Monkees’). In de laatste aflevering wemelde het van de straatmuzikanten, hopend op ontdekking. Onder hen Ron en Russell Mael, van de Sparks. Het gaat momenteel richting halfnegen, ik om tien uur richting Delft. De dag komt bar op gang. Nog geen zon, wel sneeuwresten.

25-01-07. Lang geleden liep ik wild gebarend met mijn zus door de Spuistraat. Zij gebaarde zelf ook wild. Dat deden we om elkaars aandacht te vestigen op spelfouten in advertenties van winkels. Ik dacht dat zoiets genetisch en/of erfelijk was maar tot mijn genot merkte ik gisteren dat het ook een kwestie van geestverwantschap kan zijn. M., wier naam net als de mijne met een M begint (en dan bovendien eveneens successievelijk een A en een R) was mee op een gezelligheidsmissie naar D. (bij de meeste inwoners bekend als Delft). M. hield stil voor een groente-uitstalling: dat bordje hield geen verband met de uitgestalde waren. M. haalde de uitbaatster erbij, die het bordje verwijderde – ik beloofde dat we binnenkort wederom een kwaliteitscontrole zouden komen houden. (Later bij Albert Heijn diverse beschamende fouten gevonden in particuliere advertenties. Hopeloos.)

26-01-07. Tijdens het bezoek aan Delft een buitenkans: drie Dylan-cd’s voor 25 euro. Ik zette gisteren Infidels op, het eerste nummer daarvan is Jokerman – tevens het eerste onderwerp van het ochtendjournaal. Een joker uit Hellevoetsluis was geschminkt als joker op de foto gegaan en had die foto op een identiteitsbewijs weten te krijgen. Mijn rijbewijs is houdbaar tot 14 april, voordien moet er een pasfoto gemaakt worden. In de regel doe ik dat een paar keer voordat ik vind dat het ermee door kan. Het zal weer niet meevallen: met het klimmen der jaren wordt mijn kop er niet gezelliger op. Nog een beangstigend vooruitzicht: TV West Teletekst meldt over RandstadRail: ‘En hoewel woensdagavond een voertuig bij een wissel uit de rails liep is besloten vanaf maandag mensen te gaan vervoeren.’ Ook bij de tram zitten er jokers.

27-01-07. De buitenstaander zal het idee hebben dat ik niets uitvoer. Dat is in zekere zin ook zo maar de boog kan nu eenmaal niet altijd gespannen zijn – zelfs niet als het jaar al aan zijn 27ste dag toe is en er van schrijven nog weinig gekomen is. Van lezen is evenmin veel gekomen (tot nu toe drie boeken gelezen, als het in het huidige tempo doorgaat haal ik dit jaar de honderd niet). Een groot deel van de vrije tijd is opgegaan aan dvd-kijken, aan feestelijke bijeenkomsten, uitstapjes en mailuitwisselingen met de vrolijke vriendin en aan zo nu en dan een inval noteren. Die incidentele invallen hebben betrekking op de aanstaande Hot Talkuitzending (Radio West, 23 maart). Kranten lees ik niet, het nieuws volg ik soms via het Journaal. Gisteravond ging dat gedeeltelijk over een tonijnconferentie. Tonijnconferentie?

28-01-07. Loosduinen dreigt van de buitenwereld afgesloten te worden. Afgelopen vrijdag werd een ritje naar de supermarkt gedwarsboomd door een wegafsluiting, gisteravond kwam het bericht door dat RandstadRail morgen nog geen mensen gaat vervoeren: eergisteren was tijdens een testrit de boel weer in de soep en de tram weer uit de rails gelopen. Herinneren we ons de klucht rond de tramtunnel nog? Het kernwoord is ‘tram’. De zon scheen zaterdagochtend en daarom ging ik op de fiets naar Delft – het deerde me niet dat de zon verdween en de lucht beheerst raakte door wolken die regen loslieten. Ik bereikte, mede dankzij de rugwind, in 38 minuten een Delftse boekhandel. Tijdens de terugfietsing nam de neerslag toe en mijn snelheid af want ik klokte een netto fietstijd van anderhalf uur. (Kortom: er was helaas niets om over te schrijven.)

29-01-07. De laatste week van de vakantie is begonnen, gisteren eindelijk ervoor gaan zitten en blijven zitten tot de eerste versie af was: van ’s middags kwart over twee tot zeven uur ’s avonds gewerkt aan het draaiboek/script van de Hot Talkuitzending van 23 maart. Vrij vlot twee sketches geschreven, een aantal andere herzien en een stuk of vier bestaande teksten omgewerkt. Daarbij ook geschoven met de muziek die gedraaid wordt – iets wat ik van plan was in het eerste uur te laten horen naar het tweede uur geschoven en later weer teruggeschoven naar het eerste uur. De eerste versie is nog zeer voorlopig: ik wacht op aanlevering van een tekst waarvan ik de lengte niet ken, ik weet niet hoe lang een muzikale externe bijdrage duurt en moet de geschreven teksten nog timen. Maar het komt goed.

30-01-07. De temperatuur was maandag zeer in orde – het zou prettig zijn als de verandering van het klimaat ook zou leiden tot afname van neerslag. De zon scheen, ik dacht: ik stap op de fiets en fiets naar Leiden. Ik stapte op de fiets en fietste naar Leiden maar na nog geen kilometer was de zon vertrokken en fietste ik onder wolken en werd geraakt door regendruppels. Leids reisdoel waren twee cd-verkooppunten. Bij het eerste kocht ik de elders niet gevonden Scott Walker-cd The Drift en ook Modern Times, de recentste Dylan. Bij het andere verkooppunt nog eens vier Dylans, daar zeurden mijn oren om. Ook op de terugweg regengedruppel en bovendien maaggerammel: bij een benzinestation een broodje gezond. (Bestaat dat? Dat bestaat.) ’s Avonds de eerste versie van het Hot Talkscript bijgeschaafd en getimed. Zeer naar wens.

31-01-07. Oh dear, o dier. Vijf jaar geleden belde m’n zus me huilend op, ze had haar kat Tobias moeten laten inslapen. Gisteren was ze van haar werk thuisgekomen en had poes Mimi dood in haar mandje aangetroffen, bezweken aan de ongezondheid die haar de laatste maanden verzwakt had – Mimi zou in maart zeventien geworden zijn. We reden naar het dierencrematorium waar ik destijds dode kat Paling had achtergelaten. Ze hebben er een heuse rouwkamer, waar het huisdier in een mand op een tafel gelegd wordt en je afscheid kunt nemen. Mijn zus zei dat een groepscrematie van meerdere gestorven huisdieren in orde was. Mij was indertijd gevraagd hoe laat ik Paling gecremeerd wilde hebben – ik meen dat ik ‘vijf over zes’ als tijd opgaf. Aan de telefoon tranen, onderweg naar het crematorium tranen, op de terugweg tranen.

01-02-07. Ik was weer naar Delft gefietst, ik had weer een aantal Dylan-cd’s gekocht, ik las dagelijks voor het slapengaan in The Rough Guide to Bob Dylan – waarom ging ik niet naar een van zijn concerten in de Heineken Music Hall? Er was nog een kaartje te krijgen voor 9 april. Ik kocht er ook een voor 27 maart: dan vertolkt Bryan Ferry op dezelfde locatie Dylansongs, ter promotie van zijn cd Dylanesque, die op 5 maart verschijnt. Ik zag Dylan eenmaal eerder, op 23 juni 1978, in het Feyenoord Stadion. Ik stond er vrij vooraan (er waren geen videoschermen!) en maakte met een telelens foto’s. In het voorprogramma onder anderen Eric Clapton. Aan de zijkant van het podium zat Patty Boyd: de ex van George Harrison, de aanstaande ex van Clapton, maar vooral van belang als Layla-inspiratie.

02-02-07. Een paar maanden voor zijn optreden in het Feyenoord Stadion (1978) trad Bob Dylan in Japan op. Twee concerten resulteerden in de aanvankelijk alleen in dat land verkrijgbare elpee At Budokan. Ik zag de geïmporteerde dubbelaar destijds in Londen in een platenzaak nabij het Hammersmith Odeon liggen: peperduur. Na een tijdje kwam de plaat ook buiten Japan uit. Er was en is veel kritiek op: The Rough Guide to Bob Dylan is er niet over te spreken. De cd-beluistering, gisteren, beviel me goed. Dylan wordt begeleid door acht muzikanten en drie zangeressen. Een stampende Maggie’s Farm (met prominente blazers en een viool die ook in All along the Watchtower soleert), een aparte reggaeversie van Don’t think Twice, it’s all right, bongo’s en een scheurende sax in One more Cup of Coffee, en een spookachtig Oh, Sister. Prachtig.

03-02-07. (Met gevaar voor eigen leven naar de supermarkt gereden: op de parallelle tramrails reed de RandstadRail proef, doodeng.) Afgezien van het huidige weekend was het de laatste dag van een zowat zesweekse vakantie en de eerste dag daarvan dat ik me serieus bezighield met Sabbatical. Met een korte onderbreking van halftwee ’s middags tot tien voor acht ’s avonds de print van Sabbatical in Progress (de afleveringen 1 januari t/m 27 december 2006) gecorrigeerd, van acht tot halfelf het manuscript van Sabbatical gelezen. Ik kwam zowaar weer een paar slordigheden tegen – onbeduidende slordigheden maar toch slordigheden. Over de roman als geheel ben ik nog steeds te spreken, ik hoef me er waarschijnlijk niet voor te schamen. Maar goed, dat zegt niets over het oordeel van anderen. Ik wacht sinds begin november op respons van een aantal uitgevers.

04-02-07. Geen leuker vermaak dan leedvermaak (zolang er geen persoonlijk leed aan de orde is). Zaterdagochtend vrolijk wakker geworden met Teletekst: RandstadRail had weer proefgereden maar de HTM dorst het nog niet aan personen te vervoeren. Er moet nog een keer controle uitgevoerd worden door ‘een onafhankelijke controleur’. Ik bekeek zojuist TV West Teletekst, belust op nieuwe trammalleur. En jawel hoor: ‘In Den Haag zijn zaterdagmiddag twee trams van lijn 15 ontspoord.’ Ik citeer dat grinnikend omdat ik diezelfde middag als fietser te maken kreeg met een fluim van een buschauffeur. Ik omzeilde op de Leyweg een stukje fietspad, een bus kwam me achterop, de chauffeur sprak passerend via zijn luidsprekers: ‘Je moet op het fietspad rijden, klootzak!’ Klootzak? Ik ging rechtdoor, hij rechtsaf – en moest voor me stoppen. Ik zwaaide geniepig, had ook een middelvinger kunnen opsteken.

05-02-07. Gewerkt aan het fatsoeneren van de Verhuisberichten – een tekst van oorspronkelijk zo’n 27.000 woorden (inmiddels teruggebracht tot omstreeks 21.000) waarin ik in 1994 mijn toenmalige verhuizing vrijwel dagelijks beschreef en die ik plunderde ten behoeve van de verhuizing van Tom Veers in de roman Sabbatical. In de loop der jaren verander je van opvatting. In Sabbatical was ik begonnen met het afzien van de komma voor het woordje ‘en’, ook als het geen opsomming betrof. De Verhuisberichten wemelden van komma gevolgd door ‘en’. Het zou de correctie vereenvoudigen als ik daar met ‘zoek en vervang’ korte metten mee maakte. Ik zocht en verving, maar beging daarbij een blunder: ik had ‘komma-spatie-en-spatie’ moeten vervangen door ‘spatie-en-spatie’ – ik vergat de beginspatie. En nu zat ‘en’ overal aan het voorafgaande woord vast. Dit ongedaan maken (zoeken op ‘en-spatie’) duurde lang.

06-02-07. Vaak is goede daden doen een heel gedoe. Iemand ligt verdrinkend in de plomp. Erin springen? Het is koud en nat. En bovendien: botulisme, ratten, vogelpest, ziekte van Weil. Je redt er een leven mee maar is het dat wel waard? Zaterdagmiddag fietste ik langs de Vliet en werd ingehaald door een lesauto, die een wieldop verloor. De wieldop rolde in de berm. Ik stapte af, viste de wieldop uit de berm en zette de achtervolging in. De rijlesser wist van wanten: de auto had een flinke vaart. Ik stond op de pedalen en vergde het uiterste van mijn longcapaciteit. Bij een stoplicht kwam ik langszij en reikte de instructeur via het neergedraaide raam zijn wieldop aan en vervolgde nahijgend mijn weg. Mijn hand was er gitzwart van geworden, ik reinigde hem in mogelijk hondenpisbacteriën bevattend bermgras.

07-02-07. ‘My mouth feels like Bob Dylan slept in it,’ klaagde Elvis tegen het publiek toen de droge Las Vegaslucht hem op de keel geslagen was en Gatorade drinken niet hielp. Als ik vroeger naar Bob Dylan luisterde genoot ik meer van de muziek dan van zijn stem. Het ging me om de levenslustige, humorvolle teksten, de even levenslustige en uitbundige begeleiding. Als ik naar zijn recentste cd’s luister is het vooral zijn stem die door merg en been gaat. Die is donkerder, bluesier geworden, wat goed past bij de muziek, die tegenwoordig rootsier is dan ooit. Met de instrumenten die op Modern Times (2006) gebruikt worden (plus orgel en wat toeteraars) zou Dylan het veertig jaar oudere Blonde on Blonde (1966) opnieuw kunnen opnemen: guitar (3x), harmonica, piano, bass, cello, drums, percussion, steel guitar, violin, viola, mandolin.

08-02-07. Hij typt niet meer met tien vingers, hoewel hij het bij muziek van Victor Silvester geleerd had. Bij een tentoonstelling van zijn werk had hij een paraplu bij zich, waar hij af en toe op leunde alsof het een stok was. Maar als de mond opengaat is het gewoon weer Jan Wolkers: ‘De schilder zonder naam zal heel bekend worden, op den duur,’ zei hij gisteravond in de aanbevolen documentaire van Coen Verbraak. De dood had het hoogste woord. De dood van zijn broer (lees Kort Amerikaans), de dood van zijn dochtertje (lees Een roos van vlees), de dood van zijn kat (lees De junival). Een jubileum: Wolkers is 50 jaar schrijver, in 1957 werden zijn eerste gedichten gepubliceerd. (Vorig jaar was hij 60 jaar schrijver, als je rekent vanaf de prachtige brieven aan Wim de Kler.)

09-02-07. Het was weer rep, het was weer roer. Laatst kregen we ingewreven dat de zeespiegel over een paar jaar Loosduinen overstegen zal hebben, gisteren werd het Journaal volledig gevuld met berichtgeving over sneeuwval. (Sneeuwval? Is dat een nieuw verschijnsel? Nee, vroeger sneeuwde het ook. En werd er dan het hele Journaal mee gevuld? Welnee, de weerman zei dat het sneeuwde en dat was dat. Dus er stond niet zo’n oetlul van een verslaggever op een brug over de snelweg te vertellen dat grote en kleine sneeuwvlokken elkaar afwisselden? Tuurlijk niet, wat een flauwekul. Het sneeuwde, en dan trok je kaplaarzen aan en dan ging je sneeuwballen gooien. En er werd geen weerswaarschuwing gegeven? Ben je gek.) Ik schrijf dit donderdagavond omstreeks 23.45 uur, er is geen sneeuw meer te bekennen. Dat zal de Journaalredactie niet lekker zitten.

10-02-07. Heerlijk, eindelijk weer een enquêteformulier in de bus! ‘Wij hebben u representatief uitgekozen’ – dat is raar, de envelop is niet geadresseerd. Erin zit mijn ‘persoonlijke opinieformulier: opinieformulier nr. 259/847’. Er wordt geen middel onbeproefd gelaten om de schijn van betrouwbaarheid te wekken en dan weet je dat je op je hoede moet zijn. Je ontvangt na het invullen een setje euromunten ‘Finland’ en ook nog een horloge ‘van tijdloos design’. Gratis, afgezien van de 4,90 euro verzend- en verpakkingskosten. Enfin, een hoop onzinvragen waar je onzinantwoorden op kunt geven (‘Daar heb ik nog niet over nagedacht’). Overigens een aardig onderwerp, euro versus gulden. Stel dat de gulden nog bestond. De luxe editie van de Volledige Werken van Willem Frederik Hermans kost per deel 75 euro, ofwel 165 gulden. Voor die prijs zou helemaal niemand tot aanschaf overgaan.

11-02-07. Gisteren het manuscript Sabbatical nog een keer kritisch doorgenomen. Op 2 februari had ik dat voor het laatst gedaan. Die dag een paar verbeteringen aangebracht, sommige eigenlijk te onbeduidend voor woorden: ‘weleens’ is dankzij het nieuwe Groene Boekje veranderd in ‘wel eens’. (En ‘te voorschijn’ in ‘tevoorschijn’ – als je dat niet weet kom je er alleen achter door er toevallig achter te komen – want wie zal er voor de aardigheid in dat Groene Boekje gaan controleren of ‘weleens’ nog steeds ‘weleens’ is?) Zaterdag van halfelf tot tien over halftwee het manuscript gelezen en daarbij een paar stilistische verbeteringen aangebracht. Van een domme fout verbaast het me dat ik die toen pas opmerkte: ‘Eenmaal keer’ stond er, in plaats van ‘Eenmaal’ of ‘Een keer’. Voor de rest bevalt het manuscript me nog steeds, een soms nogal bittere komedie.

12-02-07. Het kan geen kwaad alvast te attenderen op wat er over meer dan een maand gaat gebeuren. Dan (op 23 maart) zijn we weer op Radio West te horen, en daarom zond ik de supervisor van Hot Talk een tekstje om op www.rtvwest.nl te plaatsen: ‘In deze speciale lente-uitzending over de gemeente Buisdorp komen alle aspecten van de liefde aan bod, zoals de ins en outs van een huwelijksnacht en de seksuele voorlichting die er nog in vertrouwde handen is van de bejaarde voorzitter van de oudercommissie. Interviews en voordrachten worden gelardeerd met meer dan romantische muziek. Samensteller en gastpresentator Martin de Jong wordt terzijde gestaan door Esther Lammers, Marijke Bruwin Veening en Hans Ruitenberg.’ Ik had dat eerder moeten doen: er was net een tekst op de site geplaatst, die nauwelijks verband hield met onze plannen.

13-02-07. In het ene deel van de wereld heerst er hongersnood, in het andere kampt men met overstromingen. Zelf had ik gisteren dankzij langdurige e-mailmalleur duizelingwekkende paniekaanvallen. Op mijn werk controleerde ik ’s morgens via de webmail binnengekomen berichten, ’s middags wilde ik dat opnieuw doen. Ik vulde gebruikersnaam en wachtwoord in, drukte op Enter – en de ingevulde gebruikersnaam en het wachtwoord werden niet geaccepteerd. Mijn wachtwoord gekraakt? Helpdeskdame: ‘Wat is uw wachtwoord?’ Ja, ik ga daar een beetje mijn wachtwoord door de telefoon roepen. Gauw naar huis. Outlook aangezet. Na een tijdje gepruttel: ‘foutnummer 0X800CCC19’ – nou, dan weet je het wel. Helpdeskheer: ‘Klopt meneer, er is een probleem met de mail, er wordt aan gewerkt.’ Ik had die middag voor 5,35 euro blitse pantoffels gekocht waar ik een gezellige avond mee van plan was. Gaat niet door.

14-02-07. Het is Valentijnsdag, daarom een citaat uit Zoute griotten: ‘Jardina lachte naar hem, hij wist niet wat hem overkwam. Hij probeerde links en rechts om haar heen te kijken, maar het was hopeloos. Hij reikte haar het essay aan. Toen ze het aanpakte raakten twee of zelfs drie vingers zijn hand. Je zag het weleens in een Journaalitem dat eindigde met een gironummer. Een land hier ver vandaan waar ze een andere taal spraken en er eigengereide zeden en gewoontes op na hielden. Beelden van een omgewoeld interieur waarin een voorovergetuimelde boekenkast een ravage had aangericht. In de keuken van het total losse huis potten en pannen tussen de scherven op de vloer. Overlevenden die volkomen uit het lood geslagen vertelden dat ze waren getroffen door een aardbeving die hun bestaan ontwricht had. Jardina was Everts aardbeving.’

15-02-07. In Den Haag wordt opgelucht gelachen. Het college van burgemeester en wethouders is gevallen. De oorzaak: het meer dan dwaze verkeerscirculatieplan (de naam alleen al). Niemand wil zoiets, behalve de bedenkers ervan. Als het door zou zijn gegaan, zouden vele inwoners van Den Haag flink hebben moeten omrijden als ze hun huis wilden bereiken – zo dat nog mogelijk zou zijn. Doel van het plan: de luchtvervuiling terugdringen. Maar als je moet omrijden om je huis te bereiken dan zit je langer in de auto, dan draait de motor van de auto langer, dan worden er dus langer uitlaatgassen uitgestoten en neemt de luchtvervuiling juist toe. Nadeel van het niet doorgaan van het plan is dat ook de wegwerkzaamheden en de chaos van dien geannuleerd zijn: daar waren we met de komst van de RandstadRail verknocht aan geraakt.

16-02-07. The day after the day after. Valentijnsdag was twee dagen geleden, her en der zijn door teleurgestelden de wonden gelikt en daar waar er geen wonden geslagen werden is er misschien ook gelikt – ik kan niet overal gaan aanbellen om te vragen hoe of wat. Daags na sinterklaas, kerst en Pasen gaat het bijbehorende snoepgoed in de uitverkoop, gisteren bij de kruidenier geen afgeprijsde Valentijnsvreterij gezien. Valentijnsdag is hier nog steeds een Nederlandstalige aangelegenheid. Als je de weerzinwekkende Engelstalige reclameboodschappen hoort zou je denken dat iedereen het Engels beheerst. Maar TV West speelde het eergisteren klaar een item aan Valentijnsdag te wijden waarbij als achtergrondmuziek My funny Valentine klonk. Daarin werd gezongen: ‘Your looks are laughable, unphotographable’ en: ‘Is your figure less than Greek / Is your mouth a little weak’ – het zal je maar gezegd worden.

17-02-07. Een ludieke actie heette zoiets vroeger. ‘Warme Truiendag’ – een geinigheidje om het milieu (en indirect de wereld) te redden: de kachel uitzetten en een trui aantrekken. Ik wist niet dat het Warme Truiendag was. Ik lag Adonis (ofwel Bel-Ami) van Guy de Maupassant te lezen, met de kachel uit en een trui aan want het was aangenaam weer (zal je altijd zien). Ik had wel iets opgevangen over een nog grootsere wereldreddingsactie: Live Earth, een initiatief van Al Gore. Hij wil met een aantal popconcerten het startsein geven voor een wereldwijde actie tegen opwarming van de aarde. Popconcerten? Heeft die man enig idee hoeveel stroom er getrokken wordt als The Rolling Stones in een stadion staan? Hoeveel trucks er daarvoor milieubedervend onderweg zijn? (Trouwens, als de aarde opwarmt moet je gewoon het heelal laten afkoelen. Makkelijk zat.)

18-02-07. Het kattencircus is weer compleet: sinds gistermiddag is logeerkat Loekie hier inpandig. Hij arriveerde op het moment dat poes Gregor in een fase van aanhankelijkheid zat. Voorheen was dat vanwege krolsheid, nu daar geen kans meer op bestaat heeft ze toch zo af en toe periodes dat ze op schoot wil zitten of liggen. In de praktijk betekent dat dat wanneer ik zit te schrijven zij zich tussen pen en papier probeert te wringen en wanneer ik lig te lezen op mij wil komen liggen – het zou een aardige variant kunnen zijn op de onlangse Warme Truiendag: kachel uit, poes op schoot! Loekie kwam de kamer in, zag Gregor en er volgde een wederzijdse snuitbesnuffeling: dat was nog nooit vertoond, tussen die twee. Later die middag las ik De Nekslag (van Émile Zola), bedolven onder twee katten.

19-02-07. ‘Virginie had haar midden op haar blote arm geraakt, boven de schouder,’ las ik in De Nekslag (van Émile Zola) op pagina 36-37. Dat was dus een arm die boven de schouder doorliep. Die Nekslag uit de titel is een etablissement. Als ik geen Nekslag over het hoofd gezien hebt wordt het in het 514 pagina’s dikke boek veertien keer ‘De Nekslag’ genoemd en vijf keer ‘de Nekslag’. ‘Vind u het goed,’ begint op pagina 148 een vraag. Alleen als ‘vind’ met dt wordt geschreven, zou ik zeggen. Wie was op pagina 265 die Abdel-el-Kader? Noot 23 verwees ernaar – maar ik werd niets wijzer van de toelichting want het was in werkelijkheid noot 13. Ik kocht deze prachtige gebonden uitgave van Veen op 18 maart 2004 voor 34,90 euro (ofwel 77 gulden). Schandalig slordig, voor dat geld.

20-02-07. Vijftien euro is een fors bedrag voor een boekje van 125 pagina’s. Het is geschreven door Erwin Mortier, die erin verslag doet van zijn belevenissen met de aftakelende Gerard Reve. Mortier is een Vlaming en zal dus het Nederlands niet geweldig goed beheersen. Dat geeft niet, er zijn altijd nog redacteuren – die zou een gerenommeerde uitgeverij als De Bezige Bij althans moeten hebben. Mortier kent het verschil niet tussen ‘wiens’ en ‘wier’ en dus staat er op pagina 75: ‘een matrone wiens bovenlijf’. Je zegt: iets ‘ademt een sfeer’ – niet ‘ademt een sfeer uit’. Op pagina 13 ademt het Landgoed ‘een okerkleurige treurnis uit’, de muren ervan ademen op pagina 38 ‘een ten hemel schreiende eenzaamheid uit’. (En dan ook nog in het nawoord de geleerde uithangen met ‘existentiële ongerijmdheid’ en het ‘parafilosofisch lichaam’ van Harry Mulisch.)

21-02-07. Een grijze dinsdagmiddag en een klein zaaltje: de laatste Robert Altmanfilm zag ik in een filmhuis en niet in zo’n megabioscoop waar het geluid niet alleen uit de speakers komt maar vooral ook van het massale graaien in de popcornemmers. Robert Altman (MASH – Gosford Park – Short Cuts – Nashville – The Player) maakte fenomenale films voor fijnproevers. In A Prairie Home Companion (die zag ik) komt de wereld van Garrison Keillor tot leven. Een jaar of twintig geleden kocht ik, opgejut door het enthousiasme van Kees van Kooten (die Keillor voor de radio interviewde) Lake Wobegon Days, waarin Keillor het leven in zijn imaginaire Lake Wobegon heeft opgetekend. Ik kon er toen niet doorheen komen, ik denk dat het ditmaal wel gaat lukken. Wat de film betreft – mocht die in de buurt draaien: gaat dat zien, gaat dat zien!

22-02-07. De uitzending is over vier weken en de eerste repetitie zit er al op. Gisteren met Esther en Hans (Marijke verblijft tien dagen in den vreemde) de tekst van het Hot Talkscript doorgenomen. Het ging er vooral om de verschillende teksten en monologen te timen, de beoogde stemmen waren nog niet zo van belang – al zat Hans meteen al goed toen hij Arie Wietzen en later professor Bomba vertolkte. De hoeveelheid gesproken woord plus muziek komt aardig uit maar er zijn variabelen waar we geen greep op hebben: duur van Journaal en reclame, die van het interview met de Straatnieuwsverkoper, van een tekst die in aantocht is, van beide liedjes die Hans gaat zingen. Moet ik in het eerste uur If you talk in your Sleep (2 minuut 34) vervangen door Attractive Female wanted (4 minuut 14)?

23-02-07. Er was voor 2011 een rookverbod in de horeca voorzien, minister Klink wil dat in 2008 al voor elkaar krijgen. (Ik rook niet, dus de versnelde invoering laat me koud.) Het frappeert dat zo’n figuur zo gretig de publiciteit zoekt. Nog maar net beëdigd, nu al met een ferm voornemen op Teletekst. In de Fritz Langfilm M (1931) zitten caféscènes die zich door de rookontwikkeling in dichte mist lijken af te spelen. Humphrey Bogart pafte zijn sigaretten, Clint Eastwood in spaghettiwesterns zijn doormidden geknipte sigaren. In tv-series uit de jaren zestig wordt volop gerookt: andere tijden, andere zeden, andere normen, andere waarden. Tegenwoordig is roken uit den boze, evenals andere ongezonde dingen. Over dertig jaar wemelt het van de kerngezonde demente bejaarden – want als het lichaam goed blijft functioneren dan valt op den duur de geest uit.

24-02-07. Eerst eraan moeten wennen dat Ronald Plasterk minister is, vervolgens moeten zien dat hij een afzichtelijke hoed op zijn vroegoude hoofd zet als hij de straat opgaat. Wat bezielt hem? Heel het land heeft kunnen zien dat die hoed hem niet staat. Goed, ik heb ook een hoed: een authentiek Engelse bolhoed van de firma Dunn, die ik in december 1980 voor 30 pond in Londen kocht. Maar die hoed draag ik nooit. Stel je voor dat ik gevraagd zou worden voor een ministerspost en dat ik dan om aandacht te trekken mijn bolhoed zou opzetten! Dan zouden de mensen denken: die heeft een gaatje in zijn hoofd want er zit een hoed op. (Dat is waar ook: Harry Mulisch draag soms zo’n zelfde lachwekkende Plasterkhoed. Ik denk dat Plasterk de Mulisch van Balkenende IV wil worden.)

25-02-07. De president van De Nederlandschee Bank waarschuwt opkopers die ABN Amro willen opsplitsen, aldus Teletekst. Ik heb geen plannen op dat gebied, dus voel me niet aangesproken. Ik ben opgevoed met de vanzelfsprekendheid dat je spaart voor iets: je had als kind een spaarbankboekje (‘voor later’), je kon schoolsparen. Een salarisrekening bracht nog rente op (over het laagste bedrag dat er die maand op stond). Zowat twintig jaar geleden meldde ik me aan bij een spaarinstelling waar je 7,8% rente kreeg plus jaarlijks een winstdeling (die nog eens 0,3% opleverde). Bestaat allemaal niet meer. Een girorekening hebben kost geld (Postbank Betaalpakket 2007: 29,95 euro), de spaarinstelling die nog steeds mijn liggende gelden bewaakt keert momenteel 2,7 % rente uit (en geen winstdeling). Vandaar dus dat er zoveel mensen zijn die geld lenen, in plaats van te sparen.

26-02-07. Over vijftig jaar hebben we een vorstin die de voornaam heeft van een dienstbode uit een toneelstuk van Herman Heijermans. (Ik moest indertijd erg lachen toen gestraatinterviewde onderdanen Amalia zo’n mooie naam vonden. Ja, een zeer prinsesselijke naam.) Koningin Amalia heeft aan moederskant Zuid-Amerikaanse voorouders. Als je vaderskant bekijkt kom je ook niet veel Nederlands bloed tegen: grootvader Claus een Duitser, overgrootvader Benno een Duitser, betovergrootvader Hendrik een Duitser. Wat zou die clown Wilders daar nou van vinden? Leden van de regering met twee paspoorten, tsjonge, wat een schande. Je kunt ook gaan klagen over de christenen in het kabinet: die hebben wel trouw aan de grondwet beloofd maar diep in hun hart geldt hun loyaliteit uiteraard hun opperwezen. (Trouwens, ook binnen de christensector heb je potentiële loyaliteitsconflicten: de een is griffemeerd, de ander van paapsen bloede.)

27-02-07. Ik denk dat ze meteen al indruk maakte: ik herinner me Sylvia Kristel die te gast was bij Willem Duys. Ze had de Miss Televizier verkiezing gewonnen en zou ook een Miss Europa tv-verkiezing gaan winnen en die won ze. Ze zou een beroemd actrice worden en dat werd ze. Ze had dezelfde bravoure als Jan Cremer, die wel even een wereldberoemde schrijver zou worden en een wereldberoemde schrijver werd. Zondagavond werd er een documentaire over haar uitgezonden. Leuke archieffragmenten, fraai contrasterende beelden van de jonge en de rijpere Sylvia die make-up aanbracht. Schrijvers liepen met haar weg: Hugo Claus in de eerste plaats, maar ook W.F. Hermans zag wel wat in haar. De bravoure van toen had plaatsgemaakt voor niet minder ongebreidelde openhartigheid: we mochten mee op bezoek bij de dokter die haar op kanker controleerde.

28-02-07. Ik ga ervan uit dat de (tegenwoordig maximaal tien) dagelijkse lezers van deze rubriek voldoende culturele bagage bezitten om zonder nadere toelichting te weten waar ik op doel als ik het heb over Laurel & Hardy en een pianoverhuizing. De beide verhuizers probeerden een piano vele traptreden op te krijgen, ik was gisteravond in de weer om een tweedelig bankstel de trap af te krijgen. Buurvriendin Esther wilde van haar bankstel af en voorzag dat zij het samen met haar logerende moeder niet voor elkaar zou krijgen en voor je er erg in hebt gaat dan bij Martin de telefoon en wordt hij uitgenodigd voor een kop koffie en o ja, ‘misschien kan je dan ook even helpen met sjouwen’. Ik volgde het voorbeeld van Laurel & Hardy en liet het bankstel bonkend de traptreden af stuiteren.

01-03-07. Als je geen haast heb, waarom zou je dan 120 rijden? Ik moest in Hoogezand-Sappemeer zijn. Ik vertrok om kwart over tien, er was geen filevorming, ik reed rustig en was tegen halftwee op mijn bestemming. Een uur later zat mijn missie erop en ving de terugreis aan. De routeplanner had hiervoor een andere route dan de omgekeerde heenreis gekozen. Na een paar kilometer vertrouwde ik die niet en zorgde dat ik op de A28 kwam. Als ik flink gas gaf zou ik in Rijswijk nog voor sluitingstijd bij C&A kunnen zijn, dus 120 gaan rijden. Even voorbij Utrecht ontstond een opstopping waarin ik een uur stil kwam te staan. Ik kreeg er genoeg van en sloeg de weg naar Woerden in, die me via kleine plaatsjes weer op de A12 bracht. Ruim na halfacht pas thuis.

02-03-07. Soms sta je versteld. Hoe vaak krijgt een boekhandel de kans zoveel tamtam te ontketenen als bij het verschijnen van een nieuwe A.F.Th.? Ik was om kwart over tien bij Paagman Rijswijk, waar het boek nergens uitgestald lag. Aan de balie een jonge verkoopster. ‘Ik kom voor Het schervengericht.’ Er rinkelde geen bel. Ze tikte de titel in. Ik las mee, ze had geschreven: Stervensgerecht. Dat was niet helemaal correct. Ik zei dat het boek op 1 maart in de winkel zou liggen. Een andere jonge verkoopster bemoeide zich ermee. ‘Vaak wordt het dan toch weer uitgesteld.’ De eerste jonge verkoopster probeerde het weer: ‘Hoe schrijf je Heijden?’ ‘Mevrouw, u werkt in een boekwinkel!’ De andere verkoopster wist dat het met een ‘lange ij’ was. Het boek was leverbaar, mogelijk nog niet uitgepakt, gebeurde wellicht ’s middags.

03-03-07. Ik griep een beetje (beginnende keelpijn en rillerigheid) en daarom kwam ik op de eerste leesdag maar tot pagina 341. Een regisseur zit onder een schuilnaam gevangen. Hij koos de achternaam Woodehouse – een o te veel voor een ode aan de schrijver P.G. Wodehouse. Pas toen ik op pagina 165 las over een ‘glansrijke Londense première in 1968’ dacht ik: o ja: Rosemary’s Baby, Rosemary Woodhouse. De eerste zin van het hoofdstuk dat op pagina 147 begint is een variatie op de eerste zin van Het proces van Franz Kafka. Op diezelfde pagina wordt gerefereerd aan Hitchcock die een fietslampje in een glas melk liet monteren. Dan gaat het over de film Suspicion (1941) waarin mogelijke moordenaar Cary Grant met een lichtgevend glas de trap opgaat. En zo leest A.F.Th. soms als Marisha Pessl. Gauw verder lezen.

04-03-07. Heet zoiets niet synchroniciteit? (Ik ben te grieperig om Jung erop na te slaan.) Het is als toen Van Leeuwenhoek de microscoop uitvond: een of andere Zwitserse knakker deed dat ongeveer tegelijkertijd. (Te grieperig om de Grote Spectrum Encyclopedie erop na te slaan). In Sabbatical tracht Tom Veers met zijn kennis van Mud indruk te maken op Lily Siluur. Hun hits werden geschreven door Chinn en Chapman, hij noemt die ‘de Gershwin en Gershwin, de Ellington en Strayhorn en de Leiber en Stoller van de jaren zeventig’. Op pagina 464 van Het schervengericht worden als roemruchte componistenduo’s genoemd: ‘Rodgers & Hart, Leiber & Stoller en Gershwin & Gershwin’. En over synchroniciteit (of zo’n ander duur woord dat erop lijkt) gesproken: gisteravond werd de film Helter Skelter uitgezonden. (Wegens grieperigheid maar tot pagina 676 in Het schervengericht doorgedrongen.)

05-03-07. In Het schervengericht bewerkt A.F.Th. de werkelijkheid: hij maakt van bestaande personen romanpersonages. De lezer herkent Remo (Roman Polanski), Sharon (Tate), Charlie (Charles Manson), filmsterren als Jack (Nicholson) en Anjelica (Huston) en clanleden als Squeaky (Fromme). Soms zijn naamsveranderingen hilarisch: Nastassja Kinski wordt op pagina 645 door Charlie ‘Ramanassja’ en ‘Calabassja’ genoemd, en op de volgende pagina ‘Nakatassja’. Filmliefhebbers zitten voor minder dan een briefkaart op de eerste rang en kunnen als in het programma van Bob Bouma raden naar welke films verwezen wordt: The fearless Vampire Killers (The Vampire Destroyers bij A.F.Th), Valley of the Dolls (Canyon of the Dolls), Chinatown (Chicane Town) en de geslaagdste hertiteling: Five easy Pieces (Two minutes Waltz). Ook leuk, op pagina 1008: het boek Mars in Scorpio (het ongeschreven gebleven ‘mystiek martelboek’ dat Gerard Reve in Nader tot U aankondigde).

06-03-07. Een boek van 1051 pagina’s schrijven is een heidens karwei. Bij het redigeren van de voltooide tekst worden er fouten en inconsequenties uitgehaald. De tekst wordt (hopelijk) nog een keer gecorrigeerd en dan op hoop van zegen gedrukt. Vervolgens slaan schrijver, redacteur en corrector zich voor hun kop als ze dan toch allemaal ergens overheen hebben gelezen. In Het schervengericht staat op pagina 252 een overbodig aanhalingsteken na ‘zei Remo’. Op pagina 723 wordt ‘het luidruchtige gesnater van een dolfijn gelimiteerd’ in plaats van ‘geïmiteerd’. Pagina 755: ‘konden door de fontanellen konden de schedelbeenderen gaan kruien’. Op pagina 1002 struikelde ik over: ‘Hij was de eerste en enige klant in het café’. Ik zou daarvan gemaakt hebben: ‘Hij was de eerste en bleef de enige klant in het café.’ (Dit alles onder het motto: ‘leve het kommaneuken!’)

07-03-07. Toen ik de verkeersinformatie beluisterde hoorde ik dat er op de A59 een vrachtwagen gekanteld was. Tegen de tijd dat ik daar was hadden ze die vrachtwagen wel weer overeind gekregen, desnoods met Viagra. Dat was het geval, maar vanwege een aangetroffen auto met explosieven was de toen de A59 afgesloten. Ik bladerde al voortrazend in een wegengids. Als ik overstapte op de A27 kon ik een binnenweggetje nemen – dat bleek de A59 te zijn. Die werd pas vlak voor Den Bosch afgesloten, je kon gewoon de ringweg op. Na een foutieve afslag de weg gevraagd aan iemand die een langdradig persoon bleek te zijn. Ik moest langs een supermarkt die zo en zo heette maar die vroeger zo en zo geheten had. (Intussen probeerde de enthousiaste hond van de langdradige man mijn auto binnen te klauteren.)

08-03-07. 1. Vergat te vermelden dat het verlaten van Den Bosch geen makkie was. De routeplanner droeg me op ‘in noordelijke richting’ te vertrekken. Maar waar was het noorden? Volgens mij is het noorden in Noord-Brabant overal. (Anders zou het geen Noord-Brabant heten.) 2. Ik zag gisteren drie films op dvd: Hollywood Ending, The Big Lebowski en Bridges of Madison Country, plus drie afleveringen van Charmed. 3. Eergisteren zag ik in de bioscoop voor de tweede keer A Prairie Home Comepanion en thuis op dvd bovendien Rosemary’s Baby. Daarin heet Rosemary ‘Woodhouse’, in Het schervengericht noemt de regisseur zichzelf Remo ‘Woodehouse’. 4. Ik schreef A.F.Th. van der Heijden een brief waarin ik hem complimenteerde maar ook verzocht eens na te gaan waarom ik niks van Querido hoor: op 1 november zond ik het manuscript van Sabbatical ter beoordeling.

09-03-07. Het is zo simpel en je hebt zoveel lol: ongewenste bellers terugpesten. De telefoon gaat (het is etenstijd). De nummerherkenner herkent het nummer niet, ze hebben zichzelf onherkenbaar gemaakt. Mooi zo. ‘U spreekt met huppeldepup van KPN.’ ‘Dat kunt u wel zeggen, maar dat kan iedereen wel zeggen. Hoe kan ik weten of u echt van KPN bent als uw nummer niet herkend wordt?’ (En dan de verbinding verbreken.) Ook altijd leuk: de Postbank. Ik neem op, zeg: ‘Met Martin.’ Dan komt de vraag: ‘Is de heer of mevrouw M. de Jong thuis?’ Antwoord: ‘Nee’ (en opgehangen). Ze zijn hardleers want het is nu al een keer of vier gebeurd dat ik opneem en meteen de verbinding verbreek nadat er gezegd is: ‘U spreekt met zussenzo van de Postbank.’ Het bord voor de Postbankop moet immens zijn.

10-03-07. Nog dertien dagen dan mogen we weer twee uur op Radio West onze gang gaan. De Hot Talkuitzending zal gewijd zijn aan lente en liefde in Buisdorp. Gisteren was er een tweede repetitie met Esther en Hans, waarbij opnieuw de stopwatch ingedrukt werd. Ik geloof dat we aardig uitkomen met tekst en muziek, al zijn er nog een paar variabelen waar we (nog) geen vat op hebben: we wachten op een tekst, waarvan de voorleesduur dus onbekend is. Geeft niet, de voordracht is aan het slot van het eerste uur en wordt omlijst door maximaal 7 minuut 43 seconden muziek waarin gesneden kan worden. Het tweede uur gaat van start met een geïmproviseerd interview met Straatnieuwsverkoper Robert Donkers – daarvan is de duur vooraf niet te bepalen, maar inclusief nieuws en reclame moet 5 minuten het maximum zijn.

11-03-07. Het Hot Talkteam is sinds kort (en op proef) uitgebreid met Marijke, die veel in haar mars heeft, en haar CV over twaalf dagen kan aanvullen met ‘radiomedewerker’ – of ‘radiomedewerkster’, ik weet niet hoe erg het wat dat betreft met haar hang naar het politiek correcte gesteld is. Ik hoop dat het meevalt, want van politieke correctheid zal in de komende aan Buisdorp gewijde uitzending van Hot Talk weinig te merken zijn. Gisteren voor het eerst met Marijke gerepeteerd. Daar valt weinig over te vermelden want het ging vlekkeloos. En bovendien moeten er van tevoren niet te veel sluiertippen worden opgelicht. Een gedeeltelijke opsomming van artiesten wier muziek gedraaid wordt kan minder kwaad, daardoor worden luisterweifelaars wellicht over de streep getrokken: Nina Simone, Harry Nilsson, Leon Russell, Rod McKuen, Laïs, Queen, Leonard Cohen, Elvis Presley, Frank Sinatra.

12-03-07. De politie is je beste kameraad en die pet past ons allemaal en nu mag ik ook nog meedoen met ‘sms-alert’. Blijkens de toelichting ontvang ik van de politie ‘gratis’ (de politie is dus nog niet geprivatiseerd) een sms-bericht als er iets aan de hand is. ‘Er is bijvoorbeeld een inbreker gesignaleerd in uw wijk, een oplichter is actief of een kind wordt vermist.’ Dat heeft elders in het land al geleid tot de aanhouding van een groot aantal verdachten en het terugvinden van vermiste kinderen. ‘Het is niet de bedoeling dat u zelf voor agent speelt en verdachten opspoort en aanhoudt.’ Dat is een zorg minder: ik heb niet veel zin om onmiddellijk de honkbalknuppel uit de kast te halen na elke sms dat er een ongure kop met een geruite pet en een ooglap rondwaart.

13-03-07. De ontdekking van de hemel heb ik acht of negen keer gelezen, dus ik vond het niet een grof schandaal dat het boek won. De verkiezing zelf was natuurlijk te gek voor woorden. Het beste Nederlandse boek aller tijden? Om een afgewogen keuze te kunnen maken zou je dan alle ooit verschenen Nederlandse boeken gelezen moeten hebben, daarvoor schiet een mensenleven tekort. En bovendien: ik denk dat je geen literaire topper zou kiezen. Boeken die de meeste indruk maken zijn kinderboeken: Pietje Bell in Amerika, Dik Trom en zijn dorpsgenoten, Tumult in een toeristenhotel, Het geheimzinnige eiland, Pinkeltje en de raket, De geest van de eenzame wolf, Vivat Kameleon. Enfin, de mensen zijn verzot op stompzinnige verkiezingen – wie weet komt er ooit nog eens een verkiezing van de mooiste kleur. (Ik bedoel de mooiste kleur aller tijden.)

14-03-07. Eigenlijk zou ik het over de vandaag begonnen Boekenweek moeten hebben maar de Postbank heeft voorrang. (Ach, het thema van de Boekenweek is Lof der zotheid en dan kom je algauw bij de Postbank terecht.) De afgelopen weken werd ik regelmatig door een Postbankknakker opgebeld. Omdat ik meteen de verbinding verbrak stuurden ze maar een brief, ondertekend door de een of andere ‘drs. V.P. van den Boogert MBA’. Iemand die zo met zijn titels pronkt, dat is al lachen. Mijn giropas verloopt binnenkort, ik kan voor slechts 5 euro op de nieuwe pas een afbeelding laten plaatsen – zie de website. Ik zag de website en las wat er allemaal niet afgebeeld mag worden: filmsterren, bedrijfsnamen, adressen, alcohol, drugs, tabak, naakt, politiek, pasfoto et cetera – gaat drs. V.P. van de Boogert MBA zeker persoonlijk controleren, ha ha ha!

15-03-07. Op de eerste dag van de Boekenweek drie geschenken bemachtigd (waarvan twee meteen weggegeven). Om ze te kunnen bemachtigen kocht ik onder meer de cassette met alle romans van Márquez. Ik heb nergens iets gelezen over de oplage van het Makgeschenk, maar doorgaans wordt er bekendgemaakt dat het om een recordoplage gaat. Flauw is dat: ze zouden dan ook bekend moeten maken hoeveel geschenken er aan het eind van de Boekenweek nog niet uitgereikt zijn. In 1998, bijvoorbeeld, was het geschenkboekje geschreven door Arnon Grunberg. Op de laatste dag van de Boekenweek kocht ik bij Paagman Den Haag een boek. Wilt u een Boekenweekgeschenk? Dat wilde ik wel. Wilt u er nog een? Kom maar op. (Er lag een enorme stapel, van wat overbleef namen de medewerkers een stapeltje mee naar huis, de rest werd onweggegeven geretourneerd.)

16-03-07. Ik zou haast zeggen: nog een week slapen maar de tijd gaat al snel genoeg als je elke ochtend gewoon opstaat. Hoe dan ook: over zeven dagen (vrijdag 23 maart, 21.00 – 23.00 uur, Radio West, zie www.rtvwest.nl) is de Hot Talkuitzending. Van de week voltooide ik de zesde versie van het manuscript en printte die ten behoeve van de medewerkers vijfvoudig. Maar gisteravond kwam de tekstbijdrage van Katharina Hermes binnen, die moet er nog tussen geschoven worden, en zo maak ik vandaag dus werk van de zevende versie. Ik bedacht gisterochtend een goeie grap (of eigenlijk een bad joke) die ook een plaatsje krijgt – en zo blijf je aan de gang met schaven, schrappen en fijnafstemmen. (Ik had ondanks het geconcentreerd turen op de tekst een foutje ontdekt.) Stel je voor dat ik een week zou slapen.

17-03-07. Adverteren doet begeren – of niet soms? De boekenwereld is een rare wereld. NOVA besteedde uitgebreid aandacht aan het verschijnen van de nieuwe A.F.Th. van der Heijden, er waren in dag- en weekbladen interviews met de schrijver te lezen en het boek kreeg overwegend goede recensies. Het schervengericht kwam om nummer 19 de Top 60 binnen. Niet hoog maar dat kwam misschien doordat het op een donderdag verscheen. In de tweede week bleek het boek in de lift te zitten maar helaas denderde die lift omlaag: het boek zakte naar de 31ste plaats. Ander voorbeeld: ik kreeg eergisteren een krant in handen waarin de dwaze verkiezing van beste boek aller tijden werd toegelicht. Van het winnende De ontdekking van de hemel zijn meer dan een half miljoen exemplaren verkocht. Hoeveel lezers hadden er een stem op uitgebracht? 1292!

18-03-07. Vrijdag is het de vijfde keer dat we twee uur op Radio West mogen vullen. Dat ik dat mag vind ik net zo bijzonder als ik het de eerste keer vond maar de blaséheid ligt op de loer. Supervisor Paul Waayers spreekt een spotje in, dat vanaf woensdag zo nu en dan wordt uitgezonden om luisteraars ertoe aan te zetten naar Hot Talk te luisteren. De eerste keer liet ik een cassettebandje meelopen, om die aankondiging niet te missen. De tweede keer deed ik dat ook, de derde en vierde keer dacht ik er geloof ik niet eens aan. Het schrijven van het draaiboek/script is gelukkig geen routinekwestie geworden. Ik had het idee dat de zesde versie ervan de definitieve was. Maar gisteren nog eens kritisch door de tekst gegaan – en zo ontstond er een zevende versie.

19-03-07. Ik snapte het vorig jaar niet, ik snap het dit jaar niet. Vraag 29a. Totaal van de algemene uitgaven: duidelijk. 29b t/m 29c zijn niet van toepassing, 29a t/m 29d opgeteld is dus gelijk aan 29a. Maar dan: 20f. Aftrekken: drempel. Wat is die drempel? Toelichting: ‘De hoogte van deze drempel hangt af van uw drempelinkomen. Zie Rekenhulp berekening drempelinkomen.’ Aldaar: ‘Uw drempelinkomen is het totaal van uw inkomsten en aftrekposten in de drie boxen, maar zonder uw persoonsgebonden aftrekposten en verrekenbare verliezen over vorige jaren.’ Ho wacht, nu ik het overtik begin ik het te snappen. Maar als ik 11,5% van mijn drempelinkomen invul dan heb ik niets aan die drempel want dan hoef ik op teruggave niet te rekenen. (Logisch dat ik vorig jaar niet ter verantwoording geroepen werd toen ik die vraag onvolledig invulde.)

20-03-07. Je leest wel eens over mensen die bij het opruimen van de zolder op een gebruikte Rembrandt stuiten – de kleuren zijn wat verschoten maar het schilderij brengt altijd nog een paar miljoen op. Gisteren kocht ik in een kringloopwinkel voor Marijke een oud kinderboek, getiteld Die leuke Marijke (geschreven door Annie van Kempen). Toen ik het las viel er wat uit. Geen gebruikte Rembrandt maar een bericht aan de ‘vriendjes en vriendinnetjes van Bolletje’: ‘Knip dit plaatje uit en plak het in het BOLLETJE-VAKANTIE-ALBUM, dat te krijgen is bij de bakker, voor slechts 39 cent.’ Op elke beschuitrol staan twee plaatjes afgedrukt: ‘Hiervan is er altijd één heel. Zijn er twee heel, dan is dat zuiver toeval en heb je geluk. De eerste serie bestaat uit 96 plaatjes van 15 landen.’ (Ik moet er nog 95 hebben.)

21-03-07. Vrijdagavond zijn we op Radio West te horen, van het draaiboek/script printte ik de achtste versie. Er komt spanning opzetten. Esther is lappenmandig, haar deelname is niet zeker. Als zij zich afmeldt zal Marijke, die dit nog niet weet, de rollen van Esther overnemen. Marijke arriveert morgen uit Frankrijk. De vorige keer dat ze daar zat werd er in het Haagse huis grenzend aan het hare een Duitser gegijzeld, zodat de politie blindelings de voordeur van Marijke intrapte – dat gaf haar bij terugkeer te denken. Gisteren werd er in een nabije Haagse straat een heel huishouden even gegijzeld, mogelijk heeft de politie uit voorzorg het huis van Marijke tot ontploffing laten brengen en dan is haar nieuwe voordeur voor niets geweest. (En zo vul ik de tijd maar met slap gelul, in afwachting van de uitzending vrijdagavond.)

22-03-07. Soms is het prettig om wakker te worden en te beseffen dat het maar een droom was. Dinsdagnacht bijvoorbeeld, droomde ik dat we bij Radio West in de studio zaten en dat ik het script thuis had laten liggen. Zoiets kan je in werkelijkheid beter niet hebben. Morgenavond is het zover, dan zijn we met z’n drieën (Marijke, Hans, moi) te horen. En dat betekent dat de vierde Hot Talkparticipant helaas definitief niet meedoet: Esther voelt zich er te gammel voor. Dat houdt in dat Marijke (die vanmiddag uit Frankrijk arriveert) de rollen van Esther in de schoot geworpen krijgt. Ik heb er goede hoop op dat ze zich in haar lot schikt want in de koelkast heb ik een nogal riante chocolademoussetaart staan en met een dergelijke lekkernij zet men zich over zijn eventuele bezwaren heen.

23-03-07. Luisteraars! Vanavond staat Hot Talk (Radio West, 21.00 – 23.00 uur) geheel in het teken van lente en liefde in Buisdorp, waarbij we ernaar streven ons bij het onderwerp ‘lente’ tot een enkel woord te beperken en het bij het aspect liefde met name zullen hebben over de lichamelijke. Er is prachtige muziek (Queen, Nina Simone, Leon Russell, Leonard Cohen, Bryan Ferry, Rod Stewart, Harry Nilsson, Laïs en anderen), er zijn tot nadenken stemmende voordrachten alsook tweegesprekken en driegesprekken. De verantwoording voor het gebodene ligt bij: Martin de Jong (samenstelling, teksten, muziekkeuze, presentatie, Bert Barrelmeijer en meester Martin), Katharina Hermes (tekstbijdrage), Marijke Bruwin Veening (Ankie Bion, Esmeralda en wijlen mama Bimba), Hans Ruitenberg (alle overige rollen alsmede zang en gitaarspel). Radio West is in Den Haag te beluisteren op lokale kabelfrequentie 88.9 FM en wereldwijd op internetfrequentie www.rtvwest.nl.

24-03-07. Ik geloof dat het wel goed ging. Er waren ’s middags twee generale repetities, een met Hans (die niet helemaal naar wens was) en een met Marijke (die voldeed). Nadat we gevuld waren met Chinees voedsel naar de studio gereden, terwijl Esther door Ellen thuisgebracht werd. Er was ditmaal geen disco aan de gang maar het ging er vrij levendig aan toe vanwege iets receptieachtigs van het programma Het andere oog. Het geeft toch altijd wat spanning, zo’n rechtstreekse uitzending van twee uur, want de timing moet kloppen, de juiste muziek moet gedraaid worden en de teksten moeten voor iedereen verstaanbaar zijn. Pas vanmiddag wist ik hoe lang de voordracht van Marijke zou duren, pas in de studio vernam ik hoe laat de gesproken column van Julius Pasgeld zou beginnen en hoe laat we klaar moesten zijn.

25-03-07. The day after hoort in het teken te staan van nagenieten maar ik raak juist gedeprimeerd als iets waar wekenlang naartoe geleefd is en waar je twee uur lang geconcentreerd mee bezig geweest bent weer voorbij is. Bij tegen middernachtelijke thuiskomst moe maar niet kunnen slapen wegens gezellige housemuziek bij de buren. Laat in slaap gekomen, vroeg ontwaakt, om acht uur bij het Prijzencircus. Ruimschoots op tijd om met aanzienlijke korting alle zes seizoenen van ’s werelds eerste cartoonsitcom te kopen: The Flintstones – ik vond dat ik mezelf maar eens een cadeautje moest geven, na de vermoedelijk geslaagde uitzending op Radio West. Dat vermoeden werd bevestigd door twee mailers die genoten bleken te hebben, en niet zuinig waren met hun complimenten aan het adres van proefmedewerkster Marijke (die dus mogelijk tot permanente nieuwe kracht zal worden gepromoveerd).

26-03-07. The day after the day after was feestelijk. De brievenbox bevatte twee cd’s met daarop de beide uren Hot Talk van the day before the day before. Tijdens de uitzending was ik geconcentreerd op het script, het uitspreken van teksten, het blazen op een van de toeters en het in de gaten houden van de klok – want de timing was cruciaal. Bij het beluisteren van de cd’s hoorde ik pas hoe feilloos technicus Kees Zuurbier de muziek erin bracht, hoe voortreffelijk Hans zijn stemmenregister bespeelde en dat Marijke bekwaam een eigen invulling gaf aan de rol van Esmeralda (die ze als understudy van helaas verhinderde Esther had overgenomen) klonk zij als Barbara van Kooten die voor Cock van der Laak speelde. (Mijn eigen improvisatie van twee minuten aan het eind van het eerste uur viel me mee.)

27-03-07. De aflopende wekker gaf tien over zes aan, mijn biologische klok wist niet beter dan dat het tien over vijf was. Daar kwam nog bij dat ten kantore de klok op de telefoon zes uur liet zien toen ik er om zeven uur arriveerde. Het ontwaken en op gang komen ging nog wel maar na een paar uur ontwikkelde ik een grote behoefte aan slapen. (Dat is anders overigens ook zo.) Mensen zijn door zo’n klokverzetting uit hun doen en prikkelbaar. ’s Middags betrad ik een C1000 supermarkt. Niet door de toegangsport maar langs een kassa, waar ik een mandje onder vandaan viste. Toen ik bij dezelfde kassa afrekende kreeg ik de onrechtmatige binnenkomst op mijn boterham. ‘Wilt u de volgende keer niet zo binnenkomen!’ Wat verbeeldde die onderontwikkelde trut van middelbare leeftijd zich. Ik, een radiomaker!

28-03-07. In welke P moest ik ook alweer zijn? Ik had er in het verhaal over Roxy Music over geschreven. Ik zocht het op, zag P2 staan en volgde ’s avonds de borden die P2 aangaven. Maar ik moest P2 niet hebben! Ik keerde om en zette de auto in P5 (vak A4) en liep naar de Heineken Music Hall. Stoelen op een waterpasse vloer, dat betekent dat het hoofd voor je het uitzicht belemmert. Het hoofd voor me ging nog wel maar daarvoor zat niet alleen een hoofd, er werden onafgebroken handen geheven om Bryan Ferry met een mobiele telefoon te filmen. Ferry leidde de aandacht van mijn ergernis af: fraaie Dylancovers, vrolijke stampers (Tokyo Joe), sfeervol obscuur werk (This Island Earth). Om oponthoud in P5 te voorkomen voor de toegiften vertrokken: leaving the building before Elvis.

29-03-07. Een dagboek kan een geheugenopfrisser zijn, niet alleen voor degene die het bijgehouden heeft, ook voor derden. Op 25 mei 1972 keken Jan en Karina Wolkers naar de film Dracula, die op de VPRO te zien was. Ik herinner me dat de cyclus van Universalfilms uit de jaren dertig werd uitgezonden onder het motto De zenuwen gieren je door de keel. Een feest, die films, voor een veertienjarige. Ook uit dit Dagboek 1972 van Wolkers blijkt dat het voorin Turks fruit afgedrukte ‘Erelid Pop-Music’ geen loze kwalificatie was: op 14 september 1972 werd er naar de elpee Weasels ripped my Flesh van Frank Zappa geluisterd. Overigens is dagboekschrijven wat anders dan romanschrijven: ongelukkige formuleringen zijn niet verbeterd. 26 augustus: ‘Bij de dokter ben ik vier ons afgevallen.’ Dan is hij daar zeker langs geweest om te kakken.

30-03-07. Een running gag in Dad’s Army was de wederhelft van captain Mainwaring. Mrs Mainwaring kwam nooit in beeld maar ze moest een geducht schepsel zijn. Even onzichtbaar was Mrs Columbo, de echtgenote van lieutenant Columbo. Die had in 1979 en 1980 echter wel een gezicht: toen werden de dertien afleveringen van de twee seizoenen Mrs Columbo uitgezonden. De rol van Mrs Columbo werd vertolkt door de destijds 24-jarige Kate Mulgrew (captain Janeway in Star Trek Voyager). In Mrs Columbo is zij verslaggeefster voor een wijkkrantje en lost en passant moorden op – terwijl haar man uiteraard buiten beeld blijft. Een aflevering van Mrs Columbo is toegevoegd aan de laatste twee dvd-boxen van Columbo. Columbo blijft leuk, Mrs Columbo heeft niet voor niets slechts twee seizoenen gelopen. Had ook Mrs Kojak kunnen heten. Of Mrs Mannix. Of Mrs McCloud.

31-03-07. Er zat uit voorzorg een opvouwbare paraplu in mijn jaszak maar die kwam er niet uit want Amsterdam was zonovergoten. Marijke zou een vriendin opzoeken en ik zou drie uur door de stad banjeren, waarna we om vijf uur zouden hergroeperen in de Weesperstraat, waar de opening van een tentoonstelling plaatsvond. De vriendin van Marijke was wegens ziekte onbezoekbaar en dus werd het gezamenlijk rondbanjeren. Marijke was voorzien van reclame voor haar schrijfcursus, die ze aanvankelijk strategisch in winkels neerlegde en uiteindelijk maar lukraak aan passanten aanbood. De tentoonstelling werd geopend door Hedy D’Ancona. Die zou eigenlijk ook reclame moeten ontvangen. ‘Ik durf niet,’ zei Marijke. Ik durfde wel. ‘Marijke daar is zo geëmancipeerd dat ze mij erop af stuurt als ze niet durft,’ zei ik tegen Hedy D’Ancona, die de reclame ruimhartig in haar tas stopte.

01-04-07. Toen we na het Amsterdambezoek ’s avonds in de trein naar Den Haag zaten viel het me ineens op dat de veters van een laars van Marijke loszaten. Voor de zekerheid lichtte ik de broekspijp die de bovenkant van de andere laars bedekte een stukje op, en jawel: ook die veter zat los. Ze knoopte beide en zal er de komende tijd wel voor zorgen dat zoiets niet meer voorkomt. Dus als iemand vandaag tegen haar zegt dat haar veter loszit, weet ze meteen dat er sprake is van een 1 aprilgrap. Erg leuk op zo’n dag: zien dat iemands schoenveter loszit en hem of haar daarop attenderen en bij de ander geen gehoor krijgen omdat men een 1 aprilgrap vermoedt. Maar dat was het niet en even later valt de vergeefs gewaarschuwde plat op zijn/haar bek.

02-04-07. Er wordt vaak beweerd dat de natuur mooi is. Een rare opvatting want er bestaat maar één natuur en je hebt dus geen vergelijkingsmateriaal. Er wordt bovendien vaak beweerd dat die natuur prachtig in elkaar zit, zolang de mens de boel niet in de war schopt met ontbossing en vervuiling. Je kijkt naar een documentaire waarin de natuur inderdaad prettig oogt. Er trippelen wat hertjes door het oerwoud, gezellig. Maar dan komt er een leeuw aanstuiven en die stort zich op een hertje en scheurt dat hertje aan stukken. Ik kan me niet voorstellen dat zoiets voor zo’n hertje prettig is. Gistermiddag bezocht ik de volkstuin een collega, ook zo’n brok natuur (ik bedoel die volkstuin). Ik was nog niet binnen het hek of ik voelde de vogelkak langs m’n wang schieten en op m’n T-shirt landen.

03-04-07. Omdat ik bloed moest geven had ik vijf dagen niet gehold: hardlopen (en anderszins sporten) zorgt voor ijzervermindering in het bloed en bij een hb-gehalte lager dan 8.4 mogen mannen geen bloed doneren. (Voor vrouwen geldt een ander minimumgehalte.) Niet gehold maar wel vrijdag van 12.50 tot 21.50 uur met een bekende op sjouw geweest. En zaterdag ruim twee uur gefietst omdat de zon scheen. Kortom: mijn hb-gehalte was slechts 8.1 en mijn bloed onbruikbaar voor donatie. Qua bureaucratie was het echter geslaagd. Bij de bloedbank hoor je je te legitimeren. De laatste keren werd er niet naar legitimatie gevraagd. Op het formulier had de taart van de receptie echter aangevinkt dat mijn ID gecontroleerd was. Ik zei dat ze dat niet gedaan had, waarna ze mijn rijbewijs vluchtig bekeek. (Ik had wel iemand anders kunnen zijn.)

04-04-07. Confessions of a Window Cleaner, luidde de titel van de eerste Britse Confessionsfilm waar velen in de jaren zeventig likkebaardend naartoe gingen – no sex please, we’re British of geen no sex please, we’re British. Zo’n glazenwasser had natuurlijk een hoop te zien gekregen. De glazenwasserij was niet het enige vakgebied dat de verbeelding moest prikkelen: hoofdrolspeler Robin Askwith mocht in vervolgfilms voor rijinstructeur en ‘pop performer’ spelen, en je had ook nog Confessions from a Holiday Camp (las ik op de Internet Movie Database). Een beroep dat de bioscoop niet haalde is dat van verwarmingsmonteur. Gisterochtend kreeg ik een combiketelcontroleur over de vloer, die dat werk al 28 jaar doet. Aardige anekdote: hij was bij een ongeveer zestigjarige dame over de vloer die zei dat ze al tien jaar geen man had gehad. (Hij wist te ontkomen.)

05-04-07. Omdat ik vandaag het tweede seizoen Twin Peaks ga kopen begon ik gisteravond met het opnieuw bekijken van het eerste. Who killed Laura Palmer? luidde de slagzin die vanaf april 1990 kijkers moest trekken. De getrokken kijkers belandden in de wereld van David Lynch en wilden daar niet meer weg. Twee seizoenen slechts duurde het, en het einde was een provisorisch einde omdat er nog een derde seizoen had moeten komen (en liefst een vierde en een vijfde). Op den duur werd de serie voor het grote publiek te excentriek, denk ik. Een wonder dat er aanvankelijk zo massaal naar gekeken werd. Gisteravond de pilot en de eerste aflevering gezien, en meteen werd het geheugenluik geopend: straks gebeurt er dit. En in het tweede seizoen doet David Duchovny mee. Een zwarte koffie en dan gauw verder kijken.

06-04-07. De timing was zoals timing hoort te zijn: toen ik bij de leverancier aankwam werd daar net het tweede seizoen Twin Peaks uitgestald. Zonder aandacht voor het overige aanbod aan dvd’s naar de kassa en hup weer op de fiets. Ik volgde de serie in 1990 en 1991 op de BBC en nam haar op. Later bekeek ik de pilot en 29 aflevering nog een keer achter elkaar en zag een paar jaar geleden het toen verschenen eerste seizoen op dvd. Dat zag ik de afgelopen dagen nog een keer, waarna ik gistermiddag verderging met het tweede. Ik las in Lynch on Lynch over het voortijdige einde van Twin Peaks. De uitzenddag verschoof van donderdag naar vrijdag, waardoor men er de dag erna niet over kon praten, op het werk. Dat maakte mede dat de belangstelling afnam.

07-04-06. Grappig: in een Twin Peaksaflevering die ik gisteren zag vertelt Dale Cooper de pinguïnmop die Garrison Keillor in A Prairie Home Companion vertelt (en die meligleuk is). De vertaling zit er in het tweede seizoen soms naast. Leyland Palmer geeft de pianiste een teken: Begin the Beguine – de ondertiteling luidt: Start de Beguine. Maar het gaat om een lied van Cole Porter dat Begin the Beguine heet. Een oude man trouwt met een jong ding, wat iemand een ‘January-December’-verbintenis noemt. De vertaler maakt daar ‘een verbintenis van een jaar van’. Er wordt met ‘January-December’ niet voorspeld hoe lang die verbintenis zal duren maar bedoeld dat er sprake is van een enorm leeftijdsverschil. Komisch hoogtepunt: David Lynch als de van twee gehoorapparaten voorziene FBI-baas Gordon Cole. De grappen liggen voor de hand maar zijn daarom niet minder leuk.

08-04-07. Vrijdagnacht kwamen er meer dan 400 mailtjes binnen, afgelopen nacht waren het er slechts een stuk of twintig – het ziet ernaar uit dat er een einde komt aan het beleg. Het begon donderdag. Ik wilde controleren of er mail was en jawel: er waren 323 berichten, de meeste afkomstig van Barracuda Spam Firewall, die kennelijk meende dat ik spam aan het rondzenden was geweest. Er was mail verzonden onder een fantasienaam die aan de naam van mijn website gekoppeld was. Ik ging met die spam de hele wereld rond en zelfs uit Japan kwam een out of officebericht van een zekere Chin King Kwek, een naam die je verzint als je leuk wilt doen. Behalve de geretourneerde spam ontving ik mail gericht aan de majordomo van mijn niet-bestaande firma (ik zou eigenlijk best een majordomo willen zijn).

09-04-07. Tweede paasdag, dat betekent dat er vanavond in het Journaal een item gewijd zal zijn aan de woonboulevard want elk jaar weten velen zich geen raad met zo’n tweede paasdag en besluiten dan een bezoek te brengen aan de woonboulevard en elk jaar denkt de Journaalredactie: daar zit een leuk item in. Ik weet me altijd wel raad met tweede paasdag (een boek, een dvd, muziek, schrijven, hardlopen) en dit jaar zeker: om 19.30 uur begint in de Heineken Music Hall het tweede concert van Bob Dylan. Ik begon dit op tweede paasdag om 08.10 uur te schrijven en had toen al de setlist van gisteravond gelezen, op de fenomenale website Bob Links. Het wordt het tiende concert van de tour. Tot nu toe werd de setlist dagelijks ververst, verrassingen zijn niet uitgesloten. Het wordt een feest!

10-04-07. Bob Dylan was te overweldigend voor een beknopte samenvatting op deze plek. Wat me (onder veel meer) opviel was dat recent en legendarisch werk aan elkaar gewaagd waren. Vorig jaar zag ik Ray Davies. Sommige nieuwe nummers die hij speelde waren in orde maar ze verschrompelden bij Kinksstampers als You really got me. Bij Dylan, gisteravond, werd je het ene moment verpletterd door Most likely you go your way and I’ll go mine (1966), het volgende door Ain’t Talkin’ (2006). En wat werd er lekker hard gespeeld, de basdrum in het middenrif! Na afloop in de parkeergarage: Martin Bril. Hij had het fantastisch gevonden – Visions of Johanna, vooral. (We hadden allebei graag ook Tweedle Dee & Tweedle Dum gehoord.) En dan kom je na een uur thuis en is op een website al de setlist te lezen!

11-04-07. Ik heb herinneringen aan het concert van Bob Dylan in de Kuip in 1978 maar meer dan herinneringen zijn het niet. Het concert in de Heineken Music Hall, eergisteren, zal me gedetailleerder bijblijven. Niet alleen omdat de herinnering verser is en omdat de ambiance intiemer was (en je er niet afgeleid werd door een overkomend vliegtuigje dat reclame maakte voor Durex – the best there is), ook omdat dankzij internet de documentatie subliem is geworden. Vroeger kocht je een dag, twee dagen na een concert een krant, belust op een (juichende) recensie. Tegenwoordig tik je op Google ‘Bob Dylan’ in en via de optie ‘Nieuws’ kom je bij een massa besprekingen. En dan is er ook nog die voortreffelijke fansite die een uur na het optreden al een setlist online heeft, waar recensies van concertgangers aan toegevoegd worden.

12-04-07. Bronovo is vanuit Loosduinen op de fiets te doen maar ik ben niet zo’n malloot die in extase raakt als mensen waar ik niks mee te maken heb een kind krijgen. Bij het wakker worden zag ik op het RTL-nieuws Balkenende op de van hem bekende hakkelend-emotieloze wijze voorgebakken felicitaties uitspreken, daar zal men ten paleize weer om geschaterd hebben. Dat ik het Journaal zag was een wondertje: juist op de dag dat het verstandelijk onderontwikkelde volksdeel aan het hossen slaat heeft Casema de zenderindeling omgegooid. Mijn tv is een jaar of twintig oud. Had gisterochtend om zeven uur nog geen idee hoe ik de zenders opnieuw moest instellen, maar had goede hoop dat ik er wel uit zou komen. Al die oranjegezinde bejaarden moesten een monteur ontbieden – als ze al wisten dat de zenderindeling veranderd was.

13-04-07. Zijn officiële website bestaat sinds gisteren uit niet meer dan een pagina waarop een getekende vogelkooi is afgebeeld. (Deurtje open, vogel gevlogen.) Eronder de naam: Kurt Vonnegut, Jr. en de jaartallen: 1922-2007. Hij leek me geen man voor een website, wel een om op zo’n malle manier dood te gaan: op je 84ste van de trap vallen. Het overlijden was ook hier nieuws maar je zag de nieuwslezer denken: Kurt wie? En moet de voornaam klinken als die van Waldheim of als die van Cobain? Ik zweer dat de nieuwslezer ‘Vonnekut’ zei. Ik was begin twintig en las zijn boeken (net als die van Richard Brautigan, die me dierbaarder is): Meulenhoff-uitgaven, Amerikaanse pockets. Liet hem later versloffen maar kocht zo’n tien jaar geleden de romans die aan me voorbij waren gegaan. Dat wordt binnenkort veel postuum leesplezier.

14-04-07. Ten tijde van Lockheed hadden we in Den Haag een leuke woordgrap: Prins Bernhardviaduct kon misschien maar beter veranderd worden in Prins Bernhardweg. Zulke grappen worden er niet meer gemaakt. Zou de Oranjegekte te maken hebben met het Nederlands elftal en de oranje gekleurde hossende bierdrinkers die tijdens een internationaal toernooi het straatbeeld bepalen? Oranje is allerwegen in. Mensen bij wie het verstand toch al niet in hoog aanzien staat zetten het op nul als bekendgemaakt wordt dat de baby Ariane heet. (Ze is dus vernoemd naar een raket.) De in een orgasme schietende verslaggeefster wil van omstanders horen wat zij van die naam vinden. ‘Een prachtige naam!’ De volgende vraag zou dan moeten luiden: ‘En welke namen vindt u niet mooi?’ (Straks krijgen we ook nog Koninginnedag met prinselijk gekoekhap en geklompendans en nog meer infantiliteiten.)

15-04-07. Je kunt niet praten en breien tegelijk, zei mijn opa soms. Ik weet niet meer waarom hij dat zei en het is te laat om hem ernaar te vragen: hij viert in oktober dat hij 35 jaar dood is. Breien heb ik geleerd toen ik een jaar of acht was, schat ik. Van mijn moeder: in die tijd was breien iets wat vrouwen nu eenmaal deden. Ik herinner me dat ik een steek liet vallen en dat mijn moeder zei dat ik een steek had laten vallen en dat ik toen naar de grond keek om te zien waar die steek neergekomen was. Maar ik dwaal af want ik wilde het hebben over afwassen en Senseo zetten – dat moet je ook niet tegelijk doen. Het kopje niet goed neergezet, driekwart van de Senseo belandde in het opvangbakje.

16-04-08. Toen ik acht jaar was kregen we lager onderwijs van juffrouw Kwakernaak. Wie zich in haar ogen afwijkend gedroeg kon een draai om de oren krijgen. Het was een dik oud wijf, als we haar met een mannetje of zes hadden besprongen, zouden we haar volledig gesloopt kunnen hebben. Maar dat deed je destijds als achtjarige niet. Ik begrijp dat de gezagsverhoudingen tegenwoordig met name in Utrecht anders zijn – en dat terwijl je een achtjarige toch een rotschop moet kunnen geven. Wat ook veranderd is: de marathon. In Rotterdam wordt die gestaakt als het warmer dan 25 graden is. Ik heb in Leiden wel eens een marathon gelopen bij zo’n temperatuur en die liep ik gewoon uit. Net als anderen: we waren kerels (en meiden). Marathon staken? Geen wonder dat ouders van nu machteloos tegenover achtjarigen staan.

17-04-07. Alles is Amerikaans, aan zo’n schoolschietpartij. CNN heeft Breaking News waarin een verslaggever ter plekke die geen informatie heeft desondanks minutenlang het woord voert, terwijl onder in beeld een tekstbalk het vermoede aantal doden meldt. Nog niet eerder vielen er zoveel doden. De toon van de reporter is hijgerig: er is een record gevestigd. Een triest record maar toch een record. Meer dan twintig doden. Meer dan twintig? vraagt de anchor woman. Misschien wel meer dan dertig, klinkt het opgewonden. Hoe kon zoiets gebeuren? Zoiets mag nooit meer gebeuren. Ook de president is geschokt – hoewel je dat niet aan hem ziet. (Hij kijkt net zo onnozel als altijd, alsof hij niet weet waar hij is en waarom hij een tekst moet oplezen.) Er zal gebeden worden, maakt hij bekend. Iets aan het wapenbezit doen zou beter zijn.

18-04-07. Tegen de Postbank leg je het altijd af. Op 28 november vorig jaar meldde ik dat ik door schade wijs geworden één betalingsopdracht per envelop verzond: de laatste keer dat het er twee geweest waren, was er een niet verwerkt. Op 9 april verzond ik twee opdrachten in twee enveloppen. Slechts een ervan werd verwerkt. Na vier dagen belde ik (à 5 cent per minuut) op – hoe kwam dat, mevrouw? Geen zorgen, meneer, verwerking kan alsnog gebeuren. Andere Postbankdame gisteren: inderdaad, meneer, ik denk dat er iets is misgegaan. Ik belde Uitgeverij Panda om te zeggen dat de betaling van twee delen Dick Bos niet gelukt was. Medewerker Walter wist ervan: ze hadden verouderde acceptgiro’s verzonden die de Postbank niet accepteerde. Waarom hadden ze me dat niet kunnen zeggen toen ik à 5 cent per minuut opbelde?

19-04-07. Sommige mensen die in het bezit zijn van een rijbewijs hebben nauwelijks benul van verkeersregels. Ik stak eens over met een collega, die me wilde tegenhouden omdat er een auto aankwam. ‘Die auto heeft voorrang!’ waarschuwde ze. Nee, zei ik, die auto slaat af, wij gaan rechtdoor en hebben voorrang. Ze geloofde het niet. Op het werk teruggekeerd zocht ik een website op waar voorrangsregels uitgelegd werden. ‘O ja,’ zei de collega. Gisteravond bracht ik na theaterbezoek iemand thuis. ‘Je kunt hier linksaf,’ zei ze. Ik wees op het blauwe bord met twee witte pijlen die respectievelijk rechtdoor en rechtsaf aangaven. Nee, je mocht hier linksaf, bezwoer ze me. En dus zojuist een link naar uitleg over verkeersborden voor haar gekopieerd. Straks moet ik per auto naar Doorwerth, ik houd mijn hart vast voor de overige weggebruikers.

20-04-07. Of het normaal voor de tijd van het jaar is doet er niet toe: 12 graden is te koud, de nieuwslezer heeft het op de achtergrond zelfs over vorst aan de grond. Het balkonzitten krijgt onder dat soort atmosferische omstandigheden iets geforceerds, vooral als de zon zich door langstrekkende wolken moet worstelen. Ik ga het straks toch proberen, met de nieuwe walkman. De vorige had nog geen maand gefunctioneerd. Ik kreeg een tegoedbon en zocht een andere uit, die 15 euro duurder was. Hij heeft Windows Media Audio Support. Geen idee wat dat is maar het is prettig dat het erop, erin of eraan zit. Het is vrijdag en er moeten dingen gedaan worden: drie delen Bulletje en Boonestaak bespreken, een interview uitwerken, voor een schrijfwedstrijd een verhaal van meer dan 4000 woorden inkorten tot omstreeks 3600.

21-04-07. Toen poes Gregor 2,5 jaar geleden uit het asiel kwam moest ze wennen. Ze lag dagenlang teruggetrokken op de binnentrap (aanvankelijk in hongerstaking), ging toen onder de bank liggen: een belangrijke vooruitgang. In de 2,4 jaar sindsdien raakte ze geleidelijk aan ingeburgerd (ze zette op den duur haar nagels en tanden minder vaak in me) en werd na de sterilisatie zowaar aanhankelijk, af en toe. Veel leven zat er niet in haar. Ze sliep, kwam in beweging om te gaan eten of zich op de kattenbak van het verwerkte voedsel te ontdoen en dat was dat. Onlangs heeft ze ontdekt dat ze kan spelen. Dat doet ze met tot een balletje gerold aluminiumfolie. ’s Morgens vroeg al stuift ze op topsnelheid door het huis. Soms stuif ik op topsnelheid achter haar aan – mijn conditie is enorm toegenomen.

22-04-07. Het overlijden van Kurt Vonnegut, Jr. was een aansporing om zijn werk weer eens te gaan lezen. Zeven romans staan er ongelezen op de plank, van vijf boeken die ik wel gelezen heb kocht ik een paar jaar geleden een nieuwe editie die ik nog moet lezen. Dan kan ik net zo goed alle twintig Vonneguts die ik heb lezen. Maar waar beginnen? Alle romans chronologisch, dan de twee verhalenbundels en de beide bundelingen non-fictie? Eerst de zes romans waarin Kilgore Trout een rol speelt of genoemd wordt? Ik begon met Palm Sunday, ‘an autobiographical collage’. Vonnegut is zo geestig. ‘I have been on the Irv Kupcinet Show (…) four times. I have never said a word. I ran into Mr Kupcinet recently, and he said he would certainly like to have me on again. Why not?’

23-04-07. In Palm Sunday heeft Vonnegut het onder meer over humoristische boeken. ‘I once asked my friend Joseph Heller what he was up to. He said that he had an idea for a new book. I said that one idea wasn’t nearly enough for a whole book. I said this because he is a funny writer. If he had been a serious writer, I would have said one idea was more than enough for a trilogy.’ En: ‘The books of jokesters are short, which is a social disadvantage in an era when literairy importance is measured by the pound. The problem is that jokes deal so efficiently with ideas that there is little more to be said after the punch line has been spoken. It is time to come up with a new idea – and another good joke.’

24-04-07. Kurt Vonnegut, Jr. was ook op zijn oude dag geestig. Op YouTube vond ik diverse interviews met hem. In een uit 2005 luidde de eerste vraag van de interviewer: ‘How’s life?’ Vonnegut: ‘Practically over, thank God.’ Ik kocht en las gisteren A Man without a Country, een bitterleuke bundel overpeinzingen over Life in George W. Bush’s America. Vonnegut ziet het voor ons somber in: de aarde heeft er genoeg van gekregen, haar immuunsysteem begeeft het en de mens wordt eruit geknikkerd, van de ene dag op de andere. Hadden we maar niet in minder dan tweehonderd jaar tijd de fossiele brandstof erdoorheen moeten jagen. Voor die tijd wilde Vonnegut de tabaksindustrie aanklagen. Hij rookte vanaf zijn twaalfde ketting, op de pakjes werd beloofd dat je er dood van ging maar op zijn 82ste leefde hij nog steeds.

25-04-07. Ik was op weg gegaan om bij iemand wat in de bus te doen, niet om Theo op te tillen. Maar op mijn terugweg fietste Theo voor me. Hij slingerde en viel in de berm. Ik kende Theo niet. Ik wist niet eens dat hij Theo heette. Maar de eveneens bejaarde vrouw die hem vergezelde sprak hem met Theo aan. Ik stapte van mijn fiets en liep op Theo af en tilde hem overeind. Theo zei dat hij onlangs aan zijn buik geopereerd was, alsof dat alles verklaarde. ‘Hij stapte voor het eerst weer op zijn fiets!’ zei de begeleidende vrouw. ‘En hij viel er meteen weer af,’ zei ik, want ik voelde me erbij betrokken. In het Journaal ging het over een scholier die doodgeslagen was, terwijl medeleerlingen toekeken. Ze zouden Theo gewoon hebben laten liggen.

26-04-07. Naar mijn kapper gaan betekent de zaak geknipt en verdoofd verlaten: hij praat. Zelfs als hij het niet over het weer heeft gaat het nergens over. Het heeft geen zin te proberen hem te volgen en iets terugzeggen is niet nodig – je komt er toch niet tussen. Knippen en kletsen is maar het halve verhaal: voor je aan de beurt bent moet je lezen. Op de leestafel liggen bij een herenkapper Voetbal International, de Autokampioen en De Telegraaf. De eerste twee raak ik natuurlijk niet aan, De Telegraaf soms (om me te verbazen). Een kind slaat een kind dood, op de voorpagina van De Telegraaf is te lezen waar de moeder van het kind werkt en dat zijn broer acteert. Ik denk dat ze hopen op een volksgericht, dat geeft de volgende dag weer een smeuïge voorpagina.

27-04-07. De dvd van An incovenient Truth is uit. Vorig jaar las ik The Swarm van Frank Schatzing, van de week las ik bij Vonnegut: ‘The good Earth – we could have saved it, but we were too damn cheap and lazy.’ Maar ja, het is toch wel lekker, dit zomerse weer. Gisterochtend op het balkon in de zon liggen werken, ’s middags met Esther naar Kijkduin voor een strandwandeling. Jongens, wat had ik een goed humeur! Bij de kaasboer kreeg ik tien euro te veel terug, ik gaf het meteen terug. Een patatje kostte 2,50 euro (5,51 gulden!), het deed me niks. We gingen het strand op, liepen met de wind in de rug en passeerden een meisje dat van de zon lag te genieten. Topless! Ik had er natuurlijk wat van kunnen zeggen maar deed het niet.

28-04-07. Als je een hoge positie bekleedt word je toegejuicht als je een onbeduidende prestatie levert. Zo gaat dat. In een programma vanwege zijn veertigste verjaardag zag ik de kroonprins hardlopen, met een lijfwacht in zijn kielzog. Even een blokje om geweest voor de camera. De dag voor mijn veertigste verjaardag liep ik een Leiden een marathon – ik bedoel maar. Ik zie die kroonprins ook niet naar IKEA fietsen, zoals ik gisteren naar IKEA fietste: van het centrum van Den Haag via de wijk Ypenburg naar Delft. De wijk Ypenburg kende ik als het vliegveld Ypenburg (waar hoogeplaatsten als de kroonprins plachten aan te komen en te vertrekken). Je fietste over de Brasserkade naar Nootdorp, links en rechts weiland. Nu: links en rechts bebouwing. Ypenburg: een en al bebouwing. Hoe hebben ze die ongemerkt kunnen aanbrengen? Een raadsel.

29-04-07. Zondagochtend, tien over acht. De zon schijnt. Teletekst (pagina 704) leert dat de zon ook de komende vijf dagen zal schijnen. De temperatuur wordt maximaal 22 graden. De weerman heeft het over ‘heerlijk weer’, tegenstemmen beweren dat het wel lekker kan aanvoelen maar dat het een kwalijke zaak is, die hitte in april. Ik leerde bij aardrijkskunde dat het weer de toestand van de dampkring op een bepaalde plaats op een bepaald moment is en het klimaat de gemiddelde weerstoestand berekend over een groot aantal jaren – en dat je dus niet na een paar gebroken warmterecords kunt spreken van klimaatsverandering. En bovendien: niemand heeft de kachel aan, dat scheelt energieverbruik. Het is sinds gisteren meivakantie, niemand boekt wegens de kou een last minute vakantie naar de zon, dat scheelt vliegverkeer en de uitstoot van wat vliegtuigen uitstoten.

30-04-07. Moet ik al om halfnegen op pad gaan en het risico lopen dat nog niet iedereen was neergestreken met zijn waren? Of moet ik tot halfelf wachten en het risico lopen dat alle waardevolle spullen al weggekaapt waren? Het is dit jaar een warme, zonovergoten braderie, landelijk en in Loosduinen. Vorig jaar was het ‘droog maar fris,’ schreef ik destijds nog narillend. Dat komt nooit meer terug. Ik herinner me dat ik een 24-delige Spectrum Encyclopedie zag liggen, in onberispelijke staat, die 5 euro kostte. Zou de 24-delige Spectrum Encyclopedie gekocht hebben als ik niet al een 24-delige Spectrum Encyclopedie op de plank had staan. Kocht wel voor 1 euro een zeldzaam gehoopte eerste druk van Een roos van vlees, van Jan Wolkers. Ontdekte later via internet dat het boek niet meer dan 3,50 euro waard was.

01-05-07. De massa troep was net zo groot als vorig jaar maar wekte daarom niet minder verbazing. Wat een puinhoop moet het in veel huizen zijn! Ik bereikte de Loosduinse braderie omstreeks kwart voor tien. Een enkele onverschrokkene was toen al aan de Vietnamese loempia – die zou me na mijn uit brood met komkommer en tomaat bestaande ontbijt niet gesmaakt hebben. Als ik gewild had zou ik gigantisch veel aankopen hebben kunnen doen: knuffels, kinderboeken, stopcontacten, luciferdoosjes, videobanden, verlengsnoeren en andere waardeloze afdankingen. Er waren nog niet veel kopers maar ik kon me voorstellen dat degenen die zulke goederen kochten op de volgende braderie zelf bij een kleedje zouden staan om er weer af te komen. Als ik ook zoveel troep had gehad dan zou ik alles op een kleedje uitgestald hebben en gemaakt hebben dat ik wegkwam.

02-05-07. Prachtig, de luxe dvd-uitvoering van de Dylandocu Don’t look Back, het verslag van zijn tour door Engeland in 1965: Bob plus gitaar en harmonica. De camera van D.A. Pennebaker was overal bij: hotelkamers, backstage, on stage. Op de dvd drie versies van de Subterranean homesick Blues ‘videoclip’, een uur outtakes en audiocommentaar. Dikke pret met Joan Baez, Alan Price, Donovan, John Mayall, Dana Gillespie, Bob Neuwirth. Een vrolijke, voor de fans nog toegankelijke jonge Dylan. Tweeënveertig jaar later tourt hij door Europa. Op de supersite Bob Links bespreekt Mikael Peterson het optreden in Stockholm van 28 maart. Onderweg naar huis wordt er benzine getankt. De pomphouder: ‘Did you see Dylan?’ Hij bedoelde niet het concert: Dylan was tandpasta komen kopen en loopt daar naar de tourbus: een capuchon over zijn hoofd, omgeven door een half dozijn lijfwachten.

03-05-07. Wolken boven Loosduinen en de vooruitzichten zijn ontluisterend: maandag 50% regenkans, dinsdag 70% regenkans! We zullen het toch niet gaan beleven dat we ineens weer krijgen dat normaal is voor de tijd van het jaar? Gisteren nog zat ik drie uur op de fiets en had op een gegeven moment het idee dat ik niet alleen van Den Haag naar Leiden en van Leiden weer naar Den Haag aan het fietsen was maar ook richting een zonnesteek. Gauw petje opgezet. Het is halfnegen, het is nog mogelijk dat ik over anderhalf uur op het balkon in de zon zit. Ik lees daar dan verder in Timequake, de laatste roman die Vonnegut voltooide. Het gaat over een roman die hij niet voltooide. Zijn alter ego Kilgore Trout overleed toen hij 84 was, las ik. Net als Vonnegut zelf.

04-05-07. Leedvermaak! De rechter haalde een streep door de ABN Amro-rekening. Wat zal de arrogante bedrijfstop kwaad zijn. Ze willen gewoon hun gang kunnen gaan, zonder bemoeienis van aandeelhouders. Van die aandeelhouders moet ik ook niets hebben. Ik zag er laatst een paar in het Journaal. Het ging over de overname van hun bank. De bank zou moeten worden overgenomen door een bank die hun het hoogste rendement bezorgde. Wat maakt het uit, dat er duizenden werknemers van ABN Amro op straat komen te staan! Ik heb trouwens al evenmin sympathie voor het muffe mantelpakjes-/colbertjesvolk dat bij een bank aan de balie werkt. Mijn moeder wilde ooit zeg 100 euro opnemen. Het minimum was 500 euro. Na onwrikbaar aanhouden kreeg ze haar 100 euro. Ik zei: ‘Je had 500 euro moeten opnemen en dan 400 storten.’ Stelletje hufters.

05-05-07. Een dienstreis maakte dat ik gisteren 531 kilometer lang achter het stuur zat. Er was meivakantie of voorjaarsvakantie aan de orde en daarom deed de ochtendspits het niet toen ik om kwart voor tien vertrok. Tot voorbij Utrecht was er geen oponthoud, in de buurt van de Utrechtse Heuvelrug ineens een geweldige file – de andere kant op. Ik tufte tot voorbij Assen, nam de afslag Assen-Noord en had toen nog zo’n acht kilometer landinwaarts te gaan, waarvan de laatst zeven tussen groenvoorzieningen door. Omdat ik ruimschoots op tijd was voor mijn afspraak had ik het rustig aan gedaan, maar op de terugweg rook ik de stal en reed waar mogelijk en toegestaan 120 kilometer. Opnieuw een lange file (twee lange files zelfs), opnieuw aan de andere kant van de vangrail. En ja hoor: toen zon, nu wolken.

06-05-07. Het is qua geboorte of overlijden geen kroonjaar, toch worden liefhebbers van het werk van Frank Zappa (Amerikaans componist, 1940-1993) zeer verwend. Begin dit jaar bezorgde de pakketbezorger The Making of Freak Out!, een 4-cd-set bevattende de dubuut-dubbelelpee (1966) plus outtakes en andere extra’s. Onlangs vertoonde de VPRO een tweedelige documentaire, vorige week verscheen er een dvd in de serie Classic Albums, gewijd aan Over-nite Sensation (1973) en Apostrophe (’) (1974). Het werk van Zappa is zo verscheiden, voor degenen die zoals ik alles kunnen waarderen valt het niet mee een favoriete periode of plaat te noemen. Tijdens mijn dienstreis van 531 kilometer, eergisteren, draaide ik twee bandjes met opnames van de Broadway the hard way-tour uit 1988. Subliem – en dat gold ook voor Zappa’s orkestwerken uitgevoerd door het London Symphony Orchestra (1983) die ik eveneens beluisterde.

07-05-07. Vorige week kreeg ik een krantenbericht onder ogen. Het ging over de door amateurs aangetroffen fouten in de Volledige Werken van Willem Frederik Hermans, die door geleerden bezorgd worden. Is zoiets een tijdsverschijnsel? Toen ik op school zat vond ik het lezen van Agatha Christieboeken leuker dan op school zitten. (Nog steeds lijkt me bijna alles leuker dan op school zitten.) Zouden haar boeken me nog bevallen? Ik kocht op 2 mei Lord Edgware Dies: een fraaie, gebonden facsimile-uitgave van de eerste druk uit 1933. Toen deden ze ook maar wat, net als de Hermansgeleerden. In de inhoudsopgave heet het eerste hoofdstuk ‘A Theatrical Party’, boven de pagina waar het hoofdstuk begint staat: ‘A Theatrical Performance’. Zo ook hoofdstuk XV: ‘Sir Montagu Comer’ / ‘Sir Montagu Corner’. Het zeer spannende boek zaterdag gelezen (ik had geen huiswerk).

08-05-07. Goed nieuws bij het neerslachtige weer: vorig jaar werd er op de televisie dertien procent meer gevloekt dan het jaar ervoor. Maar liefst 112.000 keer werd er ‘godslasterlijke of ruwe’ taal gebruikt, zo turfden onverschrokken aanhangers van de Bond tegen het Vloeken. Dat je tegen vloeken bent is al erg genoeg, je zal ook nog eens moeten bijhouden hoe vaak er op tv gevloekt wordt. Die mensen zitten verkrampt voor de buis te turven. Hoe deden we dat vroeger? Vier verticale streepjes en dan de vijfde er diagonaal doorheen. Ik zou na omstreeks 8000 ruwe woorden de tel kwijtraken, de vloekturvers hielden vol tot er 112.000 vloeken geadministreerd waren. In ruim zestig procent van de gevallen ging het om ‘verwijzingen naar geslachtsdelen’: ‘L*l de behanger!’ ‘K*ttenkop!’ ‘Z*kkenwasser!’ De beschaving gaat op die manier gegarandeerd naar de kl*ten.

09-05-07. Terwijl ik dit begin te schrijven is er op het Journaal een malle man met een kaal hoofd aan het woord. Hij bekleedt een hoge positie op het gebied van snoepgoed en is het niet helemaal eens met het plan om reclame voor snoep te gaan verbieden. En dat terwijl het zo’n aardig experiment was: kinderen vreten zich tegenwoordig elke dag helemaal klem: chips, cola, hamburgers. Wij kregen vroeger een bakje pinda’s als we jarig waren en in mijn tijd waren we hooguit eenmaal in de drie jaar jarig. Nee, dan nu: kinderen zijn voor ze in de puberteit komen al moddervet en negen van de tien vijftienjarigen heeft suikerziekte. Het zou interessant zijn om te zien hoevelen van hen rond hun twintigste hartklachten krijgen maar als het reclameverbod doorgaat zullen we dat niet te weten komen.

10-05-07. Een geheel naar eigen inzicht te vullen vrije dag: uitslapen dus. Maar er blies vannacht een herfststorm om het huis, die deed de muren kraken en mij ontwaken. Ik dacht: ik neem dekbed en kussens onder de arm en ga beneden op de bank verder zien te slapen. Zo gedacht, zo gedaan, zo weer slapen gegaan. De zon kwam op, achter de wolken. In de boom voor het huis raakte een vogel bij kennis en zette het op een luidruchtig zingen. Het regende, ik was niet gekleed, dus maar niet het balkon op gegaan en iets naar de vogel gesmeten. De vogel hield op met zingen, niet lang nadien begon poes Duimpie boven te miauwen. Ze is stokdoof en hoort zichzelf niet miauwen en doet dat daarom op orkaansterkte. Om acht uur opgestaan: poes Gregor wilde spelen.

11-05-07. Harry Mulisch vond het een paar jaar terug wel lollig om de paus een hand te gaan geven: het was tenslotte theater, de Vaticaanse operette. Als je het als theater of folklore kunt zien valt dat katholicisme best mee. Bovendien zijn mij geen gevallen bekend van explosieven onder hun habijt verbergende kloosterlingen die via een zelfmoordactie een spoedafspraak met hun schepper hopen te kunnen maken – dat valt ook weer mee. Maar als de paus in een voor 85% katholiek land weer eens wat zegt over abortus en het heeft over het doden van kleine kinderen – enfin, dan is die malle folklore ineens minder vermakelijk. Vanwaar die obsessie van celibatair levende figuren met voortplanting en seks? Wim Kan zei het lang geleden al: ‘Als je de sport niet beoefent moet je je ook niet met de spelregels bemoeien.’

12-05-07. Hoe klein was de wereld ook alweer? Mijn zus bivakkeert tot het eind van de maand in Washington, in het huis van een echtpaar dat gisteren op Den Haag Centraal aankwam en dat in die tijd in het huis van mijn zus bivakkeert. Mijn zus mailde gisterochtend dat er in Washington boeken van Garrison Keillor in de kast stonden. Toen ik de Amerikanen ophaalde zei ik dat ik een maand of wat geleden de Garrison Keillorfilm A Prairie Home Companion gezien had. De vrouw zei: ‘Ken je Kurt Vonnegut ook?’ Kende ik die! Mijn zus had vorige week in New York de twee boeken gevonden die nog in mijn collectie ontbraken. De vrouw vertelde dat ze een rolletje had gespeeld in een toneelstuk van Vonnegut. En ze hadden op Cape Cod bij hem in de buurt gewoond!

13-05-07. In de James Bondfilm You only live twice raakt Sean Connery in gevecht met een vette Japanse spierbonk. Op een gegeven moment pakt Connery een bank op en gaat de vette Japanse spierbonk ermee te lijf. (Houd dit beeld even vast.) Ik zou met Marijke naar Rotterdam reizen om er een boekpresentatie bij te wonen. Ze belde op om me een aangepast reisschema voor te leggen: er moest bij Maarten een bankje worden opgehaald. Marijke zou me onderweg ophalen, dan kon ik helpen sjouwen. Gezellig toch? Met het bankje op de neergeklapte achterbank reden we naar de woning van Marijke. Gezamenlijk droegen we het bankje het halletje in, Marijke ging de auto wegzetten. Dit was mijn kans om te laten zien wat ik als schrijver waard was: het bankje dierlijk grommend helemaal alleen de trap op gedragen!

14-05-07. Tieka liet weten dat ze halverwege het manuscript was, Marijke beloofde dat ze het ging lezen. Hun leeslust werkte aanstekelijk, ik besloot Sabbatical zelf ook nog eens van begin tot eind aandachtig door te nemen. De laatste keer was een week of wat geleden. (Je kunt wel dagelijks herlezen, maar het is verstandiger wat tijd tussen twee lezingen te laten verlopen, dan vallen eventuele fouten je meer op.) Ik was gisteren even tevreden over de roman als bij de vorige lezing, zette op twee of drie plaatsen een kruisje in de marge: bedoelde ik ‘P.A.’ of ‘mengpaneel’? Voor de rest was het een kwestie van de vigerende spelling in de gaten houden. In het Zoute griottenmanuscript schreef ik ‘volle maan’, de alerte correctrice verbeterde dat tot ‘vollemaan’. Tegenwoordig is het weer ‘volle maan’. Leve het Groene Boekje!

15-05-07. We waren op weg naar de boekpresentatie van het debuut van een debutante. Marijke had de Rotterdamse tramlijnen en tramtijden secuur opgeschreven en begon die voor te dragen. Als er iets uitgelegd wordt dwalen mijn gedachten onmiddellijk af. De rode trui die Marijke aan had en die haar redelijk goed stond – de vorige keer dat ze die rode trui aan had gehad, op welke missie waren we toen geweest? Marijke beëindigde haar uitleg en ik luisterde weer naar haar. Toen we bij de Rotterdamse tramhalte stonden was ze het papiertje met de tramlijnen en tramtijden kwijt. Alle broek- en jaszakken werden driemaal leeggehaald voordat het vermiste gevonden was. Ik ontving op de presentatie een briefje met een belangrijk e-mailadres, dat ik in mijn jaszak stopte. In de terugtram kon ik het al niet meer vinden. Blinde paniek!

16-05-07. Slapende poezen vertederen, als ze opgerold op een stoel liggen of op schoot. Zelf verteder ik niet als ik slaap, althans niet voor het gevoel van de poezen. Het is nog nacht en poes Duimpie vindt dat ik genoeg geslapen heb en begint over me heen te lopen – ik laat alleen over me heen lopen als ik slaap. Poes Gregor heeft zich de eerste twee jaar van haar inpandigheid slapend gehouden maar is de afgelopen maanden tot de ontdekking gekomen dat ze kan hollen, achter een tot een balletje gerolde hoeveelheid aluminiumfolie aan. Dat doet ze het liefst ’s morgens vroeg en ik mag meedoen. Ook als ik lig te slapen. Ze wekt me met gekerm, ik ga er maar uit. Als ik koffie gezet heb is Gregor al weer uitgespeeld en ligt opgerold te slapen. Vertederend.

17-05-07. De tekst van gisteren, over de poezen, schreef ik voor de kat z’n kut. Ik wilde ’m online zetten, maar kreeg geen verbinding met internet. Helpdesk bellen lukte ook niet: er was ook geen telefoonverkeer mogelijk. Bij een bejaarde immobiele buurman de KPN-storingsdienst gebeld. Ze deden een lijntest maar die wees niets uit. Als ik de stekker uit de splitter trok konden ze zien waar de fout lag, intern of extern. Tweede test wees uit dat het tot aan mijn woning in orde was. Om halftwee meldde zich een monteur. Hij schroefde wat los, verrichtte een paar handelingen: het probleem zat niet in mijn huis. Buiten bevond zich een kastje vol draden: ook daar was niets te vinden. De malleur zat dus tussen het kastje en mijn huis, daarvoor komt er morgen een heel team in actie.

18-05-07. Terwijl ik dit schrijf rijden de beide bestelbussen van KPN de straat uit. Er loopt een tijdelijke telefoonlijn mijn raam uit en het raam van de benedenbuurman in. Monteur Patrick besloot tot deze noodoplossing omdat hij naar eigen zeggen door de bomen het bos niet meer zag. Er zou tussen acht en tien een reparateur komen, dus die kwam om twee minuten voor tien. Patrick ontdekte algauw dat het probleem zich op 22 meter afstand van mijn toestel bevond. Hij belde naar kantoor en vroeg om de bouwtekening van de telefoonlijnen en die werden naar zijn bestelbus gefaxt. Het euvel kon in de benedenwoning zitten; de getatoeëerde arbeidsschuwe kaalkop die daar woonde was mogelijk voor zijn hasjkwekerij aan het boren geslagen. In dat geval zou het politiewerk worden, misschien was er een andere oplossing mogelijk. (Morgen verder.)

19-05-07. Tot nu toe functioneert de provisorische telefoonaansluiting. (Ik merk dat ik als ik mail sneller typ, stel je voor dat de verbinding ineens verbroken wordt.) Zonder telefoon en zonder internet ben je van de buitenwereld afgesloten. Dat was afgelopen donderdag wel prettig: het was Hemelvaartsdag, de telefoon kon niet gaan en er kon geen e-mail binnenkomen. En dus kon het een ongestoorde leesdag worden en las ik de nieuwe Harlan Coben, The Woods. De Maand van het Spannende Boek start pas over dertien dagen maar ik ben alvast begonnen. Een voor de aardigheid gekochte Agatha Christie smaakte naar meer en gisteravond begon ik aan mijn zevende, Dumb Witness. Ik kocht zes gebonden facsimile’s bij Paagman, die er 17,50 voor vroeg; bij Amazon.co.uk kosten ze inclusief verzending 13 euro. Hopelijk wordt het lezen niet onderbroken door de telefoon.

20-05-07. Aan de volgende druk van Van Dale zal het begrip ‘bananentijd’ worden toegevoegd, synoniem van ‘komkommertijd’. De zomer was vroeg dit jaar, zo ook het nieuws dat nergens over gaat. De aarde warmt zorgwekkend op, in Irak gaat het geweld onverminderd door maar hier wordt het Journaal twee dagen lang gedomineerd door een gorilla. De gorilla was in Blijdorp een eindje gaan wandelen, samen met een bezoekster die nogal dol op hem was. Gisteren was het grote gorillanieuws dat de gorilla in de dierentuin van Berlijn wel vier keer ontsnapt was. Dat klinkt als een ontsnapte TBS’er die al vele malen eerder aan zijn bewakers had weten te komen. Het wachten is op een kamerlid dat aankondigt aan de verantwoordelijke minister vragen te zullen gaan stellen. Maar aan wie? Welke minister heeft er gorilla’s in zijn portefeuille?

21-05-07. Zo af en toe krijg je de gekte gewoon aangereikt. In de brievenbox lag een brief gericht ‘Aan de bewoners van de’ en dan mijn adres. De brief was afkomstig van een bedrijf in schilderwerk en bouwkundig onderhoud en begon aldus: ‘Naar aanleiding van een opdracht van Haag Wonen, mbt een lekkage dak parkeer garage willen wij graag het nummer van de parkeerplaats zodat wij de werkzaamheden kunnen uitvoeren.’ Onder de huizen aan de overkant zit een parkeergarage en in die parkeergarage heb ik een parkeerplaats. Wat is dat voor een opdrachtgever, die aan een bedrijf in schilderwerk en bouwkundig onderhoud laat weten dat er een lek gerepareerd moet worden maar niet aangeeft waar dat zit? Ik weet niks van een lekkage. ‘Gaarne binnen 5 werkdagen telefonisch contact met ons opnemen.’ Dat doe ik gaarne mooi niet.

22-05-07. Ze was door de oppasser gewaarschuwd dat gorilla’s het niet leuk vinden om aangestaard te worden. Tussen twee operaties door gaf ze een interview aan De Telegraaf en zei over het beest dat haar zowat aan stukken gescheurd had: ‘Bokito blijft mijn lieveling.’ Dat mens is dus temmes en niet alleen omdat ze zich door De Telegraaf laat interviewen. Op Teletekst beweerde iemand dat het gorillagedrag erop duidde dat voor de mensen het einde der tijden op komst was, of zoiets. Dat deed me denken aan De Apekermis, een Suske en Wiske waarin apen in opstand komen en de macht overnemen, onder aanvoering van Go Rilla (het bedenken van naamgrapjes was Willy Vandersteen wel toevertrouwd). Een regering bestaande uit apen, waarom ook niet. Krijg ineens zin in de originele Planet of the Apesfilm (1968), met Charlton Heston!

23-05-07. Was de VARA destijds niet opgericht om arbeiders te verheffen? Het lijkt me een kleine moeite om dan meteen ook mensen tegen zichzelf in bescherming te nemen. Maar nee, in het nieuwe VARA TV Magazine staat een door Paul Simons uit Heerlen ingezonden brief. Hij reageert op een artikel waarin de film 2001: A Space Odyssey en de beroemdste Weense wals ter sprake komen. ‘Ik heb de film een paar keer gezien, maar An der schöne blaue Donau van Johann Strauss daarbij niet gehoord,’ schrijft Simons kwaad. Of hij is doof, of hij kent het muziekstuk niet. De Strausswals begint als de film negentien minuten gevorderd is en het tijdperk van de apen verruild wordt voor dat van de ruimtevaart. Een woedende aap pakt een bot, gooit het omhoog en… Gatver, toen had je ook al Bokito’s.

24-05-07. Over zuinig zijn gesproken. In het huis waar ik sinds 1994 woon zijn in de keuken, in de gang beneden en de gang boven de gloeilampen nog nooit vervangen. Dat wil ik graag zo lang mogelijk zo houden. In de badkamer en in de wc worden de gloeilampen omgeven door een simpele bol die ik in een handomdraai losschroef, elders is destijds voor fraaie vormgeving gekozen. Oogt oogstrelend maar hoe kom ik bij de gloeilamp als die niet meer gloeit? Nog niet zo lang geleden moest er in het slaapvertrek een gloeilamp vervangen worden. Het werd een onderneming waarbij ik mezelf zo tot wanhoop opfokte dat ik om ’m los te krijgen bijna met mijn volle gewicht aan de lamp ging hangen. Dus alle lampen vervangen door spaarlampen – mooi niet, ik ga gloeilampen hamsteren. Spaarlampen? Lampen sparen!

25-05-07. Les één: zorg ervoor dat je een flesje water bij de hand hebt als je met warm weer heen en terug meer dan vier uur in de auto zit. Woensdag was ik voor een reportage naar Millingen aan de Rijn, in de buurt van Lobith (zeg maar daar waar de Rijn ons land binnenkomt). Zomers meiweer, prachtig landschap, ook als je er met 120 kilometer per uur doorheen stuift. Gisteren was ik voor een reportage naar Joure, met ook ditmaal een flesje water binnen handbereik. Nog zomerser meiweer, vrij vlak landschap – maar als je 120 rijdt ben je er zo doorheen. Een paar uur in Joure werkzaam geweest, toen de broeikas geworden auto weer in. Les twee: laat geen flesje water in de auto liggen als de zon schijnt. Slok genomen – wat onsmakelijk smerig smaakt lauwwarm water!

26-05-07. Zaterdagochtend, tien over vijf. Over een halfuur rijd ik naar het huis van mijn zus, pik daar de Amerikanen op die er twee weken lang logeerden en breng ze naar Schiphol. Tien over vijf, dat roept herinneringen op aan lang geleden. Van 1973 tot 1979 was ik zes dagen per week op dat tijdstip al aan het werk, ik bezorgde het ochtendblad Trouw en had daar veel lol in. Het was mijn eerste baan en in sommige opzichten was het mijn leukste baan. Ik begon met één krantenwijk, kreeg er een tweede bij en op den duur ook het agentschap, zodat ik zo’n 130 gulden per week verdiende – geld dat ik grotendeels belegde in grammofoonplaten. Ik wende aan het vroege opstaan (ik kan het nog steeds) en was altijd meteen klaarwakker. Een ochtendhumeur? Daar lachte ik om!

27-05-07. Zondagochtend, halfzeven. Een kwartier geleden opgestaan. Het is nog te vroeg om te zeggen of dat een goed idee was maar ik heb mijn twijfels. De voordelen van het nog vroegere opstaan van gisteren (tien over vijf) trok ik drie uur later in twijfel. Ik had de Amerikanen naar Schiphol gebracht, benzine getankt, koffie ingeschonken en de mail gecontroleerd. Om acht uur op de bank gaan liggen en begonnen in een Agatha Christie maar ik geloof dat ik al voor negenen mijn ligplaats naar boven verlegde en daar ging slapen. Omdat het was opgeklaard anderhalf uur later naar de stad gefietst en de drie nieuwe delen Verzameld Werk van Hella S. Haasse gekocht. ’s Middags was Agatha Christie weer aan de beurt maar pas tegen de avond had ik het boek uit. Gaap, gaap, wat een slaap.

28-05-07. Het vliegtuig zou om vijf voor een landen, ik had dus tijd om vooraf Amsterdam aan te doen. Fame is ook op zondag om tien uur open. Ik was er om elf uur maar kon er niet in omdat het Pinksteren was; ze gingen om twaalf uur open. ‘Tot dan!’ riep een enthousiaste medewerkster, die wel naar binnen mocht. ‘Ik denk het niet,’ zei ik. Waterstone’s was al open. Het wordt zo langzamerhand tijd dat ik Haruki Murakami ga lezen, vind ik. Op twee titels, Norwegian Wood en The wind-up Bird Chronicle, zat een 3 for 2-sticker. Ik voegde er The Night Watch van Sarah Waters aan toe en was voor 30,80 euro klaar. Overgestoken naar het American Book Center: dat was wegens Pinksteren de hele dag gesloten! Terug naar Waterstone’s en Kafka on the Shore gekocht.

29-05-07. Gaat het met Pinksteren niet net zo? Dat zijn tenslotte ook twee dagen. Praktisch elk jaar (want ze denken dat we geen geheugen hebben) is er op tweede paasdag in het Journaal aandacht voor de wijze waarop mensen hun tweede paasdag doorbrachten. De meeste Nederlanders bezoeken op die dag een meubelboulevard of een soortgelijk oord van verschrikking. Dat doen ze onder het motto: ‘Zo’n eerste paasdag kan je nog wel thuis blijven, maar op tweede paasdag moet je eruit.’ Ik heb in mijn al vrij lange leven maar eenmaal een woonboulevard hoeven bezoeken, en het was niet een tweede paas-, pinkster- of kerstdag maar een gewone zaterdag. Mijn moeder was wegens haar aanstaande verhuizing aan nieuw meubilair toe en sprak in een winkel voor iedereen hoorbaar de legendarische woorden: ‘Het lijkt wel of die tafel aids heeft!’

30-05-07. Ik ben het altijd eens met mensen die het nooit eens zijn met Geert Wilders maar zijn jongste plan heeft wel wat. De politie moet met scherp kunnen schieten als er sprake is van ‘ernstige rellen’ die veroorzaakt worden door ‘verwerpelijk tuig’. Zomaar in het wilde weg erop los knallen is natuurlijk de bedoeling niet, er moet eerst gewaarschuwd worden: ‘Mensen, laten we het gezellig houden!’ Geeft het verwerpelijke tuig daar geen gehoor aan, dan is een waarschuwingsschot op z’n plaats. Omdat verwerpelijk tuig de neiging heeft hardleers te zijn kan zo’n waarschuwingsschot het beste tussen de ogen terechtkomen. Dat moet zelfs het meest hardleerse verwerpelijke tuig duidelijk maken dat het uit moet zijn met de relschopperij. Als deze gang van zaken eenmaal kracht van wet heeft gekregen dan moeten ook trambestuurders een pistool krijgen, vind ik.

31-05-07. Volgende week donderdag breekt er een korte vakantie aan die vijf weken en vier dagen duurt. De eerste dag staat in het teken van een bezoek aan een trouwambtenaar. Helga is dat parttime: mijn bezoek houdt verband met haar bezigheden voor Radio West. Ze heeft daar onder meer bemoeienis met de afdeling Hoorspel en was door een collega op mijn spoor gezet. Ik had met mijn team tien uur humoristische hoorspelachtige programma’s voor Radio West gemaakt, misschien konden we de handen ineen slaan. Zo was het wellicht mogelijk om de uitzendingen en de scripts een plek te geven op het aan hoorspelen gewijde onderdeel van de RTV West website. Goed idee maar de uitzendingen bevatten muziek die niet rechtenvrij was. Kon die zomaar online gezet worden? Over zulke zaken hebben we op 7 juni een kleine topconferentie.

01-06-07. Ik schreef dit gisteravond alvast, tot besluit van een geloof ik wel nuttig bestede dag. Het was tegen 21.30 uur ineens indrukwekkend bewolkt geraakt, het rommelde in de verte en het regende vrij gigantisch, wat wil je nog meer. Te veel om op te noemen maar om te beginnen zou betrouwbaarder weersverwachting wel prettig zijn. Het zou gisterochtend opklaren, daarna flink gaan neerslaan. Ik fietste voor mogelijke buien uit naar de boekwinkel, kocht drie Murakami’s, fietste nog altijd regenvrij naar huis – en maakte mee dat het in plaats van te gaan regenen zeer zonnig werd. Met buurvriendin Esther een strandwandeling en een ijsje, een petje op tegen de zonnebrand. ’s Avonds een paar uur bezig geweest met de bestanden van vijf Hot Talkscripts – die zijn binnenkort hopelijk te bekijken op de hoorspelplek van de RTV West website.

02-06-07. Balkenende die zegt dat het via de televisie weggeven van een nier ons land geen goed zal doen, dat is natuurlijk iets om te koesteren. Het had iets van een aprilgrap. Mensen werden verleid op een bepaald tijdstip iets te doen: naar een tv-uitzending kijken. Er ging iets wereldschokkends gebeuren, dus de wereldpers kwam erop af. Een paar jaar terug waren er een jongen en een meisje die naar eigen zeggen voor het eerst de liefde gingen bedrijven en dit via internet rechtstreeks zouden vertonen. Dat ging natuurlijk niet door. En je had lang geleden de geweldige kermisattractie ‘Een nummertje in het gras’, ik geloof dat ik daar bij Wolkers over las (kan ook Reve geweest zijn). Mensen kochten een kaartje, gingen likkebaardend de kermistent binnen – en jawel, daar lag in het gras nummer dit of dat.

03-06-07. Deze maand krijg je Afgunst (van Saskia Noort) cadeau als je voor minimaal 12,50 aan Nederlandstalige boeken koopt. Ik kocht vrijdag voor 27,95 twee Engelstalige boeken van Murakami maar kreeg het toch cadeau. ‘Literaire thriller’, staat er bij wijze van kwaliteitskeurmerk op het Afgunstomslag. Wie er iets literairs in ziet mag het zeggen. De stijl hangt tegen die van een Bouquetreeksdeeltje aan. Het wemelt van de clichés. Om de pen te sparen streepte ik ze maar niet aan. Een tandarts boort in tanden, Noort gebruikt tanden om te boren: ‘Ik boor mijn tanden in zijn pols’ (p. 89). Het ziet ernaar uit dat de ontvoerder de heldin gaat slaan, ‘met zijn elleboog dwars door mijn oogkas’ (p. 81). Een enorme oogkas (of kleine elleboog). ‘De tape’ (p. 73), ‘het tape’ (p. 75). Ik ga gauw Murakami lezen.

04-06-07. Vroeger had je programmamakers die het niet terecht vonden als hun programma’s afgekraakt werden: ze hadden kei- en keihard gewerkt. Dat is een oneigenlijk argument. Het gaat er niet om dat je kei- en keihard werkt, het gaat erom dat wat je aflevert de moeite waard is. Daar moest ik aan denken toen ik in het jongste VARA TV Magazine een interview met Saskia Noort las. Ze zegt daarin over recensenten die haar werk afkraken: ‘laat ze maar lekker over je heen pissen, dat is nou eenmaal de prijs van succes.’ Als je een spannend niemendalletje nadrukkelijk afficheert als een ‘literaire’ thriller dan is dat vragen om moeilijkheden. De verleiding was groot in het geschenkboekje alle clichés aan te strepen, maar ik wilde liever geen rsi oplopen. In het interview zegt ze ook nog: ‘een meisje die’.

05-06-07. Nog anderhalve dag, dan begin ik aan een korte vakantie van vijf weken. Het gaat een bezige korte vakantie worden, heb ik het idee. Nu Sabbatical wel zo’n beetje voltooid is, wil ik het manuscript Livia gaan fatsoeneren en ook gaan schaven aan een stuk of 55 korte verhalen. Maar eerst wat anders: als het naar wens gaat, komen de vijf aan Buisdorp gewijde Hot Talkuitzendingen binnenkort op de website van Radio West, waar er een blokje voor gereserveerd wordt. De in totaal tien uur bevatten niet alleen gesproken woord maar ook muziek. Kon dat zomaar online gezet worden? De Radio Westmedewerker die het uitgezocht had meende van wel: rechten waren bij de rechtstreekse uitzending geregeld. Behalve de uitzendingen komen ook de scripts op de site te staan. Die massa tekst moet ik voordien nog even nalezen.

06-06-07. De laatste werkdag tot 16 juli, dat is prettig om te schrijven. Maar terwijl ik dat schrijf liggen er nabij het toetsenbord briefjes volgenoteerd met dringende dingen die vrij spoedig gedaan moeten worden. Vanavond wil ik Sabbatical nog een keer lezen. Morgenavond vergezel ik buurvriendin Esther als zij Loekie voor een controlebeurt naar de dierenarts brengt. Ten behoeve van de beoogde plaatsing op de website van RTV West moet ik de uitzend-cd’s van vijf Hot Talkuitzending gedeeltelijk beluisteren, ik moet de scripts nog een keer bekijken. Er moet bovendien gestofzuigd worden. En vrijdag reis ik met Marijke mee naar Utrecht. We hadden gisteren een halfuur telecommunicatie over een tekst die zij aan het redigeren was, korte tijd later kreeg ik zelf een te redigeren tekst aangeboden. De eerste vakantiedagen kan er nog geen sprake zijn van vakantie.

07-06-07. Vandaag is het de eerste dag van de vakantie: vijf weken plus een paar dagen, in totaal 39 dagen, ofwel een klein sabbatical. Het leek me een goed idee het kleine sabbatical in te gaan met het nog eens doornemen van het manuscript Sabbatical – ook omdat Marijke het kritisch gaat lezen. (Ik heb natuurlijk liever dat men een tekst zonder slordigheden onder ogen krijgt, het is al erg genoeg als het verhaal als geheel ondermaats gevonden wordt.) Gisteravond van vijf over halfzeven tot tien over halftwaalf bezig geweest en omstreeks 160 verbeteringen aangebracht. Een bijvoeglijk naamwoord dat me bij nader inzien niet aanstond vervangen of gewoon maar geschrapt, een keer een hele alinea verdreven et cetera. Zo meteen ga ik controleren of ik de verbeteringen goed heb aangebracht, daarna ga ik een tekst van derden redigeren. Vakantie!

08-06-07. Loekie, de kat van buurvriendin Esther, moest gisteren een enting ondergaan. Hij beleefde niet veel plezier aan de autorit: op de heenweg maakte hij zijn ongenoegen kenbaar door een protestplas in de draagbak te doen. Dat was gunstig want Esther had het idee dat Loekie last had van een blaasontsteking. De geleegde blaas leek erop te wijzen dat het wel meeviel. De dierenarts vond dat ook. Hij veegde na het consult de bak droog, Loekie stapte er weer in. Ook op de terugweg verzorgde hij een protestplas, en omdat die geen indruk op ons maakte voegde hij er een drol aan toe. Zijraam en dakraam opengedraaid, aanjager op stand drie: de stank bleef stinken. Volgende week moet ik zelf met twee katten op pad. Ik wil Esthers draagbak lenen maar bezwoer haar dat het geen haast had.

09-06-07. We hadden op het CS afgesproken. Ik liep er vanaf mijn werk naartoe, onder een gammele paraplu die ik in Utrecht meteen zou vervangen, er werd zwaar weer verwacht. Onafhankelijk van elkaar hadden we besloten er zonnig uit te zien: Marijke een lichtgroene broek, een rood shirt, rode sokken en beige schoenen, ik een beige broek, lichtgroen T-shirt, oranje shirt, oranje sokken en spectaculair gekleurde schoenen. We hoefden in Utrecht niet samen onder mijn gammele paraplu, Marijke had ook een paraplu bij zich. We hoefden er zelfs niet ieder voor zich onder een paraplu, want het was droog. De zon scheen, het was warm. In Utrecht gingen we ieder ons weegs, ik had een eind te lopen. Het was niet warm, het was heet. De regen kwam ’s avonds pas, voorafgegaan door fantastisch onweer. Weeralarm! Kaplaarzen aan!

10-06-07. Ik had in een print van Sabbatical meer dan 160 verbeteringen aangebracht, ze in het bestand verwerkt en het verbeterde bestand geprint. Gisteren de laatste en de voorlaatste print met elkaar vergeleken: op drie plaatsen hadden de verbeteringen tot fouten geleid: ‘en het kon niet op want er kon klonk Nights in white Satin’ – ‘De GEB’er had een assistent bij zich bij die’ – ‘voor krokodillen was te ver uit de buurt’. Ik ontdekte de fouten op de dag dat ik een aantal uittreksels corrigeerde. In een ervan, van de roman De hemelrat (van Jan van Mersbergen, verschenen bij Cossee), kwam de schrijver van het uittreksel soortgelijke fouten tegen: ‘Tom stapte hij uit zijn schoenen’ – ‘En ze lieten ze de tram wegrijden’ – ‘Het jongentje’. Fouten in een manuscript zijn snel verbeterd, fouten in een boek gaan nooit verloren.

11-06-07. Ik kreeg een kans die ik niet vaak krijg: de natuur van dichtbij bekijken. Ik was op het buitenverblijf van een collega en dronk er in de hete zon lui twee koppen koffie. Tijdens de korte wandeling van het broeikasje waarin de koffieapparatuur verbleef naar de plek waar onze stoelen stonden passeerde ik een vliegend eng blauw ding. ‘Een eng blauw ding,’ zei ik. ‘Dat is een waterdomper,’ zei de collega. (Een waterhopper? Een waterjuffer?) De koffie zat erin, ik vroeg of ik nog wat kon doen, nu ik er toch was. Tussen de tegels groeide groen dat wel weg kon, had ik zin dat overtollige groen weg te halen? Wel ja. Ik trok hier en daar wat tussen de tegels vandaan en verstoorde daarbij het biologisch evenwicht want overal kwamen enge blauwe kruipers vandaan gekropen. Horror!

12-06-07. Mijn partij is het niet. Wiegel zei vroeger te pas en te onpas: ‘Wij van de VVD.’ Degenen die bij die ‘wij’ horen dragen tegenwoordig allerminst het wijgevoel uit. Gisteravond was de onstuitbaar doortetterende Vonhoff in NOVA, om het uit te leggen. Zijn wilde witte haar deed me denken aan de paddenstoel van een kernproef: Duisenberg, maar dan erger. Wat zouden VVD-stemmers van de gang van zaken vinden (niet van dat haar, maar van het interne gerommel)? Een VVD’er vindt Verdonk een onbehouwen akela en Rutte een blozende puber. Let op, als die twee elkaar weggepest hebben wordt Van Baalen naar voren geduwd. Heeft altijd een rechtse grol paraat, is een doorgewinterd debater, heeft dezelfde bolle harses als Wiegel en Van Riel. Over een paar jaar, als hij nog wat dikker is geworden, leidt hij de VVD.

13-06-07. ‘In negentien-drie-zeven, dan gaan we wat beleven!’ zongen de padvinders: in 1937 kwam de Jamboree naar ons land. In 2012 gaat er weer wat gebeuren. Ik heb er hier en daar wat over gelezen, zoals 2012. The Year of the Mayan Prophecy, van Daniel Pinchbeck. (Ik geloof dat Maurice M. Cotterell een 2012-pionier was, met The Mayan Prophecies.) Hoe dan ook, bij NOVA werd bericht over een sekte die ervoor zorgt dat je 21 december 2012 goed doorkomt, als je je bij die sekte aansluit. Als het einde van de wereld in verband wordt gebracht met een exacte datum kunnen we opgelucht ademhalen, dan is het onzin. De wereld kent immers verschillende tijdzones: als het hier 21 december is, is het elders nog 20 of al 22 december. De wereld kan dus niet op één datum vergaan.

14-06-07. Je houdt er aan het begin van het jaar geen rekening mee dat de zomer in april zal vallen. In juni vrij hebben, stel je je voor, dat betekent lui op gang komen. In de ochtend een paar uur op het voorbalkon in de zon zitten: de discman aan en de nieuwe cd’s beluisteren (twee in Utrecht voor minder dan de helft van de reguliere prijs op op de kop getikte delen uit de Bootleg Series van Dylan, een 2 cd-editie van 50.000.000 Elvis Fans can’t be wrong, de 4 cd + dvd box Vegas van Sinatra en Zappa Buffalo). Als de muziek niet te veel aandacht opeist tegelijkertijd een tekst voor me (ik wil in de vakantie verder werken aan de roman Livia). Maar nee: ik werd wakker van de regen die tegen het dakraam kletterde.

15-06-07. Voor geduld heb ik geen geduld. Dat was gisteren weer eens aan de orde. Ondanks dat ik vakantie had was ik om zeven uur wakker. Vijf kwartier later was ik in de supermarkt, om kwart voor negen uur kreeg ik zin in hollen. Ik dacht: ik ga hollen. En dus trok ik de hardloopschoenen aan en ging hollen. Tot nu toe klinkt het als een weloverwogen en wijs besluit, dat hollen gaan. Maar het regende, het goot! In het nabije park waar doorgaans omstreeks die tijd honden worden uitgelaten door al dan niet ongebonden jonge vrouwen waren geen honden te bekennen, laat staan al dan niet ongebonden jonge vrouwen. Zelfs de jonge al dan niet ongebonden jonge vrouw die er hardlopend haar hondje uitlaat was er niet. Anderen hadden wel geduld: een uur later was het droog.

16-06-07. Afgezien van de koffie begon het gezond: koffie, halve liter Vifit, 19 minuten hardlopen in de regen, bordje muesli met brokken chocola en hele nootachtigen. Maar je bent jarig of je bent het niet, dus daar kwamen nog bij: ongezouten cashewnoten, gezouten notenmelange, patatje pindasaus, twee broodjes kroket, vier slagroom-hazelnootgebakjes en tussendoor voor de vitaminen twee uitgeperste sinaasappels, een appel en wat pitloze witte druiven. (Plus vloeibaarheden.) Terwijl ik dit schrijf staan er nog drie slagroom-hazelnootgebakjes in de koelkast vanwege twee nakomende bezoekers – er zit voor mij dus maar een enkel slagroom-hazelnootgebakje in. Behalve bezoekers en geschenken waren er ook kaarten, een ervan had voorop een afbeelding van een bord met de tekst: ‘Dames wilt u voor het onderzoek uw broekje uitdoen en op de bel letten s.v.p.’ Afkomstig ‘uit het kleedhokje van een gynaecologenpraktijk omstreeks 1950’.

17-06-07. In slaap komen viel niet mee, wakker worden evenmin. Is er leven in een wereld zonder Band Zonder Naam? Ik zat te werken, keek af en toe over mijn schouder naar de tv, het volk was toen het einde nog moest beginnen al grotendeels in tranen. Waar moeten ze naartoe met hun behoefte aan meedeinen? De overstap van BZN naar Frans Bauer is misschien te groot. Van Balkenende tot Plasterk, van Ben Cramer tot Jan (v/h Jantje) Smit, van Joost den Draayer tot Erik de Zwart: geen van hen had ooit mooiere muziek gehoord dan muziek van BZN. Er werd muziekgeschiedenis geschreven, zei de voice-over aan het begin. Ik ken maar één ander voorbeeld: Cream Farewell Concert uit 1968. Ze kwamen 37 jaar later weer samen. Daar hoeven we bij BZN gelukkig niet bang voor te zijn.

18-06-07. Jan Keizer is 58, Carola Smit 43. Logisch dat ze stopten. Hoewel: laatst stonden ook The Who in Ahoy. Pete Townshend is 62, Roger Daltrey 63. En dan de Stones. Ron Wood, de benjamin van de groep, werd onlangs 60. De bolle Jan Keizer sjokt over het podium, de afgetrainde Mick Jagger (volgende maand 64) rent en springt nog. Vandaag is Paul McCartney 65 geworden. Ik kocht zijn nieuwe cd (natuurlijk kocht ik die): Memory almost Full. De voorganger Chaos and Creation in the Backyard was fantastisch, deze vond ik bij eerste beluistering maar zo zo. Dance Tonight is een niemendalletje. Maar toen ik de cd voor de tweede keer beluisterde sloeg de vonk over. House of Wax, That was Me, Only Mama Knows. Zitten in m’n hoofd, willen er niet meer uit. Een tovenaar, die McCartney.

19-06-07. Toen ik hier dertien jaar geleden kwam wonen was ik onder meer gecharmeerd van de ligging van het balkon (ik weet niet of dat op het noorden, zuiden, westen of oosten ligt, ik weet ook nooit in welke richting ik moet vertrekken als de routeplanner aangeeft dat ik de straat in noordelijke moet verlaten). ’s Morgens staat de zon op het balkon, ’s zomers kan ik van een uur of tien tot een uur of een in de zon zitten of liggen, voorzien van diverse gemakken (zoals koffie en/of een boek en/of muziek). Het is bijna halverwege de tweede week van mijn vakantie en ik heb nog geen balkonzon meegemaakt. Gisterochtend was er toen ik wakker werd zon, een uur later goot het. Ga zo meteen een uurtje zonzitten, vertrek vervolgens naar Venus: film met Peter O’Toole!

20-06-07. Zo’n vakantie vliegt om. Ik ben nu halverwege de tweede van vijf weken en voor mijn gevoel heb ik nog niets gedaan. Wat boeken gelezen (The God Delusion, een McCartney biografie, twee Murakami’s en een Mankell), de dvd-kijkachterstand een beetje ingehaald (Angels in America, een paar reizen van Michael Palin) maar dat waren druppels op gloeiende platen. (En bovendien werd de lees- en kijkachterstand alleen maar groter door boek- en dvd-aanschaffen.) Het is niet een gebrek aan plannen: ik weet precies wat ik allemaal wil gaan doen maar omdat het niet op stel en sprong hoeft te gebeuren komt er even niets van: ik heb namelijk vakantie. Maar als het door blijft gaan zoals het gaat komt er nergens wat van terecht, en daarom ga ik maar eens opschrijven wat ik wanneer ga doen, qua nuttige bezigheden.

21-06-07. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Ik was op visite bij M., die ik toevallig tegengekomen was in de trein, ze woonde in de gemeente Z. We dronken koffie en omdat mensen dat nu eenmaal graag doen vestigde M. mijn aandacht op foto’s die in fotoboeken zaten en op haar pc stonden. Op de pc bevond zich een reeks foto’s van een vakantie in Frankrijk. Kiekje dit, kiekje dat, kiekje zus, kiekje zo, gaap. En toen werd het beeldscherm gevuld door een lul, goddank in onopgewonden toestand. ‘O nee!’ riep M., het beeldscherm wegdaaiend. De foto betrof een deel van een L. M. had vergeefs getracht de foto te verwijderen. Met deze L., die ook nog uit Monster kwam, had M. wat gehad, het was uitgeraakt. ‘Je hebt in elk geval nog een aandenken,’ zei ik.

22-06-07. De zomer is z’n tweede dag in gegaan. Wat een feest was dat gisteren, eindelijk zomer! Dat hadden we wel verdiend. Ik was om zeven uur opgestaan, ik had er zin in. Een kop koffie, een halve liter Vifit en gaan hollen. In het park wemelde het van de hondenuitlaters die allemaal van de zomer aan het genieten waren, dat zag je meteen. Gedoucht, een bordje cruesli gegeten en de stretcher op het balkon uitgevouwen. Om halftien staat de zon nog niet vol op het balkon maar ook met maar een beetje zon had ik volop het zomergevoel. Ik las een theatertekst van Mylou Frencken en Bart Klunder, wat was die leuk! Na nog geen uur begon de lucht grijs en toen gitzwart te worden en diende de eerste zomerse bui zich aan. Verfrissend, zo’n zomerse zomer!

23-06-07. Een tante had een roekoeduif als huisdier. Het beest zat in de keuken in een hok en vond dat geloof ik niet erg. Ik weet niet of zoiets vaker voorkomt. Waar we woonden had de bovenbuurman een duiventil. Het onafgebroken koeren was niet altijd een gezellig geluid, om nog maar te zwijgen van de stront. We verhuisden naar een derde etage. Geen bovenburen, geen duiventil. Maar toen hij gepensioneerd was geraakt begon de benedenbuur op zijn balkon een til te timmeren! Als vanouds duivenstront. Ik fietste gisteren door Rijswijk en passeerde een duif die vlak bij een groenstrook op straat lag. Een bevriende duif zat ernaast. De liggende duif was dood, ik pakte hem op en legde hem in het groen. Ik zag geen bloed of deuken, hij was niet aangereden. Ze gaan dus ook vanzelf dood.

24-06-07. Het weer kon gistermiddag niet kiezen tussen zon en regen, zelf had ik moeite met kiezen tussen twee films die elkaar gedeeltelijk overlapten, op Nederland en België. De keuze ging tussen de films Playtime en Le petit Baigneur en tussen de twee grootste Franse komische genieën: Jacques Tati en Louis de Funès. Tati stopte de meest prestigieuze film uit zijn kleine oeuvre zo vol grappen dat je elke keer weer iets voor het eerst ziet – bovendien moet je lachen om wat je al vaak gezien hebt. Van de enorme hoeveelheid films die De Funès maakte is Le petit Baigneur een van de betere niet-Gendarmefilms. Ook gisteren (net als toen ik een kind was) schaterde ik om de scène in de kerk, waarin de oranjeharige pastoor preekt vanaf een op instorten staande kansel. De hele middag lol gehad.

25-06-07. Ik was een kind, ik kocht maar wat. Deep Purple in Rock was een toevalstreffer, de dubbelaar Made in Japan een weloverwogen keuze: nog altijd een van mijn favoriete liveplaten. Vorig jaar zag ik Deep Purple in de Heineken Music Hall en wat een feest was dat. Gisteren zag ik de dvd Live at Montreux 2006, hetzelfde repertoire als vorig jaar. Schitterend in beeld gebracht, niet dat zenuwachtige snelle beeldwisselen van MTV maar oog voor detail, zoals Ian Paice die een drumstick laat vallen en snel een andere pakt. (Hij is dikkig geworden, zit ook de hele dag.) In de bijgaande interviews vertellen de bandleden dat de nummers uit jams geboren worden. Dat hoor je nog af aan de sublieme intro’s van bijvoorbeeld Lazy en Smoke on the Water. Het laatste wordt eerst in een jazzarrangement gespeeld!

26-06-07. Televisieseries zie ik maar zelden als ze uitgezonden worden. De ene keer gebeurt dat op een dag of een tijdstip dat het me niet uitkomt, de andere keer streep ik in de gids aan dat ik moet kijken en denk er niet aan als het zover is. Bovendien heb ik geen zin om een week te wachten op het vervolg, hou ik niet van onderbrekingen voor reclame – et voilà: de dvd. Er gaat nauwelijks iets boven het zien van een televisieserie op dvd. Zo zag ik gisteren het complete eerste deel van het zesde seizoen Sopranos: twaalf afleveringen van vijftig minuten. Als ik de serie op tv zou volgen zouden daar drie maanden mee gemoeid zijn. Leukste gastrol: Lauren Bacall, die zichtzelf speelt en op haar 81ste voor het eerst voor de camera ‘fuck!’ zegt. (Twee keer!)

27-06-07. Soms ben ik mijn tijd vooruit, soms sjok ik erachteraan. Ik heb mij jarenlang tot het uiterste verzet tegen de aanschaf van een mobiele telefoon. In ongeveer 2001 kreeg ik er een van de Postbank, toen ik geld op een spaarrekening gezet had. Ik gebruikte dat ding nooit. Er zat een beltegoed op dat eraf gehaald werd toen ik een halfjaar niet gebeld had, of zoiets. Gisteren ging ik weer overstag: een mobiele telefoon gekocht. Er zaten maar liefst twee gebruiksaanwijzingen bij, zodat ik het maar liefst twee keer niet snapte en dan ook (met mijn ouderwetse telefoon) buurvriendin Esther om hulp belde. Zij kan lezen en schrijven met die dingen maar had ook geen idee wat mijn mobiele nummer was. Ik ontdekte het op de nummerherkenner van mijn ouderwetse telefoon, toen ik mijn ouderwetse telefoonnummer intoetste.

28-06-07. Het is vakantie, dus ik hou me nog minder dan anders bezig met wat er in de wereld gebeurt. De toestand buiten Nederland is geloof ik redelijk stabiel, hier schijnen we in diepe rouw gedompeld te zijn door het overlijden van majoor Bosshardt. Persoonlijk vind ik dat het zo zachtjes aan tijd wordt als je 94 bent maar degenen die helemaal uit hun doen zijn door het overlijden hadden liever gehad dat ze 194 was geworden. Wij hebben hier geen Lady Di, en het zal dus wat kleinschaliger uitpakken, maar de uitvaart moet een evenement worden. Er wordt een rijtocht door Amsterdam gemaakt. Ik vermoed dat de lijkwagen wordt begeleid door een kolonne ongewapende Hells Angels, gevolgd door rouwende lilliputters, daklozen, hoeren, wethouders, bokspromotors, de drie Toppers en nabestaanden van tante Leen. De uitvaart wordt rechtstreeks uitgezonden.

29-06-07. Het lukte niet poes Gregor uit te leggen dat ze nuchter bij de dierenarts moest worden afgeleverd. Haar voerbakje was om zes uur ’s avonds verwijderd, om zeven uur ’s morgens wilde ze weten waar haar ontbijt bleef en het kon niet anders of ik werd daar wakker van. Pas om halfnegen zou ik met haar op pad gaan, dus elke keer dat ik (voor koffie, Vifit of cruesli) naar de keuken liep kwam ze hoopvol en hongerig meegelopen. Tevergeefs. De dokter wilde haar openmaken om te zien wat de buikbobbel te beduiden had. Die zat er al een jaar, sinds de sterilisatie. Destijds had de buikbobbel de arts geen zorgen gebaard, dat-ie er nog zat was eigenaardig. Openmaken dus. Om halfdrie haalde ik haar weer op, ze was weer dichtgemaakt. De onschuldige buikbobbel was weggezogen: katliposuctie!

30-06-07. De laatste dag van de Maand van het Spannende Boek. De afgelopen dagen waren zeer spannend. Bij drie betere boekhandels en bij een vestiging van Bruna hadden ze geen geschenkboekjes meer. Dat geschenkboekje is vooral van belang vanwege de NS-kortingskaart die erin zit: 40% korting op een treinreis. Ik had er een gebruikt en nog vier liggen. Dat was wat weinig, en daarom ging ik op zoek naar een boekwinkel met geschenkboekjes op voorraad. Ik vond er een in de buurt. Eergisteren kocht ik er De schaduw van de wind van Carlos Ruiz Zafón, gisteren De nieuwe ijstijd van Kim Stanley Robinson en zo heb ik nu zes kortingskaarten. De laatste dag van de Maand van het Spannende Boek: een uitgelezen moment om een spannend boek te gaan lezen. Het wordt Skin Privilege, de nieuwe Karin Slaughter.

01-07-07. Op 8 oktober 2004, de dag na een bezoek aan de Buchmesse, was ik in Frankfurt in boekhandel Hugendubel. Om 11.40 uur (en vier seconden) rekende ik er twee boeken af (Angels & Demons van Dan Brown en Das Attentat van Harry Mulisch) en ook de Jacques Tati Collection (44,80 euro). De dvd-box bevatte Mon Oncle, Playtime, Les vacances de Monsieur Hulot en Jour de Fête, plus twee korte films. Playtime had ik al, de andere films waren in Nederland niet te krijgen. Toen gistermiddag Mon Oncle werd uitgezonden was er eigenlijk geen reden om te kijken. Ik keek natuurlijk wel, voor de zoveelste keer. Je wacht op een geweldig leuke scène en was vergeten dat er voor die geweldig leuke scène ook een geweldig leuke scène zit. Een humoristisch meesterwerk dat zoals elk meesterwerk onvergankelijk is.

02-07-07. Nondeju, wat lang geleden: in december 1983 stond ik als verslaggever annex fotograaf vooraan bij Duran Duran in Wembley Arena. Gisteravond stonden ze in Wembley Stadium, en ze klonken goed en oogden patent. Sommige jongere artiesten en bands bevielen me (Nelly Furtado, Orson) maar het geluid werd alleen harder gezet als de oudste rotten in beeld kwamen: Roger Hodgson (57), die aan keyboard en op gitaar in z’n eentje Supertramp voor z’n rekening nam. Bryan Ferry (61), die met Let’s stick together de prinsen aan het dansen kreeg. Rod Stewart (62), die tussen de bedrijven door een balletje trapte. Tom Jones (67), die een stampende funkset bracht, met op gitaar Steve Perry van Aerosmith en tot besluit een duet met Joss Stone. Dit alles gelardeerd met beelden van Diana die als een jeugdige majoor Bosshardt wereldwijd goeddeed.

03-07-07. De tweede dag van de vierde week van mijn vakantie en weer wakker geworden van de regen die tegen het dakraam kletterde. Het wordt zo langzamerhand tijd dat ik er wat van ga zeggen. Gistermiddag had ik een eerste topontmoeting met mailpal Tieka, we gingen na haar werk een kop koffie drinken. Ik arriveerde ruim twee uur voordien al in Amsterdam. Toen ik het station verliet hield het juist op met regenen, maar de lucht was hier en daar nog donkergrijs. Ik ging Fame in, een uitlaatklep voor het vakantiegeld. Ik kocht een boek over Dylan, een scrapbook van Dylan en een box met het complete oeuvre van Sly & the Family Stone op cd. Ik wilde de winkel met mijn gevulde rugtas verlaten maar werd daarvan weerhouden door de wolkbreuk die er aan de gang was.

04-07-07. Voordat Stephen King in 1974 voet aan de grond kreeg met de roman Carrie, had hij al veel geschreven. Niet al dat geschrevene werd later gepubliceerd. Onder de naam Richard Bachman publiceerde hij zes romans, een onuitgebrachte stofte hij af en bracht hij onlangs uit: Blaze, geschreven in 1972-1973. Het gaat over een niet zo’n grote geest die in zijn eentje een baby ontvoert, als zijn geestelijk volwaardiger partner met wie hij dit karwei op zich zou nemen is overleden. De ontvoeringszaak is gelardeerd met flashbacks waarin de het treurige leven van de jonge Blaze uit de doeken gedaan wordt. Het is deels een ode aan Of Mice and Men (1937) van John Steinbeck. Op 21 september wordt King 60, een week later verschijnt er een interviewbundel. En op 8 januari een roman: Duma Key (592 pagina’s).

05-07-07. Een schrale troost – dat wordt gezegd als de overledene niet langdurig op sterven heeft gelegen maar in een handomdraai doodging. Het wordt ook gezegd als de betreurde een schrijver is die mooie boeken heeft geschreven. Die boeken leven voort: een schrale troost. Ik heb de uitdrukking nooit met betrekking tot de weersgesteldheid horen gebruiken. Tot gisterochtend. De weerman die op de televisie aankondigde dat het weer flink ging regenen, zei dat het in de ons omringende landen ook flink zou gaan regenen en dat was een schrale troost. De vierde week van mijn regenachtige vakantie zit erop. Mij kan het niet zoveel schelen wat voor weer het is maar er zijn zat landgenoten die zich opwinden over het tekort aan zon. Kan me niet voorstellen dat die mensen de regenval in België als een schrale troost beschouwen.

06-07-07. Morgen wordt er via Live Earth aandacht gevraagd voor zorgwekkende ontwikkelen op het gebied van klimaat en milieu. Ontbossing, opwarming van de aarde, stijging van de zeespiegel – waar dat soort rampspoed in het ergste geval toe zou kunnen leiden is te zien in de film The Day after Tomorrow en te lezen in romans als De nieuwe ijstijd (Robinson) en De zwerm (Schätzing). Er is roofbouw op de aarde gepleegd, de aarde pest een beetje terug. Al Gore heeft zijn waarschuwende documentaire niet voor niets An unconvenient Truth genoemd: de mensen horen zulk nieuws niet graag. Het volk heeft liever brood en spelen. Vandaar dat Balkenende zo glunderde toen hij na een ‘goed gesprek’ met een KNVB-knakker (Balkenende heeft altijd alleen maar goede gesprekken) zei dat we in 2018 samen met België het WK-voetbal moeten gaan organiseren.

07-07-07. Poes Gregor had de ingreep goed doorstaan, was niet in de verleiding gekomen aan de gehechte wond te likken. Maar drie dagen geleden lag ze er lusteloos bij, twee dagen geleden was ze nog steeds inactief. Ik maakte een afspraak om bij de dierenarts langs te gaan – het was sowieso tijd geworden voor controle. Het kon niet eerder dan de volgende avond. Gregor probeerde op de bank te springen, het lukte haar niet. Gelukkig at en dronk ze net als anders. Gisteravond bij de dierenarts: daar waar vorige week onschuldig vet verwijderd was zat opnieuw een bobbel. Acuut opereren dus. Gregor bleek niet goed op de hechting te reageren of zoiets, legde de assistentie een paar uur later uit. Het zou helemaal goedkomen, maar ze moet wel tien dagen in een bench bivakkeren. Zal ze leuk vinden.

08-07-07. Wijlen kat Paling was zo op me gesteld dat hij me al om vier uur ’s nachts kwam wekken. Dat was te dol, dus op den duur borg ik hem ’s avonds in de afgesloten keuken op. Daar wist hij een keer de koelkast open te krijgen en er de kaas uit te verwijderen. De ongegeten kaas trof ik ’s ochtends op de keukenvloer aan (Paling hield niet van kaas). Na de komst van poes Duimpie werd het een ritueel: ze kwamen gezamenlijk zeuren om in de keuken te mogen gaan slapen, in een mandje op het aanrecht. Oude tijden herleven. Op het moment dat ik dit schrijf (gisteravond omstreeks 23.00 uur) bevindt poes Gregor zich op doktersadvies in de keuken in een bench en vindt dat niet leuk. Ik vrees het ergste voor mijn eigen nachtrust.

09-07-07. Het noemen van vijf groepen die op Live Aid optraden is te doen. Het noemen van vijf Afrikaanse landen voor wie de hulp destijds bedoeld was is een stuk lastiger. Het Freddie Mercury Tribute was mede bedoeld om de aidsproblematiek onder de aandacht te brengen. Maar hoe heette de stichting waar geld naartoe moest ook alweer? Het is the day after the day after. Twee miljard kijkers! Zeven continenten! Het is jammer dat zo’n goed doel het moet hebben van een a-charismatische inspirator als Al Gore. Tweemaal zag ik hem redevoeren (toegejuicht door zijn echtgenote Tipper) in een lullig kledingstuk: een poloshirt (eerst blauw, later zwart). Amerikanen worden vetter en vetter maar kleden zich er niet naar. (Ook nog een spijkerbroek!) Al die aandacht voor het klimaat richt net zoveel uit als goede voornemens op 1 januari.

10-07-07. Alles went, ook voor een kat. De eerste keer dat poes Gregor in de bench werd ondergebracht vond ze dat allerminst feestelijk, ondanks dat ik de bench gezellig nabij de cd-collectie had neergezet. ’s Avonds verplaatste ik de bench naar de keuken en ook daar vond ze het onprettig opgesloten te worden. Ze maakte allerlei klaaggeluiden, zodat ik toen ik ging slapen de keukendeur maar sloot – boven was het eventuele geweeklaag gelukkig niet te horen. De tweede overnachting beviel Gregor beter, misschien omdat ze gemerkt had dat ze ’s morgens bevrijd werd. De eerste tien dagen na haar operatie mag ze niet springen en/of rennen. In de bench zit dat wel snor, als ze vrij rondloopt moet ze in de gaten gehouden worden. Dat is geen probleem: ze ligt de hele dag op de videorecorder te slapen.

11-07-07. Een jaar en een paar dagen geleden ontving ik een lullig speldje omdat het mijn twintigste bloeddonatie bleek te zijn. Afgezien van dat speldje bleef mijn beloning voor het doneren van bloed beperkt tot een kop warme chocolademelk na afloop, geserveerd door een opoe die dat onbezoldigd deed. Het bestuur van de bloedbank bestaat niet uit vrijwilligers. NOVA berichtte dat drie bestuursleden, zonder dat zij daarvoor bloed hoeven te doneren of warme chocolademelk hoeven te schenken, tezamen 800.000 euro opstrijken. Dat lijkt misschien niet veel maar is omgerekend in echt geld 1,762.968 gulden, wat zelfs na aftrek van belasting een aardige tegemoetkoming is. Ik vroeg me af hoe het er ten tijde van de NOVA-uitzending ten huize van die bestuursleden aan toeging. Zaten ze verontwaardigd te vloeken dat ze er keihard voor werkten? Werd er schamper geschaterd?

12-07-07. De ene keer heb je het idee dat je langzaam gek wordt, de andere keer dat het snel gaat. Ik was begonnen in Big Money, van P.G. Wodehouse. Tot en met pagina 80 ging het goed, daarna volgden pagina 65-80 nogmaals, vervolgens pagina 97. Amazon.co.uk gemaild. Normaliter zou ik meteen een ander exemplaar krijgen, dat was echter niet op voorraad. Daarom kreeg ik 8,15 pond refund. Blijkens de site kon het boek in zeven tot negen dagen geleverd worden. Dat had ik liever dan een refund. Helaas: de refund was al geregeld. Als ik het boek opnieuw bestelde kwam er 5 pond verzendkosten bij. Geen zorg, als ik bestelde zou Amazon de verzendkosten voldoen. Maar dat kon niet meer omdat ik al besteld had. Als de bestelling afgehandeld is volgt er een refund van de verzendkosten. Grom.

13-07-07. Je ziet op het Journaal beelden van Zundert en je wordt nieuwsgierig. Op de website van de gemeente las ik dat er op het gebied van evenementen jaarlijks een bloemencorso georganiseerd wordt. Zo’n soort gemeente dus. Onverlaten hadden er getracht met inzet van een zogenoemde ‘shovel’ een pinautomaat buit te maken. Ze deden dit door met die shovel dwars door een gevel te rijden. Deze op zichzelf succesvolle actie leidde er niet toe dat zij in het bezit kwamen van de inhoud van de pinautomaat. Zundert zal geen grote gemeente zijn. Het moet toch te achterhalen zijn van wie die shovel was. Of zou de shovel gejat zijn? Kwamen ze met die shovel uit een andere kern gereden, bijvoorbeeld Klein-Zundert? Hoe dan ook, gelet op de sublieme mislukking van de ramkraak moeten het de Daltons geweest zijn.

14-07-07. Wordt het Harry of Harry? Over zeven dagen verschijnt het laatste deel in de Harry Potterreeks. Het is misschien wel leuk om de eerste zes delen te gaan herlezen – ik twijfel daarbij tussen de Engelse en de Nederlandse editie. Deel zeven is voorlopig alleen in het Engels leverbaar en daarom is herlezen in het Engels waarschijnlijk beter: bij het overschakelen van Nederlands naar Engels heb je te maken met andere namen van personages. Maar misschien wordt het een heel andere Harry: over vijftien dagen wordt Harry Mulisch tachtig en dat is een reden om zijn werk te gaan herlezen. Bij Potter kan ik uit twee talen kiezen, bij Mulisch ook: ik kocht in 2004 in Frankfurt Das Attentat. Harry of Harry? Een lastige keuze. Ik kan bij Harry Potter bovendien kiezen tussen boeken lezen en dvd’s zien.

15-07-07. Op 21 mei maakte ik melding van een schrijven van een firma die een lekkage te lijf wilde gaan. De met een superieur geheugen begiftigde lezer zal zich herinneren dat ik toen schreef: ‘Onder de huizen aan de overkant zit een parkeergarage en in die parkeergarage heb ik een parkeerplaats.’ Er zat daar een lek maar de firma die er wat aan ging doen wist niet waar en verzocht me binnen vijf werkdagen telefonisch contact op te nemen en het nummer van mijn parkeerplaats door te geven. Dat deed ik natuurlijk niet. Gisteren, de in mei genoemde vijf werkdagen waren ruimschoots verstreken, kwam er een ‘laatste verzoek’: als ik na opnieuw vijf werkdagen niet reageerde, ging de ‘werkopdracht’ retour ‘Haagonen’, zoals ‘Haag Wonen’ ditmaal gespeld werd. Nabij mijn parkeerplaats is geen lekkage – ze kunnen de zenuwen krijgen.

16-07-07. Dit is ’m dan, de dag waar ik vijf weken lang kokhalzend naar heb uitgekeken: de dag dat ik weer ga werken. Vanmorgen liep na 39 dagen de wekker af, het gapen stond me nader dan het waken. Er vroeg uit wil altijd wel lukken maar in de loop van de dag ontstaat er dan een behoefte aan slapen. Ik hoop dat collega’s daar begrip voor zullen hebben. Vijf weken vrij gehad en ik schaam me dood: helemaal niets geschreven, afgezien van deze dagelijkse teksten en een stuk of honderd mailtjes. Het lezen hield ook al niet over: maar 21 boeken gelezen. Slechts zeventien keer gaan hardlopen – ik geloof dat ik lui ben geweest, een andere verklaring heb ik er niet voor. Waren het eigenlijk wel vijf weken? Misschien kan ik maar beter nog een weekje thuisblijven.

17-07-07. De wekker liep niet af, ik werd een kwartier voordien wakker, na minder dan zes uur slaap. Waar was ik? Thuis. Waar moest ik naartoe? Kantoor. Vijf weken afwezigheid, ik wist dat ik mijn lol op zou kunnen: vierhonderd mailtjes waren er tijdens mijn reces in de inbox beland. Voor de rest same old, same old. Collega uit Arnhem kwam binnen na een reistijd van twee uur en driekwartier. Nog wat gebeurd, toen ik er gelukkig niet was? Iets uit Fawlty Towers: een brandoefening. Die werd op maandagochtend voor woensdagmiddag aangekondigd. Maar op maandagmiddag al ging het alarm. Mijn drie naaste collega’s negeerden het, anderen verlieten ijlings het gebouw en gingen buiten in de regen staan: er was een echte brand aan de gang. De brandweer liet er geen mens meer in, mijn collega’s werkten onverstoorbaar door.

18-07-07. Ik schrijf dit in vrij grote haast want de zon schijnt. Als het meezit kan ik profiteren van een uurtje balkonzon – je weet tegenwoordig niet wat je meemaakt als je wakker wordt en de zon schijnt. Nou ja, dat komt regelmatig voor maar de grap is dat die zon dan weer verdwenen is zodra je balkonwaarts wilt gaan. Vandaag ziet het er zowaar naar uit dat balkonzitten doenlijk is zonder het accessoire paraplu. Eergisteren was er ’s avonds een flinke wolkbreuk aan de gang, ik was de volgende ochtend bang dat ik naar mijn auto zou moeten zwemmen maar in de garage was het kurkdroog. Een extra reden om maar niet te reageren op het verzoek van het malle bedrijf in Voorburg dat een afspraak wil maken om de lekkende garage te repareren. Op naar het balkon!

19-07-07. Vanmiddag voor de laatste controle met poes Gregor naar de dierenarts. In tegenstelling tot de vorige keer verliep de operatie ditmaal zonder complicaties: de allergie die ze destijds tegen de hechtingsdraad bleek te hebben bleef uit omdat er een andere hechtingsdraad was ingezet. Het goede nieuws is dus dat het goed gaat, het iets minder goede nieuws dat ze inmiddels zo opgekalefaterd is dat ze weer gedurende de nacht de binnentrap op en af rent en/of haar nagels aan de stoffering van de trap scherpt. Dat maakt afdoende lawaai om me te wekken. Misschien heeft haar uitgelatenheid te maken met het vertrek van logeerkat Loekie, gistermiddag. Als dat het geval is zal haar opluchting van korte duur zijn want logeerkat Loekie komt vanaf zondag opnieuw logeren. En dat is weer groot feest voor zijn hartsvriendin poes Duimpie.

20-07-07. ‘Van krantenjongen tot miljonair’ kwam ook in mijn tijd al niet meer voor maar op het beroep van krantenbezorger werd nog niet neergekeken. Het belangrijkste nieuws op Teletekst van TV West was gisteren het gebrek aan bezorgers in Leiden en elders: ‘Steeds minder jongeren hebben namelijk nog zin vroeg hun bed uit te moeten komen.’ Ik stond om zes uur op om Trouw te gaan bezorgen. Toen ik er een tweede krantenwijk bij kreeg werd het vijf uur en uiteindelijk zo’n driekwartier voordien: ik had me ook over het agentschap ontfermd. Dat leverde me omstreeks 1976 130 gulden per week op (omgerekend in hedendaagse munt 1800 euro per maand). Ik investeerde het jaarinkomen van om en nabij de 250.000 gulden in grammofoonplaten en heb zo in de jaren zeventig samen met mijn medebezorgers de platenindustrie draaiend gehouden.

21-07-07. De eersten zullen de laatsten zijn – dat geldt vandaag voor Harry Potterfanaten. Kinderen stonden soms dagenlang in de rij om ’s nachts de boekhandel te bestormen en een exemplaar te bemachtigen. Ze waren volkomen uitgeput toen ze konden gaan winkelen, moesten in de winkel op hun beurt wachten, bij grote opkomst misschien wel een uur, waren om twee uur, halfdrie pas thuis en konden van de opwinding niet in slaap komen. Ze sliepen een gat in de dag of kwamen er al om zeven uur uit, maar vielen na een paar pagina’s Potter weer in slaap. Als eerste het boek bemachtigen wil dus niet zeggen het ook als eerste gelezen krijgen. Nee, dan ik. Ging op tijd naar bed, stond bijtijds op. Ik stap zo meteen op de fiets en koop een exemplaar. Als ze nog hebben.

22-07-07. Haagse boekhandel Paagman haalde het Journaal: qua drukte en anderszins was het er ’s nachts wegens Harry Potter een heksenketel geweest. Vrijwel vrij van hysterie wachtte ik mijn beurt af. Om tien uur gisterochtend betrad ik de Haagse vestiging van het American Book Center en was twee minuten later na afdracht van 15,45 euro eigenaar van Harry Potter and the Deathly Hallowsno questions asked. Om elf uur, terwijl de nachtelijke kopers nog lagen te ronken, begon ik te lezen; totdat ik al na een kwartier het boek weg moest leggen omdat buurvriendin Esther afscheid kwam nemen van logeerkat Loekie. Daarna nog op pad geweest om van Miles Davis een cd-box met The Complete Jack Johnson Sessions te kopen. Om drie uur verder gaan lezen, op pagina 332 eindelijk titelduidelijkheid: ‘“Those are the Deathly Hallows,” said Xenophilius.’

23-07-07. Poeh, poeh. De opluchting was groot: Harry overleeft het en blijkt in een naschrift negentien jaar na de afrekening met Voldemort (die naam kan weer gewoon uitgesproken worden zonder dat daar narigheid van komt) een vader te zijn die zijn kinderen op de trein naar Hogwarts School of Witchcraft zet – zoals die dingen in het leven nu eenmaal gaan. Kijk maar naar Pietje Bell, die had ook ineens drie zonen. Ze gingen in het voetspoor van hun vader kattenkwaad uithalen, Chr. van Abkoude kwam met een boek waarin dat beschreven staat. J.K. Rowling zie ik daar ook voor aan. Ze sloot wat minder onherroepelijk af dan Stephen King zijn even omvangrijke Dark Towercyclus, die een einde heeft dat in het begin bijt: de gunslinger beklimt de Toren en is beland op het punt waar deel een begon.

24-07-07. Voor de verandering niet wakker geworden van de aflopende wekker of van een om ontbijt zeurende kat maar van de regen die het dakraam teisterde. Daarbij kwam het geweld van een zuidwester of noordooster storm – daar kan je me midden in de nacht voor wakker maken, voor zulk natuurgeweld. De enorme boom die voor mijn balkon staat zwaait vervaarlijk heen en weer, net als de plant die uit zichzelf op het balkon is komen groeien, die hup tussen de tegels omhoog schoot. Het gaat magnifiek tekeer, maar het is niets vergeleken bij het noodweer in Engeland, dat is helemaal een evenement van de eerste orde. Ik zit nog aan de ontbijtkoffie, het ochtendlijke Journaal is nog niet aan de weersverwachting toegekomen maar wie weet wordt er gewaarschuwd niet naar de kust te gaan. Dan ga ik meteen!

25-07-07. De zon schijnt af en toe, ik vertrek zo meteen voor een reportage naar Otterlo, wat wil ik nog meer. Op de VVV-site ontdekte ik wat er in Otterlo te beleven is: er is een tegelmuseum, een wijnhoeve en er zijn huifkartochten. Elders op internet wordt er gesproken van oplaaiende emoties in Otterlo: bij een overval raakte een jonge vrouw blijvend gehandicapt. Een verdachte werd vrijgesproken, dat viel niet goed op de Veluwe. Een bejaarde: ‘Laten we maar voor de man bidden, als hij het heeft gedaan. Voor hem zal het ook eens eeuwigheid worden en dan zal de Heere God rechtspreken. Het is weerzinwekkend dat dit kan gebeuren. De overheid draagt het zwaard, waar de Bijbel over spreekt, verkeerd.’ Het zou me niet verbazen als ze in Otterlo met die huifkar heksen naar de brandstapel rijden.

26-07-07. Zo’n kleine gemeente op de Veluwe geeft je het idee dat je in een parallel universumpje rondstapt. Het is er wel 2007 maar toch ook een beetje 1967, of erger. Ik was er rond het middaguur gearriveerd en had trek in een hapje. Een broodje dit of dat lag voor de hand maar ik wilde iets ijzerhoudends hebben. Morgen ga ik bloed geven, als ik overdreven sport is mijn ijzergehalte daar wel eens te laag voor. Iets ijzerhoudends bij wijze van lunch dus, bijvoorbeeld cashewnoten. In Otterlo zit een supermarkt waarvan ik niet wist dat die nog bestond: een Spar, waarvan de reclameleus vroeger luidde: ‘Kopen bij de Spar, is sparen bij de koop’. Er stonden winkelwagentjes voor de deur waar geen muntjes in hoefden te worden gestopt. Nee, mensen: Otterlo 2007 is geen Den Haag 2007.

27-07-07. Ik was, weet ik veel, acht jaar of zo, en las de strip Archie, de man van staal. Dus toen ik hoorde dat mijn opa staalpillen slikte dacht ik dat hij zich zou gaan ontwikkelen tot een superheld die ik op afstand kon bedienen. Vanmiddag ga ik bloed geven. Dat ging de vorige twee keren niet door omdat ik toen te weinig ijzer in mijn bloed had zitten. En daarom de afgelopen dagen maar niet gesport en bij de voedselinname gezorgd dat het om ijzerrijke producten ging: volop cashewnoten, amandelen, cornedbeef, kapucijners, bessensap, ontbijtkoek en dan ook nog flink wat vitamine C want dat bevordert de opname van ijzer. Voor mijn gevoel heb ik momenteel zoveel ijzer in mijn bloed zitten dat ik magnetisch geworden ben. Er gaan waarschijnlijk sirenes af als ik door een detectiepoortje loop.

28-07-07. Het grote ijzeroffensief had succes: bij de keuring bleek dat mijn hb-gehalte 9,6 bedroeg, ruim boven de ondergrens van 8,4. Ik mocht weer bloed geven en was voorlopig ontheven van de overdreven inname van ijzerhoudend voedsel. Behalve de genoemde cashewnoten, amandelen, cornedbeef, kapucijners, bessensap en ontbijtkoek was er ook nog een hoop appelstroop naar binnen gegaan. Ik kan goed tegen appelstroop maar beschouw die niet als een delicatesse. (Dat is stokbrood met roomboter en pindakaas.) Enfin, kan weer onnadenkend alles eten en ook drinken: de cafeïneconsumptie had eveneens op een laag pitje gestaan. Na terugkeer van de bloedbank meteen een Senseo. Had per abuis pads voor een volle mok gekocht: een kopje Senseo smaakt, een mok vol is een onafzienbare slok. Nu zien of ik na het bloedverlies nog in conditie ben en tot hardlopen in staat.

29-07-07. Zette de tv aan, viel in NOVA, dat geheel gewijd was aan Harry Mulisch. Hij las voor uit Voer voor psychologen, zijn gezicht was zeer close in beeld. Ik zag dat het wit van zijn ogen nog prachtig wit was, niet vergeeld zoals bij veel bejaarden. Was daar een tachtigjarige aan het woord? Hij gelooft het zelf ook niet, zo blijkt uit Trouw van afgelopen vrijdag: ‘Ik denk steeds: daar moet toch een vergissing in het spel zijn dat jij hier vanmiddag op de bank zit om met mij over mijn tachtigste te praten, daar kan ik eigenlijk alleen maar héél hard om lachen.’ Vandaar ook de zeer zonnige foto van Mulisch onder een blauwe paraplu. Altijd monter: in HP/De Tijd noemt hij de herdruk van Bestrijd het leed dat Mulisch heet zelfs ‘enig’. Leve de jarige!

30-07-07. Bestrijd het leed dat Mulisch heet, zo luidt de titel van een verzameling afrekeningen waarvan onlangs een zowel uitgebreide als ingekrompen editie verscheen (een enkeling wilde niet dat zijn destijdse tekst herdrukt werd – mogelijk omdat hij tot inkeer gekomen was wat zijn afkeer van Mulisch aanging). De samenstellers van het eigenaardige werkje zullen schuimbekkend naar het Journaal gekeken hebben: daar had je de gehate Mulisch weer, tachtig jaar en nog steeds niet dood en er was nog een nieuw boek op komst ook (een dagboek bijgehouden ten tijde van het werken aan De ontdekking van de hemel). Rare mensen heb je soms: ze houden niet van een schrijver en spannen zich geweldig in om hun afkeer onder woorden te brengen. Nee, dan de collegiale A.F.Th. van der Heijden, die in het Journaal glom en zwol van Mulischbewondering.

31-07-07. Caroline (wier achternaam ik niet zal noemen omdat ze een gerenommeerde partner heeft die banden met De Bezige Bij onderhoudt) vertelde gisteren door de telefoon dat ze een tijdje geleden met uitzicht op Harry Mulisch in de trein van Frankrijk naar Nederland had gezeten. Mulisch was in gezelschap van zijn vriendin, met wie hij onophoudelijk zat te zoenen. Dat vond Caroline op den duur (of misschien meteen al) geen prettige aanblik. Gelukkig onderbrak Mulisch het zoenen voor een bezoek aan het toilet. Het rode licht brandde, het toilet was bezet. Dan moet je net Mulisch hebben: hij bleef aan de deur morrelen. De bezetter schreeuwde dat het bezet was maar Mulisch is tamelijk stokdoof, dus hij morrelde door. Toen riep Caroline: ‘Meneer Mulisch, het is bezet! Dat kunt u zien aan het rode licht!’ Wist Mulisch veel.

01-08-07. Toen er nog dienstverlening bestond was het simpel: je haalde op het postkantoor je nieuwe giropas op. Later stuurden ze het bericht dat je een nieuwe pas in de bus zou krijgen. Er stond niet bij wanneer, je zat dagenlang in spanning. Zou de postbode de envelop wel in de juiste bus stoppen? Stel je voor dat vijandige buren zich erover ontfermden en je rekening leegroofden. Sinds deze zenuwslopende gang van zaken is er weer wat nieuws bedacht: eerst komt er een envelop in de bus waar je nieuwe giropas in zit, een paar dagen later krijg je het bericht dat er een paar dagen eerder een nieuwe giropas afgevuurd is. Dat sloopt de zenuwen niet maar aan de envelop is niet te zien dat die een giropas bevat, dus ik vernietigde ’m bijna als ongewenste reclame.

02-08-07. Het zou eindelijk zomers zijn en ik had zin in de reis naar Z., waar ik omstreeks 13.00 uur plaatselijke tijd bij M. zou afmeren. Maar al om 07.35 uur stuurde ze een mail die als onderwerp ‘SOS!!!!’ had en niet veel goeds voorspelde. Ze bleek een aanval van migraine te hebben en daar helpt niets tegen, zelfs niet Martin die met twee hazelnoot-slagroomgebakjes van Maison Kelder aan de deur komt: de afspraak schuift een week op. Wegens het inderdaad zomerse weer een eind gaan fietsen. Na terugkeer zowaar een tweede prettig bericht in de mailbox aangetroffen: het manuscript van Sabbatical was niet in de smaak gevallen bij de redacteur die ik het in de maag gesplitst had. Vandaag ga ik maar weer over tot de orde van de dag: geen uitstapje of fietstocht en volop regen.

03-08-07. Representatief onderzoek heeft onlangs uitgewezen dat in ongeveer 81% van de relaties 78% van de volwassen mannen in 84% van de gevallen slechts 22% van de huishoudelijke taken op zich neemt, in gezinnen waarvan 100% van de vrouwen zich in ten minste 94% van de situaties door hooguit 51% van de aanwezige kinderen laat assisteren (21%) of deels assisteren (33%) bij het verrichten van ten hoogste 41% van de genoemde huishoudelijke taken. Daarbij niet meegerekend zijn de huishoudelijke taken die de facto buitenshuis (17%) gedaan moeten (98%) of mogen (2%) worden, zoals boodschappen doen (99,7%) en het bezoeken van de wasserette (0,3%). Om en nabij de 95% van de betreffende vrouwen (55%) en moeders (45%) is voor 150% van mening dat in dezen hun partner in gebreke blijft en de handen (2) meer zou moet laten wapperen.

04-08-07. Voorbehoedsmiddelen bestaan er bij mijn weten niet. Een schrijver kan op elk moment (en tot op hoge leeftijd) zwanger blijken te zijn van een boek. Onlangs was ik iets meer dan vijf weken vrij geweest en in die iets meer dan vijf weken ontplooide ik zo goed als geen schrijfactiviteiten. Maar in de afgelopen dagen kwam er ineens wat opzetten. Een idee, nog een idee. Een inval, nog een inval. Hm, daar zat misschien iets in. Als er zus gebeurde en daarna zo, dan kreeg je eerst dit en dan dat. Zulke dingen. Ik maakte een paar aantekeningen, ik lag naar een aflevering van The 4400 te kijken en er schoten me dialoogflarden te binnen die ik om ze niet te vergeten onmiddellijk noteerde. Eergisteren had ik het begin van het boek kant-en-klaar in mijn hoofd zitten.

05-08-07. Je hebt je bureau een tijdje geleden opgeruimd en het oogt nog redelijk opgeruimd. Soms leg je een pen neer en die schuif je dan per ongeluk onder een opeenhoping van papier. Een paar dagen geleden moest er zoiets gebeurd zijn met mijn vulpen: die hoorde op mijn bureau te liggen en lag daar niet. Twee opeenhopingen van papier opzij geschoven om te zien of de vulpen daar lag: niets. Ik houd een dagboek bij en gebruik daarvoor de vermiste vulpen, waar zwarte inkt in zit. Die avond gebruikte ik een andere. Er zit een patroon met blauwe inkt in, die ik verruilde voor een met zwarte. Ik begon aan het eerste hoofdstuk van een roman. Normaal gesproken gaat dat met blauwe inkt, nu moest het met zwarte. En dat terwijl het een vrolijk boek moet worden.

06-08-07. De vermiste vulpen vond ik terug in een sigarenkistje waarin ik transactiebonnen tijdelijk bewaar. Ik was een paar dagen achter met de administratie en daardoor kon de vulpen zich al die tijd in de sigarenkist schuilhouden. Met die vulpen ga ik in de regel zorgvuldig om, dat is wel anders met de pennen die voor een aantekening of losse invallen dienen. Die liggen over het hele huis verspreid. Ik heb te bed altijd een pen in de buurt om als ik een goed idee droom dat goede idee meteen te kunnen noteren. Poes Duimpie (20 jaar) heeft soms een aanval van hyperactiviteit en rent dan over het bed en veegt de pen ervan af. Ik ben niet altijd in de gelegenheid zo’n pen op te rapen: toen ik laatst over de rand keek lagen er zeven pennen.

07-08-07. Twee dagen geleden was het tropisch en dan ben ik niet op mijn best, zodat ik in de keuken de kattenbak uit mijn klamme klauwen liet vallen. De gehele inhoud kletterde op het zeil. Die inhoud bestond uit Sivoton, steentjes die van urine klonten maken. Qua smerigheid viel het dus wel mee maar het stoof enorm op. Het was (even afkloppen) al een tijd niet voorgekomen dat ik een onhandigheidsdag had. Dat is zo’n dag waarop ik me onnadenkend door het huis beweeg en in het voorbijgaan in de keuken of boven (meerdere malen!) het bakje met kattenbrokjes een verwoestende schop geef. Of ik pak een nog ongeopend karton melk en schud dat voor het inschenken flink om en merk dan pas dat het pak wel degelijk al geopend was. (Momenteel 8.15 uur, heb al koffie gemorst.)

08-08-07. Het wordt tijd voor maatregelen. De wet stellen. Al die jaren hebben we maar wat gedaan, alsof er geen regels bestonden. En die bestonden er ook niet, ik vond alles maar goed. Als ik er aan toe ben te gaan slapen komen ze op alle mogelijke manieren tot leven. Logeerkat Loekie gaat midden in de nacht brokjes eten en krijgt het voor elkaar daar lawaai bij te maken. Poes Duimpie begint soms over me heen te wandelen als ik lig te slapen of duwt haar snuit tegen de mijne, als ze voedsel geserveerd wenst te krijgen. Toen ik vanmorgen wakker werd lag ze op mijn borst en schuurde met haar kin (hebben katten een kin?) over de mijne. En dan poes Gregor nog. Zij slaapt de hele dag, maar rent ’s nachts de binnentrap op en af.

09-08-07. Er was eens een meisje dat altijd een rood hoofddoekje droeg. Omdat de meeste mensen alleen maar naar het uiterlijk kijken, werd zij Rood Hoofddoekje genoemd. Op een dag ging Rood Hoofddoekje met een mandje eten bij haar grootmoeder op bezoek. Grootmoeder had een mooie boerka aan. ‘Grootmoeder, wat hebt u een mooie boerka aan,’ zei Rood Hoofddoekje. Maar het was haar grootmoeder niet, het was een boze Wilders. Dat kon je niet zien omdat het een boerka was. Een Wilders houdt niet van hoofddoekjes, zelfs niet van rode hoofddoekjes. De Wilders begon te vloeken en te tieren toen hij Rood Hoofddoekje zag. Grootmoeder had hij al opgegeten maar zijn honger was nog niet gestild. Hij probeerde Rood Hoofddoekje te pakken maar doordat hij die boerka droeg kon hij niet goed zien en kon Rood Hoofddoekje ontsnappen.

10-08-07. Zomer in Nederland anno 2007. De strandtenthouders zitten met de handen in het haar maar voor kappers zijn het gouden tijden. Afgelopen zondag zowaar een eendaagse hittegolf, eergisteren wisselend bewolkt en gisteren weer zo’n oergezellige zomerse herfstdag. Er wordt vaak geklaagd over het geouwehoer dat kappers afscheiden maar je zult maar kapper zijn in tijden dat het weer stabiel is. ‘Mooi weer, nietwaar, meneer?’ ‘Lazer op, kapper, het is nou al twee weken heet en zonnig, het wordt tijd dat het weer eens gaat regenen. Goed voor de boeren.’ En momenteel? ‘Want een weer, nietwaar, meneer? Zondag tussebeie de hele dag lopen puffen, gisteren een jas aan moeten trekken en vandaag de paraplu weer uit de mottenballen gehaald. We worden lekker verwend. Maar weer van achteren en opzij flink opscheren?’ ‘Doet u maar, kapper, maar wel gedekt.’

11-08-07. Het wekt altijd verbazing als een vertaler vertaalfouten maakt. Een paar weken geleden verscheen een aantal Hitchcockfilms (opnieuw) op dvd. Een ervan is de koppeling Blackmail (1929) en Murder! (1930). De toelichting op de laatste begint aldus: ‘Een jurist is er heilig van overtuigd dat een jonge vrouw niet schuldig is aan de moord die haar in de schoenen werd
geschoven.’ Maar de man die zich inspant om haar onschuld aan het licht te brengen is helemaal geen jurist. Hij maakte deel uit van de jury die haar in meerderheid schuldig bevond – de vertaler vertaalde ‘juror’ met ‘jurist’! Gisteravond keek ik naar de dvd A Prairie Home Companion. In de bijgaande documentaire wordt ‘every successive draft’ vertaald met elke ‘goede’ in plaats van ‘volgende’ versie. En even later wordt een ‘hose’ in een uitlaat vertaald als ‘sok’.

12-08-07. Een bericht van de reiziger. Het was gisteren zonnig en het zag ernaar uit dat het zonnig zou blijven. Ik treinde naar Utrecht, met bestemming aldaar Elvis Corner, waar ik drie cd’s kocht. De terugtrein was een stoptrein in alle betekenissen van het woord. Hij stopte niet alleen bij kleine stationnetjes, hij bleef er ook nog eens langdurig staan. Schuin tegenover me zat een vrij rijpe vrouw: in strak zwart gehuld, mouwloos bloesje, bruine laarzen, rood haar, fraaie rimpels in gezicht en hals. Ze boog zich naar me voorover: hoeveel stations had Voorburg? Eentje maar. Op dat enige Voorburgse station stapte ze uit. Ik reed door naar Den Haag CS. Op weg naar de uitgang zag ik haar weer staan. In de rijdende trein gesprongen? Nee, de conducteur had gezegd dat Voorburg niet haar goede halte was.

13-08-07. Het is gunstig als de politie je beste kameraad is. Kan altijd gebeuren dat je in de boeien geslagen wordt en gevankelijk meegevoerd naar het bureau en dan kan je beter niet hebben dat er bij aankomst bars en onhoffelijk tegen je gedaan wordt maar dat er gezegd wordt: ‘Ha, Martin! Wat kunnen we vandaag weer eens voor je doen?’ Met dit in gedachten liep ik vorige week in Zeist op de folderende agent af. Hij verspreidde namens Bureau Veiligheid & Preventie van de Regio Utrecht gedrukte informatie over het voorkomen van zakken- en tassenrollerij. ‘Bent u ervan bewust dat er mensen zijn die bijzondere interesse hebben voor uw geld en tas,’ las ik. En ook: ‘Wees alert in menigten, juist dan merkt u niet dat u wordt bestolen.’ Ik had het zelf niet beter kunnen verwoorden.

14-08-07. Bisschop Muskens is een goede bekende van God. In Netwerk zei hij: ‘Het kan God wat schelen hoe wij hem noemen. Daar staat hij boven. Dat zijn onze problemen. Wij zijn allemaal bezorgd dat God dat erg zou vinden. Dat God dat blasfemie zou vinden. Helemaal niet. Wij hebben dat uitgevonden om ruzie over te maken.’ Muskens zou het toejuichen als we God voortaan Allah zouden noemen, dat is ook een leuke naam. Het toeval wil dat ik zelf ook een goede bekende van God ben, en ik zei laatst nog: ‘Zeg, God, vind jij het niet een grof schandaal dat de een jou God noemt en de ander Allah?’ ‘Nou, dat zal mij aan m’n reet roesten, dat zijn details waar ik me niet mee bezighoud. Vind je het trouwens niet fijn dat ik plathaags praat?’

15-08-07. Je bent sinds 1972 in de ban van zijn stem, dus als er wegens zijn dertigste sterfdag films worden uitgebracht die je nog niet op dvd hebt dan koop je die natuurlijk. Tegenwoordig kan ik er iets beter tegen dan vroeger. De films van Elvis in de jaren zestig – het is alsof Picasso op het toppunt van zijn kunnen ineens Bob Rossschilderijen gaat maken. Elvis had als acteur meer in zijn mars dan hij in die films kon laten zien. Soms was de muziek te pruimen, vaak ook niet. Bovendien klopte zijn playbacken niet altijd, alsof hij het nummer niet zong maar mompelde. Stel dat hij die films niet gemaakt had, de middelmatige soundtracks ons bespaard waren gebleven, dat hij zijn gigantische talent had gebruikt voor het zingen van de rauwe blues die hij in zich had.

16-08-07. Toen ik najaar 1972 mijn eerste Elviselpee kocht kon niemand zich voorstellen dat hij in een paar jaar tijd zo in de versukkeling zou raken. Elvis as Recorded at Madison Square Garden – de weerslag van een van de vier New-Yorkse optredens in juni, die bezocht werden door Bruce Springsteen, George Harrison, Paul Simon en David Bowie, die er een fantastisch dynamische show voorgeschoteld kregen. Elvis die nog een podiumbeest kon zijn, zoals te zien was in Elvis on Tour, de documentaire over de voorjaarstournee. In Aloha from Hawaii, nog geen jaar later, zat er al niet veel beweging meer in Elvis. Hij wandelde (wandelde!) daar over het veel te grote podium. Wat was het eerste teken van de ondergang? Niet de steeds grotesker wordende jumpsuits. Het was die godsgruwelijke zonnebril, tegenwoordig nota bene als replica te koop.

17-08-07. Het is na middernacht en ik kick af van de reportages over de toestand op Graceland door te switchen tussen Veronica (dat de Comeback Special uitzendt) en TCM (waar de concertfilm Elvis – That’s the way it is te zien is). Elvis in respectievelijk 1968 en 1970, aan het begin en op het hoogtepunt van zijn triomfantelijke heropleving na de treurige Hollywoodjaren. Tien minuten Elvis zien zingen en vergeten zijn de Journaalbeelden van zwaarwichtige, onder hun bakkenbaarden bezwijkende Amerikanen die zich in een verschrikkelijk pak hijsen en zich Elvis wanen. Maar wie waar ter wereld kan met zoveel haast wanhopige passie If I can Dream zingen zoals Elvis deed aan het einde van de Comeback Special? Het kan niet vaak genoeg gezegd worden: het zou een betere wereld zijn als Elvis nog leefde en alle imitators dood waren.

18-08-08. Als nieuwsmedium is de krant eigenlijk achterhaald. Ik zag op Teletekst vermeld staan dat Jos Brink was overleden, tikte zijn naam op Google in en kreeg de desbetreffende nieuwsberichten voorgeschoteld. Niet alleen de officiële pers pikt zoiets op, er zijn ook grappenmakers die in alles aanleiding zien om lol te trappen en verdrietig nieuws als humor presenteren en daar worden door andere grappenmakers dan weer reacties onder geplaatst. ‘Opgeruimd staat netjes,’ las ik ergens en dat was dan nog een milde reactie: eronder stonden de nodige uitingen van homofobie, soms vermengd met vreemdelingenhaat. Niet dat Brink bekendstond als voorvechter van vreemdelingen maar zulke mensen grijpen elke kans aan om zich onfris te uiten. Moeten dergelijke scheldpartijen op internet ons verontrusten? Welnee: dankzij internet kun je tegenwoordig zien wat voor bedenkelijke denkbeelden sommige mensen hebben. Dat is leerzaam.

19-08-07. Het zicht op Elvis wordt postuum benomen door imitators, Tom Jones heeft bij zijn leven al een imagoprobleem. Hij is toch die zanger wiens concerten bezocht worden door bokspromotors en hun platinablonde vrouwen die smartlappen als Green Green Grass of Home willen horen? Ook. Daarnaast is hij een fenomenaal soulzanger, die net zo makkelijk met War en Soul Man uit de voeten kan. Die veertig jaar geleden al het American Songbook zong, die met Wyclef Jean een plaat maakte die te modern is voor behoudende fans. Sinds kort waagt hij zich aan de blues: eerst samen met Jeff Beck een sublieme cover van Howlin’ Wolfs Goin’ down Slow, later deed hij live nummers van Keb’ Mo’ (zoals Am I Wrong). Momenteel staan Git me Some en Grandma’s Hands op de setlist. Zijn aanstaande cd wordt een feest.

20-08-07. Je kunt er niet langer omheen dat je ouder aan het worden bent als ineens de eikel in de pot valt. (‘Oeps!’) Eerder al kunnen zich verschijnselen als vergeetachtigheid aandienen. Mijn voordeur is aan de binnenkant afgesloten met een sleutel waar nog een zestal sleutels aan hangt. Toen ik een paar weken geleden wilde vertrekken bleek de sleutel zich de hele nacht aan de buitenkant in het slot te hebben bevonden. Afgelopen donderdag parkeerde ik mijn fiets in Rijswijk bij een winkelcentrum. Ik bezocht er een aantal winkels, wilde na terugkeer mijn fietssleutel pakken – zat nog in het slot. Eergisteren: de hond van mijn krakkemikkige moeder uitgelaten, doorgefietst naar de binnenstad, uur later weer nabij huis: sleutels zoek. Hingen aan de sleutel die bij mijn moeder in de voordeur zat. Gelukkig nog niks in de pot gevallen.

21-08-07. Een goed idee is nooit weg. Vijf maanden geleden waren we voor het laatst op de radio. Ik dacht gisteravond: het wordt weer tijd. Zo nu en dan komt er een ideetje opzetten en als ik op het idee kom dat het weer tijd voor de radio wordt dan komen de invallen voor het invullen van de zendtijd er hup achteraan. Ik maakte een paar aantekeningen, schreef zelfs een inleidinkje en belde toen Esther en Hans om te vragen of ze zin hadden en of bijvoorbeeld 5 oktober een gunstige datum was. Ja en ja. De supervisor van Hot Talk gebeld, op zijn voicemail ingesproken dat we op 5 oktober graag weer onze gang gaan. 5 oktober? Dat is al heel gauw, als je een script nog in de steigers moet zetten. Ik en mijn goede ideeën.

22-08-07. Het is nog niet zeker of we op 5 oktober wel op Radio West onze gang kunnen gaan, ben toch maar aan het draaiboek/script begonnen. Soms kom ik door een idee voor een sketch op het idee voor een aansluitend muziekstuk, soms leidt een muziekstuk naar een sketch. Zal als altijd mijn best doen artiesten te laten horen die zelden of nooit of veel te weinig worden gedraaid, zoals Laura Love, Marcy D’Arcy & The Prodigal Sons, Julie London en het trio Jansen, Barbieri en Karn (voorheen van Japan) – en van wel veel gedraaide artiesten nummers die niet meteen voor de hand liggen: Me and my Shadow (Frank Sinatra en Sammy Davis, Jr), Sixteen Tons (Tom Jones) en If you don’t come back (Elvis Presley, inclusief waanzinnig opera-achtig intro). En dat gelardeerd met een hoop gesproken woord.

23-08-07. Onze uitzending op 5 oktober gaat niet door omdat er dan geen uitzending is: Hot Talk wordt tegenwoordig niet meer op vrijdagavond uitgezonden maar op zondagavond. (Dan luistert er volgens mij helemaal geen hond.) De meest nabije datum 7 oktober is evenmin een optie: er is al wat gepland. De supervisor mailde dat de eerste nog onbezette datum 28 oktober is en ik heb die maar geclaimd. De supervisor had drie data in december geopperd, voor respectievelijk een sinterklaas-, kerst- of eindejaarsuitzending. Kerst in Buisdorp hebben we vorig jaar al gedaan, sinterklaas is als thema wat mager voor twee uur grappen en grollen en 30 december is me te ver weg. We gaan dus 28 oktober on air. En wie weet bovendien op 30 december: het is verleidelijk om een Buisdorpse Oudejaarsconference de ether in te jagen.

24-08-07. Elvis Presley had met Woody Allen gemeen dat ook zijn films zonder extra’s op dvd verschenen, hooguit met een trailer. Daar kwam onlangs verandering in bij de heruitgave van Jailhouse Rock. Die bevat als eerste Elvisfilm audiocommentaar. Het wordt gesproken door Steve Pond, auteur van Elvis in Hollywood. Hij geeft gedegen achtergrondinfo maar kraamt ook onzin uit. Nee, Are You Lonesome Tonight? is niet van het componistenduo Tepper en Bennett. Pond heeft het over ‘art imitating life’: Vince Everett moet in de film aan zijn manager 50% van zijn verdiensten afstaan, net als Elvis. Maar in de jaren vijftig kreeg Colonel Parker dat nog niet. De dvd herbergt ook een minidocu, soms gebrekkig ondertiteld: ‘tongue in cheek’ wordt tot twee keer toe vertaald als ‘sexy’, van ‘dancing cheek to cheek’ wordt ‘samen dansen’ gemaakt. Moeilijk woord, ‘cheek’!

25-08-07. Als je op een leeftijd bent dat je nog denkt dat je ouders weten wat goed voor je is word je in een school gedropt. De eerstvolgende tien, vijftien jaar leef je toe naar het moment dat er aan het schoolgaan een einde komt en de rest van je leven denk je: dat was eens maar nooit meer. Zo niet Brian May. Toen Queen succes begon te krijgen stopte hij met zijn studie astronomie. Onlangs pakte hij de draad weer op, schreef een thesis over interplanetair stof, en behaalde op zijn zestigste alsnog een doctoraat in de astrofysica. Ik denk niet dat Roger Taylor zijn voorbeeld zal volgen. Die was totdat het drummen bij Queen hem opslokte bezig om tandarts te worden – de jarenlange omgang met Freddie Mercury zal dat beroep er niet aantrekkelijker op gemaakt hebben.

26-08-07. Een flink deel van de dag in 1931 doorgebracht. Gistermiddag las ik Big Money uit, een roman van P.G. Wodehouse, een van zijn vele komische meesterwerken. In 1931 had de in 1881 geboren schrijver zijn vorm al gevonden. Dat gold niet voor de in 1899 geboren Alfred Hitchcock. In 1931 maakte hij de film The Skin Game, de verfilming van een toneelstuk, waarin hij nog niet het niveau bereikt heeft van The Man who knew too much (1934). Het bijzondere aan een meer dan 75 jaar oude Wodehouse is dat het boek niet alleen grappig en briljant gecomponeerd is maar dat je geen moment het idee hebt dat je een stokoude tekst leest. Een film uit 1931 oogt als een film uit 1931: primitief. Maar wat een feest ook – een Hitchcock zien die je nog niet kende!

27-08-07. Zelfs voor een bewonderaar van Hitchcock valt het niet mee te genieten van zijn vroegste films – zeker als het stomme films zijn. Acteurs gesticuleren alsof hun leven ervan afhangt, alsof ze op het toneel staan en ook de toeschouwers op de goedkoopste plaatsen willen bereiken. Er wordt volop gekwekt in die stomme films maar er is geen woord van te horen. Soms verschijnt er een tekst in beeld, zodat je als kijker een beetje een idee krijgt waar het over gaat. Het vertoonde wordt van begin tot eind begeleid door gepingel op een piano. In de bioscoop werd dat vroeger ook door een organist gedaan (Dr. Phibes!). Een van mijn voorouders was explicateur van beroep. Hij stond naast het doek en legde uit wat daarop gebeurde – in die tijd gingen er nog geen intellectuelen naar de film.

28-08-07. De uitzending is pas op 28 oktober maar de voorbereidingen zijn al in volle gang. Ik kan wel zeggen dat er momenteel letterlijk dag en nacht gewerkt wordt om een aan Buisdorp gewijde aflevering van Hot Talk te maken die de luisteraar tot ver in de regio aan het toestel gekluisterd zal houden. Zo droomde ik vannacht dat ik bij de studio arriveerde toen de uitzending al begonnen was. De studioruimte was donker maar de technicus was er en hij draaide muziek die geen deel uitmaakte van de playlist die ik bedacht had. Ik reikte hem een cd aan en zei welk nummer hij moest draaien maar hij vond dat niet nodig. Toen de supervisor van Hot Talk ook in de studio arriveerde realiseerde ik me dat ik te vroeg was: niet een uurtje, maar vele weken.

29-08-07. Een oude mop. Vrouw wordt maar niet zwanger. Vriendin zegt: ‘Je moet bij dokter die en die langsgaan.’ Een halfjaar later. Vriendin komt vrouw weer tegen: ‘En?’ Vrouw: ‘Ben met m’n man bij die dokter geweest, het heeft niet geholpen.’ Vriendin: ‘Je had ook alleen moeten gaan.’ Gisteren groot nieuws over een vrouw die de gynaecoloog bezocht had en te horen had gekregen dat zwangerschap uitgesloten was. Vrouw dacht met haar man ongeremd haar gang te kunnen gaan, maar zie: ineens een tweeling. De gynaecoloog had ondeskundig geadviseerd, oordeelde de rechter. De vrouw eist nu vier ton schadevergoeding. Gaat het bij dat bedrag om werkelijk gemaakte kosten of is er ook sprake van gederfde levensvreugde die gecompenseerd moet worden? En kan men dat bedrag ook van de firma Durex eisen als tijdens het krikken het condoom scheurt?

30-08-07. Voor het maken van The Lord of the Rings werden in Nieuw Zeeland hele dorpen en kastelen uit de grond gestampt. Dat kostte minder en ging sneller dan het aanleggen van de tramtunnel in Den Haag en daar komt nog bij dat de hele wereld plezier beleefde aan die uit de grond gestampte dorpen en kastelen en dat de tramtunnel alleen van belang is voor Hagenaars en Hagenezen. Over een tijdje gaat er weer wat extravagants gebeuren in de Hofstad. Ik las op de lokale Teletekst dat de Veerkades onder handen genomen gaan worden en dat wordt een nieuw hoogtepunt op het gebied van opstoppingen, ergernissen en burgerlijke machteloosheid. De Veerkades worden volledig afgesloten met het oog op ‘herinrichting’ en vernieuwing van de riolering. Het rioolgedoe is al gaande: passeerde gistermiddag een opstopping die er wezen mocht!

31-08-07. Clint was cool. Dat had ik als kind al in de gaten, toen ik naar de tv-western Rawhide keek. En wat er daarna allemaal niet in de bioscoop kwam: spaghetti- en andersoortige westerns, vijf Dirty Harryfilms, twee kolderfilms met een aap, de tearjerker Bridges of Madison County et cetera. Zo nu en dan een misser maar de laatste jaren volgt topper op topper: Mystic River, Million Dollar Baby. Hij speelt soms de hoofdrol, is daarnaast de regisseur en componeert als hij op dreef is bovendien de muziek. Gisteren zag ik het recent op dvd verschenen magistrale tweeluik Flags of our Fathers / Letters from Iwo Jima, twee elkaar complementerende verhalen, schitterend in beeld gebracht. Zevenenzeventig is Eastwood inmiddels, de tijd lijkt vooralsnog geen rem te zetten op zijn werklust. Hij werkt momenteel aan Changeling. Clint blijft cool.

01-09-07. In 2008 wordt de postbezorging in Nederland volledig vrijgegeven – dat is iets om kokhalzend naar uit te zien. Vandaag acht dagen geleden verzond de woningstichting een acceptgiro voor de garage die ik huur – op het moment dat ik dit schrijf is die nog niet aangekomen. Van de week gingen er tegelijkertijd drie enveloppen op de bus: van dezelfde afzender, alle aan mijn adres gericht. De eerste envelop arriveerde eergisteren, de tweede gisteren. Benieuwd of de derde vandaag bij de post zit. En dat was dan nog TNT Post in actie. Mijn zus bestelde bij Amazon drie boeken, die door een koerier bezorgd werden. Ze vond ze in de brievenbox. Ging een pakje met drie boeken door de gleuf? Nee. De koerier verwijderde de verpakking en duwde de boeken per stuk naar binnen, waarbij er een beschadigd raakte.

02-09-07. Een paar tips voor de huishouder (m/v). Het opendraaien van de dop van een fles frisdrank doe je met de linkerhand, zelfs als je rechtshandig bent, omdat je daarmee meer kracht kunt zetten: zeg maar vanuit de binnenkant van de pols (met je rechterhand komt het vanuit de buitenkant van de pols). Zit de dop te vast dan kun je er schuurpapier omheen vouwen, dan gaat-ie geheid makkelijk open. (Als je een fles Raak hebt die niet meer bestaat, houd de grote dop daarvan een tijdje onder de warme kraan.) Het openen van een potje Hak geeft soms problemen. Wanhoop als huishouder niet maar maak even een gaatje in het deksel en hup je draait dat er zo af. (Gaatje prikken in Hakdeksel kan door er met de punt van een kurkentrekker stevig op in te ‘hakken’.)

03-09-07. Als je wilt weten hoe Dik Trom eruitzag toen hij een jongen was, kun je een blik werpen op de treffende tekeningen van Johan Braakensiek. Wie benieuwd is naar het uiterlijk van Dik Trom op middelbare leeftijd, kope het nieuwe VARA TV Magazine. Daarin staat bij de rubriek Buis & Haard het gevulde VVD-kopstuk Hans van Baalen afgebeeld: blozende konen, bretels, onnozele blik. In hetzelfde nummer een vooruitblik op het nieuwe seizoen van De wereld draait door Pauw & Witteman. Laatstgenoemde: ‘Dat een gesprek bij ons een minuut of vijf duurt is een misverstand. Het is namelijk dertien minuten. Twee keer zo lang dan NOVA.’ Twee keer zo lang ‘dan’! Van het septembernummer van Onze Taal ontving ik twee exemplaren, een om weg te geven. Waar woont die Witteman? (Hij heeft waarschijnlijk een duurder huis als mij.)

04-09-07. ‘Porno in Westland van de kabel’ staat er boven pagina 107 van TV West Teletekst. Ik wist niet eens dat er in het Westland porno in het pakket zat. Gauw lezen. Het schijnt de bedoeling van een ‘kabelaar’ te zijn om in het Westland een ‘televisiekanaal voor homo’s’ op de kabel te brengen. Dat vinden sommige politieke partijen in het Westland geen goed plan. De plaatselijke combinatie van ChristenUnie en SGP is van mening dat een dergelijk kanaal zedenbedervend zal uitpakken en bovendien de misdaad zal bevorderen. Zij vinden dus dat homo’s de zeden bederven en misdadig zijn. Zouden de zeden van homo’s nog meer bedorven raken als zij knus naar hun homokanaal kijken? Tijdens het kijken kunnen zij zich toch niet tegelijkertijd met misdaad bezighouden? (Die malle ChristenUnie zit in de regering, kan nog leuk worden.)

05-09-07. Een acceptgiro en een andere zending waren niet aangekomen, dus ik vond het tijd geworden om maar eens een klacht in te dienen. Dat kan via de website van TNT Post, waarbij je niet al die wachtenden voor je hebt die je voor je hebt als je telefonisch probeert te klagen. Ik diende op 3 september ’s morgens een klacht in, om 11.13 uur ontving ik een automatische ontvangstbevestiging in de mailbox. Al om 17.02 uur werd die gevolgd door een mail van een mij onbekende dame, ‘Namens TNT Post Klantenservice’ – zij was dus niet van de klantenservice maar verzond uit naam daarvan mail. Ze had mijn klacht doorgegeven aan de manager van de afdeling postbezorging. ‘Hij zal er op toezien dat de kwaliteit van de bezorging op uw adres verbetert.’ En daarmee was mijn klacht afgehandeld.

06-09-07. ‘Heb jij een lekke band?’ vroeg een collega die haar auto naast de mijne geparkeerd had. Het zou kunnen dat ik een lekke band had; ik let nooit op kleinigheden, ik ben meer een man van de grote lijnen. De achterband rechts oogde bedenkelijk plat. Na het werk naar de Shell gereden. Lucht erin, hoe ging dat ook alweer? Lang geleden had de fietsenmaker een slang aan de gevel: lucht voor je band kostte een stuiver. Hoeveel atmosfeer, millibar, hectowatt lucht moest erin? Vroeger draaide ik de knop op maximaal en als de band me gevuld leek beëindigde ik de transfusie. Nu moest ik diverse toetsen indrukken: er gebeurde niets. Op naar een ander benzinestation. Daar kreeg ik het ook niet voor elkaar – totdat ik op het apparaat las dat je er vijftig cent in moest stoppen.

07-09-07. Opera is een van de weinige muzieksoorten waar ik niet veel mee en vrij weinig van heb: Carmen, Aida, Don Giovanni, Parsifal, Der Ring des Nibelungen en het eigentijdsere Porgy and Bess en The Rake’s Progress – dat is zo’n beetje wat ik in de kast heb staan. Opera is een knettergekke kunstvorm. Iemand is in een opera stervende en krijgt daarbij een hoop gezongen lawaai uit zijn strot waar veel echt stervenden jaloers op zouden zijn. Een operadiva oogt als Bianca Castafiori, bij een tenor denk je aan een vleesgevaarte als Pavarotti. Wat kon die man een keel opzetten, zo was keer op keer op het Journaal te zien. Deed me denken aan de vocale vulkaanuitbarsting die Elvis in zijn laatste jaren kon zijn als hij Hurt, How Great Thou Art of Unchained Melody te lijf ging.

08-09-09. Vanavond de eerste aflevering van Van Veeteren, een Zweedse serie naar de Zweedse romans van de Zweed Håkan Nesser. (Een geheel Zweedse aangelegenheid dus.) Nesser wordt prominent gepresenteerd in een folder van uitgeverij De Geus. De Wallanderreeks van Mankell heb ik gelezen, waarom niet beginnen aan de Van Veeterenreeks van Nesser? Zes delen zijn er inmiddels verschenen. Crimezone spreekt van ‘melancholieke toonzetting’ en ‘droge humor’. Er gaat een tv-serie van start, De Geus biedt een van de titels van 1 september t/m 20 oktober voordelig aan – dan moeten de boekhandels goed bevoorraad zijn. Nou, niet in Den Haag en Rijswijk: Selexyz Verwijs, Paagman Den Haag, Paagman Rijswijk, Vroom en Dreesmann Rijswijk: nihil Nesser! (De Bijenkorf had er een staan, maar je begint niet aan een serie met het laatste deel.) Een raadsel. Een zaak voor Van Veeteren!

09-09-07. Terwijl ik dit schrijf wordt de eerste aflevering van Van Veeteren uitgezonden, een adaptatie de roman Het vierde offer, van Håkan Nesser. De videorecorder neemt het op, ik heb besloten nog niet te kijken: eerst maar eens het boek lezen. Het is niet alleen zo dat je bij eerst kijken en dan lezen een beeld van de personages hebt als je eenmaal gaat lezen, je weet dan ook al hoe het afloopt. De Wallanderreeks van Mankell heb ik gelezen, de tv-serie heb ik niet gezien. Dat geldt ook voor Martin Beck, naar Sjöwahl en Wahlöö. Misschien omdat ik het idee heb dat de tv-versie minder zal zijn dan de gedrukte vorm. Het gekke is dat ik dat bij een Agatha Christieverfilming niet heb. Dan maakt het me zelfs niet uit wie er Poirot of Miss Marple vertolkt.

10-09-07. Onlangs verscheen er een aantal Elvisfilms op dvd, twee daarvan niet in Nederland – die liet ik daarom door Amazon bezorgen. Viva Las Vegas bevat audiocommentaar plus een documentaire, Elvis – That’s the way it is is een koppeling van de oorspronkelijke versie (waar veel sfeerbeelden en ook interviews met anderen dan Elvis in zitten) en de versie uit 2001. Die is geheel opnieuw gemonteerd en bevat louter Elvis, tijdens repetities en optredens. Omdat het een Engelse dvd was besloot ik voor de aardigheid de Engelse ondertitels aan te zetten. De ondertitelaar sliep soms: van Joe Esposito maakte hij Joyce Brazil, The Wonder of You werd The One Review en actrice Juliet Prowse heette Very Proud. Mooi slot van de 2001-versie: beelden van de opening night afterparty, Elvis in gesprek met Sammy Davis, Jr en Cary Grant. Geweldige film(s).

11-09-07. Van een meesterwerk krijg je nooit genoeg, daarom zag ik Midnight Cowboy (uit 1969) vrijdag twee keer achter elkaar. Er is een special edition van de film op dvd verschenen, met audiocommentaar van de producent (regisseur John Schlesinger en scriptschrijver Waldo Salt zijn niet meer in leven) en enkele documentaires. Daarin komen onder anderen de hoofdrolspelers Dustin Hoffman en Jon Voight aan het woord. Na bijna veertig jaar verplettert de film nog steeds (voor de oningewijden kan de titel misleidend zijn, het is namelijk geen western). Subliem spel van Hoffman en Voight, voortgekomen uit wekenlange improvisaties die maakten dat ze in hun personages veranderden. En dan de geweldige muziek: het door Harry Nilsson gezongen Everybody’s Talkin’ en het door John Barry gecomponeerde thema, met Toots Thielemans op harmonica. (Geen wonder dat Toots prominent op de aftiteling staat.)

12-09-07. Er schijnt een Republikeins Genootschap te bestaan dat gekant is tegen de monarchie. Ze zijn tegen de monarchie maar het zijn heren (en mogelijk ook dames) van stand en die zullen zich niet gauw aan het hek van een paleis vastketenen om abdicatie af te dwingen. Ik weet niet wat hun argumenten precies zijn, zelf heb ik er ook een: leden van de koninklijke familie zijn van oudsher een gevaar op de weg. Wijlen prins Bernhard placht zijn sportwagen te besturen als was het een vliegtuig, zijn minder vrijgevochten kleinzoon Willem Alexander is in zijn studietijd wel eens met auto en al te water geraakt. Teletekst maakt melding van prinses Annette, die 155 kilometer per uur heeft gereden daar waar 80 kilometer het maximum is. Prinses Annette? Nooit van gehoord. Aha, ze is getrouwd met prins Bernard.

13-09-07. Een ufo boven Kijkduin? Misschien kwam het door te zwaar tafelen mijnerzijds. Het was een zeer gevulde werkdag geweest: ik had zelf pepernoten gehaald, Tessie serveerde eigenhandig bereide kruidkoek, jarige Karlijn had voor een drievuldige traktatie gezorgd. (Welke van de lekkernijen zou ik nemen? Een mens kan niet blijven dubben, ik nam ze alle drie maar.) In de pauze met Tessie poffertjes en warme chocolademelk geconsumeerd, na het werk gaan strandwandelen met Esther, onderweg een warm vettig saucijzenbroodje verorberend. Het was zomers, een T-shirt volstond als bedekking van het bovenlichaam. Een eind over het strand gelopen, terug door de duinen. Toen: geluid van een auto. Maar het was een vliegtuig dat op duinhoogte passeerde. Er volgde geen knal, het stortte niet neer. Maar het was ook niet meer in de lucht te zien. Dus toch een ufo?

14-09-07. Het zou wel aardig zijn als er een krant was die uit lolligheid opende met de kop: ‘Verdonk gewipt’. Zoiets komt alleen in de politiek voor: iemand heeft er voor de zoveelste keer van langs gekregen en wordt omdat de maat een keer vol is eruit gegooid en staat vervolgens met een vrolijke lach de pers te woord. Ze snapte er werkelijk niets van (dus nog een bord voor haar kop ook). Ik denk dat ze bij de VVD hopen dat het huidige kabinet de rit uit zal zitten, want van voortijdige verkiezingen kan voor de liberalen niet veel goeds komen. Zonder heengezondenen zou de VVD een partij van betekenis zijn maar vertrokken Wilders trekt een meute stemmers en straks gaat haar van Verdonk dat natuurlijk ook doen. De VVD wordt in dat geval een soort D66.

15-09-07. Maurice de Hond was er natuurlijk weer als de kippen bij om de meningen te peilen, op het RTL-Journaal kwam er ook een enquête aan de orde. De verslaggever legde een glunderende Verdonk de uitslag voor: als er op dit moment verkiezingen gehouden zouden worden, zou zij maar liefst 27 zetels krijgen. Hier wordt de onzin van peilingen dubbel aangetoond. In de eerste plaats is een peiling onbetrouwbaar omdat alleen de mening gehoord wordt van mensen die mee willen werken aan zo’n peiling. En bovendien: als er op dit moment verkiezingen gehouden zouden worden dan zouden alle partijen campagne aan het voeren zijn en zou het niet alleen om de zielige Verdonk gaan. Ik proef in haar geval dat velen op haar zouden stemmen in de hoop dat Verdonk hun xenofobe gevoelens handen en voeten zal geven.

16-09-07. Bij spam denk ik altijd in de eerste plaats aan de gelijknamige Monty Python sketch en het Spamlied dat daarbij gezongen wordt. De spam die in de mailbox probeert te landen is vaak ook zeer vermakelijk. Gisteren ontdekte ik dat ik weer toegang heb tot de webmail – dat was een tijdje niet het geval. De spam wordt daarin opgevangen in een map die Junk e-mail genaamd is. Dat werkt feilloos, afgezien van de enkele spam die ertussendoor glipt en het mailtje van Tieka dat ten onrechte werd tegengehouden. (Zodat ik er niet op antwoordde, zodat zij zich in een volgende mail afvroeg of ik haar nog wel aardig vond.) Zojuist zo’n zestig spamberichten uit de map Junk e-mail verwijderd en bovendien de afzenders geblokkeerd. Dat zullen ze wel vaker meemaken, ik denk niet dat het veel uitricht.

17-09-07. We weten wat er met sergeant Massuro gebeurde – wat gebeurt er met Harry Mulisch? Vorige week verscheen de interviewbundel Onsterfelijk leven, daarin las ik het oordeel van Simon Vinkenoog over Mulisch: ‘Een outsider van een meter vierentwintig’. Hetzelfde interview werd op 27 juli in HP/De Tijd afgedrukt. Daar staat: ‘Een outsider van 1 m 84’. Was Mulisch in minder dan twee maanden tijd zestig centimeter gekrompen? Een raadsel (en dat moet je volgens Mulisch vergroten, niet verkleinen). Bezige Bij-directeur Robbert Ammerlaan gemaild, die ondanks de zondagsrust vijf kwartier later terugmailde dat Harry zaterdagavond nog van het juiste formaat was geweest – maar hij zou hem nameten. Mocht Mulisch zich groter voordoen, dan had hij behalve een absolute leeftijd ook een absolute lengte. Gelukkig maar: zou tragisch zijn als de laatste van de Grote Drie eindigde als Kleine Een.

18-09-07. In de nabije bibliotheek worden nieuwe boeken uitgestald. Vorige week nam ik zo’n nieuw boek mee: had nog nooit van de auteur gehoord, maar je weet maar nooit. De auteur is Kim Harrison, het boek heet Heksen en demonen. Achterop staat een aanprijzing van SFX: ‘De Nieuwe Koningin van de Goth Fantasy! Buffy move over!’ Heb nooit Goth Fantasy gelezen (tenzij het vroeger anders heette) maar vind het leuk. Bekeek de website van Harrison en zag dat Heksen en demonen (Dead Witch Walking) deel een is van een cyclus waarvan de meeste titels ontleend zijn aan Clint Eastwoodfilms: The Good, the Bad, and the Undead – Every which Way but Dead – A Fistful of Charms – For a few Demons More. Volgend jaar verschijnt The Outlaw Demon Wails (dat komt van The Outlaw Josey Wales). Kocht gisteren vier pockets.

19-09-07. Onze komende uitzending op Radio West is volop in beweging. Ik werd een tijdje geleden opgebeld door de supervisor van Hot Talk, die wilde weten wanneer we ook alweer te horen zouden zijn: hij was zijn uitzendschema kwijtgeraakt. Ik zei dat het op 28 oktober zover zou zijn, hij meldde dat hij inmiddels ook een andere act voor die datum geboekt had. Zouden we het op 4 november houden? Hij ging het regelen. De volgende dag had hij ontdekt dat ook op 4 november een gast vastgelegd was, en dus zijn wij op 11 november aan de beurt. Dat is in zekere zin een meevaller: ik heb veel meer tijd om aan het script te schaven en bovendien geeft de datum (de elfde van de elfde) de gelegenheid om de aandacht te vestigen op carnaval in Buisdorp.

20-09-07. Het is nog geen dierendag maar de dieren zelf weten dat natuurlijk niet. Ik was gisterochtend in de Haagse boekhandel Selexyz Verwijs en daar was een belletje te horen. Het belletje zat aan de halsband van een kat en die kat, met in zijn kielzog een medewerkster van de boekhandel, dribbelde door de zaak en ging de trap op naar een andere afdeling. De medewerkster volgde de kat niet de trap op: het beest had haar afdeling verlaten en ressorteerde dus niet langer onder haar. Ik had de neiging de kat wel te volgen, te vangen en onder de arm te nemen maar ik realiseerde me dat ik dan in de binnenstad met een kat onder de arm zou staan. Dertien jaar geleden ging ik onbesuisder te werk: toen plukte ik de kat Paling van de straat.

21-09-07. Vandaag is Stephen (spreek uit: Stieven) King zestig jaar geworden. Is het ‘pas’ zestig jaar of ‘al’ zestig jaar? Als je naar zijn oeuvre kijkt moet het ‘pas’ zijn: op een plank heb ik 1 meter 20 aan gebonden edities staan, op een andere plank zo’n 95 centimeter pockets. Er zitten een paar doublures tussen maar als de secundaire literatuur erbij opgeteld wordt heb ik meer dan twee meter Stephen King. Het zou een gigantische onderneming zijn al die boeken over te typen, laat staan ze te schrijven. King is een geweldenaar maar lang niet alles vind ik geweldig. Soms (Dreamcatcher) gaf ik het na een paar honderd pagina’s op (als ik voor de zoveelste keer ‘He screamed!’ of ‘She screamed!’ moest lezen). Maar als hij op zijn best is (de Dark Towercyclus) sleept hij me mee.

22-09-07. Als ik iets niet vertrouw is het een onderzoek waaruit blijkt dat het vertrouwen in dit of dat is toegenomen of afgenomen. Op Teletekst was te lezen dat het vertrouwen in de regering was gedaald. Begin dit jaar had 27% van de Nederlanders weinig vertrouwen in het kabinet, momenteel is dat 64%. Maar een kabinet wordt gevormd door politici en geen zinnig mens heeft toch vertrouwen in politici? Als er verkiezingen zijn doen partijen beloftes waar niets van terechtkomt omdat ze na de verkiezingen met andere partijen een coalitie moeten vormen en bij de coalitievorming worden concessies gedaan. Soms ook blijkt uit onderzoek dat bij mensen het vertrouwen in de economie is gestegen of gedaald. Zouden er echt mensen bestaan die wel of niet vertrouwen in de economie hebben? Dat soort onderzoeken vertrouw ik voor geen cent.

23-09-07. De herfst gaat zomers van start maar de mensen klagen liever dat de zomer herfstig was. De eerste versie van het Hot Talkdraaiboek/script is bijna af, er moeten nog twee sketches geschreven worden. Die zitten goeddeels in mijn hoofd, dus dat moet vandaag lukken. Dan is het een kwestie van de sketches en monologen solo voordragen en timen en de duur ervan optellen bij de speelduur van de muziekstukken die er gedraaid worden. Benieuwd hoe ik uitkom: te veel tekst of te weinig? Het schrijven ging me makkelijk af. Vooraf had ik voor alle sketches ideeën, ik had invallen genoteerd. Toen ik achter de pc zat ging het haperloos, tijdens het schrijven kwam ik weer op nieuwe ideeën. Vandaag of morgen dus een eerste versie af, we zijn ruim op tijd voor de uitzending op 11 november.

24-09-07. Nadat ik de hond van mijn krakkemikkige moeder had uitgelaten fietste ik naar huis. Op een fietspad zag ik een kreupele duif liggen, die mogelijk geen voorrang had verleend aan een auto. Ik tilde de duif op en legde hem (haar) in het gras. Hopelijk kwam er weldra iemand met een mobiele telefoon langs die de dierenambulance kon bellen, ik had zo’n ding niet op zak. Aan het eind van de middag belde mijn zus op om verslag uit te brengen van haar aandeel in de zorgtaak. Bij mijn moeder in de tuin had ze een kreupele duif aangetroffen. Ze belde de dierenambulance. Die reed na anderhalf uur voor, een medewerker ontfermde zich over de duif. De buren zullen wel gedacht hebben dat mijn moeder zo gammel was geworden dat de dierenambulance eraan te pas moest komen.

25-09-07. Voltooide gisteren de eerste versie van het draaiboek/script voor de uitzending van 11 november op Radio West, dus ik geloof dat ik aardig op schema zit. Het zijn 10.164 woorden geworden en ik heb er niet langer dan tien uur aan gewerkt, rekende ik uit. Van die 10.164 woorden had ik er zo’n 2000 op voorraad, twee verhalen die tot monologen zijn omgewerkt. Maar het schrijven ging behoorlijk snel, ook omdat ik de sketches grotendeels in mijn hoofd had zitten toen ik begon. En tijdens het schrijven dienden zich onophoudelijk invallen aan, dat hielp ook. Het wordt geloof ik wel een gunstige uitzending, als alles meezit. Dus niet dat er een Belangrijk Persoon overlijdt of vermoord wordt waardoor we een deel van de twee uur zendtijd moeten afstaan. Of dat we zelf onverhoopt overlijden of vermoord worden.

26-09-07. Er bestaan mensen die verzot zijn op zon, warmte en windstilte. Zelf houd ik meer van een onstuimige weersgesteldheid, waarbij de bomen als een tuimelaars heen en weer zwiepen en je op Kijkduin achterover kunt leunen en dan door de storm overeind wordt gehouden. Voor onweer kun je me midden in de nacht wakker maken maar niet als ik lig te slapen. Ik was maandag wegens gaperigheid al om tien uur naar bed gegaan maar kon ondanks de gaperigheid niet meteen in slaap komen. Om een uur of vier werd ik gewekt door het losgebarsten onweer. Een magnifieke flits en nog geen seconde later de knal: recht boven Loosduinen dus. (‘Er komt een vrachtwagen met aardappelen voorbij,’ zei mijn opa geruststellend, toen ik vijf jaar was en onweer een beetje eng vond.) Dinsdagochtend dus gekraakt weer op.

27-09-07. Leve de bieb. In Loosduinen had ik een roman van Campbell Armstrong geleend die me bevallen was, ik wilde de andere delen van de cyclus ook wel lezen. In Loosduinen zaten ze niet in het assortiment, waren althans niet op voorraad. Gisterochtend probeerde ik op mijn werk via het internet toegang te krijgen tot de catalogus van de centrale bibliotheek, maar dat leverde een foutmelding op die dermate heftig was dat ik het internet onmiddellijk moest verlaten. Toen ik er in de pauze persoonlijk op af ging was er net een wolk gebroken. Het was rustig in de bibliotheek. Ik vond twee Engelstalige Armstrongboeken en nam die mee naar de zelfbedieningsbalie. Ik legde boek en pas neer: ze werden gescand, er gebeurde verder niets. Na drie vergeefse pogingen de boeken naast het apparaat laten liggen en vertrokken.

28-09-07. Ik was om kwart over zeven in De Melkweg voor Zappa plays Zappa, dat ik vorig jaar in de Heineken Music Hall zag. Destijds was ik lui op de tribune gaan zitten, nu stond ik, pal voor het podium, ter hoogte van de microfoon van zanger/gitarist Ray White. In 1982 signeerde hij in Londen een T-shirt voor me: ik had een vals backstagepasje en liep overal in en uit, zelfs tussen twee concerten de kleedkamer van Frank Zappa, die er een bord pap zat te eten. In 1982 was zoon Dweezil twaalf en speelde hij in het Hammersmith Odeon bij een toegift met zijn vader mee. Nu leidde hij een zevenkoppige band die pa’s complexe composities voortreffelijk speelde. Het was een feest dat van vijf voor halfnegen tot tien over elf duurde. Ik ga verder met nagenieten.

29-09-07. Vergeleken met de kruideniers van vroeger hebben hedendaagse supermarkten een gigantisch aanbod, dat geldt waarschijnlijk ook voor moderne grote boekenpaleizen in vergelijking met de boekwinkels van weleer. Maar in zo’n gigantische boekwinkel is lang niet alles te krijgen. Ik vond gisteren ook bij Broese in Utrecht niets van Campbell Armstrong of Kim Harrison, en van Stephenie Meyer niet Eclipse. Bij alle drie de schrijvers gaat het om een cyclus waarvan ik ontbrekende delen zocht: van Armstrong las ik deel twee uit een reeks van drie, van Harrison heb ik deel een, drie en vier, en van Meyer las ik deel een en heb ik deel twee. Gisteravond bij Amazon Engeland deel twee Harrison en deel drie Meyer besteld. Bij Broese kocht ik de nieuwe Minette Walters en de nieuwe Val McDermid. Kan ik twee dagen mee thrillen.

30-09-07. Na drie minuten hardlopen dacht ik: ik heb geen zin meer. Ik keerde om en liep drie minuten hard terug. Wat was er aan de hand? Ik had geen zin maar het kon ook een voorbode geweest zijn van de grieperigheid die zich een paar uur later aandiende. Het lichaam had gezegd: ho eens even, hollen is vandaag geen goed idee. Het ging van start met rillerigheid en lichte keelpijn. Voor dat laatste heb ik Trachitol in huis: zuigtabletten ‘te gebruiken bij beginnende keelpijn’. Ik zoog op zo’n tablet en kreeg algauw een verschrikkelijk vieze smaak in m’n mond. Ik pakte het doosje Trachitol erbij en jawel hoor: ik had daar per abuis een strip met Paracetamol coffeïne in gestopt. Paracetamol uitgespuugd, Trachitol in de mond genomen. Huidig ziektebeeld: (nog) geen koorts, keelpijn te verwaarlozen, flink snotteren.

01-10-07. De gisterochtend opgesomde klachten kregen in de loop van de dag gezelschap van koorts: gezellig. Ik was ondanks de grieperigheid in de stemming om te lezen maar dat valt nog niet mee. Koortslezen is geen sinecure. Zaterdag had ik probleemloos 500 pagina’s gelezen in New Moon van Stephenie Meyer, zondag kwam ik niet verder dan pagina 300 in de nieuwe Val McDermid, Beneath the Bleeding. Ik geloof niet dat de koorts me veel trager deed lezen: er moest af en toe een slaappauze worden ingelast. En twee keer moest ik logeerkat Loekie een pilletje toedienen. Als ik morgen nog koorts heb ga ik toch werken en dan desnoods lamlendig onderuit hangen: geen zin om wegens ziekte een vakantiedag in te leveren. En bovendien: zou het wel lollig vinden als ik door mijn besmettelijke aanwezigheid een epidemie ontketende.

02-10-07. Als je ziekig bent wil je overdag wel eens de ogen sluiten, en daardoor duurde het lang voordat ik zondagavond in slaap viel. Logeerkat Loekie was door zijn rechtmatige eigenares mee naar huis genomen en poes Gregor had dus weer het rijk alleen en profiteerde daarvan door midden in de nacht luidruchtig de binnentrap op en af te stormen – afgewisseld met halverwege een adempauze waarbij ze haar nagels aan het tapijt scherpte. Ja, daar word je wel wakker van. Hoefde gisteren niet te werken, wilde er een uitziekdag van maken, inclusief het uitlezen van Beneath the Bleeding (nog maar 100 pagina’s te gaan). Maar omdat ik nachtrust tekort was gekomen duurde dat langer dan gepland: van halftwaalf tot halfdrie geslapen, de lezing pas aan het begin van de avond voltooid. Vandaag zoveel mogelijk collega’s zien te besmetten.

03-10-07. Hoewel ik geen Hotmail heb, heb ik grote problemen met Hotmail. Sinds gisteren krijg ik bij het versturen van e-mail naar een Hotmailadres eerst de melding dat bezorging vertraagd is, vervolgens dat er niet bezorgd kon worden. In een geval stond als toelichting dat Hotmail mijn IP-adres geblokkeerd had, ‘because we have received complaints concerning mail coming from that IP-address’. Hoe komt dat? Misschien hebben spammers onder mijn mom hun afval rondgestrooid. Ik correspondeer met diverse dierbaren en enkele hufters die Hotmail hebben, die kan ik nu dus niet meer benaderen met hartelijke woorden respectievelijk uitbranders. Sommigen hebben een weblog, ik probeer het via hun mailformulier maar wellicht komt ook die mail niet aan. Bij wie kan ik verhaal halen? Kan je de hoogste heren van Hotmail gewoon opbellen? Dan zijn ze nog niet jarig. Hotmail? Rotmail!

04-10-07. Voordat ik de pijlen op de hoogste heren van Hotmail ging richten wilde ik bij provider Planet informeren hoe dat nou mogelijk was, dat ze het bij Hotmail in hun hoofd hadden gehaald mijn IP-adres te blokkeren. Het 0900-nummer zou me op een dubbeltje per minuut komen te staan, werd gewaarschuwd. De volgende waarschuwing baarde me meer zorgen: er was een stiptheidsactie of werkonderbreking aan de gang en daardoor was er minimale bezetting en zou de wachttijd hoog zijn. De meeste klanten die de helpdesk belden waren daar kennelijk van geschrokken en hadden meteen opgehangen want ik kreeg onmiddellijk een helper aan de lijn. Mijn verhaal klonk hem niet onbekend in de oren: er was sprake van een algehele communicatiestoring tussen Planet en Hotmail, er werd hard aan gewerkt. Raar dat het Journaal er niet mee opende.

05-10-07. Ik had het idee dat de Engelse schrijver P.G. Wodehouse (1881-1975) volkomen wereldvreemd was. Niet alleen had het overproductieve komische genie diverse eigen werelden geschapen (van de bewoners van Blandings Castle, van Jeeves & Wooster en andere), hij leek bovendien weinig binding te hebben met de wereld waarin hij leefde. Voorbeeld: op een gegeven moment schafte hij zich een auto aan. In die tijd (jaren twintig) was auto leren rijden iets wat je zelf op goed geluk deed. Wodehouse reed de auto een greppel in, stapte uit, liep terug naar huis en dacht niet meer aan de auto. Totdat ik de onlangs heruitgeven bundel Plum Pie (uit 1966) las kon ik me niet voorstellen dat de jaren zestig tot Wodehouse waren doorgedrongen. Maar terloops noemt hij daarin een firma uit Liverpool. Die heet: Beatle Beatle and Beatle.

06-10-07. De zon scheen – en tot zover het goede nieuws. Om halftien ontdekte ik dat er tussen Den Haag en Delft zeven kilometer file stond. Ik moest voor een bliksembezoek naar Middelburg en raadpleegde de routeplanner voor een alternatieve route. Die bestond: via het Westland naar Rotterdam. Het ging magnifiek, totdat ik een bord naar Delft zag wijzen. Als ik ten noorden van Delft de snelweg opstoof had ik de file omzeild…. Om kort te gaan: ik reed driekwartier om en belandde waar ik zonder omrijden ook beland zou zijn. Maar de file was opgelost. Volgende hobbel: even voorbij Rotterdam brug open, kwartier stilstand. Moest volgens de routeplanner A58 richting Antwerpen hebben. Maar wat te doen bij de splitsing A16 Antwerpen / A58 Breda? Dan rijdt Martin feilloos verkeerd en tuft totaal verzenuwd het land der Belgen binnen.

07-10-07. Er zijn zat mensen die tijdens de Drie Dwaze dagen drie dagen lang een waas voor hun ogen hebben en elke ochtend zodra de draaideuren geopend worden als een torpedo De Bijenkorf binnenschieten en er links en rechts afgeprijsde producten graaien. Zo ben ik niet: ik ben wel gek maar niet dwaas. Met beleid bestudeer ik de boekjes, bepaal mijn keuze en stap de laatste Dwaze Dag op de fiets en betreed een kwartier nadat De Bijenkorf geopend is het warenhuis. Ik wilde hebben: de Alex van Warmerdam dvd-box en de dvd-box Berlin Alexanderplatz. Op de vierde etage werd van alles aangeboden, behalve wat ik wilde hebben: Warmerdam en Berlin allebei uitverkocht. Je moet je geld toch ergens aan kwijt, en daarom werden het de film The Departed en een box met acht films van François Ozon.

08-10-07. Je kunt op de autoradio talloze zenders voorprogrammeren maar dat vergt het bestuderen van een handleiding en daarom zijn er momenteel precies nul zenders voorgeprogrammeerd. Ik sta ergens op afgestemd, druk voor de lol een toets in en kom bij een andere zender terecht. Zo belandde ik een paar weken geleden bij BNR. Viel me reuze mee: actualiteit die zo nu en dan interessant is, elk halfuur nieuws, verkeer en weer. Maar BNR staat voor Business News Radio en daarom wordt er vaak in het Engels reclame gemaakt. Engelstalige reclame voor Nederlandse bedrijven, gericht op Nederlandse klanten. Degenen die zo’n commercial inspreken, beheersen het Engels niet accentloos. Erger nog: de tekstschrijvers beheersen de taal onvoldoende. ‘Who the hell is Phonewell?’ roept een reclamestem. De tekstschrijver weet kennelijk niet dat ‘who’ voor personen geldt, en ‘what’ voor zaken.

09-10-07. Maakte gisteren een avontuur met een buurtkat mee dat op het moment dat ik dit begin te schrijven (gisteravond 19.10 uur) nog niet ten einde is, zodat ik deze ruimte maar vul met een vies praatje. Mijn zus ontdekte dat er in het doucheputje geen water verdween maar uit te voorschijn kwam, net als in het fonteintje in het toilet. Het was geen zuivere koffie en al helemaal geen zuiver water wat er omhoog geblubberd kwam. Kokhalzend verrichtte ze reinigingswerk, dat dweilen met de kraan open bleek te zijn zodra de bovenburen de wc doortrokken. Die buren trokken niet alleen hun reguliere onbeschrijflijke afvalproducten door, maar ook kattengrit. Dat kon de riolering niet hebben. De opgetrommelde loodgieter ging onverschrokken met blote handen de onreinheid te lijf, mijn zus greep na de geklaarde klus naar een welverdiende borrel.

10-10-07. De garage aan de overkant waar ik mijn auto stal behoort tot het domein van een slimme buurtkat. Hij (zij) houdt in de gaten of er een auto geparkeerd wordt: als de bestuurder vertrokken is gaat de kat op de warme motorkap liggen. Meestal maakt hij zich uit de voeten als je aan komt rijden. Eergisteren deed hij dat niet, omdat hij dood was. Hij lag precies voor mijn parkeerplek, de ogen open (geen sporen van verwonding). Ik belde thuis de dierenambulance op, ze zouden ’s avonds pas tijd hebben om langs te komen. De kat lag op een ongunstige plek, als hij daar bleef liggen zou er geheid een keer iemand overheen rijden en dat zou tot pletting leiden. Ik liep dus weer naar de garage en tilde de kat op de warme motorkap. (Morgen vervolg.)

11-10-07. Toen de dierenambulance voorreed ging ik naar buiten en trof de chauffeur in gesprek met een waanzinnige op een fiets, die dingen zei als: ‘Hoe hard moet je in dit land schreeuwen om gehoord te worden!’ Het duurde even voordat ik me in het gesprek kon mengen. Ik wees de chauffeur waar hij moest zijn en ging de garage in. De waanzinnige liep gezellig mee. De chauffeur tilde de dode kat van de motorkap en legde hem in een draagbak. Er waren geen sporen van overrijding: het lichaam was nergens geplet, er was geen bloed te zien. Een vrouw die haar auto geparkeerd had voegde zich bij ons. Ze schrok: ze gaf de kat al twee jaar dagelijks te eten, had een tasje bij zich waar voer in zat. ‘U lijkt op Rita Verdonk!’ riep de waanzinnige.

12-10-07. Van het script/draaiboek van de komende Hot Talkuitzending (Radio West, 11 november) voltooide ik gisteren de vierde versie. Ik had het idee dat de eerste versie al bijna bruikbaar was maar ik ontdekte bij het herlezen wat stilistische slordigheidjes, een enkele tikfout et cetera. De verbetering van dat alles leverde de tweede versie op, waar hetzelfde over gezegd kan worden. Ik timede de teksten door ze solo hardop voor te dragen en de uitkomst op te tellen bij de duur van de muziek die gedraaid wordt. Het eerste uur was net aan, het tweede kwam nog zo’n zeven minuten tekort, ook nadat ik in de derde versie een enkele aanvulling had verwerkt. Gisteren schreef ik daarom een extra sketch voor het tweede uur en aldus kwam ik bij de vierde versie uit. Vanmiddag is de eerste repetitie.

13-10-07. Het ging goed, de eerste repetitie. De stemmen van terugkerende gasten schudt Hans uit zijn mouw: het Afrikaanse medium professor Bomba, burgemeester Noten en vader Balthazar, de Bisschop van Buisdorp. Als er een nieuw personage is dan probeert hij een stem uit en schakelt als die het niet is halverwege de voordracht over op een andere, zoals bij het interview met Arthur Nageldraaier over voordelig begraven in Buisdorp. Ik drukte de stopwatch van mijn horloge in als we gingen lezen en nog een keer aan het einde van een sketch en noteerde de tijd. Twee keer was ik zo snugger om voordat ik die genoteerd had de stopwatch weer op nul te zetten, zodat ik geen idee heb hoe lang de betreffende sketch geduurd heeft. Maar het komt wel goed, de uitzending is pas over vier weken.

14-10-07. Het is al vermakelijk dat Máxima een uitspraak doet over het niet bestaan van dé Nederlander en dat dan nota bene zo’n malloot van een Oranjevereniging zich erover opwindt. Wat beweert de Oranjehosser? Op Koninginnedag zijn we als volk één, net als wanneer we het Wilhelmus horen en de Nederlandse vlag zien wapperen. Tegen de tijd dat Amelie (of hoe de oudste van Willem Alexander en Máxima ook heet) de troon bestijgt, hebben we een vorstin met aan moederskant een voorgeslacht van Argentijnen. Aan vaderskant heeft Amelie een Duitse grootvader (Claus), overgrootvader (Bernhard) en betovergrootvader (Hendrik), dus dan kan je wel uitrekenen waar haar loyaliteit zal liggen als de wedstrijd Nederland-Duitsland gespeeld wordt. (Dit argument tegen het bestaan van de Nederlandse volksaard had ik nog nergens gelezen, dus ik voeg het maar aan de lopende onzindiscussie toe.)

15-10-07. Dat kan geen toeval zijn: afgelopen maandag las ik het bij de bieb geleende boekje The Secret uit, vrijdag las ik er in HP/De Tijd een artikel over en zaterdag werd het in Rondom Tien besproken. Aantrekkingskracht is de wet van het universum: je denkt bezield aan iets wat je begeert en het universum zorgt ervoor dat het je ten deel valt. Aardig, hè, van het universum? Maar: ‘Er kan niets in je leven komen wat daarin niet is opgeroepen door aanhoudende gedachten’ (p. 28). Dat is prettig om te horen voor mensen die met een aangeboren aandoening kampen. Of die in een neerstortend vliegtuig zitten. Of in een concentratiekamp belanden. Hoezo ‘wet van het universum’? Die ‘wet’ heeft een schaamteloze geldbeluste gek ooit bedacht. In Nederland zijn er zo’n kwart miljoen exemplaren van dat boekje verkocht!

16-10-07. Momenteel ben ik in huiselijke kring in een filmfestivalletje verwikkeld. De stapel onbekeken dvd’s was groeiende en groeiende en daarom besloot ik dagelijks aan het einde van de middag een film te zien. Het ging van start met de laatste David Lynch, Inland Empire: drie uur lang visuele verplettering. De volgende dag Saving Private Ryan, waar ik twee uur en driekwartier mee van de straat was. Vervolgens: The Departed, twee uur en bijna dertig minuten. Gisteravond was Babel aan de beurt en die film duurde slechts twee uur en een kwartier. Ik zie het bekijken van een lange film als training voor het echte werk: het achter elkaar zien van een heel seizoen van een tv-serie. De komende maanden verschijnen er weer de nodige begerenswaardige: Desperate Housewives, Gilmore Girls, Heroes, Lost, 24 en ga zo maar door.

17-10-07. Mijn achttiende verjaardag vierde ik in de bioscoop. Wie de genodigden waren weet ik niet meer precies, wel dat we twee films zagen en dat in elk geval een ervan in Metropole draaide: Three Days of the Condor (met Robert Redford) en The Man who fell to Earth (David Bowie). De laatste zag ik gisteren terug op dvd. Ik moest bij elke onverbloemde naaktscène denken aan het debat dat momenteel gevoerd wordt over de sekshausse in de media. Het gekke is dat je tegenwoordig in de bioscoop nog maar zelden naakt ziet. Ik herinner me dat de discussie vroeger ging over ‘functioneel naakt’ in films. Die discussie was met betrekking tot The Man who fell to Earth overbodig: bij wat de acteurs in de bedscènes aan het doen waren was het zeer functioneel dat zij naakt waren.

18-10-07. Voor een of twee afleveringen van Hot Talk schreef ik een sketch waarin de gemeentepolitiek gepersifleerd werd en de Partij van de Waarheid en het Volksdemocratisch Landsbelang ter sprake kwamen. Je denkt: veel gekker kun je het niet bedenken. Maar sinds gisteren is er Trots op Nederland. Aan veel partijen zijn we zo gewend dat hun onzinnige namen niet opvallen. (Wat is in godsnaam christendemocratie? Hoezo is de VVD een volkspartij? En geen wonder dat het slecht gaat met een partij die voluit Democraten 1966 heet.) Trots op Nederland – zou Verdonk denken dat iedereen die trots op Nederland is op haar zal gaan stemmen? Dan had haar partij net zo goed Geef mij de liefde en de gein kunnen heten. (Raar dat nog geen politicus op het idee gekomen is zijn afscheidingsbeweging Leve de koningin te noemen.)

19-10-07. De nieuwe cd van Hooverphonic heet The President of the LSD Golf Club. Die titel heeft Alex Callier, het muzikale brein van de groep, van een taxichauffeur uit San Francisco, die in de jaren zestig dusgenaamd door het leven ging. Heb de prachtige cd al een keer of vier gedraaid. Hooverphonic doet niet alles maar wel veel anders dan anderen: Alex Callier nam in huiselijke kring tien demo’s op, die zangeres Geike Arnaert en de vijf muzikanten vervolgens gedurende zes dagen repeteerden. Daarna werd de cd in elf dagen tijd in een studio in de Ardennen live ingespeeld. Ook opmerkelijk: op de website www.hooverphonic.com is de cd (tijdelijk?) gratis te beluisteren. Nog meer goed nieuws: er is een clubtourtje op komst, waarbij op 28 november De Melkweg in Amsterdam wordt aangedaan. Gaat dat horen, gaat dat zien!

20-10-07. De hele dag was de lucht vol wolken, de eerste dag dat Jan Wolkers niet meer leefde. In De doodshoofdvlinder beschrijft hij een bezoek van Paul aan zijn bejaarde vader, die de ramen aan de buitenkant lapt. Hij is zo stram dat het water uit de ragebol is gedrupt als hij die omhoog gebracht heeft. Zo stram was de kunstenaar op het eind zelf ook geworden. Veel terechte aandacht in de media. Twee Vandaag rekte het begrip Grote Drie voor de gelegenheid op tot Grote Vier en vroeg Harry Mulisch hoe het was om daar de laatste van te zijn. Even later werd er door Maarten ’t Hart corrigerend ingegrepen: we hadden namelijk de Grote Vijf, waar ook Hella Haasse deel van uitmaakte. Dus Mulisch was niet de laatste. Hoe kan Jan Wolkers er niet meer zijn?

21-10-07. In december 1980 zat ik een weekje op Texel. Jan Wolkers woonde er sinds kort, hoorde ik van de waard van café In den Grooten Slock, waar ik een kop koffie dronk. Hij zei dat het vijf minuten rijden was. Aan het eind van de middag, het werd al donker, fietste ik derwaarts. Gaandeweg besefte ik dat de waard vijf minuten autorijden had bedoeld. Het was niet zozeer de harde tegenwind als wel de regen die me deed opgeven. De volgende ochtend was het droog en fietste ik opnieuw naar het Wolkershuis. Ik belde aan, Karina deed open. Ik zei dat ik Martin de Jong uit Den Haag was en vroeg: ‘Is Jan thuis?’ Daar was Jan. De perzik van onsterfelijkheid was net verschenen, ik zei dat het een prachtig boek was. Dat vond Jan zelf ook.

22-10-07. Er waren verbouwers aan het werk, het schikte niet dat ik binnenkwam. Dat betekende achteraf gezien het behoud mijn gestel: de laatste jaren wemelde het in huize Wolkers van de prominenten die er volgens Maarten van Rossem en anderen die het konden navertellen tot ver voorbij het verzadigingspunt gevuld werden met grote gehaktballen, champagne met Belgische bonbons en augurken. Ik had een ghettoblaster meegesleept naar Texel. Wolkers was een liefhebber van Elvis, ik gaf hem een bandje met destijds illegale opnamen van de Comeback Special uit 1968. En ik maakte een foto van de kersverse Texelaar, van zijn Jaguar en van de etalage van de makelaar, waarin de net verkochte voormalige burgemeesterswoning nog te zien was. Ik kwam het echtpaar Wolkers daags nadien bij de slager tegen. Jan zei dat Texel mooi was. Dat was het zeker.

23-10-07. Bij de opening van de tentoonstelling Tijd bestaat niet – leven en werk van Jan Wolkers (in het Letterkundig Museum) las Remco Campert een ‘voorlopig gedicht’ voor Wolkers voor. Na de toespraken zwierven de genodigden uit om de kunstwerken en de memorabilia (de laatste keutel van poes Voske, zie De junival) te bekijken. Ik zei tegen Campert, die ik een tijdje aan de praat hield, dat hij niets hoefde te veranderen aan zijn voorlopige gedicht. Met een Schrijversprentenboek ging ik op zoek naar Wolkers. Hij stond met iemand te praten maar daar had ik natuurlijk niks mee te maken. ‘Voor Martin / in vriendschap / Jan Wolkers / 26 april 1996’ schreef hij voorin. Ik zei dat ik eerst het net verschenen tweede deel van de autobiografie van Marten Toonder wilde gaan lezen. Wolkers zei gebiedend: ‘Dat MOET!’

24-10-07. Maandag had de Volkskrant op de voorpagina een foto van de geheel met Jan Wolkersboeken gevulde etalage van boekhandel Het Open Boek in Den Burg. Een dergelijke foto had 27 jaar geleden ook gemaakt kunnen worden. Sterker: die maakte ik. Toen ik in 1980 op Texel was had boekhandelaar Theo Timmer zijn etalage ingericht met boeken en kunstwerken van de beeldhouwer-schilder-schrijver, die zich metterwoon op het eiland aan het vestigen was. In de winkel nog veel meer Wolkers: Turks fruit in het Engels, De kus in het Zweeds (Kyssen), een vergroting van de foto achter op De walgvogel. Ik mocht het allemaal voor de etalage uitstallen en fotograferen. De boeken waren gesigneerd, daarom kocht ik Een roos van vlees (over de dood van Wolkers’ dochtertje, een van zijn mooiste romans), hoewel ik die al had. Goud waard!

25-10-07. Hugo Claus oogde oud en zwak, niet ver verwijderd van Jan Wolkers: als Bernhard op de begrafenis van Juliana. Geheel in de geest van de overledene volgde ik de plechtigheid met een hapje en een drankje binnen handbereik. De zeven grote gehaktballen spoelde ik weg met een fles champagne. Toen Maarten van Rossem ging spreken opende ik een pot augurken en algauw voelde ik me de schilder Terpen Tijn. De tweede fles champagne verdreef de nasmaak van de augurken. Ceremoniemeester en biograaf Onno Blom lijkt sprekend op de jonge Wolkers (zie de foto achter op Kort Amerikaans) dus over Karina hoeven we ons geen zorgen te maken. (Tijdens de toespraak van Plasterk kreeg ik wat last van een opgeblazen gevoel. Ik besloot daarom de moot zalm en de gemarineerde open reerug tot na het diner te bewaren.)

26-10-07. Dat is er ook niet meer bij: op de verschijningsdag de nieuwe Wolkersroman uitlezen, wat ik van De perzik van onsterfelijkheid (1980) t/m De onverbiddelijke tijd (1984) deed. Pas als ik het boek uit had ging ik op zoek naar recensies (vooraf wil ik niet weten waar een boek over gaat) en interviews. Ik bezocht het Letterkundig Museum, toen nog krap gehuisvest in de Juffrouw Idastraat, en kopieerde er op inferieur papier een massa oude artikelen: de halfdebiele knipper zette om niet in de war te raken nummers boven de uitgeknipte tekststroken. Later las ik sommige interviews duidelijker terug in twee door Graa Boomsma samengestelde bundels Beschouwingen en interviews. Onno Blom wil dat we vandaag een glas champagne drinken wegens Wolkers’ geannuleerde 82ste verjaardag. Ik vier het maar op mijn manier: met het herlezen van Brandende liefde.

27-10-07. In Brandende liefde noemt Anna de rouwkapel van de Oosterbegraafplaats ‘Een soort bevroren paradijs. Daar huiver ik altijd van.’ In het werk van Jan Wolkers legt zelfs de ongebreidelde levenslust het af tegen de dood. Een schrijver schrijft over wat hem obsedeert. Wolkers schreef onder meer in Kort Amerikaans over de dood van zijn broer, die gezien wordt als het grote trauma in zijn leven. Literair deed hij veel minder met de dood van zijn tweejarige dochtertje. Een roos van vlees is de compacte roman waarin die tragedie aangrijpend beschreven wordt. Het is een episode uit zijn leven die hij nooit te boven lijkt te zijn gekomen. Jaren geleden door Karel van de Graaf ernaar gevraagd welden er tranen op, toen Coen Verbraak er dit jaar met hem over sprak kwam Wolkers haast niet uit zijn woorden.

28-10-07. Als je het hebt over het werk dat Wolkers heeft nagelaten, dan heb je het niet alleen over de boeken die hij geschreven heeft maar ook over de boeken die hij nagelaten heeft te schrijven. In De onverbiddelijke tijd (1984) is een lijstje opgenomen van werken die ‘in voorbereiding’ zijn: Waar eens LENTE stond – De zetpil van de dood – Roomslurfje & Pondje poep – Het ijspaleis – Nag Hammadi. Van die werken werd niets meer vernomen (behalve een voorpublicatie van Het ijspaleis in Playboy), de enige roman die er nog verscheen was Zomerhitte (2005). Had Wolkers maar een monumentje minder gemaakt… Als hij de krant haalde met een opdracht dacht ik: daar gaat weer een roman. Niets meer aan te doen: je kunt de klok niet terugdraaien. (Al heb ik dat zojuist wegens het aanbreken van de wintertijd gedaan.)

29-10-07. Hier en daar zit ik een beetje raar in elkaar: ik ben rechtshandig maar linksbenig. En dan mijn ogen. Met de kleur (blauw) is niets mis, maar beide schieten op het gebied van zien een beetje tekort. Met het rechter kan ik perfect lezen maar vormen de verre ondertitels van de tv een probleem, met het linker is het omgekeerde het geval. Per saldo heb ik dus geen lees- of andersoortige bril nodig, zodat mijn trekken niet meer ontsierd zullen worden dan ze van nature al zijn. Ik kom hierop omdat het volgens een folder die er in de bus lag ‘nationale oog meet weken’ zijn. Ik zag meteen dat er ‘oog meet weken’ stond en niet ‘oogmeetweken’. Ik zou er wat van kunnen zeggen maar ik ben bang dat ze dan gratis mijn ogen gaan meten.

30-10-07. ‘Het gebeurt soms dat iemand het reclamedrukwerk dat hij in zijn brievenbox aantreft op de grond werpt en zich uit de voeten maakt. Tenzij de dader op heterdaad betrapt wordt valt niet te achterhalen wie er verantwoordelijk is. Enige weken geleden zag ik bij het buitenzetten van het huisvuil een flinke stapel liggen: reclame, huis-aan-huisbladen, een Gouden Gids. Er zat ook een exemplaar bij van uw woonmagazine, geadresseerd aan de bewoner van nummer 48. Ik stopte alles weer in de betreffende brievenbox. Toen ik zondagavond de vuilniszak buiten ging zetten lag de hele collectie papier wederom voor de brievenboxen op de vloer, inclusief het woonmagazine, dat ik ten bewijze bijsluit. Wellicht kunt u de bewoners van nummer 48 erop attenderen dat het niet de bedoeling is dat het portiek op een dergelijke manier verontreinigd wordt. Hartelijke groet.’

31-10-07. Op de lagere school heb ik leren rekenen en dat komt me nog dagelijks van pas, bijvoorbeeld als ik bij een middenstander afreken: dan voeg ik automatisch 20 cent toe aan een briefje van 20 wanneer de schade 18,20 euro bedraagt. Gaat het om een ingewikkelde berekening waarbij meerdere getallen betrokken zijn met cijfers voor en na de komma, dan gebruik ik ter verifiëring van het genoteerde op papier de rekenmachine van mijn computer. Sinds kort is er een handig hulpmiddel bijgekomen, een apparaatje zo dun als een giropas, dat werkt op een zogenoemde ‘solar battery’. Ik probeerde het zojuist vergeefs aan de gang te krijgen – de zon is al onder, vandaar misschien dat-ie het niet doet. Kreeg het cadeau van drs. Marion Appel van Intomart. Ze denkt zeker dat ik nu haar malle vragenlijst ga invullen.

01-11-07. Nog even geduld, op 11 november is het zover: dan zijn we weer op de radio (Radio West, 21.00-23.00 uur, ook te beluisteren via www.rtvwest.nl). Maandagavond voltooide ik de zevende versie van het draaiboek/script, die niet veel verschilt van de zesde: een foutje verbeterd, de loop van een zin veranderd, enkele ingevingen toegevoegd. Ik heb er zin in. Zondagnacht droomde ik over de uitzending: de technicus reageerde de eerste keer te laat toen ik het teken gaf om de muziek te starten, daarna reageerde hij helemaal niet meer. Maandagnacht was het opnieuw raak: ik droomde dat ik te laat in de studio arriveerde. De supervisor had muziek laten starten maar het verkeerde nummer. Daarna liep er nog meer in de soep, zodat ik kwaad diverse snoeren lostrok en een verschrikkelijke huilbui kreeg. Het wordt een fantastische uitzending.

02-11-07. En voor de derde keer in korte tijd ontving ik een bericht ondertekend door drs. Marion Appel. (Iemand die ondertekent met de titel voor haar naam heeft een hoge dunk van zichzelf en/of denkt daarmee op anderen indruk te maken.) Zij geeft leiding bij Intomart, een nieuwsgierig instituut dat mij lastigvalt met aansporingen om mee te doen aan een onderzoek. In plaats van hun vragen te beantwoorden stel ik er zelf een. Hoe komen ze aan mijn naam en adres? Als ik de vragen invul ligt er ergens een formulier waarop is aangeven hoeveel televisies ik heb en of ik in het bezit ben van een tweede huis of plezierjacht. Grappenmakers slagen er soms in de computers van ministeries te kraken – wie garandeert mij dat straks niet alle tv’s uit mijn tweede huis en plezierjacht gejat worden?

03-11-07. Nerds hebben een slechte naam omdat het nerds zijn maar het is soms grappig ze van dichtbij mee te maken. Gisteren liepen er op de dvd-afdeling van de Media Markt twee ‘Trekkies’ – broers (of vrienden die door hun gedeelde Star Trekbezetenheid op elkaar waren gaan lijken). Ze becommentarieerden een luxe dvd-set van een van de series. Ik besloot ’s avonds de nog onbekeken afleveringen van The Animated Series te gaan zien. De acteurs uit de originele serie leenden daarin hun stemmen aan de verrassend goed gelijkende getekende uitvoeringen van Kirk, Spock, McCoy, Scotty en Uhuru. De special effects ogen spectaculair maar kostten weinig: er waren slechts een pen, penseel en verf voor nodig. Er zijn misschien zelfs Trekkies die dit niet weten: Star Trek The Animated Series is de enige waarin Kirk: ‘Beam us up, Scotty’ zegt!

04-11-07. Als het om een groot oeuvre gaat en de delen met regelmaat verschijnen, is een verzameld werk soms nauwelijks bij te houden. Indertijd kwamen er meen ik elk halfjaar twee delen Couperus uit, net zo lang tot ze alle vijftig verschenen waren. Ik raakte flink achter met lezen. Daar hoeft bij de Volledige Werken van Willem Frederik Hermans niet voor gevreesd te worden. Vorig jaar december verscheen het derde deel, het vierde, ruim een jaar vertraagd, komt (hopelijk) in februari. Ik lees momenteel het derde deel. In de toelichting bij het stuk Mensbeeld en aanstoot gaat het onder meer over de herkomst van de daarin afgebeelde foto’s. Maar er zijn helemaal geen foto’s afgebeeld! Die staan in het stuk dat erna komt! (Ware dat Hermans nog leefde en korte metten maakte met dat naar hem vernoemde Instituut.)

05-11-07. Er is nogal wat mis met de wetenschappelijke editie van de werken van Willem Frederik Hermans. De wetenschappers schrijven op pagina 900 (regel 10) van deel 12 in de toelichting ‘ondermeer’ in plaats van ‘onder meer’. Op pagina 902, regel 9 ‘Bijkaart-brief’, een paar regels verder ‘Bijkaartbrief’. Toen er twee delen verschenen waren vroeg ik een boekverkoopster wanneer het derde zou verschijnen. De computer gaf aan dat het nog jaren ging duren: de werken worden niet chronologisch uitgeven maar thematisch: eerst een deel met de eerste romans, dan een met de eerste verhalenbundels, vervolgens een met beschouwend werk. Zelfs dat gaat niet goed: het eerste deel met beschouwend werk bevatte niet Het sadistische universum maar Boze brieven van Bijkaart. (Ook leuk: bij de luxe editie is aan de buitenkant niet te zien om welk werk het gaat.)

06-11-07. Vroeger had je mensen (misschien heb je ze nog steeds) die nabij de voordeur een afbeelding van een verschrikkelijke hondenkop hadden aangebracht, waaronder geschreven stond: ‘Ik waak hier.’ (Een uitspraak van de hond, dus.) Die mensen wilden bewerkstelligen dat inbrekers in plaats van bij hen bij de buren gingen inbreken. In werkelijkheid was er helemaal geen hond in huis, de enige verschrikkelijke hondenkop zat op de schouders van de heer des huizes. Daar moest ik aan denken toen ik gistermiddag weer een auto zag staan waarin aan de achteruitkijkspiegel een bericht voor autokrakers hing. Het had geen zin de auto open te breken want er waren geen kostbare spullen in te vinden. Een slimme autokraker trekt zich daar natuurlijk niks van aan: ook mensen die wel waardevolle spullen in hun auto laten liggen hangen zo’n mededeling op.

07-11-07. Als ik in wakende toestand ben merk je niets aan me (ikzelf ook niet) maar ’s nachts gaat de geest de laatste tijd geweldig tekeer. Ook maandagnacht droomde ik van de uitzending van aanstaande zondag, de derde keer in ongeveer een week tijd. Gaat lekker zo. Ditmaal ging het wederom helemaal mis en omdat ik kennelijk ook als ik van de wereld ben creatief weet te zijn, had mijn brein een nieuwe variant bedacht: we arriveerden bij de studio om rechtstreeks te gaan uitzenden maar dat ging niet door. Er was in de studio niemand te bekennen, de computer van Radio West zond non-stop ingeblikte geluiden uit, in plaats van de minutieus voorbereide satire en met beleid uit de kast getrokken muziek waar wij de regio en via internet de hele wereld mee te grazen wilden nemen.

08-11-07. In primitieve tijden werden sokken die lek waren geraakt nog gestopt. Dat was een secuur werkje, zodat vrouwen ervoor opdraaiden. Een tante van mij had na haar echtscheiding kennis gekregen aan een eveneens niet meer zo jonge man. Hij had een romantische voorstelling van hun beider toekomst, waarin hij op de bank naar de televisie zat te kijken en zij naast hem gezeten zijn sokken stopte. Hun relatie hield niet lang stand. Tegenwoordig gooi je sokken waar gaten in geslopen zijn meteen weg (net als een partner waar je niets meer aan hebt). Ik maak ook korte metten met sokken waar nog geen gaten in zitten. Dat zijn zogenoemde ‘kruimelsokken’: (meestal zwarte) sokken waarbij bij het uittrekken een handvol losgeraakt pluis meekomt en op het tapijt dwarrelt. Bij sommige kruimelsokken moet je meerdere malen per dag stofzuigen.

09-11-07. Soms duurt het lang voordat je in de gaten hebt dat het niet klopt. Pas in de achtste versie van het draaiboek/script verbeterde ik een fout die ik tot dan toe niet in de gaten had gehad. Het betreft een monoloog over de vermissing van rijbewijs en bijbehorende papieren. Aan het begin zeg ik daarover dat ik ze onlangs uit het mapje waarin ze hoorden te zitten had gehaald en ze wegens theaterbezoek voor het gemak in een jas- of broekzak had gestopt. Maar het verhaal eindigt ermee dat me te binnen schiet dat ik de documenten een paar maanden geleden in een rugzak had opgeborgen, vanwege een dagtrip naar Londen. En dus kon ik de papieren niet ‘onlangs’ bij theaterbezoek in een jas- of broekzak gestopt hebben. En dus verbeterde ik op de valreep de tekst.

10-11-07. Op een gegeven moment ga je overal aan twijfelen. Zijn de grappen wel leuk? Als je een grap een paar keer gehoord hebt kan je er niet meer om lachen, dat geldt ook voor de grappen die je zelf bedacht hebt. Van sommige onderdelen valt het me niet meer op hoe mesjokke ze zijn maar ik twijfel er niet aan dat het mesjokkene de luisteraar zal opvallen. Zit het goed met de timing? Elk uur wordt afgesloten met muziek die weggedraaid kan worden als we wat uitgelopen zijn, dat zit dus wel goed. Maar zou de uitzending eigenlijk wel doorgaan? Ik had lang niets gehoord van de supervisor, daarom belde ik hem op om te vragen of het morgen door zou gaan. Toen hij hoorde dat ik het was, zei hij geschrokken: ‘Het gaat toch wel door?’

11-11-07. In de inleiding zat een zinnetje dat niet lekker liep en dat ik dus omgooide, zodat ook de achtste versie van het script niet vlekkeloos bleek te zijn. Anderszins lijkt me alles dik in orde voor de uitzending van vanavond. (Niet vergeten de toeter in de tas te stoppen want ik moet tegen het einde van het tweede uur op een toeter blazen. Mensen denken vaak: ik zou ook wel op de radio willen maar vergis je niet, er komt een hoop bij kijken en als er op een toeter geblazen moet worden zit er niets anders op: er zal op die toeter geblazen worden.) Vanmiddag komen Esther en Hans generaal repeteren, bovendien repeteer ik voordien en nadien mijn aandeel in het gesproken woord, opdat het er vanavond tussen 21.00 en 23.00 haperloos uitkomt. Luister zelf maar.

12-11-07. Twee uur rechtstreekse radio betekent twee uur lang zeer geconcentreerd zijn: de tekst zonder haperen in de microfoon zien te krijgen, bijtijds het teken geven dat er muziek gestart moet worden en tegelijkertijd de klok in de gaten houden. Na afloop ben ik altijd volkomen leeg en heb niet veel oor voor de gesprekken die er door de kompanen gevoerd worden. Van de uitzending blijven vooral de dingen die misgingen hangen: in het eerste uur het draaien van een verkeerde song, in het tweede uur het op mijn instructie te vroeg wegdraaien van een nummer, waardoor we aan het eind wat tijd over hadden. Daarom werd het laatste nummer stopgezet en laste ik een improvisatie van een minuut in waar ik niet helemaal tevreden over ben. De supervisor vond echter dat het een voortreffelijke uitzending geweest was.

13-11-07. Twee belezen luisteraars mailden gisteren complimenten naar aanleiding van onze uitzending van zondagavond. Ik bracht de goede tijding over aan Esther en Hans. We zaten zo eens te praten en dachten terug aan wat supervisor Waayers had gezegd: hij voelde wat voor een uitzending rond de Buisdorper Dorpsmuzikanten Hannesz en Jannesz, in december al. Hans (alias Hannesz) voelde daar zelf ook wel voor maar zag zo gauw geen kans twee uur aan teksten en toestanden voor elkaar te krijgen: hij moet volgende maand op pad met een Speenhoffprogramma. Weet je wat, filosofeerde ik, dan spelen jullie vier nummers en dan bouw ik er wel een uitzending omheen – tijd zat, ik hoef tenslotte niet op pad met een Speenhoffprogramma. Supervisor Waayers gebeld, hij vond het een geweldig idee en dus zijn we in december opnieuw op de radio.

14-11-07. Het is in potentie een verontrustende ontwikkeling: Teletekst maakte gisteren melding van een onderzoek van het RIVM (stond niet bij waar die afkorting voor staat) naar erectiepillen. Er schijnen nogal wat ondeugdelijke pillen in omloop te zijn – je moet er niet aan denken dat je als man ineens met een malafide erectie krijgt te maken. Er wordt veel spam verstuurd waarin producten worden aangeprezen die een enorme hardheidsgraad in het vooruitzicht stellen. Toch lijkt het me beter in geval van onvermogen de apotheek te raadplegen want wat als je op doktersvoorschrift al spierverslappers slikt? Heb me nooit in dergelijke materie hoeven verdiepen, maar vraag me wel af: zorgt zo’n pil alleen voor een erectie of ligt er ook een ejaculatie in het verschiet? Van de hele dag met een banketstaaf rondlopen wordt een mens ook niet vrolijk.

15-11-07. Op 30 december is het weer zover, noteer die datum in uw agenda (o nee, dat hoeft niet, die datum staat al in de agenda). Eergisteren met de supervisor van Hot Talk afgesproken dat we op die zondagavond weer twee uur lang ons ding gaan doen op Radio West. Hij had overigens van de redactie een klacht ontvangen over onze uitzending van 11 november. Een klacht? Nou ja, de supervisor kwam in reguliere afleveringen van Hot Talk zelf aan het woord en als luisteraars bij ons halverwege inschakelden dan wisten ze niet waar het over ging en zouden na een minuut weer afhaken, aldus een Pipo van de redactie. We moeten volgens de supervisor daarom om het kwartier zeggen dat we Hot Talk overgenomen hebben en dat de supervisor gekneveld in een kast ligt. Kan leuk worden.

16-11-07. De zon scheen onbelemmerd en de temperatuur was flink gedaald: weer voor koek en zopie (‘de koek verkocht-ie en het geld verzoop-ie’). Gisterochtend had ik op de fiets aanvankelijk handschoenen aan, later warmde ik op en konden ze in de jaszak ondergebracht worden. Had zin om te gaan hollen, dus ging hollen. Het naburige park lag er in de herfstzon fraai bij, mijn conditie was naar wens. Ik had vast allerlei mooie gedachten, maar die werden de kop ingedrukt toen ik ineens gestrekt ging: gestruikeld over een obstakel dat door neergedwarrelde bladeren aan mijn zicht onttrokken was. Ik schoof met mijn handpalmen door de een of andere humuslaag maar stond ongeblesseerd weer op. Dat komt vermoedelijk doordat ik melk met extra calcium drink: dat houdt de botten stevig. (Ook aanbevolen voor vrouwen op weg naar de overgang!)

17-11-07. Het is vijf voor negen op een herfstige zaterdagochtend. Er wordt buiten getwijfeld tussen zonneschijn en een plensbui, zodat de lucht eruitziet als door een Hollandse Meester geschilderd. Ik zou op dit moment a damn fine cup of coffee moeten drinken maar het is gewoon een Senseo extra dark roast, om over kersentaart helemaal maar te zwijgen. Inderdaad: het is weer Twin Peakstijd, ben gistermiddag begonnen aan de enorme Definitive Gold Box Edition. Destijds volgde ik de reeks via de BBC en nam ’m ook op video op. Nadien de hele reeks op video teruggezien, toen een paar jaar geleden het eerste seizoen op dvd uitkwam daarnaar gekeken, bij het verschijnen van het tweede seizoen alles van het begin af aan gezien – en ook bij het huidige weerzien zijn kippenvel en lachbuien vaak niet te onderdrukken. Subliem.

18-11-07. Het is leuk om de van The X-Files bekende David Duchovny ook in Twin Peaks een FBI-agent te zien spelen – vooral omdat hij het in travestie doet. (Dat heeft geen bepaalde bedoeling: in de wereld van David Lynch is gek heel gewoon.) Major Briggs speelt op zijn beurt in The X-Files de vader van Scully. Ook andere deelnemers aan Twin Peaks hadden later een rolletje in afleveringen van The X-Files, zoals deputy Hawk en The man from another place: de dansende, zeer mysterieuze dwerg, die in Carnivàle een van de hoofdrollen ging spelen. Kyle MacLachlan (special agent Cooper) belandde in Sex and The City en in Desperate Housewives, in beide gevallen had hij het nogal ongelukkig getroffen met zijn moeder. Van The X-Files komt er een nieuwe speelfilm – kon dat ook maar van Twin Peaks gezegd worden.

19-11-07. Als je de beide seizoen al los hebt, heeft het dan zin ook nog de Definitive Gold Box Edition van Twin Peaks te kopen? Jazeker. Die bevat ruim drie uur aan nog niet geziene extra’s. Als je de Definitive Gold Box Edition gekocht hebt, kunnen de beide los gekochte seizoen dan weg? Nee. Daarop is audiocommentaar te vinden dat op die zogenaamd ultieme box ontbreekt, evenals een aantal documentaires. Het is overigens sowieso onverstandig om dingen weg te doen, daar krijg je later spijt van. Behalve uiteraard huisvuil, oude kranten, lege flessen, kleding die niet meer in de mode is of niet meer past of die zelden of nooit gedragen wordt. Ook kan eraan gedacht worden de opgehoopte stapels tijdschriften eens kritisch te bekijken. (Het meeste kan weg zonder dat je controleert of het wel weg kan.)

20-11-07. We waren in 1964 naar A Hard Day’s Night geweest, logisch dat ik het jaar erop met mijn moeder ook naar Help! ging. Ik herinner me nog wat de zevenjarige ik zag: de vier Beatles die ieder een eigen voordeur binnengingen, waarachter hun gigantische gedeelde woonruimte zich bevond. Ringo wiens hand werd vastgegrepen door iemand die het op zijn ring voorzien had. Twee scènes uit het begin, veel meer bleef me niet bij van de vertoning. De onlangs uitgebrachte dvd van de film is een geweldige opfrisser van het geheugen. Het eerste wat me opviel waren de kleuren: tegenwoordig zie je in films zulke kleuren niet meer. Het kan natuurlijk zijn dat de wereld na de jaren zestig minder kleurrijk geworden is: de kleurenpracht viel me ook op bij het op dvd zien van The Producers (1968).

21-11-07. Nog nooit zoiets ergs meegemaakt. Ik lag te bed lui naar Full Metal Jacket te kijken toen ineens de stroom uitviel. Je moet dan geloof ik in de meterkast een hendel overhalen. Op de tast de trap af en de katkrabpaal opzij geschoven. Ik kon in de meterkast geen reet voor ogen zien. In de keukenla een doosje lucifers gevonden, een lucifer aangestoken en tussen de wanorde in een keukenkastje vergeefs naar een kaars gegraaid. Ik keek door het keukenraam: alom huizen in het donker, aan de voorzijde nergens een straatlantaarn die nog brandde. Teruggeworpen in de middeleeuwen! Elk moment konden er verwilderde buren aan de deur komen, op zoek naar suikerbieten. Hongerwinter! Na een paar minuten was er weer licht, diverse klokken moesten opnieuw geprogrammeerd worden. (Het had gelukkig te kort geduurd voor een Loosduinse bevolkingsexplosie.)

22-11-07. Altijd lachen als er een brief komt die is ondertekend door iemand die het nodig vindt zijn naam vooraf te laten gaan door een titel. V.P. van den Boogert heeft zijn naam er zelfs mee omlijst: ervoor drs, erachter MBA. Hij is zo voornaam, dat hij het niet nodig vindt om te laten weten hoe zijn voornamen luiden: hij is dan ook van de directie van de Postbank. V.P.? Ze zullen hem wel Vie Pie noemen. De brief die op 20 november aankwam is gedagtekend 15 november. Is natuurlijk door de handen van vele ondergeschikten gegaan voordat-ie gepost werd. ‘Geachte heer De Jong’ – dat begint al goed, en het wordt nog leuker. ‘Omdat u een Postbank-creditcardhouder bent, hebben wij goed nieuws voor u.’ Probeer die zin maar eens hardop te lezen zonder in de lach te schieten!

23-11-07. Amsterdam lag er gisteren zonnig bij. Ik voorzag eerder deze week dat ik vele truien en minimaal twee handschoenen aan zou moeten maar twee T-shirts en een eigentijds jasje volstonden. Ik streek met Tieka in een poffertjespaleis neer dat op het Damrak naast De Bijenkorf was gestationeerd, met belendend een kunstmatige ijsbaan. Het was rustig in het poffertjespaleis, wat mogelijk verband hield met de muziek die er gedraaid werd. Een volwassen man die zingt dat hij een ‘toet toet’ heeft noopt niet tot binnentreden en voor de meezinger ‘Soep, soep, soep! Ballen, ballen, ballen!’ was het wat te vroeg. Tieka, die gewend is bij grondige ijsvorming op noren door het Noord-Hollandse polderlandschap te zweven, bekeek de kunstmatige ijsbaan geamuseerd – van het idee dat mensen op die paar vierkante meter rondjes draaiden raakte ze in een giechelige bui.

24-11-07. Mijn geheugen voor telefoonnummers is meer dan fenomenaal. Het kan gebeuren dat ik een nummer onthou maar vergeet aan wie het toebehoort. Een jaar of dertien geleden wandelde ik over de Laan van Meerdervoort richting bioscoop Metropole en opeens floepte er een nummer in mijn gedachten. Van wie was het? Ik draaide het liever niet – stel je voor dat ik degene die opnam niet wilde spreken of de opnemer mij niet. Nadat ik driekwart van de Laan van Meerdervoort peinzend had afgelegd schoot het me te binnen: het was mijn eigen nummer. Eergisteren liep ik over het Damrak naar het station en gebruikte voor de derde keer mijn mobiele telefoon, aan de hand van het opgeschreven nummer van mijn zus. Er bleek geen verbinding mogelijk te zijn. Thuisgekomen zag ik waarom: ik had mijn eigen nummer gedraaid.

25-11-07. Een volle werkweek duurt 36 uur, wie het aankan maakt daar vier werkdagen van negen uur van. Zelf doe ik liever niet te dol en beperk me tot een werkweek van 24 uur, in de vorm van driemaal acht uur. Maar na het zien van het zesde seizoen van 24 ga ik (zoals na het zien van eerdere seizoenen) weer twijfelen. Zou ik mijn 24 werkuren niet ook in een etmaal kunnen proppen? Misschien is het te ambitieus, ik heb soms behoefte aan nachtrust. Bovendien is de inname van vocht en vast voedsel in de actieserie een ondergeschoven kindje. Neem het drinken: tijdens het zien van de 24 afleveringen (op vrijdagmiddag en -avond, zaterdagochtend, -middag en -avond) dronk ik behalve koffie, vier mokken melk, vier mokken Vifit, drie mokken Chocomel, twee mokken thee en twee glazen wijn.

26-11-07. Ik begon deze rubriek op 1 januari 2006, met de bedoeling dagelijks verslag uit te brengen van het schrijven aan de roman Sabbatical. Er waren dagen dat ik er niet aan schreef maar omdat het maken van een dagelijkse tekst een prettige gewoonte was geworden, had ik het dan maar ergens anders over. Inmiddels is Sabbatical af en ben ik aan een volgend manuscript bezig. Vandaag moet ik het er weer over hebben want eergisteren ontving ik mail uit België. Ik had in oktober vorig jaar een fragment gezonden aan het literaire tijdschrift De Brakke Hond en nadat men er dertien maanden over had nagedacht, had men besloten het fragment in een van de komende nummers te plaatsen. Sinds oktober 2006 had ik flink aan de tekst zitten peuteren – heb gisteren dan ook een verbeterde versie ingediend.

27-11-07. Mooie boel. Ik was van plan de dag te vullen met schrijverij (aan een manuscript en aan het script van de komende radio-uitzending op 30 december) maar ik kreeg ineens last van ongezondheid. Terwijl ik dit schrijf heb ik 39 graden koorts, het is een wonder dat ik dit schrijf. Vroeger kwam er bij koortsvorming een dokter aan de deur maar dat zit niet meer in de basisverzekering. (Ik geloof dat ze tegenwoordig niet eens verplicht zijn je beter te maken als je ziek bent.) Jaren geleden (er is een precedent) had ik ook 39 graden en toen zei de opgebelde huisarts doodleuk dat ik daarmee naar zijn spreekuur kon komen. De verstrekte antibiotica (er werden indertijd nog medicijnen verstrekt) sloeg niet aan en de koorts streefde de 40 graden voorbij. Maar dat kon heus geen kwaad.

28-11-07. Als je door griep en koorts ernstig verzwakt bent maakt de middenstand misbruik van je. Ondanks mijn krakkemikkigheid bezocht ik gisterochtend een supermarkt, waar ik onder meer een pak muesli aanschafte. Ik las de opgave van de ingrediënten: gelukkig, geen krenten. Maar toen ik een uur later een bordje muesli wilde gaan eten zag ik diverse krenten ronddrijven. Ik moest denken aan lang geleden, toen ik een naburige reformzaak beklantte. Ze verkochten er medicinale pindakaas die in een emmer uit het Westland werd aangeleverd. De reformman schepte desgewenst uit zo’n emmer je meegebrachte potje vol. Ook nam ik er muesli af, zonder krenten – speciaal voor mij viste hij die eruit. Op den duur is hem dat mogelijk fataal geworden, de reformman overleed rond zijn veertigste. Ik ben gewaarschuwd maar ga de krenten verwijderen voordat ik melk toevoeg.

29-11-07. De griep is z’n vierde dag ingegaan, ik ga steeds meer in mijn overlevingskansen geloven. De koorts had geen zin meer om mee te doen en is gistermiddag geweken. Wat er aan symptomen rest is rillerigheid met daarbij een grote behoefte aan hoesten. Hoesten is een goeie buikspieroefening: ik werd zojuist wakker met spierpijn die ik vroeger had als ik me te fanatiek aan aerobics had overgegeven. Zou lollig zijn als hoesten op het repertoire van Nederland in beweging kwam te staan. Krijg overigens beginnende uitslag van zulk nationalisme: straks Nederland in beweging, momenteel is Goedemorgen Nederland aan de gang en als ik verder ga lezen in Theo Thijssens De gelukkig klas doe ik dat in het kader van Nederland Leest. Uche uche uche blaf! Klotezooi. Nederland hoestend in beweging! Nederland Leest hoestend! Goedemorgen hoestend Nederland! Bah.

30-11-07. Als de gezondheid het toeliet zou ik vandaag per tram en trein naar Utrecht reizen om daar te vergaderen. Afgezien van het reizen zou ik vergaderen wel aangekund hebben: eenmaal hoesten is ja, tweemaal is nee. Maar er kwam gisteren een uitwisseling van e-mails op gang die de zaak een malle wending gaf. Eerst mailde collega-vergaderaar Frank de deelnemers dat hij nog ziek was en er misschien niet bij kon zijn. Ik sprak de hoop uit dat Jo en Martijn ook ziek waren, dan bestond er geen gevaar dat we hen zouden besmetten. Even later liet Martijn per mail weten dat hij al twee weken aan het griepen was. Ten slotte vroeg Jo zich in een mailtje af of het wel zinvol was als hij van Nijmegen naar Utrecht reisde om daar met zichzelf te gaan vergaderen.

01-12-07. De arts die waarnam was een aardige roodharige vrouw. Ik mocht meteen het bovenlichaam ontbloten. Helemaal was niet nodig maar dan moet je mij net hebben! Ze beluisterde mijn longen van voren en van achteren en luisterde ook nog even naar mijn hart. ‘Het klopt nog,’ zei ze. Dat was een opluchting. Ze was er een groot voorstander van dat ik koorts had en dat ik zenuwslopend hoestte, dat droeg allemaal bij aan het verjagen van het virus dat in mij huisde. Alles goed en wel maar ik zou toch liever wat minder hoesten. Dat kon: ze zou me codeïnepillen voorschrijven. ‘Daar kan je slaperig van worden.’ ‘Mooi zo!’ Ik reed naar de apotheek, waar gewaarschuwd werd dat mijn rijvaardigheid zou kunnen afnemen. De bijsluiter repte bovendien van angst en opwinding bij hoge dosering. Slikken die troep!

02-12-07. De koorts is op de vlucht geslagen, misschien doordat ik codeïne slik. Dan doet dat spul tenminste iets: het hoort het hoesten te onderdrukken maar daar merk ik tot nu toe niet veel van. Voelde me gisteren redelijk totdat er een hoestbui op gang kwam – toen wist ik meteen weer dat ik ziek was. Maar voor het eerst in dagen niet grotendeels voor pampus gelegen. Ziek of gezond, op 30 december moeten we twee uur radio maken en die datum komt met de dag nader. Om te beginnen muziek uitgezocht die op de een of andere manier moet aansluiten bij de twee thema’s: het einde van het jaar en het honderdjarig bestaan van het Buisdorpse Graaf Dorus V College in 2008. Bij dat laatste past Ghost World van Aimee Mann. En zo krijgt het programma geleidelijk vorm.

03-12-07. In veel huishoudens gaat de maand december door voor een dure maand. Het kan lastig zijn als de uitgaven de inkomsten overvleugelen maar het omgekeerde komt gelukkig ook voor. Vorige week kreeg ik de aankondiging van een geldstroom in de bus, afkomstig van de Stichting Lira. ‘Dit is een na-uitkering voor de jaren 2003, 2004 & 2005,’ licht een zekere Schelte van Ruiten namens Lira toe. En: ‘Aan de auteurs die in die jaren een leenrechtvergoeding ontvingen doen we een na-uitkering met het verjaarde geld dat nog resteert voor de jaren 1997, 1998 & 1999.’ Nee, ik begrijp daar ook geen woord van. Maar ik beur 33,38 euro minus 1,67 (zijnde 5% administratiekosten) minus 0,32 (19% btw over de administratiekosten) is 31,39 euro. Daar gaat nog inkomstenbelasting af maar ik treed de donkere dagen financieel zelfverzekerd tegemoet!

04-12-07. Soms word je op het verkeerde been gezet. Ik ontving van de zorgverzekeraar de polis van volgend jaar, dan kon ik alvast eens kijken. Momenteel betaal ik elke maand 107 euro. Geen idee waar dat allemaal voor is, ik kost het ziekenfonds praktisch niks. (107 euro is 236 gulden, een hoop geld om niets voor terug te krijgen. Enfin.) Volgend jaar ga ik 104 euro per maand betalen. Dat is op jaarbasis een voordeel van wel 36 euro ten opzichte van 2007 – tenminste, dat idee had ik even. Maar 2008 is het jaar waarover geen no-claimkorting van 255 euro zal worden uitgekeerd, dus per saldo ga ik er 219 euro op achteruit. Nog afgezien van het dreigende eigen risico van 150 euro. Ter vergelijking: in 2002 betaalde ik de zorgverzekeraar niet meer dan 29,90 euro per maand!

05-12-07. Het werk aan de komende radio-uitzending is op gang gekomen en dat werd tijd ook want die komende radio-uitzending is op 30 december. De muziek is uitgezocht: een sublieme funkballad van James Brown (gedeeltelijk gezongen, gedeeltelijk gesproken), een rauwe blues van Elvis om te laten horen waarom Joe Cocker hem ooit de beste blanke blueszanger noemde, de stampende samenwerking van Tom Jones en Jools Holland, een van de vele prachtige ballads van Harry Nilsson, The Rolling Stones in een jazzy stemming, de te weinig gehoorde fantastische Aimee Mann, Queen, Hooverphonic, Frank Zappa, Robbie Williams & Frank Sinatra, Angelo Badalamenti (die voor David Lynch is wat Nino Rota voor Fellini was) en Terry Snyder alias Mr. Percussion. Genoemde muziek omlijst de sketches en monologen, daarnaast zijn er maar liefst vier optredens van Hannesz & Jannesz, de Buisdorper Dorpsmuzikanten!

06-12-07. En ook wat de teksten betreft staat de Hot Talkuitzending van 30 december aardig in de steigers. Verschillende personages maken een rentree: Esmeralda, Arie Wietzen, professor Bomba en mama Bimba, burgemeester Noten, Ricardo Bion – en dan zijn er nog nieuwe personages, waar Hans een stem bij zal moeten verzinnen. Je kunt soms dankbaar van de actualiteit gebruikmaken – ditmaal doen we dat met de actie Nederland Leest en De gelukkige klas: daar sluit het honderdjarig bestaan van het Buisdorpse Graaf Dorus V College in 2008 goed bij aan. Soms ook schiet je iets te binnen waar je een hoop gekkigheid mee kunt uithalen. Jaren geleden zag ik in het Journaal een reportage over mensen die op tweede paasdag uit verveling naar een meubelboulevard gingen. Het jaar erop bij dezelfde zender eenzelfde soort reportage! Gaan we wat mee doen.

07-12-07. Toen ik gistermiddag de autoradio aanzette viel ik in een interview met de een of andere bollebof die de leiding had gekregen over een ‘taskforce’. Jammer dat de interviewer niet de slappe lach kreeg bij het horen van zo’n protserige naam. De bollebof sprak ‘taskforce’ niet uit als ‘taskforce’ maar als ‘taaskforce’. Uit dikdoenerij Engelse woorden gebruiken, te dom om ze goed uit te spreken. Zulke figuren hebben het over ‘baar’ als het ‘bar’ is. Ze vinden ‘omslag’ te Nederlands klinken en zeggen daarom liever ‘cover’ maar spreken dat niet zoals het hoort als ‘cavver’ uit maar als ‘cuvver’. Zo staat er aan het hoofd van onze regering een stuntelaar die ‘Dutchbat’ uitspreekt als ‘Dutsjbet’ en niet als ‘Datsjbet’ – als je dan zo nodig Engelse woorden moet gebruiken, spreek ze dan ook uit als Engelse woorden. Damn!

08-12-07. Gisteren de eerste versie van het Hot Talkdraaiboek/script geprint – dan zie je pas goed wat je voor elkaar hebt gekregen (hebt geprobeerd te krijgen): als je naar een tekst op het scherm tuurt vallen de feilen je veel minder op. Zag dus meteen hier en daar een tikfout maar voor een eerste versie kon het ermee door. Aan het eind van de middag begonnen met het timen van het geheel: de monologen (en dialogen) hardop solo voorgelezen en de tijden genoteerd en opgeteld bij de duur van de muzieknummers die gedraaid worden (de vier nummers die Hans en Jan samen live brengen op drie minuten elk begroot). Ik kwam aardig uit: het eerste uur 57 minuten en 59 seconden materiaal, het tweede uur 58 minuten. Er hoeft waarschijnlijk dus niet gigantisch aan de teksten gesleuteld te worden.

09-12-07. En natuurlijk was het toen ik zojuist (zondagochtend halftien) maar eens opstond net zo zonnig als toen we (zaterdagmiddag halfdrie) naar Amsterdam vertrokken. Ik twijfelde bij de afreis tussen het meenemen van de bij Blokker voor 1,99 euro gekochte inschuifbare paraplu (blauw met witte stippen) en het gevaarte dat bij mijn moeder voor noodgevallen (hond uitlaten tijdens plensbui) in het halletje lag. Ondanks de zon nam ik het gevaarte mee. Aanvankelijk liepen we er zinloos mee door Amsterdam maar om een uur of vijf ging het regenen en niet zo matig ook. Mijn zus meende toe te kunnen met het over haar hoofd trekken van haar capuchon maar toen we na het diner bij Kantjil naar het Compagnietheater liepen om Freek te gaan zien ging het richting wolkbreuk en liet ik ook haar onder moeders paraplu schuilen.

10-12-07. De vorige keer had ik bij Fame, wachtend op Tieka, vier dubbel-cd’s van The Who op een tafel uitgestald zien liggen, Deluxe Editions. Zaterdag dacht ik: die moet ik hebben. Maar er lagen er nog maar drie: My Generation, Live at Leeds en Who’s Next. Waar was Tommy gebleven? Ik strikte een medewerkster die niet van mijn generatie was en voor wie ik Tommy moest spellen. Ze liet haar vingers vergeefs door de bak met The Who wandelen, de computer toonde twee edities waar ik niets aan had. Toen ik de drie Deluxe Editions afrekende zei ik tegen de kassier dat Tommy er niet meer was. Hij keek het na: ze hadden er nog een, misschien verkeerd neergezet. Ik besloot de bak met The Who nog een keer te bestormen. En jawel: Tommy lag daar net buiten!

11-12-07. Bij de Media Markt maken ze reclame met de leus: ‘Ik ben toch zeker niet gek!’ Daar moest ik aan denken toen ik de vestiging Den Haag gisterochtend wilde betreden. Een beveiligingsdwerg hield me staande: mijn rugzak moest in de locker. Waarom was dat? ‘Meneer, ik ga niet met u in discussie.’ Intussen liep er iemand met een plastic zak (niet een tussen de benen bungelende prothese maar een zak voor boodschappen) ongehinderd naar binnen. Ik bracht mijn rugzak zolang in de auto onder en keerde terug naar de Media Markt, waar op de dvd-afdeling diverse klanten rondliepen met schoudertassen en plastic zakken. Nadat ik een aankoop gedaan had heb ik de beveiligingsdwerg naar zijn naam gevraagd, zodat ik een klacht kon indienen. Ik laat me door zo’n opneukertje niet koeioneren. Ik ben toch zeker niet gek!

12-12-07. Ik was nogal verbaasd door de verbazing van degenen die zich erover verbaasden dat het concert van Led Zeppelin zo geweldig goed geweest was. Kennelijk wordt popmuziek nog altijd gezien als een nieuwe tak van sport waarin je niet oud kunt worden – zoals voetballers die ruim voor hun veertigste evolueren tot sigarenwinkelier. Maar een fenomenaal gitarist als Jimmy Page blijft ook als hij in de zestig is een fenomenaal gitarist. En dat Robert Plant bij stem was hoeft ook geen wonder te heten. In een recent interview verklaarde Ian Gillan dat het geheim is: niet stoppen met zingen. Vandaar dat Tom Jones nog altijd door merg en been kan gaan en ook Mick Jagger en Roger Daltrey oorstrelend van zich laten horen. (En bovenal is er die sublieme Zeppelinmuziek, een ongeëvenaarde hutspot van blues, rock en folk.)

13-12-07. In 1992 zag ik in Frankfurt een aantal uitvoeringen van The Yellow Shark, een avondvullend programma van Frank Zappa en het Ensemble Modern. Een van de stukken was Welcome to the United States, een op muziek gezet douaneformulier. Toen hierin ‘terrorist activities’ ter sprake kwamen speelde het orkest een paar maten Louie Louie. Daar moest ik aan denken nadat ik gistermiddag in de bioscoop een spotje tegen terrorisme gezien had. We werden opgeroepen oplettend te zijn met betrekking tot vrienden, kennissen en buren die er terroristische ideeën op na hielden. Zelf had ik die ochtend ten aanzien van de Media Markt terroristische ideeën ontwikkeld. De dwergbokito van de beveiliging van maandag was er niet om ze tegen te houden en nu wemelde het er van de mensen met rugzakken. En dat terwijl ik schijterig zonder rugzak rondliep!

14-12-07. Je merkt bijna dagelijks dat er idioten bestaan. Op een ongewenst tijdstip gaat de telefoon en als je ‘hallo’ zegt wordt er gevraagd: ‘Bent u de heer of mevrouw De Jong?’ Het zal een afgevloeide belspelletjestrut zijn, die zo’n domme vraag stelt. Ze is van de KPN of van kabelaar Casema en als ik dat gehoord heb verbreek ik meteen de verbinding. Gistermiddag ging de voordeurbel, weer eens wat anders. Er stond een figuur in een onbetrouwbaar ogend pak voor me die wilde weten of ik de familie De Jong was. ‘Wie bent u?’ Hij was van Casema. ‘Niet nodig,’ zei ik, en wilde de deur dichtdoen. ‘Het is officieel!’ wierp het onbetrouwbaar ogende pak tegen. ‘Ik heb u niet ontboden,’ zei ik en sloot de deur, waar de imbeciel machteloos met zijn vingers op ging roffelen.

15-12-07. Je gaat pinnen en je voorganger heeft z’n bon uit de automaat laten steken – komt door een falend kortetermijngeheugen. Apparaat vraagt: ‘Wilt u een transactiebon?’ Pinner toetst ‘ja’ in maar is dat zodra hij zijn biljetten bemachtigd heeft weer vergeten. Om halfzeven was ik de hond van mijn krakkemikkige moeder gaan uitlaten. Nadat uitgelaten hond Hendrik ingeleverd was reed ik door naar kantoor. In de garage greep ik vergeefs naast me: mijn rugzak had ik bij m’n moeder gedeponeerd en vergeten mee te nemen. Was dit rampzalig? Er zaten twee boterhammen, een appel en een halve liter Viftit in de rugzak, die waren niet direct van overlevingsbelang en dat gold ook voor de envelop die verstuurd diende te worden. Maar ik moest een telefonisch interview afnemen en kon niet zonder de memorecorder. Zoef, de garage weer uit!

16-12-07. Als het om hardlopen gaat ontbreekt het mij soms aan beginzin. Het is een heel gedoe, hoor, een joggingbroek, een T-shirt en de schoenen aantrekken. Maar als ik dat voor elkaar gekregen heb ben ik niet meer tegen te houden. Soms ook denk ik bij het opstaan: ik zou gaan hollen maar het kan morgen ook. Als er eenmaal koffie naar binnen is gegaan verander ik nog een keer van mening en ga hollen. Maar vanmorgen liep het anders. Toen ik zonder handschoenen naar de papierbak liep had ik het idee dat het zelfs met handschoenen aan te fris was om te gaan hollen: temperatuur aan de lage kant, en ook nog die onsympathieke wind. Het leek me verstandiger om met Kim Harrison in bed te liggen en van haar Every which way but Dead te lezen.

17-12-07. Nadat ik uitgelaten hond Hendrik zaterdagavond had ingeleverd bij mijn krakkemikkige moeder, wilde ik omdat het toch wel fris was de in mijn jaszakken opgeborgen handschoenen aantrekken. Maar in de rechter zat alleen een zakdoek! In de moederlijke woning lag geen handschoen op de grond. Ik liep solo de uitlaatroute nog een keer maar kwam daarbij geen gevallen handschoen tegen. Ontdaan kwam ik thuis. Op zo’n moment (temeer omdat we in de donkere dagen voor kerstmis zitten) vraag je je af of je leven nog wel zin heeft. Maar voordat ik die vraag ontkennend had kunnen beantwoorden en een begin had kunnen maken met het doorzagen van de pols die nooit meer door die handschoen bedekt zou worden, belde mijn moeder op. Hond Hendrik liep kwispelend rond, met een handschoen in zijn muil. Ik wilde weer leven!

18-12-07. Om een idee te geven van mijn positie in deze moderne tijd: ik ben niet in het bezit van een laptop of iPod, ik download geen muziek en draai in de auto ouderwetse cassettebandjes. Als ik ergens naartoe moet, zoals vandaag, print ik ruim vooraf een routeplanning en vat die voor het eventuele gemak op een vel papier samen. De reis gaat van Den Haag naar Hoogezand en dat kan via Amsterdam of via Utrecht. Ik moet om halfeen in Hoogezand zijn, zal dus omstreeks negen uur moeten afreizen, met in het reisschema verdisconteerd een halfuurtje filevorming. Die filevorming bekijk ik voor vertrek zowel op Teletekst als op internet, in de hoop dat die bronnen met elkaar overeenkomen. Afhankelijk van de vigerende toestand op de weg besluit ik dan of ik via Amsterdam of Utrecht rijd. Spannend!

19-12-07. De weg naar Utrecht had drie files, die naar Amsterdam er maar een zodat ik maar langs die snelweg noordwaarts reed. Vijf over negen van start, vijf voor halfeen afgemeerd voor de scholengemeenschap in Hoogeveen. Je kon er zomaar naar binnen lopen. Ik wist niet bij wie ik me moest aandienen, wandelde dus doelloos door het van jeugd krioelende gebouw. Vroeg uiteindelijk aan een leraar of die me naar de directeur wilde brengen: daar had ik ervaring mee, al ging het ditmaal om een interview en niet om een laatste waarschuwing van directiewege. In het vertrek van de directeur lekte geluid binnen van een les die belendend werd gegeven. In mijn tijd hoorde je een leraar dwars door het beton schreeuwen. ‘Toen werd er nog geschreeuwd,’ zei de directeur vertederd. ‘Maar het was helaas eenrichtingsverkeer,’ zei ik.

20-12-07. In de betere oude tijd kregen arbeiders van hun medemenselijke baas een aalmoes om de kerstdagen door te komen – want dan was de fabriek gesloten en werd er niet gewerkt en dus ook geen salaris betaald. Tegenwoordig bestaan er nog steeds kerstpakketten. De meeste werknemers zouden er ook zonder zo’n aalmoes in slagen de kerstdagen te overbruggen (temeer daar de salarisbetaling doorgang vindt) maar dat maakt de begeerte naar een doos vol levensmiddelen niet minder groot. Engelse drop, een blik soep, uitheemse zoutjes, een pot augurken en de nodige andere voedingsmiddelen die je ook bij de supermarkt kunt kopen maar niet koopt omdat je wel wijzer bent. Mijn eerste kerstpakket werd gestolen. Omdat ik er een zielig gezicht bij trok kreeg ik 75 gulden contant uitgekeerd, yes! (75 gulden anno 1989 is anno 2007 ongeveer 850 euro.)

21-12-07. Wij hadden vroeger een bankstel waar zich wieltjes onder bevonden, zodat je de zitonderdelen door de kamer kon duwen. Het leukste was als een dikke oom in de fauteuil te ver naar voren ging zitten, zodat de fauteuil kapseisde en de dikke oom op de grond belandde met de fauteuil over zich heen. Hoe degelijk zijn rollators? Kunnen die ook kapseizen? Mijn krakkemikkige moeder is toe aan zo’n voertuig, dat gaat nog wat worden. Mijn zus, die zich meer verdiept in wat er in de wereld te koop is dan ik, wist te vertellen dat je een rollator ook bij de ANWB kunt krijgen. Zou je er dan een overeenkomst kunnen sluiten voor de woonplaatsservice van de Wegenwacht? En meteen een internationale reis- en kredietbrief regelen, voor als mijn moeder met dat ding de grens over wil?

22-12-07. Waarschijnlijk was ik degene die de grootste spanning te verduren had. Niet alleen kreeg ik mijn kerstpakket pas twee dagen na de uitreiking van de kerstpakketten aangereikt, bovendien kreeg ik het aangereikt op het moment dat ik op het punt stond naar Utrecht te vertrekken. Ik legde het kerstpakket in de auto en inspecteerde terwijl ik naar het station wandelde de vergezellende envelop. Daarin zat behalve een afzichtelijke kerstkaart een boekenbon, die ik in Utrecht inzette bij de aanschaf van The Illustrated Wizard of Oz. ’s Avonds opende ik het kerstpakket. Het bevatte een puntzak spekkies, een bundeltje servetten, waxinelichtjes, een pak koffie, slagroom, chocoladekoekjes, Belgische chocolade, mix voor chocoladecake, chocoladedrank met toffeesmaak, fonduechocolade en een chocoladefonduestel (ik geloof dat het thema dit jaar ‘chocolade’ was.) De chocoladekoekjes smaakten oké. Maar waar laat ik de overige troep?

23-12-07. Een vriend van de middelbare school, die nu van middelbare leeftijd is, verhuisde een paar jaar geleden naar de buurt waar hij opgegroeid is. Ook ik begon mijn levensloopbaan in Laakkwartier. Herinner me dat we op het gras bij de Laakkade voetbalden en dat het broertje van Frank toen deze daar eens fietste een stuk hout tussen de spaken van het voorwiel wierp, waarna een sublieme voorwaartse salto volgde. Had Frank nog niet in zijn nieuwe huis opgezocht maar ging er gisterochtend vroeg een setje cd’s bezorgen. Hij woonde op nummer 5, de huisnummers in de straat waren echter achtereenvolgens: 3, 7, 9, 11. Ik belde aan bij een huis waar ik via het raam de tv aan zag staan. Dame in ochtendjas kwam naar buiten: nummer 3 was een garage, daarnaast zat het ongenummerde nummer 5.

24-12-07. Zelfs in een geolied huishouden als het mijne gaat er wel eens wat mis. Het is me overkomen dat ik de wasmachine in werking stelde voordat ik er wasgoed in gestopt had. Ook een keer de wasmachine op gang gebracht voordat ik waspoeder had toegevoegd. (Dat was minder erg, de was werd net zo schoon.) In de keuken had ik jaren geleden een verschil van mening met een kurk in een fles wijn. De trekker zat er goed in maar het trekken lukte me niet. Dan maar zo, dacht ik, en duwde de kurk de fles in, waarna de wijn tot aan het plafond spoot. Zaterdag mezelf getrakteerd op in de magnetron (1 minuut 30 bij 800 watt) opgewarmde Chocomel. Ik moest het proces na 1 minuut 30 herhalen wegens het ontbreken van Chocomel in de mok.

25-12-07. De kerstdagen bieden niet alleen een uitgelezen mogelijkheid om de inwendige mens gigantisch te vervetten, je kunt ook eens medemenselijk de aandacht op de minderbedeelden richten. Laten we vandaag eens stilstaan bij de heer V., wiens verblijfplaats onzeker is. Het kan zijn dat hij naar het buitenland vertrokken is en het is van groot belang dat we hem op het spoor komen want hij heeft meermaals gesproken over zelfmoord. ‘Hoe weet jij dat nou weer?’ zal de lezer zich afvragen. Dat weet ik dankzij een op straat gevonden geprinte e-mail, die een Materieel Juridisch Medewerker van een instelling voor Forensische en Intensieve zorg gezonden heeft aan iemand die mogelijk ook in deze sector opereert. Laten we hopen dat de heer V. gevonden wordt en een goed uiteinde heeft. (Ik bedoel een goede jaarwisseling, niet een goede zelfmoord.)

26-12-07. Als je een beduidend kerstmaal voorgeschoteld krijgt, is een gedegen voorbereiding essentieel. Ik begon de dag na het drinken van een kop Senseo en een halve liter Vifit dan ook met hardlopen. Vervolgens een summier ontbijt (een bakje muesli) en daarna geen vast voedsel meer, behalve een te verwaarlozen appel. Mijn zus splitste ons een menu van vier gangen in de maag: een voorafje waar zalm in verwerkt was, een tweede voorafje behelzende soep, een hoofdschotel bestaande uit onder meer een stevige homp ham. Daarna een toetje van gebak met ijs en slagrom, waar ik tijdens de koffie een paar stukken chocola achterna zond want ik had ’s morgens te weinig gegeten. Alle calorieën waren voor een goede zaak: mijn moeder woog een paar maanden geleden op het dieptepunt van haar krakkemikkigheid nog maar 44 kilo. Vandaar.

27-12-07. Kerstdagen zijn altijd rare dagen, ik weet nooit welke dag het is. Maandag was het maandag maar dat had ik niet in de gaten omdat ik vrij had. Dinsdag wist ik wel dat het kerstmis was maar niet dat het dinsdag was. En dan heb je ook nog dat de dag erna, gisteren, eveneens als kerstdag geldt. Op een gegeven moment zie ik het niet meer zitten. De vuilnisman komt op maandag maar wanneer is dat? Het werd er niet beter op toen ik chinees ging afhalen (ik vind koken nog erger dan eten, ik wil het jaar afhalend afsluiten), een kerstmenu voor twee personen waar ik solo drie dagen werk aan heb. Maar welke dag is het over drie dagen en hoeveel dagen zijn er dan nog te gaan tot de laatste dag van het jaar?

28-12-07. Ook dat nog: mijn bioritme ligt aan barrels. (Morgen volgt jetlag.) De wekker hoeft niet af te lopen en daarom mag ik van mezelf wat langer opblijven. Dat lukt aardig, tot zover geen klachten. Maar wat nog niet lukt is het navenant latere ontwaken. Gisterenochtend zou ik naar kantoor gaan, had ik de vorige avond besloten. Het daarom niet te laat gemaakt (kwart voor een) maar pas na tweeën lukte het in Morpheus’ armen te belanden (ik ben Jane Austen aan het lezen, daar ga je deftig van formuleren). Omdat ik naar kantoor wilde gaan werd ik al om halfacht wakker. Hoef ik niet ergens naartoe dan slaap ik redelijk snel, als er een verplichting wacht lukt inslapen net zo slecht als uitslapen. Het had een verrassing voor mezelf moeten zijn dat ik naar kantoor zou gaan!

29-12-07. De grutter die vroeger op de kleintjes lette liet gisteren een folder bezorgen waarin de Hamsterweken onder de aandacht worden gebracht. Goed nieuws voor degenen die niet genoeg hadden aan het kerstschrokken maar persoonlijk probeer ik te waken voor gewichtsverdubbeling. Want morgenavond is het zover: van 21.00 – 23.00 uur op Radio West een met Buisdorp gevulde aflevering van Hot Talk. Als presentator en houder van voordrachten moet ik in topconditie zijn. De luisteraar denkt misschien dat het niet veel voorstelt maar aanhoudende opperste concentratie is vereist als het gaat om het toespreken van de regio en gebieden die via het internet bereikt worden. Tegelijkertijd ademhalen vanuit de buik en lullen vanuit de nek, dat is geen geringe opgave. Ik waag me daarom niet aan de in de folder aangeprezen oliebollenmix, saucijzenbroodjes, ambachtelijke poffertjes, ribkarbonade, tijgernootjes en maaltijdsoep.

30-12-07. Het is vanavond de derde keer dit jaar dat we op Radio West twee uur lang sketches en andere toestanden verzorgen. Het was alles bij elkaar aardig wat werk: muziek uitzoeken, teksten schrijven, muziek en tekst zodanig uitkienen dat we aan het einde van beide uren gunstig uitkomen en niet vijf minuten overhouden of tekort komen. De draaiboeken/scripts bestaan in meerdere versies: die van maart had er zeven, die van november negen en vanavond hopen we het te redden met versie vijf – dat wil zeggen: versie vier, waarop ik een aantal veranderingen heb aangebracht die onder meer verband houden met de afmelding van bassist Jan Hut, wiens betere helft nu al acht dagen te laat is met het tevoorschijn brengen van hun nieuwe kind. De drie scripts tellen tezamen 32.862 woorden, 10.694 daarvan zijn vanavond te horen.

31-12-07. Het ging geloof ik redelijk goed, we lieten ons niet ontmoedigen door de bekendmaking dat er sinds er op zondagavond uitgezonden wordt nog maar zo’n honderd luisteraars zijn. (Plus de enkeling die op mijn dringende verzoek afstemde.) ’s Morgens en ’s middags vooral de monologen gerepeteerd, dat verliep nog niet hapervrij maar toen we on air waren ging het vrij goed. Versprak me een paar keer, mede doordat ik niet zo’n denderende voorleesplek had: er hing een microfoon voor mijn neus, waardoor het zicht op het papier niet optimaal was. Kreeg in het tweede uur bijna de slappe lach vanwege het scabreuze Duitstalige lied dat Hans ten gehore bracht – wist vooraf niet wat hij zou gaan doen. (Ben benieuwd naar de uitzend-cd’s.) Als we elkaar dit jaar niet meer spreken: een zalig uiteinde is het halve werk!

© Copyright Martin de Jong, Den Haag. Alle rechten voorbehouden.

techniek: Maarten van der Peet