2009

01-01-09. Een voordeel van ouder worden is dat de smaakzin afneemt. Ik proef geen verschil tussen Grolsch en Albert Heijn en drink dus bier van Albert Heijn, dat minder dan half zo duur is. De jaarwisseling leek me een aardige aanleiding om diverse bieren te proeven en te controleren of de smaakpapillen het nog een beetje doen. Ik begon ’s middags met een flinke bel rosé (dat is geen bier), at wat knakworst en schonk een Wieckske Rosé in (dat is dan weer wel bier). Achtereenvolgens werden genoten Murphy’s Irish Red, BelleVue Kriek, Grimbergen Dubbel, Grimbergen Tripel, Guinness Special Export (in Dublin gebotteld, jazeker) en tot slot twee reguliere blikjes Heineken. Je kunt natuurlijk onder het drinken allerlei aantekeningen maken maar dat kwam er niet van. Mijn oordeel over alle gedronken bieren luidde dan ook: best wel lekker.

02-01-09. Ruim een maand geleden maakte ik een afspraak met de dierenarts om poes Gregor te laten inslapen. Een uur voor vertrek lag ik languit op bed, Gregor slap als een vaatdoek op mijn borst. Poes Duimpie was voor de gezelligheid op mijn schoot gaan liggen. Zo’n vijf weken later en Duimpie is zo slap als een vaatdoek en vanmiddag om halfdrie heb ik een afspraak bij de dierenarts. Het zijn de nieren, het is de leeftijd (ze zou dit jaar 22 worden) of een combinatie van beide. Eten doet ze niet meer, ze drinkt nog wel kattenmelk. Voortbewegen gaat wankel. Ik heb niet het idee dat ze lijdt, dat doe ik zelf vooral. Gisteren dacht ik: morgen naar de dierenarts. Maar dan lag ze naast me te slapen en dan dacht ik: misschien maar wachten tot maandag.

03-01-09. Het dragen van de draagbak met Duimpie erin was als het dragen van de draagbak zonder Duimpie erin, zo weinig woog ze nog. In de wachtkamer van de dierenarts lag ze bij me op schoot. Ik zei tegen de dierenarts dat ze geen eetlust meer had en dat het misschien vanwege een gebitsprobleem was of vanwege de nieren. Ze bekeek de zaak niet met een blik van: dit is onbegonnen werk maar besloot bloed af te nemen. Dat ging niet zomaar, er werden meerdere pogingen gedaan voordat er wat in een buisje druppelde. Binnen een kwartier de uitslag: te hoge nierwaarden. Wellicht zou drie dagen infuus uitkomst bieden en daartoe liet ik haar achter. Ze moet aansterken: ze woog een halfjaar geleden 2490 gram, nu 1490 gram. Een procentueel gewichtsverlies waar Erica Terpstra niet aan kan tippen.

04-01-09. The Big Lebowski duurt bijna twee uur, Inland Empire bijna drie. Ik zag ze vrijdagavond ter verzetting van de zinnen: poes Duimpie lag ver van huis aan het infuus. Gisterochtend de volgende afleidingsmanoeuvre: schaatsen op het stukje ondergelopen Zuiderpark, op nieuwe noren. Na tien minuten weer op de fiets gestapt en naar de dierenkliniek gereden, onderweg voor de patiënte kattenmelk gekocht. De assistente en de arts waren optimistisch maar toen ik Duimpie in de kooi zag liggen kon ik met geen mogelijkheid optimistisch zijn. Ze dronk wat van de kattenmelk. Ik ging op de neergezette stoel zitten en nam haar op schoot. De rest van de dag kwam het met mijn humeur niet meer goed. Duimpie blijft tot en met maandag aan het infuus, dan wordt bezien of het geholpen heeft of dat haar einde nabij is.

05-01-09. Ik had me voorgenomen: mocht het infuus niet geholpen hebben en laten inslapen als enige optie resteert dan neem ik Duimpie nog voor een nacht mee naar huis. Zo’n kille omgeving die haar vreemd is, dat is geen omgeving om het leven te verlaten. Hoe zwak ze vrijdag ook geweest was, ze slaagde erin op bed te klauteren en onder het dekbed te kruipen om in mijn nabijheid te zijn. Het voornemen viel aan duigen toen gisteren om halfdrie de telefoon ging. De dierenarts. Ik verwachtte een geruststelling over de toestand van Duimpie maar er was geen sprake meer van een toestand: ze was dood. De tranen die al gehuild waren kregen een massa tranen achter zich aan. Bij de dierenarts lag Duimpie in een kartonnen doos. ‘Hij heeft niet geleden,’ zei de arts. ‘Zij,’ verbeterde ik.

06-01-09. Ik legde Duimpie in de draagbak en reed in tranen naar het crematorium. In de rouwkamer legde ik haar in de mand waarin ik exact zes weken geleden poes Gregor had neergelegd. Er was nauwelijks tijd geweest voor afscheid. Ik pakte Duimpie op en hield haar tegen me aan. De dame die me binnengelaten had zat te telefoneren. Iemand had een dode kat bij de dierenarts achtergelaten, de dierenarts zorgde ervoor dat het dier bij het crematorium belandde. Omdat er geen telefoonnummer van de eigenares was, werd het een groepscrematie. De opbelster had een urn met as gewild, dat ging niet meer. Ik kwam aan de beurt. Zei dat ik hier nog niet lang geleden ook geweest was. ‘Ik dacht al, u heeft een bekend gezicht.’ ‘Toen was u er niet.’ ‘Toch heeft u een bekend gezicht.’

07-01-09. Het was gisterochtend grijs en stil. Ik verzette de zinnen met het afstoffen van de boeken. Was de dag ervoor niet verder gekomen dan twee planken. Ik haalde een stofdoek over het eerste deel van de Werken van Bomans, dacht aan Duimpie en daar waren de tranen weer. ‘Ze is oud, hè?’ had de dame van het crematorium gezegd. Ja, ze was 21 jaar geworden. Het wordt gezegd als troost: ze is toch maar oud geworden. Maar hoe ouder ze werd, hoe langer ik haar kende, hoe zwaarder het afscheid. Al die jaren had ik gedacht dat haar geboortedatum onbekend was, zondag was ik bij het opruimen een document van het asiel tegengekomen en daarop stond aangegeven dat ze van 9 september 1987 was. Ze was al een keer geplaatst geweest maar in een week weggepest. Gelukkig.

08-01-09. De dood van Duimpie leidde er niet toe dat het hier in huis vrij van huisdieren is: omdat buurvriendin Esther elders bivakkeert is logeerkat Loekie hier sinds voor kerst over de vloer. Hij is het evenbeeld van kat Paling, die sinds 3 november 2003 niet meer leeft. De eerste keer dat ik Esther sprak liep zij over de galerij waar ook Paling liep en zij meende dat het haar Loekie was. Het kan Loekie geloof ik niet veel schelen dat zijn vriendin Duimpie er niet meer is. Hij heeft het hier zeer naar zijn zin, wat verband zal houden met het toedienen van voedsel dat ik tot mijn taak reken. Gisteravond was Esther even op visite. Loekie stond het toe dat zij hem aaide maar om te voorkomen dat hij meegenomen werd kroop hij onder de bank.

09-01-09. De vrije januarimaand was bedoeld om gevuld te worden met schrijven en daar begint nu pas wat van te komen. Zoals altijd zijn er afleidende omstandigheden, meestal zelfgekozen. Momenteel moet er bijvoorbeeld geschaatst worden want een ijstijd dient zich niet jaarlijks aan (goh, we horen ineens niet meer klagen over het broeikaseffect en het opwarmen van de aarde). Vertrok gisterochtend per fiets naar een schaatsgelegenheid, de nieuwe noren in de rugtas. Vond een geheel van ijs zijnde vaart waarop het fantastisch schaatsen moest zijn. Alleen: er schaatste niemand op. Was dat omdat het ijs nog niet schaatsbaar was? Het leek me geen goed idee om als enige op die vaart te gaan schaatsen – als je door het ijs zakt is het prettig als iemand je om hulp hoort roepen. Enfin, binnen een uur was ik weer thuis.

10-01-09. Het ijs op de vaart waar ik de dag ervoor liever niet doorheen had willen zakken was gisteren het domein van diverse schaatsers en dus was ik van de partij. Terwijl ik mijn nieuwe noren uit de rugtas haalde was een oudere man naast me bezig met het aanbrengen van zijn Friese doorlopers. Vrieskou en schaatskoorts verbroederen: ik mocht ze van dichtbij bekijken. Hij bond ze onder robuust schoeisel. ‘Die ken je niet,’ zei hij, ‘het zijn soldatenlaarzen.’ ‘Kistjes,’ wist ik want mijn vader had ze ook gebruikt om zijn schaatsen onder te binden. Na een halfuurtje proefdraaien weer teruggekeerd op het vertrekpunt en in gesprek geraakt met een rijpere jongedame. Ze trad het ijs op kunstschaatsen tegemoet. ‘Die heb ik al sinds mijn tiende,’ zei ze. ‘Sindsdien niet meer gegroeid?’ vroeg ik. ‘Nou ja, mijn veertiende.’

11-01-09. Vond het WP-bestand terug van een brief aan Z. die ik begin januari 1997 geschreven had: was haar na haar zeer lange tijd niet gezien te hebben op het Leidse ijs tegengekomen. Het is twaalf jaar geleden dat ik daar door de grachten reed en zo lang geleden ook dat ik op natuurijs schaatste. In die tijd was ik nog onbesuisder dan tegenwoordig, ik reed maar door. Ik wist niet dat noren een maat kleiner dan je schoenmaat horen te zijn. Had de volgende dag last van mijn hiel en dat mondde uit in een aantal bezoeken aan de fysiotherapeut. Vorige week zaterdag kocht ik noren die een maat kleiner zijn dan mijn schoenmaat (maat 39 dus) en de verwondingen vallen dan ook mee: naast mijn linkerhiel een ontvelling, verder nog geen kwetsuren. Ik ga weer ijswaarts!

12-01-09. Het was gisterochtend met wind tegen zeer guur, ondanks dat ik door de over de ogen getrokken pet en de tot aan de neus om het hoofd gewikkelde sjaal als in een boerka naar de schaatsplek fietste. (De handschoenen hielden ook niet alle kou tegen.) Ik moest het van die omstandigheden hebben om nog wat cachet aan kortstondige verblijf op het ijs te geven want het werd voor de tweede dag in successie prut. De ontvelling bezijden de hiel had binnen in de linkerschaats een bloedafdrukje achtergelaten. Ik had een pleister aangebracht maar die had niet voor elkaar gekregen dat de wond volledig genas en dus werd het schaatsen een onprettige bezigheid waar ik na tien minuten maar weer mee ophield. Op de terugweg had ik wind mee en geen last van de kou, ook dat nog.

13-01-09. Het is mijn gewoonte om in januari vrij te hebben. Dat is om verschillende redenen prettig: je hoeft nadat de feestdagen je bioritme in de war hebben geschopt niet ineens weer de wekker te laten aflopen – en tegen de tijd dat die dan afloopt is het alweer februari en dus bijna maart en voor je er erg in hebt treedt er een lang paasweekend aan. Het schaatsen ging gisteren wegens de dodelijke combinatie van hielblessure en dooi niet door en daardoor was er volop schrijftijd. Want zo’n werkloze januarimaand is een buitenkans om de schrijverij op gang te brengen. Ideeën voor de roman die onder handen is doemden eind vorig jaar al in ruime mate op, vorige week op velletjes papier genoteerde aantekeningen overgebracht in een notitieboekje, een globaal schema gemaakt en inmiddels een aantal hoofdstukken handgeschreven.

14-01-09. Het boek is af, het moet alleen nog even geschreven worden – daar komt het momenteel min of meer op neer. De eerste hoofdstukken waren er snel, ik dacht: laat ik een pauze inlassen en een paar uur gaan lezen. En zo zijn er meer dingen die je van het schrijven afhouden. Zie gisteren: er zou per post een correctieklus komen, het had dus geen zin voordien wat te doen, ook al was ik er om halfnegen uit en kwam de post om elf uur. Nadat de correctieklus geklaard was moest die per post geretourneerd worden. Aansluitend naar de HEMA voor een paar A5-schriften, want stel dat ik de twee die ik had volledig vulde en nieuwe nodig had en dat ze dan niet meer in het assortiment waren. En zo werd er een hele dag niet geschreven.

15-01-09. Het was gisteren een goed gevulde schrijfdag en als het zo doorgaat weet ik al hoe het zal gaan. Dan raak ik meer en meer in de greep van de schrijverij en verlies onder meer mijn belangstelling voor het wereldgebeuren (die al niet erg groot is). Als het zoals nu een periode van kantoor- en wekkerloosheid is, weet ik na een tijdje niet meer precies welke dag het is. Gisteren wist ik dat nog wel en dat kwam goed uit want aan het einde van de ochtend belde een bejaarde buurman me op. ‘Zeg, weet jij welke dag het is?’ Ik kon uit mijn hoofd zeggen dat het woensdag was. Dat had hij al gedacht. Zijn van vakantie teruggekeerde hulpie zou deze woensdag komen. Ze zou er om halftwaalf zijn en het was nu kwart voor twaalf!

16-01-09. Logeerkat Loekie dook dit keer niet weg toen Esther kwam zien hoe wij het maakten. Hij liet zich optillen en bleef daarna in haar buurt. Loekie is nog niet aan zijn levenseinde maar Esther was gewoon nieuwsgierig hoe dat nou ging, zo’n crematie. Lang geleden had ze een dode hond bij de dierenarts achtergelaten en daar was het verhaal mee uit geweest. Ik vertelde dat ik met Duimpie naar het crematorium was gereden en haar daar in een grote mand had gelegd. Vervolgens had ik zaken gedaan: ze mocht met andere dode dieren verbrand worden, het hoefde niet solo – wat moet ik met een urn? ‘En ze woog ook haast niks,’ zei Esther. Dat kwam er ook nog bij: anderhalve kilo kat verbranden levert een zoutvaatje as op. (Het was gezellig om weer eens bij te kletsen.)

17-01-09. Dat je bezig bent met schrijven wil niet zeggen dat je moet ophouden met lezen. Maar het is wel aangepast lezen: het is onverstandig om verzonken te raken in een dikke roman als er elk moment een idee kan opdoemen voor het boek dat je aan het schrijven bent. Korte verhalen zijn een goed alternatief en als je een enorme leesachterstand hebt is er volop uit de kast te halen. Bijvoorbeeld de drie delen H.P. Lovercraft Omnibus. Ik las een paar verhalen en dacht: ik kan wel afwisselen met The Emperor Of Dreams, het even fantastische werk van Clark Ashton Smith. Weet je wat, ik wissel die twee af met Edgar Allan Poe. Diens Alle verhalen zijn fraai uitgegeven maar voor 64,95 had er wel een verantwoording mogen zijn. Wat betekende dat Littleton Barry onder sommige verhalen?

18-01-09. Had van Clark Ashton Smith het verhaal The Abominations Of Yondo (1926) gelezen en ging verder met At The Mountain Of Madness (1931), een korte roman van H.P. Lovecraft, die erin refereert aan Necronomicon van Clark Ashton Smith en ook aan Poe. O ja, Poe: ik wist gisteren niet wat Littleton Barry beduidde. Het werd niet verklaard in de uitgave van Athenaeum-Polak & Van Gennep (2007), en ook niet in die van Loeb (1982). De laatste heeft wel een bronvermelding: de oorspronkelijke (Engelse) titel van een verhaal, maand en jaar van eerste publicatie, namen van de vertalers (onder wie Vestdijk en Havank). Vond Littleton Barry niet terug in het register van Het leven van Edgar Allan Poe (door Wolf Mankowitz, een uitgave van Veen, 1979), wel via Google op internet: het was een pseudoniem dat Poe gebruikte.

19-01-09. Vergeleken met de jeugd van tegenwoordig van vroeger valt de jeugd van tegenwoordig tegenwoordig reuze mee. Ik liet de hond van mijn moeder uit en liep door een straat die niet erg florissant was. Oppassen geblazen: daar naderde een jongeman met een fiets aan de hand – gelukkig werd hij vergezeld door een roodharige vriendin, die wellicht een kalmerende invloed op hem had. Hij was gebeugeld en miste een intellectuele uitstraling. Hij vroeg of ik iets afwist van de brommer die daar stond: de sleutel zat in het contact. In mijn tijd zou de jeugd daar wel raad mee geweten hebben, de beugeljongen had overwogen de sleutels naar de politie te brengen. ‘Maar ja, dan pakken ze mij weer.’ Waarom reed hij de brommer niet naar de politie? ‘Ik heb geen brommercertificaat.’ Wat een schatje. Leuke vriendin ook.

20-01-09. Thunderball mochten we niet zien, de film was boven de veertien, maar we konden wel de kauwgomplaatjes sparen. Die waren in zwart-wit, herinner ik me. Volgens mij spaarde ik ook de plaatjes die gewijd waren aan Batman en de Thunderbirds – ik was in elk geval geabonneerd op het weekblad TV 2000 (met strips over de Thunderbirds en over Marina, het meisje van de zee, dat niet mocht praten, dan zou haar vader sterven). Later waren het munten met afbeeldingen van ruimtevaarders en ook voetballers. Gisteren ontving ik bij Albert Heijn voetbalplaatjes. Ze zijn in kleur en stinken nogal. Van de voetballers (ik ken er niet een) worden geboortedatum, lengte en gewicht genoemd. De trainers zijn kennelijk niet gewogen of opgemeten voor ze op de foto gingen. Wat zijn dat enge mensen, die trainers, wat een lugubere koppen!

21-01-09. De mobiele eenheid zou vandaag wel eens in actie kunnen komen. Sinds eind vorig jaar heeft mijn moeder last van een lekkage in de gang. Het water komt zoals menig lezer wel gedacht zal hebben van boven en boven woont een jongmens van vreemde komaf. Mijn zus had bij hem aangebeld, hij had opengedaan en haar zicht geboden op zijn badkamer, waar de lekkage ontsprongen moest zijn. Er werd een loodgieter bijgehaald en die stelde dezelfde diagnose, so far so good. Vervolgens moest echter de loodgieter aan het herstellen gaan maar de knaap die daarvoor toegang tot zijn woning moet geven is niet thuis of geeft geen gehoor als er volgens afspraak aangebeld wordt. Vanmiddag komt er iemand van Haag Wonen kijken en als er dan niet opengedaan wordt doet de politie dat. Of de mobiele eenheid.

22-01-09. De loodgieter kwam, zag en vertrok weer. Bij mijn moeder in de gang was de lekkage al sinds november gaande. De bovenbuur van vreemde komaf gaf ook gistermiddag geen gehoor. Waar bleef de pief van Haag Wonen, waar was de politie die hij bij zich zou hebben? Telefoontje naar Haag Wonen. Degene die met de politie zou komen had gedacht dat de kwestie inmiddels geregeld was. Hij zou twee weken geleden een brief naar de bovenbuur sturen. Een week geleden had hij gezegd dat het welletjes was en dat politie eraan te pas ging komen, nu beweerde hij verondersteld te hebben dat er een afspraak met de bovenbuur gemaakt was, daardoor was de brief niet doorgegaan. En nu? vroeg mijn zus hem laaiend (maar niet enthousiast). ‘Ik ga een brief schrijven,’ aldus de lul van Haag Wonen.

23-01-09. Wat was dat nou weer voor gebonk? Ik stond op, liep naar de keuken en keek door het raam: ah, de politie was bezig de deur een woning vier huizen verderop in te beuken, het huis waar een paar jaar geleden Claudia woonde en waar nu een man op leeftijd in verblijft die een beetje eng is. Hij komt niet altijd even jofel over en maakt zijn indruk alleen maar erger door zo nu en dan dronken te zijn. Als je dan geen gebit in hebt deinzen mensen die je tegenkomen terug, zo gaat dat nu eenmaal. De onjofele man haalt in het bejaardenhuis aan de overkant dagelijks eten, daar had men hem twee dagen niet gezien en dus werd de politie erbij gehaald. Die maakte korte metten met de voordeur. Vergeefs: er was niemand in thuis.

24-01-09. Als je er een tijdje niets meer van gehoord hebt denk je dat het wel los zal lopen of misschien zelfs overwaaien. Maar er zijn achter de schermen figuren aan het werk geweest die daadkrachtig zijn en dus school ik vanmiddag vanaf twee uur samen met een aantal overlevenden van de lagere school: het organiserend comité van een reünie. Mijn mailbox ontving een overzicht van personages van wie woon- en verblijfplaats achterhaald is. De leraar, die nog in leven bleek te zijn, stond er ook bij. Hij is pas zevenenzestig jaar en niet zoals ik geschat had een eind in de negentig. Hij blijkt een voornaam te hebben: wij hadden er geen idee van dat de meester een voornaam had, daarbij werd een docent in onze tijd niet aangesproken (tegen ons zij hij in woede ook ‘u’).

25-01-09. Het weerzien na bijna veertig jaar had een verschrikking kunnen zijn maar het pakte prettig uit. Van de vier toenmalige klasgenoten waren er drie zeer veranderd, bij een was er geen sprake van verandering omdat ze twee klassen lager had gezeten en ik haar niet gekend had. Zij mij wel want in die tijd was ik natuurlijk iemand waar men tegenop keek als men twee klassen lager zat. Er werd in het Amsterdamse café gedronken, er werd door sommigen een brok ossenworst in de muil geschoven, er werd vooral veel gelachen, waarbij het slaan van spijkers met koppen met betrekking tot de reünie niet de eerste prioriteit had. Er werd een penningmeester aangewezen, die mocht meteen twintig euro afstaan voor een aankondiging van de reünie op Schoolbank. Persoonlijk houd ik mij bezig met het goedkeuren van teksten.

26-01-09. In café Kurpershoek, waar vijf overlevenden van de lagere school (drie waren er al dood) zaterdag bijeenkwamen, herinnerde ik het me weer. ‘Jan had maar één bal.’ Dat wisten de anderen niet. Later schoot me te binnen dat het ging om een zogenoemde niet-ingedaalde bal, waar chirurgisch wat aan gedaan was. Jan had er sindsdien gewoon twee, of misschien wel drie of vier, je weet maar nooit. In Japan heb je sportlieden die op het niveau Sumo aan worstelen doen. Die kunnen hun ballen voor de duur van een wedstrijd naar binnen duwen. Het scheelt wellicht een hoop leed maar het lijkt me niet prettig. (Hoe weet die donderse Martin dat nou weer? Ik heb de informatie uit de roman You Only Live Twice, van Ian Fleming. Zelf heb ik van dat soort zaken de ballen verstand.)

27-01-09. Naar aanleiding van de onderhandelingen die er gevoerd waren om te komen tot een reünie van klasgenoten van de lagere school, dook ik een aantal aan mij gerichte schrijvens op. Ik kreeg ze toen ik als negenjarige zeer naar mijn zin in het ziekenhuis lag wegens een ooroperatie. Roland schrijft: ‘Yvonne van Burink ligt ook nog in het ziekenhuis. Want ze had stom gedaan want ze ging aan een rigel hangen en toen is ze gevallen en heeft twee armen en een been gebroken.’ En Anita: ‘Martin vond je de appel lekker. En het beste met je oor. De jongens vinden het jammer dat je in het ziekenhuis ligt. O, ik was nog wat vergeten ik heb nog een sinaasappel mee genomen voor je. dag martin.’ En Loesje vraagt zich af: ‘Ben je al geopareedt of niet.’

28-01-09. Zondag las ik Allemaal willen we de hemel, van Els Beerten. Mooi, erg mooi boek over wat de Tweede Wereldoorlog deed met een aantal Vlaamse jongeren. Het smaakte naar meer Beerten, dat haalde ik maandag bij de bibliotheek vandaan: Lopen voor je leven. Gaat over een meisje van achttien dat een marathon loopt. Zelf heb ik die tijd achter me liggen (zowel het achttien jaar zijn als marathons lopen) maar ik ging die ochtend wel achttien minuten hardlopen, net als de volgende ochtend. Dat bleef niet zonder gevolg want ’s middags kreeg ik een boek van Haruki Murakami ter bespreking in de bus, getiteld Waarover ik praat als ik over hardlopen praat. Bij zulke toevalligheden is er geloof ik sprake van serendipiteit (van het Engelse serendipity). Over serendipiteit gesproken: vanavond zendt RTL 5 de film Serendipity uit.

29-01-09. Wind is soms tegen. Een uitgeverij van jeugdboeken was sinds september in bezit van een puberroman die ik geschreven had. Na vier maande ik informeerde hoe het ermee stond. Een redactrice mailde terug dat ze van het manuscript gecharmeerd was geweest en het had aangereikt aan de uitgever, die het een opgroeiende dochter te lezen zou geven. De redactrice had het er met hem toevallig over gehad, de week ervoor. Helaas kon hij zich niets meer herinneren. Had het manuscript ook naar een andere uitgever gestuurd. Die meldde gisteren per brief: ‘De mooiste dag tot nu toe is zonder meer een goed geschreven puberroman die graag gelezen zal worden door zestienjarigen… maar dat zien wij dan niet zozeer bij ons fonds passen.’ En dat van een uitgever die ook boeken voor de jeugd op de markt brengt.

30-01-09. Logeerkat Loekie is alweer meer dan een maand inpandig. Hij had aanvankelijk gezelschap aan aftakelende poes Duimpie. (Ze had er aardigheid in zijn kop te likken.) Hij trok zich niet veel aan van haar letterlijke (naar de dierenartsenpraktijk) en figuurlijke (naar de dood) heengaan. Honden hebben dat ook. Een van mijn moeders twee honden begaf het bij het uitlaten. Ze legde hem zolang in het halletje, de nog levende hond stapte er ongeïnteresseerd overheen. Loekie was dikke vrienden met Duimpie maar kan mijn aanwezigheid ook verdragen. Sinds ongeveer anderhalve week komt hij soms bij me op schoot liggen en nu al een week gebeurt het dat hij als ik lig te slapen ook op bed kruipt en naast me gaat liggen. Dat zal me een stilte geven als hij weer bij buurvriendin Esther onder de pannen gaat.

31-01-09. Vroeger kwam je ergens op visite en daar zat men tv te kijken. Er verscheen iemand in beeld waar de heer of dame des huizes geen aanhanger van was en dan begon die heer of dame tegen het scherm te schelden. Tegenwoordig is er het internet voor het uiten van emoties. Las gisteren in HP/De Tijd een artikel waarin nagegaan werd of het geen tijd werd dat Freek de Jonge met zijn werk stopte. Het artikel werd aangehaald op de website van De Telegraaf en daar waren meer dan driehonderd reacties onder geplaatst. Freek kreeg ervan langs wegens zijn leeftijd, zijn uiterlijk, zijn politieke voorkeur – en dat telkens samengebald in een woede-uitbarsting want mensen maken zich graag kwaad (en het liefst ongefundeerd). Las niet alle meer dan driehonderd woede-uitbarstingen maar bijna alles wat ik las bevatte spelfouten.

01-02-09. Het revueduo Snip & Snap had lang geleden een sketch waarin Piet Muyselaar voor de rechtbank moest verschijnen omdat hij betrokken was geweest bij een aanrijding (op de kruising Churchilllaan-Maasstraat te Amsterdam, herinner ik me, er was een Eend bij betrokken). Muyselaar vroeg Willy Walden (‘Had die Eend nog geluk dat je geen woerd was’) om voor hem te getuigen. Walden had een goed idee voor een uitvlucht: ‘Kan je niet zeggen dat je dronken was?’ Daar moest ik aan denken (terwijl ik me bijna in de koffie verslikte van het lachen) toen ik op Teletekst las over het vermogen dat prinses Christina op een belastingluwe locatie had ondergebracht. Dat had zij niet gedaan om belasting te ontduiken, nee, volgens de RVD had ze dat gedaan vanwege haar slechte ogen en omdat ze het zo druk had.

02-02-09. Het ging zo goed als geweldig. Onderweg naar Apeldoorn geen sneeuwval tegengekomen, aldaar snel de parkeergarage gevonden. Leo Blokhuis trok een volle bak met zijn middaglezing die voorafging aan zijn avondoptreden (druk! druk!). We zagen in CODA voorts de tentoonstelling van popfoto’s uit de jaren zestig, alsook een collectie foto’s die door Bill Wyman gemaakt waren. We hadden gedegen honger en nestelden ons daarom in eetcafé Het Sas. Ook maar een filmpje doen? Wel ja. Maar eerst het Bluescafé, waar de band van Gary Jameson speelde: Voodoo Chile! Stormy Monday Blues! Black Magic Woman! De film werd The Curious Case Of Benjamin Button. Maar toen: was kort na het uitstijgen het kaartje van de parkeergarage kwijtgeraakt, moest daarom 39 euro betalen. Zette het wegens de charmantheid van mijn reisgenote niet op een vloeken maar het scheelde weinig.

03-02-09. Apeldoorn was topsport geweest (voor vertrek was ik nog gaan hardlopen ook.) Het was niet zo rampzalig om ’s nachts om kwart over twee thuis te komen en een halfuur later te gaan slapen en het was ook niet zo rampzalig om de volgende ochtend om kwart over negen op te staan. Maar in de loop van de dag kwam er slaap opzetten, mede aangewakkerd door het lui kijken naar de film Skeleton Key. Ik dacht: zou het een goed idee zijn de ogen even te sluiten? Ja, dat was waarschijnlijk wel een goed idee. Ik sloot de ogen en deed ze twee uur later weer open. Besloot er maar een totaal luie dag van te maken en ging naar de nacht met het lezen van de door Everyman uitgegeven Bechomnibus van (sinds kort wijlen) John Updike.

04-02-09. Het stof van de verbouwing van keuken, badkamer en toilet slaat nog neer en er komt alweer een aankondiging van nieuw gehak: vanaf deze maand gaat er uitwendig gerenoveerd worden. De gevels worden opgelapt, er wordt dubbele beglazing aangebracht. Huh? Zit er toch al, op een bovenlicht en een raam boven na? De bejaarde buurman opgebeld en geïnformeerd of hij het nog had (de vorige keer had hij het niet meer). Buurman had uit de bezorgde brochure begrepen dat de deuren in huis geschilderd zouden worden. Het leek mij niet dat Haag Wonen daartoe het recht had, ze maken ook niet uit welk behang je aan de muur hebt. Het was een zooitje, dat Haag Wonen, meende de bejaarde buurman. ‘Weet je wat we moeten doen? Het hele blok huizen met bommen de lucht in laten vliegen!’

05-02-09. Voor het eerst sinds 1994 was er toen ik ontwaakte geen kat in huis. Logeerkat Loek vertrok via de dierenarts naar Honselersdijk, waar buurvriendin Esther tijdelijk verblijft. Loekie raakte dinsdagavond onrustig, banjerde van kattenbak naar douche heen en weer. Ik zag hem boven het doucheputje neerzijgen: plassen gaf om de een of andere reden problemen. Toen ik gistermiddag thuiskwam perste hij er boven een krant een paar druppels uit. Esther opgebeld, geadviseerd een afspraak met de dierenarts te maken. Ze kon er vijf kwartier later al terecht en was een kwartier voordien bij mij om Loekie op te halen. Ze had besloten hem na het doktersbezoek mee naar Honselersdijk te nemen, ondanks dat daar een hond in huis was. Ik had Loekie in de draagbak geduwd, waaruit hij klagend trachtte te ontsnappen. Afscheid nemen gaat zelden gezellig.

06-02-09. Het gaat gelukkig gunstig met Loekie. Esther kwam aan de deur om de geleende draagbak te retourneren en verslag uit te brengen. De dierenarts had wat bloed in zijn (Loekies) urine aangetroffen maar het was niet ernstig en er was met een kuurtje wat aan te doen. Loekie werd meegenomen naar Honselersdijk en belandde daar in een vreemd huis waar een zwarte wollebaal rondliep die geen kat was maar een hond. Dat moest van beide kanten een cultuurschok zijn maar het leidde niet tot schermutselingen. Zo is het mijne een katloos huishouden geworden. Loekie heeft hier na de dood van Duimpie nog precies een maand gelogeerd, dat maakte dat er niet een maand eerder al een wezenloze stilte intrad. Die zou onprettig geweest zijn, nu was ik al gewend aan het niet langer meer bestaan van Duimpie.

07-02-09. Wat er precies in die wet staat weet ik niet maar hij gaat over het briefgeheim en zal er wel op neerkomen dat je niet zomaar andermans post mag openmaken. Behalve als je van TPG Post bent, kennelijk. Vond van de week een envelop in de bus, afkomstig van het Holland Festival, rechts bovenaan stond keurig voorgedrukt: TNT Post Port betaald. Je zou denken: dat zit wel goed. Maar nee, de envelop was geopend en daarna weer gesloten en dichtgeplakt met een sticker waarop staat: ‘Na opening voor controle op de tarieftoepassing van gesloten [gesloten vetgedrukt, red.] drukwerken/monsters door tpg post opnieuw gesloten.’ Dus er zit bij TPG Post een of andere lul (m/v) die de inhoud van enveloppen controleert. Zo’n lul moet wel erg weinig salaris krijgen om dat controleren voor TPG Post rendabel te maken.

08-02-09. Iemand had met mogelijk de beste bedoelingen verzuimd voldoende porto op een envelop aan te brengen en dat kostte me wel 80 cent aan strafport. Uit protest de betreffende kaart volledig volgeplempt met postzegels van 5 cent. Ook eens de strafport contant op het postkantoor voldaan door een met muntjes van 1 en 2 cent gevulde hand om te keren voor de ogen van de verbijsterde lokettist, die nog zei dat dat zomaar niet ging – maar toen was ik al weglopend. Gisteren kwam er een envelop met een tekst die gecorrigeerd en vervolgens geretourneerd moest worden. Er zat 1,76 porto op, dat moest dus ook op de retourenvelop. Ik had gelukkig nog vier kerstzegels van 29 cent, vier zegels van 5 cent en zowaar een van 44 cent, tezamen 1,80 euro. Als ze dat maar goed tellen.

09-02-09. Persoonlijk vind ik het een geweldig initiatief, foto’s en adressen van veroordeelden op internet zetten. Dat zouden ze ook moeten doen als het alleen maar om verdachten gaat, zoals die fijne vader die zijn dochtertje van vijf besneden zou hebben. En dan bisschop Williamson, die voordat hij zijn paapse proletenbek met zeep laat uitspoelen, zich nog eens wil verdiepen in het bewijsmateriaal over het bestaan van gaskamers – ook gauw maar de adresgegevens van op internet zetten. Voorts is er nog de kwestie van de man die hier een paar huizen verderop woont. Ik weet het niet, hoor. Het verhaal was dat de politie zijn voordeur inbeukte omdat hij mogelijk dood op bed lag. Zou het? Die man heeft een kop die mij (en velen met mij) niet helemaal aanstaat. Die kop zou eigenlijk op internet moeten staan!

10-02-09. Je spreekt niet dagelijks iemand met een even maniakale belangstelling voor muziek als je zelf hebt, dus als dat gebeurt is het een buitenkans. Het duurde dan ook niet lang voordat ik ter sprake bracht dat ik in 1973 in De Vliegermolen te Voorburg een van de twee dagen van VARA’s Popgala meemaakte. Daar traden onder anderen aan: The Who, Rod Stewart and the Faces, de Eagles, Ry Cooder, Livin’ Blues, Rod Argent, Colin Blunstone, Chi Coltrane en Slade. Ik herinner me dat de slotact van de dag die ik bezocht (Slade) loeihard speelde en dat het zittende publiek door Noddy Holder gelast werd op te staan en te dansen en dat ik daar bedenkingen bij had. Ik zei over dat Popgala: ‘Daar kan je een documentaire over maken.’ Leo Blokhuis zei: ‘Daar ben ik mee bezig.’

11-02-09. VARA’s Popgala in 1973 was helemaal mooi geweest als ik Chi Coltrane had gezien. Nou ja, ik zag haar: ze zette zich voor een soundcheck aan de piano maar raakte ontstemd omdat de piano dat volgens haar ook was, liep kwaad weg en kwam de volgende dag pas optreden – en toen was ik er niet. Het kan soms lang duren voor het goed kan komen: ik bekeek de website van Chi Coltrane en las daar dat ze voor het eerst in misschien wel tientallen jaren weer een nummer had opgenomen, met Paul Buckmaster nog wel. En: ze ging weer optreden. Een herfsttournee, vooralsnog alleen in Nederland. Utrecht! Leiden! En nog zeven plaatsen! Haar website waarschuwt: ‘Get ready for one of the most emotionally intense shows you have ever heard.’ Als dat maar niet op kwaad weglopen uitdraait.

12-02-09. Logeerkat Loekie is hier al een week niet meer in huis en dat moet nog steeds wennen. Ik kom thuis en doe de voordeur behoedzaam open want Loekie had de neiging bij mijn binnenkomst naar beneden te komen en zou als hij de kans kreeg naar buiten glippen. Daar is geen kans meer op, toch behoedzaam die deur open blijven doen. Voor de rest zijn er geen verschijnselen van belang, al realiseerde ik me dat ik op een dag dat ik thuis ben en geen telefoon beantwoord of anderszins communiceer, geen woord zeg. Een kat in huis geeft om de haverklap aanleiding tot gesproken woord. Dat gaat voornamelijk van mij uit en bestaat uit een korte groet of de attendering op eten dat geserveerd wordt. (Dat laatste snapt zo’n beest ook wel zonder dat je het zegt.)

13-02-09. Het circus Wilders had gedacht in Londen de tenten op te kunnen slaan maar dat ging niet door. Het was weer prachtige tv. Letterlijk over elkaar heen tuimelende journalisten (toen ze onderweg naar de startbaan maar in het gangpad bleven staan trapte de piloot abrupt op de rem) die aan de politicus woorden van wijsheid trachtten te ontlokken (of desnoods de gebruikelijke kletspraat). Mijn moeder riep toen het Journaal een foto van Wilders in beeld bracht: ‘Mozart!’ Het middelpunt van alle commotie had een stoïcijnsheid over zich die wel koddig was. Men begreep zijn bedoelingen verkeerd, hij zaaide allerminst haat, bla bla. Zoals het lied zegt: Engeland was gesloten, het circus dus weer terug naar Nederland. Boze politici in het Journaal. (Waarom kijk ik daarnaar? Om later te kunnen vertellen hoe de oorlog met Engeland begonnen is.)

14-02-09. Het blijft een punt van zorg, de thuiszorg. Op maandag krijgt mijn moeder voor bloedprikking een dame van de trombosedienst aan de deur, dat gaat nooit fout. Op donderdag komt er een zuster om haar te wassen, dat gaf maar eenmaal een probleempje: toen ze te vroeg voor de deur stond en mijn moeder te gehaast in beweging kwam, waardoor haar rug het een beetje begaf en ze een halfjaar de hond niet kon uitlaten. Geheel mis is het met de jongedames die op vrijdag komen stofzuigen et cetera. In een paar maanden tijd kwamen en gingen er een stuk of vier. Ze meldden zich ziek of bleven weg. Gisteren zat mijn moeder na het bellen van de thuiszorg vergeefs klaar om een vervangster te verwelkomen. Straks kan ik (dat wil zeggen mijn zus) weer gaan stofzuigen.

15-02-09. Zo’n kredietcrisis brengt aan het licht dat je met geld moet uitkijken. Wat heb je aan geld sparen als het straks niets meer waard is? Zo’n vijftien jaar geleden nam ik een rekening bij Roparco, dat leverde 7,8% rente op, plus een winstdeling, die ongeveer 0,3% was. De rekening heb ik nog, de rente bedraagt 2,7%. Lenen is iets wat je momenteel helemaal maar niet moet doen, lijkt me. Als een bank omvalt is je spaargeld veilig (tenzij alle banken omvallen) maar stel dat een in geldnood verkerende bank vervroegd een geleende som terugvordert? Een lener is de bank het geleende geld tenslotte schuldig. Om dat geleende geld terug te kunnen betalen zal hij zijn inboedel moeten veilen. En als het om een hypotheek gaat zijn huis. Maar wie koopt er in deze tijd nog een huis?

16-02-09. Wat een gedoetjes weer. De bewoners zijn voorgelicht over fase twee van de renovatie van hun respectieve woonblokken. Het zal een kabaal geven: de gevels worden ontdaan van de voegen en dat gaat niet met plastic lepeltjes maar machinaal. De balkons worden voorzien van nieuwe tegels, de galerijen krijgen een nieuw wegdek. En dan in huis: nieuw dubbel glas, nieuwe deuren. Ik dacht: ach, glas eruit, glas erin, daar valt mee te leven. Maar mijn zus, die zoiets al eens meegemaakt had, beweerde dat zulks gepaard gaat met het uithakken van kozijnen et cetera, wat een hoop stof geeft. Een meevaller is dat ik pas over een maand of zes aan de beurt ben: het is momenteel wat te fris om een dag lang geen ramen te hebben. (Over het weer gesproken: morgen is er geen weer.)

17-02-09. Het moet maar eens afgelopen zijn met de grijzigheid, de mensen zijn al uit hun doen vanwege de kredietcrisis, hun aanstaande ontslag of het nog verschrikkelijker perspectief van tot je zeventigste moeten werken. (Of tussen ontslag en AOW in de bijstand zitten.) Het moet in elk geval vrijdag zonnig zijn, dan heb ik een missie in Middelburg. De schrijfster die ik er aan huis ga interviewen gaf me een nabije straat als richtsnoer voor de TomTom. Ha! Ik een TomTom! Het gaat bij mij nog met geprinte routeplanningen. Was gisteravond in de weer met het opnemen van muziek voor onderweg. Downloaden? Ha! Met mijn Windows 98 zeker! Er werd een cassettebandje gevuld en dat nam zowat een hele avond in beslag omdat ik telkens van mening veranderde met betrekking tot de nummers die er opgenomen moesten worden.

18-02-09. Kredietcrisis of geen kredietcrisis, het leven gaat gewoon door, net als de dood. Las op Vlaamse Teletekst dat drummer Louis Bellson afgelopen zaterdag is overleden. Hij was 84 jaar en leed aan de ziekte van Parkinson. Louis Bellson? Jawel, een zeer grote in de jazz. Hij was een van de topdrummers die in het orkest van Duke Ellington speelden (zie ook Sonny Greer, Sam Woodyard en Rufus Jones). Een signature tune van Bellson was Skin Deep, waarin hij meesterlijk roffelt. Ik zag hem tien jaar geleden, op 10 juli 1999, aan het werk op het North Sea Jazz Festival, waar hij een orkest bevattende enkele oude oud-Ellingtonians leidde. Het was een podiumloze zaal, ik zat vooraan op de grond. Bellson, een keurig bejaard heertje, draaide voor hij losbarstte de moeren van zijn drumkit aan. Dat alleen al!

19-02-09. Mijn moeder was eergisteren jarig en bereikte een leeftijd waarop het niet lastig meer is een cadeau te bedenken. Net als vorig jaar had ik voor haar een schoenendoos geheel gevuld met diverse chocola en een doos met Leonidasbonbons separaat verpakt: met die 37 euro aan chocola redt ze het wel een paar weken. Ik haalde gisteren een schoenendoos uit haar kast waar geen chocola in zat maar foto’s, sommige had ik nog nooit gezien. Er zaten krantenknipsels en aantekeningen tussen de foto’s. Vond een briefje waarop mijn moeder mijn ziektes had bijgehouden: 3 jaar: mazelen en neus-keelamandelen (die werden dan gepeld, een gruwelijke gebeurtenis); 4 jaar: rode hond; 5 jaar: waterpokken en neusamandelen; 6 mei 1965: roodvonk; begin januari 1968: ooroperatie; augustus 1968: neusamandelen; 24-12-72: rode hond (‘waarschijnlijk’). Dus ja, zo’n kredietcrisis, daar lach ik om.

20-02-09. Mijn opa maakte een crisis mee die door Wall Street kwam, niet te vergelijken met de huidige pofcrisis. Hij was werkloos, werklozen moesten stempelen. Omdat hij kelner was moest hij ’s avonds stempelen, vertelde mijn moeder. Het was de tijd dat werklozen in Den Haag werden ingeschakeld om het Zuiderpark aan te leggen. Dat zal met de huidige crisis niet opnieuw gebeuren: het Zuiderpark is er al, je kunt het werklozen niet nog een keer laten aanleggen. Het zou geen gunstige zaak zijn als ik, na ontbaand te zijn geraakt, werd betrokken bij de renovatie van het woonblok waarin ik huis. Slopen en herrie maken kan ik aardig maar hoofddoel van de renovatie is de woningen te verduurzamen. Op zichzelf lijkt een paar jaar werkloos zijn me wel wat: ik heb tot ver na mijn dood leesvoer.

21-02-09. Middelburg is zoals bekend een oude vestingstad (maar misschien ook niet, ik heb er geen verstand van). De reis begon om kwart voor twaalf met filevorming op de Utrechtsebaan en tot aan een eind in Zeeland was het grijs, de druppels van de motregen bleven in de lucht hangen. Maar toen brak de zon door. De vriendin die meereisde was gelukkig ingenomen met de uitgekozen muziek: het had me twee avonden gekost om drie cassettebandjes te vullen. Niet gewoon een cd overgezet, welnee, niet meer dan een paar nummers per artiest. En bij nader aanhoren de laatste kant opnieuw opgenomen. Het bleef maar zonnig, het interview ging als de brandweer, vestingstad (?) Middelburg was fraai, de pizza lekker. Na een kort bezoek aan mijn huis in Den Haag Tieka bij het hare in Amsterdam afgeleverd, halftwee thuis.

22-02-09. Onderweg van Middelburg naar Den Haag werden we geconfronteerd met verschijnselen die duidden op carnaval. Als kind, toen ik zo goed als van niets wist, vond ik carnaval wel een lollig evenement, dat gepaard ging met vrolijke liedjes. Zo dichtte vader Abraham: ‘Uche uche uche, het stikt hier van de muggen. Iege iege iege, het stikt hier van de vliegen.’ In mijn kinderoren was hier een groot artiest en een taalvirtuoos aan het zingen. Onderweg naar Den Haag moest er getankt worden. Ik remde af bij een pomp waar een Arabier wild op en neer springende was. Bij nader aanzien was het een Nederlander die zich als Arabier had verkleed. Ik attendeerde mijn reisgenote op een tweetal criminelen, gekleed in zwart-wit gestreepte pakken, die eveneens op en neer aan het springen waren. Gauw getankt, betaald en weggereden.

23-02-09. Even naar Middelburg voor een interviewtje, dat klinkt de leek als peanuts in de oren maar het is een gigantische onderneming. Het was de derde keer dat ik derwaarts reed: de eerste keer belandde ik bij de Belgische grens, de tweede keer kon ik de parkeergarage niet vinden, ditmaal ging het voorbeeldig. Onderdeel van zo’n uitstap is een etentje. Daartoe had ik op internet voorbereidend werk gedaan. Van veel restaurants kun je beoordelingen van eters lezen en daardoor viel een Mexicaan af, waar iemand een ‘bak kledder’ voorgeschoteld had gekregen. Elders werd er over je geroddeld. De Italiaan waar wij belandden had enkele bedenkelijke spelfouten op de menukaart staan. (Meereizende tafeldame Tieka vond er ook een paar.) Maar de pizza was lekker, het bier was lekker en de cappuccino was lekker. Wie maalt er dan om geroddel?

24-02-09. Ja, ik ken de leuzen: de politie is je beste kameraad, die pet past ons allemaal. Maar je zult er maar een drukke dag Middelburg op hebben zitten. Tot het uiterste geconcentreerd de geprinte routeplanning bestuderen. Eén bonk concentratie tijdens het interview dat je daar hebt met schrijfster Floortje Zwigtman. De hele terugweg hopen dat de muziek bij je reisgenote in de smaak valt, die zit niet op onzin te wachten. Als je haar dan na middernacht in Amsterdam hebt afgeleverd dan ben je helemaal op en niet in de stemming voor de leutigheid van een agent. Ik reed in een fuik die door het politiecorps was aangericht. De agent voor wie ik stilhield vroeg: ‘Hebt u gedronken?’ Ik zei: ‘Nee’. ‘Dan kunt u doorrijden.’ Ik wilde dat doen. Toen zei hij: ‘Geintje!’ En moest ik blazen.

25-02-09. In bijna alle gevallen gaat ziekte gewoon over, zonder dat er een dokter aan te pas komt: de patiënt geneest of overlijdt. Zo gaat het soms ook met de computer. Die heeft kuren die na een tijdje verdwijnen (of plaatsmaken voor weer andere kuren). Had het een tijdje dat wanneer ik op de homepage van Web-log.nl kwam de melding in beeld verscheen dat de verbinding verbroken zou worden en ik bij aanhoudende klachten contact op moest nemen met de leverancier. Die ellende hield op, waarna het euvel zich voordeed bij pogingen toe te treden tot de site van YouTube. Omstreeks een halfjaar geleden werd ik erop geattendeerd dat een MSN-plek waar ik foto’s had geparkeerd zou verdwijnen. Van de week voltrok dat rampje zich: alle foto’s zijn van dit weblog verdwenen. Benieuwd of ze vanzelf zullen terugkeren.

26-02-09. De dienstverlening op het gebied van post en bankieren gaat langzaam maar zeker richting non-existent. Tot voor kort ging ik naar een filiaal van Bruna om een zending te laten frankeren: dat kostte bijvoorbeeld 1,76 euro en dan betaalde ik 1,76 euro. Sinds begin dit jaar kan dat niet meer: ik moet een boekje met tien zegels kopen. (Ze willen dan nog wel voor je wegen: ‘Er moeten vier zegels op.’) Giro-enveloppen worden er niet meer uitgereikt bij de Bruna: je kunt een 0900-nummer bellen (zoveel cent per minuut) en dan worden ze opgestuurd. Reed gisteren naar zo’n instelling die op de nominatie staat te verdwijnen: het postkantoor. Ik moest een kaartje voor Zappa plays Zappa in Paradiso hebben. Vroeger stond je een halfuur in de rij, tegenwoordig komt er geen mens meer, werd meteen geholpen. Heerlijk!

27-02-09. Soms kan je je niet voorstellen dat iemand nog leeft. Corporal Jones (Don’t panic!) uit Dad’s Army is nog zeer in leven. Hoe kan dat nou? Die was in de jaren zeventig, ten tijde van de gloriejaren van de fenomenale serie, toch al een gevorderde zeventiger? Nee, hij was net vijftig, en vaardig in het neerzetten van oudere types. Ook gebeurt het dat je denkt: die al dood? Momenteel herhaalt RTL 4 afleveringen van Are You Being Served?, waarin een jonge Miss Brahms bij Grace Brothers werkzaam is – die Wendy Richard is overleden (65 jaar oud, hoe kan dat nou). De Britten kennen haar vooral van het hier ongeziene EastEnders. En over ongezien gesproken: dat was een rolletje dat op de montagetafel sneuvelde: Wendy had een scène in de Beatlesfilm Help! waar alleen nog foto’s van bestaan.

28-02-09. Interviewen brengt je in contact met allerlei soorten Nederlands: ik heb eens een telefonisch interview gehad met iemand van wie ik praktisch geen woord verstond. Ik nam het gesprek niet op, dat maakte het nog erger: je kunt maar een beperkt aantal keren ‘hè?’ zeggen voordat de ander kwaad ophangt. Gisteren drong ik door tot Ilpendam. Hoe zouden ze daar praten? Ik had wat tijd te doden en liep door het metropooltje, op zoek naar winkels die er zo te zien niet waren. Iemand die ik goed verstond dirigeerde me naar een straat met een winkel. De richtingaanwijzing was niet helemaal oké. Ik bevroeg iemand anders, die een zwaar accent had. Ik vond de winkel, waar de verkoopster eveneens een beduidend accent had. ‘Is dat een Ilpendams accent?’ vroeg ik. ‘Nee, ik kom uit Frankrijk,’ zei ze.

01-03-09. De beide dames die ik in Ilpendam gedurende een halfuur interviewde waren vrij duidelijk verstaanbaar. Ik was gisteren zo’n twee uur bezig met het uittikken van het gesprek, wat uitmondde in een transcriptie van 3462 woorden die moeten resulteren in een reportage van ongeveer 1250 woorden. Het interview met Leo Blokhuis duurde wat langer, m’n handlangster en ik ondervroegen hem omstreeks driekwartier, en dat leverde 4669 woorden op. De kroon spande de sessie met Floortje Zwigtman. We lulden alle drie maar door en daar kwamen 8362 woorden van, eveneens terug te brengen tot een artikel van 1250 woorden. Zo’n transcriptie is een heidens karwei, vergeleken daarbij is het uitwerken een makkie. Desondanks ben ik iemand die dat uitstelt tot nabij de deadline – ik ging ervoor zitten en werkte het interview met Leo Blokhuis in veertig minuten uit.

02-03-09. Zaterdagavond liep ik naar de nabij de woning van mijn moeder geparkeerde auto en hoorde een buiten het buurthuis dat zich daar bevindt verkerende volksige vrouw verbeten tegen een man zeggen: ‘Het zijn allemaal steuntrekkers.’ Het is misschien niet zo’n geweldig goed idee, naar de massa luisteren. Nadat bij de gemeenteraadsverkiezingen de partij van Fortuyn in Rotterdam een grote overwinning had behaald, hoorde ik een opbellende luisteraar in Het gesprek van de dag van Radio West daarover zijn genoegen uitspreken. ‘Het wordt tijd dat ze die buitenlanders gaan aanpakken.’ Van de menigte die nu wegloopt met Wilders zullen er velen zijn die zich aangesproken voelen door diens campagne tegen de islamisering, ook al hebben ze in hun dagelijks leven niets met die islam te maken. Ze hebben bloeddorstige ideeën over het ‘aanpakken van buitenlanders’. God weet waarom.

03-03-09. Ik ging gistermiddag de deur uit en wist niet wat ik meemaakte: lente! Wilde alleen even naar de bibliotheek maar het was zo lenteachtig dat ik dacht: laat ik ook maar een paar lekkerbekkies gaan halen. In de viskraam was de jeugdige visboer in een geweldig goed humeur – geen wonder, hij stond de hele dag al in de lente. Ik bestelde drie lekkerbekkies en terwijl die in het vet geworpen werden trad ik naar buiten om in de zon te staan. Daar kwam ze aan, een en al lente: een jeugdig decolleté. Liep ze voorbij? Nee, ze betrad glimlachend de viskraam en bestelde drie haringen! ‘Met uitjes?’ vroeg de visboer. ‘Nee,’ zei ik afwezig. ‘Geen uitjes op uw lekkerbekkies?’ Was volledig uit mijn doen, door dat jeugdige decolleté. Zeg maar: het eerste kievitsei maar dan in tweevoud.

04-03-09. Jaren geleden zag ik in Showroom een mannetje van het platteland geïnterviewd worden. Interviewer Jan Fillekers had het over reizen naar de maan. Het mannetje meende, lang na de Apollovluchten, dat dat niet kon: het was te koud. Met zo iemand valt niet te discussiëren. Zo ook niet met gelovigen die niets in de evolutie zien. Als wetenschapper kun je geen ingewikkelde theorieën uitleggen aan ondeskundigen. Mensen met op welk gebied dan ook geen enkele expertise die op grond van het lezen van een onwetenschappelijk boek staande houden dat God (de christelijke uiteraard, van al die andere moeten ze niks hebben) de zaak geschapen heeft. Evolutie? Iets kan toch niet uit niets ontstaan! Dat heeft God gedaan! Het vreemdste is dat ze het niet raar vinden dat die God dan kennelijk wel uit het niets gekomen is.

05-03-09. Als vroeger de directeur de klas in kwam en mij moest hebben was dat geen gunstige gang van zaken. Ik zat gisteren solo op de redactie en er kwamen maar liefst twee figuren uit de top van de hiërarchie binnen, Friso en Jef. Zij zijn belast met de website Literatuurplein (1 miljoen bezoekers per jaar, nog meer dan dit weblog). Die website wordt op 17 maart in sterk verbeterde vorm in de Bibliotheek Amsterdam gepresenteerd. Er is een nieuwe functionaliteit waarvoor nog geen content was. En daar moesten ze mij voor hebben. Kon ik leveren een manuscript, geluiden van radio-uitzendingen, beelden daarvan wellicht? En dus was ik van middag tot avond bezig met het herlezen van Literaire giller, het uitkiezen van drie voorpublicaties en andere toestanden. Benieuwd of Friso en Jef content zijn met al die content.

06-03-09. Ik kwam op de redactie en trof daar de eindredacteur aan, zittend op mijn stoel. Wat had dat nou weer te betekenen. Ik nam de stoel van hem over en bekeek het pc-beeldscherm, waarop zich allerlei gedoe afspeelde. Er was een installatie van nieuwe software aan de gang, ik kon er geen wijs uit. Waar was de snelkoppeling naar Outlook gebleven, waar die naar Word? Ik klikte met de muis maar dat gaf geen resultaat. Uit die pc! Ik hield de knop enige seconden lang ingedrukt maar de pc ging niet uit. Wel verdomme. Ik was hier om een filmpje dat wellicht voor mijn plek op de Schrijversmarkt van Literatuurplein geschikt was te bekijken en door te mailen, zat ik mijn tijd te verdoen met een beeldscherm vol onbegrijpelijkheid. Het kwam uiteindelijk goed doordat ik wakker werd.

07-03-09. Als ik vroeger wat voor Muziek Parade geschreven had was ik daar zeer tevreden over. Ik attendeerde dezen en genen op het uitkomen van de Muziek Parade. Als ik de tekst in gedrukte vorm zag kwam ik na een tijdje tot de conclusie dat mijn bijdragen nergens naar leken en dat het een goede zaak zou zijn als de totale oplage uit de winkel gehaald werd. Gisteren was ik bij Hannesz, handlanger bij missies op Radio West. Ik zou een plek op de Schrijversmarkt van Literatuurplein krijgen, daar hoorde een recente foto bij. Hannesz maakte er een paar digitaal. Martin, dit wordt niks, waarom lach je niet? Ik lachte en het werd alleen maar erger. Op foto’s tart mijn kop werkelijk alles. Ik keurde op drie na alle foto’s af. Momenteel vind ik ze acceptabel. Maar morgen?

08-03-09. Ik had bij het American Book Center een omnibus van Vladimir Nabokov gekocht (35 euro), die bevatte Nabokovs screenplay van Lolita, dat ik nog niet had. Een prachtige uitgave (The Library of America). Ik keek op de site van Amazon.co.uk – daar had men ook de andere twee (niet meteen leverbare) delen in de reeks, op slechts een ervan kreeg je korting. Daarover gemaild, een onduidelijk antwoord gekregen. Nogmaals gemaild en een duidelijk antwoord gekregen maar van dat ene deel ging geen korting af. Toen maar besteld – en maandag gezien dat er wel korting op het boek zat (het was op voorraad ook). Gemaild en rap antwoord: grote excuses voor de gang van zaken, ik krijg 20 pond korting. Donderdag werden de boeken verzonden, twee dagen later werden ze afgeleverd. Nu nog tijd vinden om ze te lezen.

09-03-09. De foto’s die er vrijdag gemaakt werden gaan me steeds meer meevallen, dat wil zeggen de drie die ik niet verwierp. Toen ik voor het omslag van Zoute griotten op de foto moest schoot fotograaf Chris van Houts vier rolletjes vol – en toen was ik acht jaar jonger. Van nature zijn pasfoto’s in mijn geval een crime. De laatste jaren moet je een kleurenfoto indienen, als je een setje hebt waarvan je denkt: vooruit, kan er net mee door, blijkt dat ze je hoofd in zwart-wit op je rijbewijs plakken, geen gezicht. Het laten overmaken van pasfoto’s die me niet aanstaan is routine geworden. Ik ben dan nog zo gek dat ik de mislukte bewaar. Kwam een keer een mapje vol afgekeurde pasfoto’s tegen. Ze vielen me allemaal wel mee, behalve een. Die zat in mijn paspoort.

10-03-09. Het oude jongenshart kreeg gisteravond met jeugdsentiment te maken. Het comité dat in het leven was geroepen om een reünie van de lagere school te organiseren kwam voor de tweede keer bijeen: ditmaal zonder Hans, maar met Anja. Anja was misschien wel het mooiste meisje van de klas, waarschijnlijk het mooiste meisje van de school en in elk geval het mooiste meisje ter wereld. Dat ik tegenover haar aan tafel zou zitten en een ontspannen gesprek met haar zou voeren was iets wat me ten tijde van de lagere school als sciencefiction toegeschenen had (als ik toen geweten had wat sciencefiction was). Anja was gisteravond nog zeer herkenbaar en misschien wel het mooiste meisje aan onze tafel, waarschijnlijk het mooiste meisje van het restaurant en zeker van de wereld. En het eten was nog uiterst lekker ook.

11-03-09. Twee keer boodschappen gedaan en ik was een wrak. ’s Ochtends werd bij Albert Heijn een setje van zes blikjes bier aangeslagen als een enkel blikje – daar viel mee te leven. Maar toen. Ik zat ruim in mijn tijd en besloot in de loop van de middag nogmaals de supermarkt te bezoeken, ditmaal de C1000. Het waren weer stickerweken: ik bestudeerde de folder met aanbiedingen die er niet om logen. Wie wil er nou geen 50 cent korting op een potje Hak? In de winkel aangekomen sloeg ik wild aan het stickeren. Met mijn karretje sloot ik aan bij de lange rij voor een kassa. Dat was maar goed ook, die lange rij: ik ontdekte dat ik een Haksticker op de pannenkoeken geplakt had. Had lukraak stickers geplakt, wist ik veel. Als een razende alles omgestickerd. Stickerstress!

12-03-09. We hebben te maken met vooruitgang, je hoort niet anders. Hoe kan het dan dat sommige dingen vroeger beter geregeld waren? Tijdens het samenzijn van ex-leerlingen van de lagere school toonde Brita een aantal bewaard gebleven, aan haar gerichte ansichtkaarten van destijds. In die tijd kwam er tweemaal daags post, er bestonden nog geen postcodes. Een van de kaarten had als plaatsnaam niet ‘Den Haag’ maar ‘Alhier’. Nog op merkelijker: een andere kaart was geadresseerd: ‘Bragastraat 45 of 145’ – en was op het juiste adres bezorgd. Een paar jaar geleden kreeg ik een envelop onbestelbaar terug: er was een cijfer of een letter van de postcode verkeerd geschreven en dus kon er niet bezorgd worden, hoewel de uitgeverij waar de envelop bezorgd moest worden al meer dan een halve eeuw op dat adres gevestigd was. Hoezo vooruitgang?

13-03-09. In de mailbox landde een screenshot van het ontwerp van de kraam die ik op de Schrijversmarkt van Literatuurplein ga bemannen. Zo te zien was alle ingediende content opgenomen. Van de drie foto’s was er een uitgekozen waarvan Anja meende dat ik er een ‘grappig koppie’ op had. Het vernieuwde Literatuurplein wordt dinsdag in de Bibliotheek Amsterdam gepresenteerd. Ik kan daar natuurlijk niet op wachten, zodat ik er alvast van droomde. Ik zat achter in de zaal toen er redevoeringen afgestoken werden. Die kon ik niet verstaan en daarom ging ik vooraan zitten. Er werd een verhaal gehouden door een journalist van het Belgische dagblad De Standaard. Hij werkte zich letterlijk in het zweet en kwam na afloop naast me zitten. Hij boog zich naar me toe: ‘Is het te ruiken?’ Ik zei, terugdeinzend: ‘Ja, nu wel.’

14-03-09. Ik moest denken aan Nico Haak: de begeleidingsband van deze lolzanger was De Paniekzaaiers genaamd. Extra Journaals, aangepaste actualiteitenrubrieken. We zijn aan een terroristische aanslag ontsnapt, zo werd de indruk gewekt. Bij Pauw & Witteman vond een geleerde het al vreemd dat eerst winkels ontruimd werden en toen pas verdachten werden aangehouden. Er was een telefoontje uit Brussel gekomen. Wie had er opgebeld? Iemand die informatie had over een aanslag die beraamd werd. Degenen die daarbij werden genoemd, werden aangehouden. Explosieven werden er niet gevonden, de ontruimde winkels mochten een dag later weer klanten ontvangen. Misschien was er niet meer aan de hand geweest dan dat een Brusselse ruzie met haar Nederlandse familie had. Wat van al die kolder blijft hangen is dat er Marokkanen in het spel waren en dat de waakzaamheid niet mag verslappen. Boehoe!

15-03-09. Het was nog erger dan ik dacht: er was zelfs helemaal niets aan de hand geweest. Op de dag dat alle verdachten weer naar huis gestuurd waren kwam het bericht dat er vanuit België drie mannen met een busje onderweg waren geweest om een aanslag te plegen. Vreemd dat dit niet op de persconferentie bekendgemaakt was, het leek haast wel of de instanties dat busje bedacht hadden om een beetje het gezicht te redden. Intussen bleef men de IKEA en de Media Markt bewaken want je kon niet weten: er kon tenslotte elk moment een busje voorrijden. Wel ja, daar zaten Belgische terroristen in, die waren zo dom dat ze voor hun aanslag een plek uitkozen die wereldwijd bekendstond als aanslagdoel. Het Journaal interviewde winkelaars die nog altijd geschokt waren: het kwam wel erg dichtbij, dat terrorisme.

16-03-09. Mijn bloeddruk was ten opzichte van de vorige keer iets toegenomen. Ja, wat wil je. Als ik de bloedbank betreed verkeer ik al in een staat van grote woede. Ik moet een vragenlijst invullen, ik moet mijn legitimatie tonen. Dat laatste gebeurde het eerste. Hield mijn rijbewijs aan alle randen stevig vast, de baliedame probeerde het uit mijn vingers te trekken. ‘U kunt het zo toch zien?’ zei ik grommig. De dame die de bloeddruk mat was een vrolijke, dat werd ik daarom ook. Zou het ditmaal lukken? De vorige keer was mijn hb-gehalte 8.1 geweest, te laag voor donatie. In de voorafgaande zes dagen had ik anderhalve pot stroop (op onder meer twintig pannenkoeken), handenvol amandelen, spinazie, kapucijners, Carvan Cévitam en nog veel meer ijzerhouders geconsumeerd. ‘Wat denk je?’ zei de bloeddame. ‘Je hb-gehalte is 9.8!’

17-03-09. In NOVA deed een woordvoerder van de nu onverdachte Marokkaanse familie in keurig Nederlands op locatie zijn verhaal. Terug naar de studio, waar het meer dan bolle hoofd van Fred Teeven in beeld gebracht werd. (Vorige week, op het hoogtepunt van de paniek, had hij in grote opwinding zijn visie op de gebeurtenissen gegeven en was daarbij roder en roder geworden, dat was helemaal Halloween geweest.) Teeven had het bij NOVA over details. Nou ja: hij sprak van detaal en detaals. (Je hebt er ook die de l in dat woord aan bod laten komen, dan krijg je zoiets als detaajl – dat zijn mensen die proberen de w in erwtensoep uit te spreken.) Zou het specifiek van de VVD zijn, dat gebrekkige praten? Hans Wiegel heeft problemen met de letter t, hij spreekt ochtend uit als ochend.

18-03-09. Een missie zit er pas op als je weer in de auto zit. Het was een zonovergoten wandeling, naar de Bibliotheek Amsterdam. Was er nog nooit geweest: wat een uitzicht, op de zesde verdieping. Het gerenoveerde Literatuurplein werd gepresenteerd, een website die er al zijn mocht maar er nu helemaal mag zijn. Ik was belanghebbende want als schrijver heb ik op Literatuurplein een kraam op de Schrijversmarkt toebedeeld gekregen. Van zo ver mogelijk achter in de zaal zag ik mezelf op een scherm geprojecteerd. Na deze vertoning volgde napraat, daarna richting auto. Onderweg een meisje in nood geholpen: haar geparkeerde fiets was verknoopt geraakt met een andere geparkeerde fiets. Met alle kracht die er in me was (voor een deel bestaande uit nasudderende adrenaline) haar fiets bevrijd en wegens de dank in haar mooie ogen neuriënd voortgegaan.

19-03-09. Er waren een paar bezoekers die toen de aftiteling van Gran Torino in beeld kwam opstonden en hun jas aantrekken maar ik had wat last van vochtige ogen dus ik bleef maar zitten. Zou het echt zijn laatste rol geweest zijn? Dan is Clint Eastwood op een hoogtepunt gestopt. In sommige scènes deed hij denken aan Lurch in The Addams Family: voordat hij een zure opmerking maakte liet hij een diepe keelgrom horen. Ik maakte een vergissing door thuisgekomen de bij de bibliotheek geleende dvd The Bourne Ultimatum te gaan zien. Daarin wordt het knulletje Matt Damon achternagezeten – meer is het niet, realiseerde ik me na een halfuur. Toen de telefoon ging zette ik het geluid af en toen bleef er helemaal niets van de film over, je zag iemand die achter iemand aan rende. So what?

20-03-09. Stel je voor dat we allemaal rijk waren en een beetje minder knap. Vernam via het Journaal dat een overnachting in de John & Yoko suite van het Hilton 1700 euro kost (logies en ontbijt). Je doet je ogen dicht en als je ze opent ben je 1700 euro armer. (Als je vanwege dat geld wakker blijft raak je gebroken.) Je hebt van die wezensvreemde figuren die mede dankzij hun bonussen niet op een miljoentje meer of minder hoeven te kijken. Soms worden ze op hun onbeschrijflijke rijkdom aangesproken en dan verdedigen ze zich door te zeggen dat ze er keihard voor gewerkt hebben. Dan moet ik denken aan de tegelzetter die hier de badkamer betegelde, dat is nog eens hard werken, dag in dag uit. Bij mijn weten heeft hij nooit een bonus gekregen. Wel rugklachten.

21-03-09. Waar ik het vandaan haal ligt soms minder voor de hand dan men zou denken. In de roman Literaire giller – die sinds kort via de Marktkraam op Literatuurplein integraal te lezen is – raken twee schrijvers met elkaar in conflict. Ah, daarvoor moeten Grunberg en Van der Heijden de inspiratie geweest zijn. Maar ik maakte op 1 augustus 2007 een synopsis waarin dat schrijversconflict voorkomt, het gelazer met Grunberg en Van der Heijden rond de prijsuitreiking diende zich pas een paar maanden later aan. In Literaire giller heeft uitgever Roest Hamer de bejaarde schrijver Otto ter Weel ervan overtuigd dat deze moet meewerken aan een biografie. Gisteravond, in Op het nachtkastje, zagen we uitgever Robbert Ammerlaan op de thee zitten bij Harry Mulisch. Waarover spraken zij? Ammerlaan vond dat er een biografie van Mulisch moest komen. Nou ja.

22-03-09. Leende bij de bibliotheek de dvd The Mist, een geslaagde verfilming van een novelle van Stephen King. De film bevat weinig muziek, dat gebeurt niet vaak bij dat soort films. Tegen het einde waren daar ineens wondermooie klanken, ze deden me denken aan de muziek die Jocelyn Pook gecomponeerd had voor Stanley Kubricks laatste, Eyes Wide Shut. Maar haar naam werd bij de aftiteling niet genoemd. Wel stond daar Dead Can Dance en de titel The Host Of Seraphim. Paar uur later de film nogmaals gezien, met audiocommentaar van de regisseur. Als de muziek klinkt vertelt hij dat hij dit nummer van (inderdaad) Dead Can Dance bij de montage als temp track onder de scène had gezet – en had besloten het in de film te gebruiken. Afgelopen dinsdag de dubbele Dead Can Dance-cd Wake gekocht. Helemaal mooi.

23-03-09. Het invullen van het aangifteformulier is een proces van ongeveer twee maanden en vijftien minuten. Twee maanden uitstellen, vijftien minuten dat formulier invullen. Je kunt het ze niet kwalijk nemen, ze doen gewoon hun werk en ze bedoelen het goed. Maar het is elke keer angst en beven, als je in de brievenbox een blauwe envelop vindt. Om de een of andere reden komen er vaak twee tegelijk, zoals van de week weer eens. De eerste die ik opende had een gunstige inhoud: de definitieve aanslag kwam overeen met de voorlopige en dus hoefde er nihil betaald te worden. Maar toen de tweede: daar was een acceptgiro bij inbegrepen: ik moet 4 euro betalen: ‘Op 20 mei 2009 moet het bedrag op de rekening van de Belastingdienst staan.’ Maar mijn vakantiegeld krijg ik pas op 25 mei!

24-03-09. Nadat ik om twee minuten over zeven een e-mail geprint had viel de verbinding met het netwerk uit en dat kwam pas om halfnegen weer goed, zodat ik omstreeks die tijd wel in de stemming was om bij wie daar open voor stond paniek te zaaien. Er bleken collega’s te zijn die het aan hun huid hadden – eczeem, schurft, psoriasis, ik vroeg maar niet naar het hoe of wat en bood al evenmin aan de afbladdering in ogenschouw te nemen. Wellicht hielden de aandoeningen verband met het klimaat in het gebouw. Een van de getroffenen vroeg hoe de situatie op de redactie was. Ik zei dat de hoofdredacteur wat last had van lepra. Een uur later sprak ik bij de koffieautomaat een parttimer en vertelde haar dat sommige fulltimers aan lepra leden. Zij, geschrokken: ‘Meen je dat?’

25-03-09. Het eerste wat ik dacht: zijn ze helemaal belazerd! Trof op mijn bureau een bos bloemen aan, namens directie en collega’s. Sprak zo’n collega, een vroege arriveerder, die geen bloemen ontvangen had maar een pen. Dat was helemaal tegen mijn zere been. Had ik maar een pen gekregen, in plaats van zo’n waardeloze bloemenbos. Een collega van het tegengestelde geslacht had eveneens een pen ontvangen. Wilde zij die ruilen tegen mijn ruikers? Nee! Weer een andere collega bracht duidelijkheid. Die bos was voor mijn twintigjarig jubileum. ‘Dat is pas in juli. Dan ben ik misschien allang ontslagen!’ ‘Dan heb je de bloemen alvast.’ Alles goed en wel maar anderen hadden een pen gekregen. Die bleek er voor mij ook te zijn: een luxe Parker met erin mijn naam gegraveerd, om me eraan te herinneren hoe ik heet.

26-03-09. Er kwam een oudere man in beeld. Hij werkte bij een bedrijf waar ze hem vanwege zijn leeftijd ontzagen: hij mocht werk doen dat hem minder belastte dan het werk dat hij gewend was te doen. Hoe zou het voor hem zijn, dacht ik. Hij zat tegen zijn pensioen en zou nog twee jaar langer moeten zien vol te houden. Ach jee. Aan het slot van het portretje vroeg de interviewer hoe oud de man was. Hij was zevenenvijftig jaar en had dus nog tien jaar voor de boeg. Daar krijgen ze nog spijt van, van het oprekken van de arbeidzame jaren. Vooral de werkgevers. Terwijl jeugdige werklozen niet aan de bak komen blijven ouwe knarren de kar trekken. Wat oudjes vooral goed kunnen is oeverloos ouwehoeren. Dat wordt met het klimmen der jaren alleen maar erger.

27-03-09. Het is maar goed dat Clint Eastwood zoveel films gemaakt heeft want Kim Harrison ontleent de titels van haar boeken eraan. Dan hebben we het bijvoorbeeld over The Good, The Bad and The Undead, For a Few Demons More en The Outlaw Demon Wails. Net uit is het zevende deel van de Hollowscyclus: White Witch, Black Curse – dat is van de film White Hunter, Black Heart. Het is een verslavende reeks, die het verdient net zo aan te slaan als die van Stephenie Meyer. (Twilight groeit en groeit in de populariteit, vooral na het uitkomen van de eerste verfilming.) Was 504 pagina’s lang verzonken in de jongste belevenissen van Rachel Morgan en de andere creaties van Kim Harrison. Crap on toast, daar kom je de dagen prettiger mee door dan met je druk maken over de kredietcrisis!

28-03-09. Het was een gevulde dag geweest die vroeg begonnen was: voor zessen opgestaan, na minder dan vijf uur slaap. De bezigheden behelsden onder meer een fietstocht naar Delft en weer terug, waarbij ik op de heenweg wind tegen meende te hebben maar die in werkelijkheid op de terugweg pas had. Allemachtig, was dit lente? Voorts nog vele andere bezigheden, dus rond elf uur dacht ik: afbouwen met een boek (Just in Case, van Meg Rosoff). Na een uurtje begaf de leeslamp het. Hoewel, ik hoorde niet het vertrouwde ‘ping’ van dien. Stroom uitgevallen, waar ik ook keek, als ik uit het raam naar Loosduinen keek! Hoe moest dat als dat niet verholpen werd? Vanmorgen wilde ik om acht uur op het Prijzencircus zijn maar bij stroomloosheid opent de garagedeur niet – dit was bij donker geen prettig vooruitzicht.

29-03-09. Bijna het eerste wat ik gisteren na ontwaking deed was Teletekst bekijken, om te zien of daar wat te lezen was over de stroomstoring. Een pagina had als titel: ‘Licht uit in tweeduizend steden.’ Holy Eneco! Maar het bleek te gaan om een actie genaamd Earth Hour, die tot doel had het milieu te helpen. Vandaar vermoedelijk dat Loosduinen niet genoemd werd in het rijtje Empire State Building, Eiffeltoren en piramide van Gizeh, waar het licht gedurende een uur zou doven. Dan was ik goed weggekomen want mijn stroom deed het na een halfuur alweer. Een grote opluchting, vanwege het Prijzencircus: zonder stroom ging de deur van de garage niet open en dan zou het regenfietsen worden. (De uit hun doen geraakte klokken besloot ik te laten rotten: ze vandaag in de zomerstand zetten was vroeg genoeg.)

30-03-09. Wie wel eens het Prijzencircus bezocht heeft weet wat het belangrijkste daaromtrent is: timing. In het verleden zorgde ik ervoor iets voor achten te arriveren, ditmaal was ik er pas een minuut nadien. Het maakte niet uit dat ik linea recta naar de stelling met seizoenen South Park liep, bij de kassa aangekomen waren er wachtenden voor me. Bij een van beide kassa’s kon niet gepind worden, bij de andere werd de rij aangevoerd door een knakker die alle tijd nam om een formulier voor air miles in te vullen. Het duurde en het duurde voordat al mijn seizoenen South Park afgerekend konden worden en toen kwam aan het licht dat de scanner problemen had. Pas negen seconden na een scan kon een volgend product gescand worden. Stond pas na 25 minuten weer buiten. Wat een heksenketel.

31-03-09. Als je tegen mensen zegt dat je een pc hebt met daarin Windows 98 verklaren ze je voor gek (of zien dat reeds bestaande oordeel nog eens bevestigd). Ja, ik moet upgraden maar ja. Hoewel Windows Vista de norm schijnt te zijn, zijn er kenners die de voorkeur blijven geven aan Windows XP. Windows Vista wordt opgevolgd door Windows 7 – zal ik daar op wachten? Hoe lang zal dat zijn? En is dat Windows 7 eigenlijk wel wat? Ik las op internet een interessant artikel van iemand die een testversie getest had en daar snapte ik zo goed als niets van. Eronder stonden reacties, een daarvan is van een Robert: ‘ik wil graag dat speletjes die op 98 gedrait weden. dat ze ook op w7 gedrait kunen worden met compatebyletie.’ Dat komt er dus ook nog bij.

01-04-09. Teletekst van Omroep West had het bericht dat de labrador van Hilary Clinton was ontsnapt toen de veiligheidsdienst de hond uitliet. Het dier liet zich niet vangen, zodat besloten werd vanmorgen onder leiding van de dierenambulance een grote zoekactie op touw te zetten, vrijwilligers daarvoor dienden zich om tien uur op de boulevard van Scheveningen te melden. Je weet maar nooit hoevelen niet in de gaten hebben dat het vandaag 1 april is en naar de boulevard trekken. Het is het leukst om mensen niet alleen voor gek te zetten maar ze ook iets onzinnigs te laten zoen. Bijvoorbeeld tegen een collega zeggen dat de heer De Beer of De Leeuw gebeld heeft en hem het telefoonnummer van Artis geven. ‘Je veter zit los’ is ietwat afgezaagd geraakt, probeer eens: ‘Er ligt een lul op je schoen.’

02-04-09. De lente begint zomerse trekken te krijgen. Op balkon in de zon en uit de wind zitten is al een paar dagen aan de orde van de dag. Helaas zijn er ook neveneffecten, zoals vogels die het bij het naderen van de dageraad op een zingen zetten en je uit je slaap halen als die nog niet voorbij hoort te zijn. En dan zijn er menselijke stoorzenders. Aan de buitenkant van het huizenblok aan de overkant worden werkzaamheden uitgevoerd die om halfacht van start gaan en meer lawaai veroorzaken dan zingend gevogelte. Wat gebeurt daar? Er wordt geschilderd. Omdat er geen ladders tegen de gevels gezet mogen worden gebruikt men verrijdbare toestellen waarvan het motorgeluid je wekt. Wakker gemaakt worden door de herrie die schilders maken? Dat wordt nog wat als binnenkort de gevels gereinigd gaan worden.

03-04-09. De op 2 april bezorgde Loosduinse Krant draagt als datum 1 april, dus je weet het maar nooit. De voorpagina bericht dat kinderen die in Medisch Centrum Haaglanden geboren worden daar meteen kunnen worden ingeschreven in het bevolkingsregister: er is van 09.00 tot 11.00 uur een loket voor open. Vaders hoeven daardoor niet meer binnen drie dagen naar een stadsdeelkantoor te gaan voor aangifte. Huh? De vrouw heeft in het kraambed helse pijnen geleden, is bloed, urine en ontlasting kwijtgeraakt en heeft van het persen aambeien als eieren zo groot gekregen – en voor de man die er al die tijd als een lul bij heeft gezeten zou het te veel moeite zijn om binnen drie dagen aangifte te gaan doen? Het zou me niet verbazen als over een tijdje bekendgemaakt wordt dat aangeven ook per sms kan.

04-04-09. Ik krijg het idee dat ik meer en meer last krijg van de Tweede wet van de Thermodynamica, als ik dat tenminste bedoel. Dat is geloof ik een variant op Murphy’s Law, die behelst dat wat mis kan gaan op den duur ook misgaat. Die Tweede wet zorgt er dan weer voor dat alles uit elkaar valt, wat op hetzelfde neerkomt. Eerder dit jaar hielden de msn groups ermee op, zodat de daar geparkeerde foto’s van dit weblog zijn verdwenen. (Heb te weinig verstand van dingen om daar wat aan te kunnen doen.) Vervolgens ontdekte ik dat op mijn website de link naar Literatuurplein het niet doet. Een paar dagen geleden deed ook de teller het niet meer en dan is er nog de uitval van de statistieken van Web-log.nl. (Niet treuren, het is maar virtuele materie.)

05-04-09. De hedendaagse wereldpolitiek is een ingewikkeld gedoe. Zette vanmorgen voor ik de pc aanzette de tv aan en las op Teletekst dat Noord-Korea een raket gelanceerd had. Het sloeg in als een bom – niet de raket maar de lancering ervan. De Veiligheidsraad komt bijeen, China roept op tot kalmte. Ze hebben het er maar druk mee: de ene dag een feest, de volgende crisisberaad. Noord-Korea mag geen raketten afvuren, vinden de NAVO-landen. Het land mag al helemaal geen kernwapens hebben, evenmin als Iran dat mag. Reagan noemde Rusland destijds een Evil Empire, George Bush bracht landen die hem niet bevielen in de categorie Axis of Evil onder. Het komt er als ik het goed begrepen heb op neer dat alleen landen die daar gezellige bedoelingen mee hebben raketten mogen afvuren en een enorme collectie kernwapens mogen beheren.

06-04-09. Er zit soms iets van reclame bij de post waarvan ik denk: dat zal ik eens gaan lezen. En dan leg ik het op een stapel andere drukwerken die gelezen moeten worden en dat leidt ertoe dat ik te laat ben voor de aanbieding die in de folder gedaan wordt. De open dag van 11 maart is zo’n voorbije buitenkans. Ik had naar een nabij wijkcentrum kunnen gaan voor een ‘gratis klikgebit’: ‘Tandarts heeft nog plaats voor nieuwe patiënten.’ Met zo’n gratis klikgebit kan ik blijkens de flyer ‘onbezorgd functioneren’, verwerf ik ‘meer levenskwaliteit’ en wordt mijn uiterlijk ‘zo natuurlijk mogelijk’. Vooral dat laatste zou tijd worden. En dan als klap op de vuurpijl: ‘Gehele benadeling kosteloos indien tandloze kaak.’ Die heb ik niet maar daar is wel aan te komen als je in Den Haag woont.

07-04-09. De kinken in de kabel weerhielden ons er niet van een bijeenkomst te hebben die als vanouds gezellig was. Ik was ervoor naar Amsterdam getreind, zo gaat dat als degene met wie je hebt afgesproken daar woont en ’s middags een college heeft. We zouden elkaar om drie uur bij Americain treffen: als het college uitliep zou het wel eens drie over drie kunnen worden voordat ze er was, waarschuwde ze. Tegen mijn gewoonte in was ik zelf te laat: het werd maar liefst twee over drie, ik had op het Leidseplein de weg moeten vragen, Tieka stond er al. Neerstrijken in Americain mislukte: er was een inwendige verbouwing gaande. Nabij de schouwburg in dan maar. Daar ging men op een gegeven moment nogal oorverdovend met tafels schuiven. Het spreken was tijdelijk ondoenlijk, de gezelligheid bleef gehandhaafd.

08-04-09. Het leek dubbel boffen te zijn: ik was meteen aan de beurt en ik werd niet geknipt door de kapper wiens kapsalon het was maar door een assistente. Zij was een verademing want zij zweeg. De kapper was een man naast me aan het knippen en suf aan het lullen. Ik kon het horen maar hoefde niets terug te zeggen. Toen de andere man afgerekend had sloeg de kapper toe: hij vroeg of ik een vrije dag had. Ik zei dat het een vrije middag was. ‘Het weer is niet best.’ Ik beaamde het. ‘Ga je nog wat doen?’ vroeg hij. ‘Thuis klussen,’ verzon ik. ‘Dan maakt het niet uit wat voor weer het is. Wat ga je doen?’ ‘Een paar spullen ophangen.’ ‘Boren?’ Wel ja, ik ging boren. ‘Met een betonboor?’ ‘Nee, niet met een betonboor.’

09-04-09. ‘Volgens de bewoners heeft de gemeente een lachwekkende en stupide taalfout gemaakt,’ aldus Teletekst van Omroep West. Het gaat om bewoners van de Haagse Vogelwijk, met name waarschijnlijk om mensen die in de Leeuwerikstraat wonen want daar is een nieuw bord opgehangen waarop niet Leeuwerikstraat staat maar Leeuwenrikstraat. De gemeente heeft tot aan de zomer de tijd er wat aan te doen, anders dienen de bewoners een officiële klacht in. Ik zal er ook maar eens een indienen: hier om de hoek zit de Duke Ellingtonstraat, op het bord staat zijn naam voluit geschreven als ‘Edward Ellington’, terwijl het ‘Edward Kennedy Ellington’ moet zijn. De jaartallen eronder (1899-1974) kloppen en tegenwoordig weet ik waar die op slaan: als kind dacht ik bij het lezen van jaartallen op een straatnaambord dat de straat in die periode was aangelegd.

10-04-09. Een tijdje geleden geweldig genoten van The Mist, de verfilming van een in 1976 geschreven novelle van Stephen King. Had de dvd bij de bibliotheek geleend, besloot ’m na de bezichtiging te kopen. De Nederlandse editie was ondanks het audiocommentaar van de regisseur een kale: verder geen extra’s. Zag dat Amazon.co.uk een versie met twee schijfjes kon leveren, met meer dan twee uur aan extra’s en ook nog de hele film nog een keer in zwart-wit erbij – voor minder dan tien euro. Moet al die extra’s op twee na nog zien, vermaakte me al zeer bij het zien van het tweegesprek tussen de regisseur en Stephen King. Regisseur had in een ver verleden The Shining gelezen en destijds ten onrechte gedacht dat je Kings voornaam uitsprak als ‘Steffen’ in plaats van ‘Stieven.’ King: ‘Some people still do.’

11-04-09. Ben al een tijdje op de helft. Ik begon op 8 januari aan het eerste hoofdstuk van Tijd voor stampij, gisteren corrigeerde ik in de balkonzon de zesde versie van het eerste deel, dat vijftien hoofdstukken omvat. Van het tweede deel, dat ook vijftien hoofdstukken zal tellen, staat niet meer op papier dan een aantal aantekeningen, andere ideeën zitten in mijn hoofd te wachten tot ze eruit mogen. Het eerste deel ging van start in een A5-schrift van de HEMA en vulde negentig pagina’s daarvan (van twee schriften, om precies te zijn). Daarna de diverse hoofdstukken overgetikt en gaandeweg verbeterd, vervolgens de hoofdstukken samengevoegd in een bestand. De eerste print daarvan een tijdje laten sudderen, er toen verbeteringen in aangebracht. En dat vervolgens gedaan met elke volgende versie, nummer zes is de recentste. Binnenkort deel twee schrijven.

12-04-09. Van een dode wordt altijd gezegd dat hij of zij dit of dat gewild zou hebben. Ik denk dat Jan Wolkers wel gewild zou hebben dat met Pasen zijn Dagboek 1967 gelezen zou worden. Ik zou zeggen: doe dat maar. In het onlangs zonder tamtam verschenen vijfde deel in de reeks dagboeken worden gebeurtenissen beschreven die leidden tot twee romans: de lessen Frans die Wolkers volgt (Brandende liefde) en de opvang van een Franssprekende neger, wat al snel in Horrible tango uitmondt. Er wordt nagedacht over Turks fruit, De walgvogel (1974) komt al ter sprake alsook De hittegolf. Dat was een roman die op komst was maar of het ging om een boek dat een andere titel kreeg of dat het niet geschreven werd is onduidelijk. Het dagboek had geannoteerd moeten worden. Jan zou het gewild hebben.

13-04-09. De associatie lag niet enorm voor de hand maar ik had op de uit Engeland overgekomen Twilight-dvd beelden gezien van de Londense première van die film, waarbij een menigte fans op afstand van de acteurs werd gehouden. Ik was onderweg naar Fame. Ik had een brief bij me en voor de zekerheid ook mijn pasje paraat. Via die brief was ik uitgenodigd voor
een besloten verkoop, van 12.00-14.00 uur, waarbij ik met mijn pas 20% korting zou krijgen. Het was me toegestaan een pasloze introducé mee te nemen. Ik hield rekening met een strenge pascontrole maar je kon gewoon naar binnen en de voor pashouders bedoelde koekjes werden door iedereen die het schaaltje passeerde in de mond gestoken (ik passeerde het schoteltje drie keer). Met 20% korting kopen was een genot – ik haalde bijna de reiskosten eruit.

14-04-09. Waterstone’s had een aanbieding die er mocht zijn: Skin, de nieuwe thriller van Mo Hayder, voor de halve prijs. In de trein bestudeerde ik de achterzijde van het boek. Het is een potsierlijke trend: auteurs van thrillers die juichkreten uiten over het werk van een collega. Over Skin jubelen ze: ‘Terrifying’ (Karin Slaughter). ‘Stunning’ (Tess Gerritsen). ‘Haunting’ (Michael Connelly). ‘Disturbing’ (Harlan Coben). Ik zag voor me hoe dat zou gaan: de uitgever belt auteurs op die het manuscript ontvangen hebben en vraagt ze hoe Skin beviel. Harlan Coben: ‘Ik vond het erg goed en –.’ ‘In één woord graag.’ ‘O. Stunning.’ ‘Nee, dat heeft Tess Gerritsen geclaimd.’ ‘Disturbing?’ ‘Dank je wel, Harlan Coben!’ Zou het boek al in het Nederlands vertaald zijn? Zo niet dan heb ik wel een quote voor de achterkant: ‘Mieters’ (Martin de Jong).

15-04-09. Ik ben niet iemand die snel op zijn hoede is. Als men een verzoek indient dan honoreer ik dat blindelings. Om halfacht gisteravond las ik een mail die luidde: ‘Ha Martin, Ben jij in staat om binnen nu en 10 minuten even je gegevens door te mailen aan mij? Dus volledige naam, adres, telefoonnummer, meest gebruikte mailadres, lievelingskleur etc.? Uitleg volgt. Nathalie.’ Er was sinds de binnenkomst van de mail al een halfuur verstreken, ik retourneerde ijlings de gevraagde gegevens en sprak de hoop uit dat het niet te laat was. Paar minuten later de telefoon. Krijg nou wat: Nathalie. Haar had ik nog nooit gesproken, afgezien van mailkundig. Zowat een uur geanimeerd met het verre Limburg in verbinding gestaan, toen moest ze ophangen want er was iemand voor het raam opgedoken die boos naar binnen keek.

16-04-09. Lang geleden was het tanken van benzine een relaxte gang van zaken. Er kwam een pompbediende aan het portier die vroeg hoeveel liter het moest zijn en nadat hij die toegevoegd had maakte hij de voorruit schoon en keek onder de motorkap. Tegenwoordig moet men dat allemaal zelf doen. Als ik getankt heb loop ik naar de kassa, met een giropas, een FreeBeepas en een kaart waarop een stempel moet: als de kaart volgestempeld is ontvangt de auto een gratis wasbeurt. Gistermiddag, nadat er betaald was, FreeBees waren bijgeschreven en er een stempel was gezet, kreeg ik een bonbon aangereikt. Hoe dat? BP bestond op 14 april honderd jaar. In mijn tienertijd deelden ze smurfen uit. De leus luidde: ‘Smurf mee met BP.’ Zappa was met band op tournee en zag die leus en dacht: Smurf me?

17-04-09. Politici zijn vaak voer voor antropologen. De burgemeester van Utrecht is zo iemand. Er komt iets over hem in de krant te staan wat hem niet aanstaat. Als een burger zoiets overkomt zit er niets anders op dan een brief in te zenden. Als je een burgervader bent doe je het anders: dan zorg je er even voor dat de hele oplage wordt vernietigd voordat je naam te grabbel gegooid is. Mag je dat als burgemeester wel doen? Ja hoor, vond de burgemeester van Utrecht. Hij werd erover ondervraagd en kookte over van de argumenten die moesten aantonen dat hij gelijk had. Maar wat doe je als blijkt dat je de enige bent die vindt dat je gelijk hebt? Dan kom je met een verhaal waarin je je ongelijk toegeeft en doe je of je dat meent.

18-04-09. Het halve werk is een goed begin. Schrijven gaat elke keer anders. De roman-in-wording Tijd voor stampij bestaat uit twee delen. Het eerste schreef ik met de vulpen, in A5 schrijfbloks van de HEMA. Daarna het geschrevene overgetypt in WP 5.1: een achterhaalde manier van tekstverwerken die zo zijn voors heeft (Tim Krabbé zweert er ook bij) en vervolgens de boel overgezet in Word. Dat leidde op 22 maart tot een eerste versie van het eerste deel, groot 19.640 woorden. Sindsdien vooral bezig geweest met het verbeteren ervan: gisteren bracht ik veranderingen aan in de achtste versie van het eerste deel – de aldus ontstane negende versie (21.252 woorden) is zo ongeveer zoals ik het wil hebben en daarom zond ik drie hoofdstukken naar De Brakke Hond, in de hoop dat dit Vlaamse literaire tijdschrift ze wil afdrukken.

19-04-09. Dat je al op de helft bent heeft als nadeel dat je pas op de helft bent. Had al zo vaak het eerste deel van Tijd voor stampij verbeterd, dat ik ging denken dat heel het boek al praktisch klaar was. Maar deel twee moet nog volledig van de grond komen. Geregeld krijg ik een inval en die noteer ik dan op een velletje papier en dat leg ik dan op mijn bureau bij de andere velletjes papier waar aantekeningen op genoteerd zijn. Dat werden er zoveel dat ik het van de week te gortig geworden vond: de aantekeningen op een hoop geveegd en ze overgetypt, 900 woorden waren het. Er waren invallen bij die me alweer ontschoten waren. Zo weet ik niet precies meer wat ik ooit bedoelde met ‘foetus invriezen’. Maar ik kan alles gebruiken.

20-04-09. Op school kreeg je een alinea tekst voorgelegd en die moest je dan bij wijze van opstel aanvullen tot een verhaal. Daar moest ik aan denken toen ik op Amazon.co.uk reacties van lezers las op de recentste John Grisham, The Associate. Er waren verontwaardigde lezers die wilden weten waar het laatste hoofdstuk gebleven was, die het idee hadden dat ze per abuis een exemplaar in handen hadden gekregen waarin een aantal pagina’s ontbrak. Het is een wat raar boek. De held, Kyle McAvoy, wordt via chantage aangezet tot het stelen van documenten bij een advocatenkantoor: het zoveelste boek van Grisham over werken in de advocatuur. Onmenselijk lange werkdagen, hoge declaraties, gaap gaap. Uiteindelijk (het is tenslotte een thriller) loopt het allemaal goed af. Alleen: de lezer verneemt niet wie de slechteriken waren en waar die gebleven zijn.

21-04-09. Van woensdag tot en met zondag heb ik vrij, dat betekent dat er ruimschoots geschreven kan worden. Althans, in aanleg. Het gezegde van Mohammed en de berg is namelijk een beetje aan de orde gekomen. Het zag er niet naar uit dat Nathalie op korte termijn de reis van Limburg naar Den Haag zou maken, ik dacht: dan ga ik haar kant op. Dat gedacht hebbende dacht ik gewoon door. Ik was een aantal jaren geleden bij Nathalie om de hoek geweest, in Schinnen, waar ik een reportage gemaakt had over de bibliotheek. Keek op internet en zag dat het Schinnense bibliotheekwerk in een stroomversnelling was geraakt. Tijd om er weer eens een reportage te gaan maken! Dat gebeurt zoals de situatie momenteel is donderdag, inclusief bezoek aan Nathalie, zodat die dag als schrijfdag geschrapt kan worden.

22-04-09. Soms valt het niet mee iets uit te leggen. Gisteren, bijvoorbeeld was ik aan het werk. Ik reed naar de Zandvoortse boulevard en liep naar de strandtent. Daar werd topless gezonnebaad, niet alleen door mannen. Ik ging de strandtent binnen, dronk een cappuccino, stelde een paar vragen en verlegde het werkterrein naar elders in de strandtent. De wand was geopend, zodat de aanwezigen in de zon konden staan. Ik dronk een glas tonic, maakte met deze en gene een praatje. Er kwam een bediende langs met een dienblad. Daarop lag toast met zalm. Later kwam hij langs met toast waar andersoortige vis op zat en weer later kreeg ik de gelegenheid een stukje haring te prikken (het thema was mogelijk ‘vis’). Er waren toespraken, ik bleef nog even plakken en vertrok toen. En dat was dus werken.

23-04-09. Het was een huis met vijf of zeven katten en een oude hond. We waren bij Brita samengeschoold om plannen voor de reünie te smeden. Anja had er destijds geen benul van gehad dat ze het mooiste meisje van de klas was. Brita toonde de foto van de zesde klas. Die had ik natuurlijk ook. Maar wacht eens even – iedereen stond er anders op, ikzelf ook! Het was een foto die iets eerder of later gemaakt was dan de mijne, raar jezelf te zien zoals je jezelf nog nooit gezien had. Toen we afscheid namen meldde Brita’s partner André dat Martin Bril dood was. Bij Pauw & Witteman vertelde Plasterk dat Bril onlangs te ziek was geweest om Dylan te gaan zien. Bij het vorige bezoek van Dylan had ik hem kort gesproken. Aardige vent, Martin Bril.

24-04-09. Limburg heeft toch een andere cultuur dan Loosduinen. Ik reed onder een wolkendek naar het zuiden en parkeerde in Schinnen aangekomen de auto. Een Schinnens verkeersbord deed me fronsen: ‘Tijdelijke wegverharding’ – kennelijk is de gebruikelijke gang van zaken dat er zand ligt. Liep om de benen te strekken een blokje om, stapte weer in en reed de twee kilometer naar Puth. De eerste bekende die ik zag was hond Teun, die waakzaam in de tuin lag te slapen. Ik groette haar, Teun kwam tegen me op springen. Daar was ook Nathalie, die ik al drie jaar en zes maanden kende maar nog nooit in persoon ontmoet had. Ze had voor een smakelijke lunch zorggedragen, de bakker had er een haar in verwerkt. We wandelden met Teun een ommetje. Wat een zonnigheid heerste er in dat Limburgse Puth.

25-04-09. Toen een aantal jaren geleden het zotte bericht in omloop kwam dat Harry Mulisch als ukkie een Duits uniform gedragen zou hebben, trok dat veel aandacht. Vreemd genoeg werd in geen van de items die er op tv aan gewijd werden een foto getoond van de volgroeide Mulisch in een dergelijk uniform. Er bestaat een fraaie reeks waarin hij samen met Hugo Claus in uniform poseert. Ze werden niet in de oorlog gemaakt, maar in 1962, op de set van Als twee druppels water, de verfilming van De donkere kamer van Damokles. Ook Willem Frederik Hermans ging in uniform op de foto, lolbroek als hij was trok hij er hilarische bekken bij. Zag de verfilming gisteren op dvd: daarin wordt een van de verzetsstrijders als Hermans voorgesteld, ook komen enkele foto’s van Hermans in uniform in beeld.

26-04-09. Het is pas halfnegen, er kan nog een hoop veranderen maar het ziet ernaar uit dat het vandaag geen zomerse dag wordt. De zon bevindt zich op dit moment ver achter de wolken, laten we hopen dat-ie daar blijft. Zonneschijn werkt luiheid in de hand. In deze tijd van het jaar kan ik van ongeveer elf tot ongeveer halfeen op het balkon in de zon zitten. Als ik het besluit genomen dat te gaan doen, kan er uiteraard geen sprake zijn van voordien iets ondernemen, dat is de moeite niet. Om elf uur met een boek op het balkon gaan zitten tot de zon vertrekt – en dan omdat ik toch al aan het lezen was daar binnenshuis maar mee verdergaan. Voor je er erg in hebt is het de moeite niet meer wat anders te gaan doen.

27-04-09. Het is prettig als op maandag om zes uur de wekker niet afloopt, het is minder prettig als dan om vijf voor zes de telefoon gaat. Ik sta op en draaf de trap af – misschien is er wat met mijn moeder aan de hand. ‘Hallo?’ ‘Martin? It’s Isy, from Heidelberg.’ ‘That’s a long time ago,’ zeg ik. Maar dan denk ik: sodemieters, het is vijf voor zes! En hang op. Onmiddellijk gaat de telefoon weer. Ik laat overgaan en keer terug naar bed. Ondanks de deur dicht en het hoofd onder het kussen hoor ik beneden de telefoon gaan. Het houdt op en begint weer. Ik daal vloekend af, berg de telefoon in een bureaula op en vertrek weer naar bed om verder te slapen (deur dicht, hoofd onder kussen). Om zeven uur ben ik nog wakker.

28-04-09. In Middenmeer ligt sinds kort het Pienterpad. Zo kort, dat de TomTom nog van niets weet, waarschuwde de bibliotheekman die ik er zou interviewen telefonisch. Dat gaf niet, zei ik, ik maak gebruik van een routeplanner. Op die van de ANWB de postcode ingetikt – helaas, werd niet herkend. Routenet was up-to-dater, zodat ik daarvan de aanwijzingen printte. Ik bereikte te Middenmeer een rotonde, nam de derde afslag, gevolgd door ‘direct Cultuurweg rechts afslaan naar de Cultuurweg’. Dit advies bracht me bij een tweesprong: een weg betrof een fietspad, de andere voerde langs landerijen. Ging dat wel goed? Ik hield stil voor een aardappelfokkerij en liep het modderige terrein op tot ik de aardappelfokker gevonden had. Hij stuurde me terug naar de rotonde, de patatjuffrouw van een cafetaria gaf nadere instructies en zo bereikte ik het nieuwe Pienterpad.

29-04-09. Voor logeerkat Loekie, die is overgekomen voor vakantie, is het hier zo vertrouwd dat inburgering niet aan de orde is. Hij draaft bij binnenkomst de trap op, inspecteert de kattenbak en is aangepast aan de nieuwe situatie. In de reguliere situatie, zijn thuishuis, is hij gewend dat hij via het keukenraam naar buiten mag, hier blijft hij binnen en vindt dat best. Als ik naar boven ga volgt hij me, in de verwachting dat ik hem voer zal voorzetten. Hij volgt me ook naar de keuken, wegens de worst die er in de koelkast wordt bewaard. Wilde hem gisteren eens verwennen (en mezelf ook) met een grillkippetje. Nadat Loekie een stukje kip had gekregen gingen de restanten in de vuilbak. Even later lag er onder aan de trap een fors kiprestant: had hij uit de vuilbak opgedoken.

30-04-09. Het is goed afgelopen maar de schrik zit me nog in de benen. Fietste gisteren in Den Haag op de Mient, over het fietspad. Er trad een agent op dat fietspad die me staande hield. Klaarlichte dag, zonneschijn – controle van de lichten? Nee, veel erger. Er was een overval of iets dergelijks geweest en de dader, die een grijs jasje droeg, had zich uit de voeten gemaakt op een sportfiets. Logisch dus dat ik staande werd gehouden, want mijn jasje was blauwe jeans en de fiets een city bike. De agent was benieuwd naar de inhoud van mijn tas. Tas bevatte geen gestolen goederen, wel een petje. ‘Heeft u dit petje gedragen?’ ‘Nee, dat zet ik op als het gaat regenen.’ ‘Waar komt u vandaan?’ Ik toonde de transactiebon van het pinnen, drie minuten voordien. Een alibi!

01-05-09. Koninginnedag begon bij de buren kort na middernacht al, toen ze in hun uitgelatenheid house‘muziek’ opzetten die me lang uit de slaap hield. Omstreeks een uur na mijn gapende ontwaking naar mijn moeder gefietst, onverschrokken als ik ben over het fietspad waar ik eergisteren ten onrechte door de politie tot staan was gebracht. Mijn moeder was in afwachting van de waszuster – maar kwam die wel? Het was tenslotte Koninginnedag. Het was zonnig zoals het op Koninginnedag niet elk jaar is. Ik maakte een wandeling over de Loosduinse braderie en zag er de troep uitgestald die er jaarlijks uitgestald wordt, alleen waren het andere eigenaren die ervan af wilden: ze verkochten wat ze vorig jaar in een toestand van verdwazing gekocht hadden. Thuisgekomen zag ik op tv dat er in een klap een einde was gekomen aan Koninginnedag.

02-05-09. Er stonden weer fenomenale stuurlui aan wal. Zapte naar een item op TV West, waarin een dame met een plattelandse tongval meende dat ze de auto hadden moeten doorzeven met kogels. (Dat had ’m wellicht eerder tot stilstand gebracht, met dan in het publiek tientallen slachtoffers door gemiste schoten.) De dader is dood maar legde nog wel een verklarinkje af – dat verbaast: als je tegen een zuil knalt en daar zwaargewond van raakt, ben je daartoe dan in staat? Zou een agent het portier openen en vragen: ‘Waar zijn we mee bezig, meneer?’ De verklaring was dat hij het op de koninklijke familie gemunt had. Maar waarom stoof hij dan plankgas op die zuil af en niet op de bus? Van persconferenties werden we ook niet wijzer. ‘We hebben geen aanwijzingen dat er een terroristisch motief was.’

03-05-09. Buurvriendin Esther had Gran Canaria vaarwel gezegd om na een tussenstop in Honselersdijk weer in Loosduinen op te duiken. Ze zou gisteren langskomen om logeerkat Loekie op te halen. Toen ze dit telefonisch aangekondigd had wist ik wat me te doen stond: ik sloot de deur van de slaapkamer. Het verleden leerde namelijk dat Loekie het hier na een aantal overnachtingen zo naar zijn zin krijgt dat hij geen zin meer heeft te vertrekken. Als Esther zich meldt is de kans groot dat hij onder het bed vliegt: dat was nu niet mogelijk. Er werd aangebeld, ik liet Esther binnen, Loekie ging languit op een trede van de binnentrap liggen. Toen Esther hem een halfuurtje later wilde meenemen lag hij niet meer op de trap: hij had zich in de gangkast verschanst, onpakbaar achter de kattenbak gekropen.

04-05-09. Onlangs bereikte me via de mail een communicatie van de mij onbekende Ann Shalini, afkomstig uit Maleisië en als privésecretaris werkzaam voor de heer dr. El Alaji Abulla Rahim, die ik evenmin ken. Het gaat volgens mevrouw Shalini niet best Rahim. ‘Mijn baas werd vermoord door onbekende pistool mannen in Bagdad laatste 20 april 2008 voor zijn woonplaats.’ Daar komt bij dat er in Rahims kluis een bedrag van 6,2 miljoen Amerikaanse dollars ligt, waarvan Shalini als enige op aarde op de hoogte is: ‘wij kunnen alleen de doos met geld met de middelen die door de hulp van een diplomatieke dienst, met behulp van hun diplomatieke dekking naar uw land.’ Als ik snel te hulp schiet kan me dat aardig wat opleveren: ‘We zullen bespreken en overeenstemming bereikt over een percentage voor uw hulp en partnerschap.’

05-05-09. Op je wenken bediend worden, heet zoiets. Op kantoor werd overgestapt op een ander mailsysteem. Dat zou na Koninginnedag even geregeld worden maar de dag ervoor kwam er al geen mail door die ik de avond daarvoor van huis gestuurd had. Gisterochtend waren er sinds Koninginnedag vier nachten verstreken: het zou dus wel in orde gekomen zijn. Maar toen ik om zeven uur de pc aangezet had kreeg ik geen toegang tot de mail. Na anderhalf uur kwam een geleerde de nieuwe mail bij me installeren. Toen was er mail – maar alleen die van de laatste dagen. De rest was wegens de overzetting weggehaald maar werd teruggezet: alfabetisch, op achternaam van de medewerkers. Om kwart over elf was de E aan de beurt. Maar naar huis gegaan en daar de mail bekeken. Er stroomden 1258 spamberichten binnen.

06-05-09. Je hebt de dingen niet altijd zelf in de hand. Buisdorp is van oudsher dorps, het valt niet langer te ontkennen dat de gemeente tegenwoordig een internationale uitstraling heeft. Dat komt door com. Toen ik acht jaar geleden besloot een website in omloop te brengen wilde ik die Buisdorp.nl noemen. Maar in die tijd ging dat niet zomaar. Wanneer je namelijk een punt-nl-website wilde claimen dan moest je ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel. En dus werd het punt-com. Zoiets trekt tot in het buitenland de aandacht, vooral bij instellingen die zich erop toeleggen spam te verzenden. Die spam wordt dan gericht aan een functionaris die bij Buisdorp.com in dienst is, zoals de admiral, de majordomo en anderen die mijn imperium draaiend houden. Ik heb het managementteam opdracht gegeven wat te doen aan dat eindeloze gespam.

07-05-09. Ik was dertien en om de film te mogen zien moest je veertien zijn. You Only Live Twice draaide in Olympia. Wat een film! James Bond in Japan, helikopters die in een vulkaan landden! Wanneer ik de ’m nu op dvd zie vind ik ’m nog steeds geweldig, net als alle Bonds met Sean Connery en bijna alle met Roger Moore. George Lazenby valt mee, Timothy Dalton toch ook wel, Pierce Brosnan was in orde. Daniel Graig? Casino Royale op dvd gezien en meteen weer vergeten. Quantum Of Solace bij de bieb geleend en gisteren het kijken na een halfuur beëindigd. Het ligt niet alleen aan de humorloze Graig: er wordt gevochten of het acrobatiek is, de beeldwisseling is snel als bij MTV. Of je een boek leest waarin de zinnen niet meer dan vijf woorden hebben.

08-05-09. Sinds de jongste Koninginnedag heeft beertje Balkenende een dagtaak aan het publiekelijk bejubelen van konegin en koonklijke familie. Je hoort hem niet meer over de kredietcrisis, die moeten we kennelijk vergeten. Hoe vaart de autobranche? Vandaag krijgt mijn Peugeot 106 een onderhoudsbeurt plus apk. Reed de voiture gistermiddag naar de dealer. Het was me al opgevallen toen ik telefonisch een afspraak maakte: het was geen enkel probleem, de dag die ik noemde – voorheen was het altijd druk. Toen ik het terrein opreed zag ik dat er volop parkeerplek was. Ze waren toch wel open? Ik ging naar binnen, de dame aan de balie zei: ‘U komt uw auto alvast brengen.’ ‘Heeft u me herkend?’ ‘Nee, ik zag u aan komen rijden.’ Ze had de nummerplaat ontwaard, het kenteken ingetikt en mijn gegevens opgezocht. Zo’n zee van tijd!

09-05-09. Het is alsof er helemaal geen auto’s meer verkocht worden. Toen ik mijn Peugeot 106 voor een onderhoudsbeurt plus apk afleverde waren er in de showroom twee klanten die het aanbod bekeken, toen ik een dag later de auto ging ophalen was er niet een te bekennen. Er was een kleine onderhoudsbeurt uitgevoerd en dat kwam me op 258,38 euro te staan. Er stond op de factuur gespecificeerd waaruit de werkzaamheden bestaan hadden. Zoiets bestudeer ik nauwkeurig want ze moeten met mij geen gekkigheid uithalen. ‘Handrem mechaniek gedemonteerd, gangbaar gemaakt en gemonteerd.’ Dat kostte 34,75 euro. Ik vroeg de man aan de balie wat dit beduidde. Hij legde uit dat het mechaniek van de handrem was gedemonteerd, gangbaar gemaakt en gemonteerd. Aha, dacht ik, de handrem was niet gangbaar geweest. Dat was wellicht gekomen door het demonteren.

10-05-09. Het slijpen aan het eerste deel ging maar door: ik bracht onlangs verbeteringen aan op de elfde print daarvan. Het was de hoogste tijd geworden om verder te gaan met deel twee van Tijd voor stampij. Ik had een aardige massa aantekeningen gemaakt, het verloop van het verhaal zat grotendeels in mijn hoofd. Maakte op 1 mei een indeling van de vijftien hoofdstukken die het moesten worden en ging de volgende dag in een HEMA A5-schrijfblok aan de gang. Die dag drie hoofdstukken handgeschreven, de volgende ook. Gisteravond schreef ik de laatste drie hoofdstukken en typte ze over. De eerste versie van deel een, eveneens vijftien hoofdstukken, had 20.029 woorden geteld, de eerste versie van deel twee telde er 20.426. De komende tijd zal in het teken staan van het verbeteren van deel twee. En deel een.

11-05-09. Het werd een vergeefse missie van anderhalf uur. Ik zag een optreden van Tom Jones in Ahoy aangekondigd staan en daar moest ik bij zijn. Gauw naar het postkantoor gereden, er aan de beurt gekomen en mijn wens kenbaar gemaakt. Computer kon Tom Jones niet vinden. ‘Organiseert Mojo het?’ vroeg de baliedame. ‘Kaartjes van Mojo verkopen we niet meer.’ En nou? Er zat vlakbij een sigarenwinkel van De Jongens. Ik liet haar twee keer de richting aanwijzen en ging op weg. Jongens niet te vinden, wel een andere sigarenwinkel. Ook daar wees men de weg. Ik in de aangegeven richting, vond niets, keerde terug, kreeg hernieuwde aanwijzingen, vond de winkel. Tom Jones? Dat was Ticket Service, zij deden Ticket Box. Probeer Free Record Shop. Aldaar: verbinding met Ticket Service lag plat. Toen maar thuis via internet besteld.

12-05-09. Als je aan een boek werkt kan de luiheid het wel vergeten. Ik was gisteren na het reguliere kantoorwerk van halfzes tot middernacht bezig met het lezen en verbeteren van Tijd voor stampij: de veertiende versie van het eerste deel, de eerste van het tweede. Momenteel is het tien voor zes ’s morgens. Werd gewekt door omwonende vogels. Zodra ik bij kennis was gingen ze slapen, het is buiten weer stil. De eerste versie van deel twee had ik met de vulpen geschreven, overgetypt in WP 5.1 en na de spellingcontrole overgezet in Word. De spellingcontrole van WP bevalt me beter dan die van Word maar is evenmin feilloos. Fouten die ik op de print verbeterde waren ‘ik wordt’, ‘hij’ moest ‘het’ zijn, ‘zetten’ ‘zitten’. Dat ziet de spellingcontrole niet. En erger: ik zag het ook niet.

13-05-09. Het ene moment wordt het nieuws bepaald door de kredietcrisis, het volgende is het de tragedie in Apeldoorn. En nu is het alweer volop komkommertijd. Zette zojuist Teletekst aan en las daar het belangwekkende nieuws dat de astrologe Mellie Uyldert was overleden. Ik had nooit van haar gehoord maar als ze met haar overlijden tot Teletekst was doorgedrongen moest het iemand van groot belang geweest zijn, ondanks dat ze zich inliet met astrologie. Ik begaf me naar pagina 110 en zag dat ze inderdaad niet de eerste de beste geweest was, zij het wel ‘een van de eersten die ernst maakten van de astrologie’. Niet alleen dat: ze hield zich bezig met ‘geneeskrachtige kruiden,’ wel wel. En ze was fout geweest in de oorlog, ‘tegen rassenvermenging, geloofde in kabouters en moest niets hebben van gehandicapten en vrouwenemancipatie.’

14-05-09. Er kwam weer eens een bericht van TNT Post in de bus. Er werd ditmaal gewaarschuwd voor de concurrentie: Jan en alleman mocht tegenwoordig maar post bezorgen en dat werd dus ook gedaan door bezorgers die niet zo doorgewinterd waren als de TNT-bezorgers. Ik moest daaraan denken toen ik van de week voor de tweede keer in korte tijd op de kast met brievenboxen twee TNT-poststukken zag liggen die verkeerd bezorgd waren, ze hadden naar een andere straat gemoeten. Soms krijg je post die je wegens de onduidelijke envelop geneigd bent meteen weg te gooien: dan zit er vaak reclame van een autodealer in. Het kan ook gaan om een nieuwe creditcard in een neutrale envelop: die kan je maar beter niet ongeopend weggooien. Gisteren kwam er luchtpost uit Bremen. Huh? Bremen? Er zaten bestelde concertkaartjes in.

15-05-09. Er is dit of dat gebeurd en degenen die het meegemaakt hebben krijgen slachtofferhulp. Dan denk ik: vroeger hadden mensen incasseringsvermogen, pah! Maar toen ik gisteren een politiewagen met zwaailicht voorbij zag komen was daar ineens weer de onterechte aanhouding van een tijdje geleden, toen een overvaller op een fiets gevlucht was en ik ook op een fiets reed. Ik wandelde verder, zag de politiewagen omdraaien en me in de andere richting passeren, stak over, zag de politiewagen nog eens omdraaien en via het trottoir mijn kant op komen. Dan gaat er toch wat door je heen. Politiewagen hield halt, twee agenten stormden goddank een portiek in. Even later nog twee politiewagens, toen ik na bibliotheekbezoek weer langskwam waren ze vertrokken. Een tanige verlopen vrouw vol tatoeages stond nu in vechthouding tegenover een man. Liep gauw door.

16-05-09. Pas de ochtend erna vernam ik via het Journaal dat de Toppers niet tot de finale waren doorgedrongen en dat vond ik onbegrijpelijk. Op de avond van de zo desastreus geëindigde voorronde was ik op de uitzending gestuit. Het was een moment waarop van alle liedjes een fragmentje te zien was en het was allemaal bagger. Waarom had men Shine nou slechter gevonden dan de rest? Bij mij mochten de emoties er zijn maar ze vielen in het niet bij die van de Toppers. Gordon verkondigde in het Journaal dat de Toppers er toch maar voor gezorgd hadden dat Nederland weer op de kaart gezet was. En dat de Toppers het Oranjegevoel hadden teruggebracht of iets dergelijks, iets waar Nederland na het drama in Apeldoorn hard aan toe was. Volkomen geschift die Toppers. Maar dan ook volkomen.

17-05-09. Als je iemand een kommaneuker noemt dan doe je dat doorgaans niet om hem of haar te complimenteren. Maar voor wie aan een roman werkt is het prettig om op het punt aangekomen te zijn dat komma’s de aandacht opslokken. Tijd voor stampij nadert zijn voltooiing: van het eerste deel heb ik inmiddels de zestiende print verbeterd, van het tweede deel de derde (beide delen werden voorafgegaan door een handschriftversie). Het leek of komma’s vroeger belangrijker waren, ze werden veelvuldiger gebruikt: zonder komma’s zou een roman van Couperus tien pagina’s dunner zijn. Ik neig er meer en meer toe het aantal komma’s te minimaliseren. Ze zijn eigenlijk alleen nodig als ze indien weggelaten de zin een verkeerde betekenis geven. Of wanneer ze letterlijk als leesteken gebruikt worden: je wilt dat de lezer op dat punt even pauzeert.

18-05-09. Afgelopen zaterdag las ik Zoute griotten weer eens en dat was maar goed ook. De roman Tijd voor stampij is er min of meer een vervolg erop. Zo komt een van personages uit Zoute griotten erin voor, Kokya. Om erachter te komen wat zij er ook al weer voor een geweest was, herlas ik de acht jaar geleden voltooide en vier jaar geleden voor het laatst gelezen (ik bedoel door mij) roman. Die beviel me nog, al zou ik bij een herdruk het aantal komma’s drastisch verminderen. In Tijd voor stampij luncht Kokya met Paulien. Kokya is net terug van vakantie, Paulien vraagt of haar dochter Atillo mee was geweest. Nee, die had daar geen zin in gehad. Zoute griotten bevat een passage waarin Kokya Evert vertelt dat Atillo een in Afrika wonende Fosterdochter is. Helemaal vergeten.

19-05-09. Lokale Teletekst leert dat er in het centrum van Den Haag gedurende een aantal maanden grote verkeersoverlast te verwachten valt omdat er gewerkt gaat worden aan het beter bereikbaar maken van de stad. Ik vat het bericht zo helder mogelijk samen en nog zullen weinigen het kunnen lezen zonder hun wenkbrauwen op te trekken. Een paar maanden overlast, what else is new. Maar het idee dat Den Haag nadien beter bereikbaar zal zijn. Ik geloof dat de centrumring die men van plan is ertoe leidt dat je vanaf januari volgend jaar drie kilometer om moet rijden om hemelsbreed vijfhonderd meter op te schieten. Het is om het milieu rond de woningen in het centrum te ontzien. Daar slaan dan minder uitlaatgassen op neer en dat is kennelijk van groter belang dan de toegenomen hoeveelheid elders neerslaande uitlaatgassen.

20-05-09. Post! Van Eneco! ‘Geachte heer, mevrouw De Jong, U bent al jarenlang een trouwe klant van Eneco.’ Daar gaan we weer. Iemand krijgt de opdracht een brief te laten uitgaan, hij of zij (of een heel team) is daar dagen mee bezig. Wat zullen we voor aardigs zeggen tegen iemand die onze energie afneemt? Laten we hem toespreken als trouwe klant, dat zal hem mild stemmen. Maar wat een barre onzin, dat ik al jarenlang een trouwe klant ben. Want hoezo trouw? Die energie neem ik af door het licht aan te doen of de tv aan te zetten. Het is toch niet zo dat ik kan besluiten om maar eens een paar maanden geen energie af te nemen? Ik neem soms niet af: als de stroom uitvalt. En dan gaat mijn humeur er niet op vooruit.

21-05-09. Nadat ik op het terras een tonic gedronken had gingen we het restaurant in waar boven een tafel voor vier gereserveerd was die voor een kwart onbezet bleef omdat de vierde eter zich afgemeld had. Toen de wijn gekozen en door degene die het allemaal ging betalen gekeurd was ging het voor mij van start met kalfstartaar met spiegelei, gebakken pecorino en truffelmayonaise. De hoofdmoot bestond uit albacore tonijn van de plaat met gedroogde tonijnkrullen en sojaboter. Als nagerecht had ik appel crumble met bakkersroom gevolgd door een cappuccino. Het was allemaal wel lekker hoor, maar de bediening. Ik hou niet van dat overdreven vriendelijke gedoe. Van na elke hap moeten zeggen of het smaakte. En dan dat belachelijke keuren van de wijn. Als ik zoiets vaak zou doen zou ik iemand worden die standaard alles terugstuurt.

22-05-09. Waarover spraken zij? We namen afscheid van de reeks Boek-delen essays (te weinig abonnees) en dus ging het over literatuur. Frank had de nieuwe Wieringa al gelezen. Ik doe zoiets niet maar bracht wel de verzamelde Hermans en de verzamelde Karel van het Reve ter sprake. Jo onthulde dat hij voor bibliotheken thrillers besprak. Ik noemde een paar auteurs in dat genre die ik las. Jo: ‘Doe jij wel eens wat anders dan lezen?!?’ Ik haalde ten bewijze het manuscript van Tijd voor stampij uit mijn tas. Zo tegen het dessert verklaarde ik dat ik de vorige dag twee delen verzameld werk Dick Bos ontvangen had. Jo schaterde. Als ik die delen al bekeken had zou ik hem op zijn nummer gezet kunnen hebben: een van de delen bevat een geleerd voorwoord van A.F.Th. van der Heijden.

23-05-09. Een festival als The Hague Jazz begin je met rondlopen om de ligging van de zalen onder de knie te krijgen. Op mijn zienlijst stond Djabe, met Steve Hackett. Daarvoor moest ik in The ‘A’ Train zijn. Die zaal was buiten het gebouw, een zeil als overdekking. En het was er windkracht 36. Het programma was wat omgegooid, de Brand New Heavies waren al aan de gang, in Billie Holiday’s Inn. Hm, nee. Te braaf, die funk. Op naar Nina’s Overnight waar Bennink, Borstlap en Glerum zich aan Monk waagden. Subliem, wat Han Bennink met een enkele snare drum en veel humor voor elkaar krijgt. Hele optreden gezien, zo ook dat in Louis’ Basement van de Dizzy Gillespie All Stars: Slide Hampton (77), James Moody (84). Woody’n You! Salt Peanuts! Pennies From Heaven! A Night in Tunesia!

24-05-09. Wat is oud? Hoe erg is oud? Zag op de tweede dag van The Hague Jazz in zaal Louis’ Basement Klaus Doldinger (73) samen met zijn band Passport. Ik leende ten tijde van de middelbare school bij de bieb hun jazzrockplaten. Geweldig om die muziek van zo dichtbij mee te maken. Excuses voor de korte duur van het optreden: normaal speelde Passport drie uur lang. Na elven bij Chez Ella naar binnen voor Rod McKuen (76) begeleid door piano, bas, gitaar. Zijn Nederlandse hits waren geen jazz geweest, hij zong daarom in een paar seconden tijd de titels ervan. Prachtige set: standards, eigen werk, nummers van Brel. Ontroerende, raspende, broze stem. Kocht bij een kraam zijn cd The Amsterdam Concert, opgenomen in het Concertgebouw, 1971. Ook nog ondergaan: de funk van Morris Day, een broekie van 51.

25-05-09. De onderwerpen voor deze rubriek liggen niet elke dag voor het oprapen maar de komende tijd voorzie ik geen gebrek eraan. Vrijdagavond kwam mijn moeder in huiselijke kring ten val. Ze wist naar de telefoon te kruipen en mijn zus op te trommelen, die op verzoek bleef overnachten. De volgende ochtend was er nog pijnlijkheid aan de orde, zodat er een ambulance werd ingeschakeld en mijn moeder op een brancard werd gehesen. Ze was voorafgaand aan het kapseizen duizelig geweest: het bleek dat het hb-gehalte van haar bloed slechts 4.8 was. Door de val had ze haar schaambeen gebroken. Daar wordt niets aan gedaan (het hoeft niet in het gips) behalve revalideren en dat moet in een tijdelijk tehuis voor elkaar gebracht worden. Mijn moeder voelt er niet veel voor: ze ligt daar in het ziekenhuis best.

26-05-09. Ik had het achterlicht eigenhandig gerepareerd door de batterijen die het een jaar of zeven geleden begeven hadden te vervangen door verse. Nu kon ik naar het station fietsen en de trein naar Amsterdam nemen om Zappa plays Zappa in Paradiso te zien. Een puik plan, meende ik een tijdje. Maar toen sloeg de twijfel toe: hoelang was een retourtje geldig? Stel dat de terugreis na middernacht aanving – moest ik dan kaartje voor de volgende dag hebben? En hoe zat het met het eventuele deel van de terugreis dat zich nog voor twaalven afspeelde? Het moge duidelijk zijn: ik nam de auto. De terugreis daarin was een feest: de donkere nacht die oplichtte bij het magnifieke onweer dat gaande was. Ik hoopte dat mijn banden van rubber waren, zodat de bliksem geen vat kreeg op mijn Peugeot.

27-05-09. Er was vaart achter gezet: al na een paar dagen ziekenhuis werd mijn moeder voor revalidatie naar een tehuis getransporteerd. Ik ging er gistermiddag langs en zei tegen de receptionist: ‘Mevrouw De Jong is hier vanmorgen afgeleverd, waar kan ik haar vinden?’ ‘Afgeleverd, ha ha ha.’ ‘Het is m’n moeder, ik mag het zeggen.’ Ze lag op kamer 008, samen met een bes die al bijna gerevalideerd was. ‘Ze is wel aardig,’ aldus mijn moeder over de kamergenote, die stokdoof geweest moest zijn om dat niet te horen. Ik vond het wel een aardige ambiance, voor een paar weken. Maar mijn zus was minder te spreken. De radio deed het niet, een tafel stond op instorten en een verpleger had gezegd dat mijn moeder haar naam in haar kleding moest laten naaien want er werd zoveel gestolen.

28-05-09. Mijn bejaarde buurman, die een verfrissende kijk op de dingen heeft, had tijdens de renovatie van zijn huis gedurende een aantal weken in een verzorgingstehuis gelogeerd. Naar aanleiding daarvan zei hij: ‘Ik waarschuw maar: je moet ervoor zorgen dat je dood bent voordat je in zo’n tehuis komt te liggen.’ (Hij had het er niet zo naar zijn zin gehad.) Mijn moeder verblijft sinds een paar dagen ter revalidatie in zoiets: ze moet na haar val weer beweeglijk gemaakt worden. Ze krijgt met allerlei verontrustende figuren te maken. Zo liet mijn zus weten dat een arts het plan heeft om een gesprek met mijn moeder te hebben. Hij wil weten of ze gereanimeerd moet worden als het hart besluit stil te staan. Kennelijk moet je een dergelijke wens uitdrukkelijk kenbaar maken, anders nemen ze die moeite niet.

29-05-09. Mijn zus is een minder groot kenner van Little Britain dan ik, dus ze kon niet op de namen komen maar ik wist meteen dat ze Lou en Andy bedoelde. Ze was mijn moeder gaan opzoeken in het tehuis waar enigszins gewerkt wordt aan haar revalidatie en had voorgesteld om een eindje met de rolstoel te gaan rijden. M’n moeder zat er al in, het was slechts een kwestie van duwen. Via een liftje dat zich ergens buiten het gebouw bevond belandde de rolstoel op de begane grond. Mijn moeder vond het allemaal maar niks. ‘Don’t like it,’ hoorde ik haar in gedachten als Andy (of Lou?) zeggen. Zondag wil mijn zus haar meenemen naar Kijkduin en daar een patatje eten. Best kans dat mijn moeder dan stiekem uit de rolstoel stapt en naar de branding rent.

30-05-09. Verpleegkunde is eigenlijk net zoiets als ambtenarij. Een ambtenaar die met de uitgifte van rijbewijzen belast is moet je niet aan zijn hoofd zeuren over zaken als belasting. Zo ook verplegers, kreeg ik de indruk toen ik eergisteren mijn moeder opzocht. Ik trof haar tijdens de lunch, ze zat aan een tafel met de ongegeten warme maaltijd voor zich. Ze had niet meer naar binnen kunnen krijgen dan een soepje en een toetje. Tegenover haar zat een verpleger die daar niets van zei. Ze had geen trek, ach, dat was zijn discipline niet: ze was er om te revalideren, niet om door middel van voedsel aan te sterken. Ze was al eens tien kilo afgevallen, als dat afvallen zich doorzette dan zouden haar overlevingskansen flink afnemen. We gaan maar proberen mijn moeder vet te mesten met ijs.

31-05-09. Het vooraf indelen van je dagen heeft niet altijd zin. Had me ingesteld op in het mijnerzijds vijf volledig vrije dagen omvattende pinksterweekend drie boeken van Jeaniene Frost lezen: Halfway to the Grave, One Foot in the Grave en At Grave’s End. Geen boeken die kans maken op een literaire onderscheiding maar je hoeft als lezer niet altijd een snob te zijn. En als het om leeswerk gaat ook Tijd voor stampij nog eens kritisch door te nemen, alvorens het manuscript dinsdag meervoudig in omloop te brengen. Maar er kwam om te beginnen de aankondiging van een fikse redigeerklus die het lezen van drie boeken op losse schroeven zette. En daar kwam gisteren nog grieperigheid bij, het gevoel dat het lichaam gaat gammelen: rillerigheid en meer van dat soort verschijnselen die het welbevinden in de weg zitten.

01-06-09. Grieperigheid is vervelend maar valt in het niet bij het onwelbevinden dat je aantreft in een instelling waar gerevalideerd wordt. Sloeg gisteren vanwege de grieperigheid een beurt over, mijn zus ging ’s middags wel op moederbezoek. Te veel heisa en gehijs om mijn moeder in de auto te tillen, daarom hield mijn zus het bij het voortduwen van de rolstoel richting Hap Snap. Aldaar had mijn moeder geen trek in ijs, wel behoefte aan een sigaret. De automaat bevatte haar merk niet. ‘Biets er maar een als we terug zijn,’ stelde mijn zus voor. Ze doelde op het terras waar revalideurs in de zon een biertje dronken. In een uur tijd bietste mijn moeder drie sigaretten. Een kantinebord meldde dat er na twaalven bier geschonken werd. Mijn zus had de indruk dat sommige patiënten aardig lam waren.

02-06-09. Het verraderlijke van dit zomerse weer is dat je denkt: ik kan net zo goed de fiets nemen. En dus nam ik vrijdagochtend om halfzeven de fiets naar kantoor, waar ik een klein uur werk had. Op de terugweg wilde ik een fietsbrug over. Een geparkeerde bestelbus belemmerde het zicht erop en op de fietser die opdook. Beide remmen ingeknepen, zonder tegen de fietser op te vliegen stond ik til, tuimelde slechts ietwat opzij. Mijn voorwiel was veranderd in een krakeling en wilde niet meer draaien. Gezellig praatje met de tegenpartij, toen de fiets naar een fietsenmaker gedragen. Die ging een uur later open, vond een andere die na een kwartier al open was. Er moest een nieuw wiel aangebracht worden, kon de fiets ’s middags ophalen. De schade bedroeg 74 euro. Had een taxi kunnen nemen.

03-06-09. Het verblijf in de instelling waar aan haar revalidatie gewerkt wordt bevalt mijn moeder minder dan matig. Gelukkig is ze verlost van een kamergenote: die placht om halftien al te gaan slapen en dan moest het licht uit. Mijn moeder is iemand die als ze om tien uur gaat slapen om twaalf uur weer wakker is. Helaas ging het vertrek van de kamergenote gepaard met de verwijdering van de tv die op de kamer stond. Dat de instelling een terras heeft en dat je er naar hartenlust bier kunt klokken is naar de wens van vele revaliderende oudjes. Mijn zus gaf het afgelopen zaterdag maar op met de drinkende patiënten een gesprek te voeren. Ze had mijn moeders hond meegenomen. Een oudje: ‘Dag Bobby, dag Bobby!’ Mijn zus: ‘Hij heet Hendrik.’ Het oudje: ‘Dag Henry, dag Henry!’

04-06-09. Dat hebben we af en toe allemaal: ’s morgens wakker worden en opstaan met het idee dat je nog wel een paar uur langer had kunnen slapen. Als je grieperig bent is daar alle gelegenheid voor, heb gisteren het grootste deel van de dag slapend doorgebracht. Had niet meer op mijn programma staan dan hoesten, niesen, snuiten, me beroerd voelen, de post gaan halen en het manuscript van de roman Tijd voor stampij voor de laatste keer verbeteren (morgen gaat het naar vijf uitgeverijen). Bij mijn weten heeft mijn grieperigheid geen Mexicaanse herkomst maar gewoon Loosduinse. Het begon voor het pinksterweekend al met een gevoel van toenemend onwelbevinden dat zich geleidelijk aan verdiepte. Dinsdagavond met ex-klasgenoten van de lagere school op een terras zitten betekende waarschijnlijk het doorslaggevende zetje richting beroerdheid: sindsdien gammel ik aan alle kanten.

05-06-09. Kung Fu was populair en Mies Bouwman had de hoofdrolspeler in haar programma. ‘David Carradaain!’ riep ze met haar gebruikelijke aan hysterie grenzende enthousiasme. ‘It’s pronounced Carradien,’ zei Carradine droog. Wat een serie: de kale Master Po die gloeilampjes als ogen had en die ‘snatch the pebble from my hand’ zei. Als Caine dat voor elkaar kreeg mocht hij de wijde wereld in. Het lukte en hij trok naar het Wilde Westen om zijn broer te zoeken. Veel vechten, veel oosterse wijsheid. Lang niets van Carradine gehoord, toen was hij in Kill Bill te zien, met een prachtige oud geworden kop. Gisteren ineens het bericht dat hij met een touw om zijn nek was aangetroffen in een hotelkamer in Bangkok, 72 jaar oud, hij werkte aan een film. En jawel hoor: de nieuwslezeres had het over Carradaain.

06-06-09. Met z’n dertienen zaten we aan een ronde tafel en de menukaart bevatte onheilspellende gerechten. Ik had gedacht: een uitnodiging voor een etentje bij de Chinees, laat ik de uitnodiger niet te veel op kosten jagen en een nasi goreng bestellen. Maar de kaart begon met zaken als Ingewanden van Enge Beesten, ik zou toen ik via de voorgerechten bij de hoofdschotels beland was niet raar opgekeken hebben als daar ook Paardenoog met Vliegen te vinden zou zijn. Gelukkig – een katern met vertrouwd voedsel, waaronder die nasi goreng. Maar uitnodiger Ron bleek zijn schoonzoon opdracht gegeven te hebben voor allen een doorlopende maaltijd te bedenken. En die kregen we voorgeschoteld: erg heerlijk. Had vooraf grote zenuwen omtrent de stokjes, maar de serveerster vroeg ieder: lepel-stokkie? en bood daarmee een uitwijkmogelijkheid naar bestek waar ik mee overweg kan.

07-06-09. Je maakt als inzender van manuscripten wat mee. Vorig jaar september bezocht een vriendin een uitgeverij waar ze op de redactie gewerkt had en overhandigde er het manuscript van mijn puberroman De mooiste dag tot nu toe, die ze met instemming gelezen had. Er kwam een gele sticker op, ten teken dat er speciale aandacht aan gegeven zou worden. In januari maar eens per mail geïnformeerd. Een redactrice berichtte dat ze erover te spreken was geweest en het de uitgever aangereikt had, die het aan een dochter zou laten lezen. Ze had het er laatst met hem over gehad: hij kon zich niet herinneren dat hij het aan zijn dochter zou laten lezen. Ze zou nog eens vragen en waarschijnlijk over een week van zich laten horen. Uiteraard nooit meer wat van haar of die uitgeverij gehoord.

08-06-09. Men zal mij zelden in een kerk aantreffen – eigenlijk alleen als het een voormalige kerk als Paradiso betreft of de Amstelkerk gisteren, die we speciaal voor het zingen bezochten. Alsof het niet bijzonder genoeg was dat het concert gratis was, werd het ook nog eens gegeven door vier bijzondere Vlamingen: Nathalie Delcroix, Jorunn Bauweraerts, Annelies Brosens en Simon Lenski, ofwel Laïs Lenski ofwel drie buitengewone zangeressen met de buitengewone cellist van Die Anarchistische Abendunterhaltung (DAAU). Simon begon, met een paar minuten solo cello. De cello was aangesloten op een effectenapparaat, soms klonk het als een fuzztone gitaar. Als Simon de strijkstok buiten beschouwing liet was het als tokkelen op een luit. Plus dan nog die fenomenale zang. Na afloop belandde ik met meegekomen Tieka in een wolkbreuk – net als toen ik onlangs met haar broer Paradiso verliet.

09-06-09. Voordat er campagne gevoerd werd om het jeugdige drinken aan te pakken waren er campagnes om het roken te ontmoedigen. Vroeger had men er geen idee van dat roken slecht zou kunnen zijn voor de gezondheid en voor zover men ervan wist trok men er zich niets van aan. Mijn moeder, bijvoorbeeld. Ik zocht haar van de week op in de instelling waar ze revalideert. Ze was met haar rolstoel naar het terras gereden, om er te roken. Ik trof haar aan in een toestand van grote zorgen want het pakje was bijna leeg: er zaten nog maar acht sigaretten in. Op haar kamer ontdekte ik in het nachtkastje vier ongeopende pakjes: de opluchting was groot. Toen ik gisterochtend op bezoek ging zat ze op het terras uiteraard te roken. Met in de hand twee pakjes sigaretten.

10-06-09. Bij het opruimen van je bureau en het doorspitten van het papier dat daar opgestapeld is geraakt kan je amusante dingen tegenkomen. Zat ineens weer in mijn handen met de folder waarin TNT zichzelf op de borst roffelt wegens de betrouwbaarheid van bezorging die gunstig zou afsteken bij concurrenten. Ik moest denken aan de kort voor Pinksteren van Leidschendam naar Loosduinen gestuurde envelop die hier nooit is aangekomen. En aan de envelop die ik afgelopen vrijdag van Loosduinen naar Leidschendam stuurde en die daar pas dinsdag op het bureau van de geadresseerde belandde. Gisteren kwam er een bericht van andere grappenmakers, die van ING. ‘Enkele dagen geleden hebben wij een nieuwe Betaalpas naar uw huisadres gestuurd’ – ik schrok me lam, totdat ik besefte dat ik die pas al weken in bezit hebt. Datum boven brief: 26 mei.

11-06-09. Als je kritiek uit op een organisatie als TNT moet je ook woorden van lof spreken, als die opportuun zijn. De eerdergenoemde van Leidschendam naar Loosduinen gestuurde envelop werd hier gisteren bezorgd. Gefrankeerd op 29 mei, bezorgd op 11 juni – je kunt veel van TNT Post zeggen, als je ze een poststuk in handen geeft dragen ze er zorg voor dat het bij de geadresseerde aankomt. Nog meer TNT-lof: van vrijdag verzonden manuscripten kreeg ik maandag al ontvangstbevestigingen gemaild. Een van een uitgever die sinds eind mei vorig jaar een ander manuscript onder zich heeft: er is daar namelijk wat achterstand. Vernam bovendien wat over een uitgever waarvan een redacteur in januari gunstige woorden over een manuscript had gesproken: las op de website van Boekblad dat verschillende auteurs via de rechter naleving van hun contract hadden afgedwongen.

12-06-09. Ik twijfelde: zou ik met mijn vuist op tafel slaan of met wat anders? Het werd een klachtenformulier invullen. Ik arriveerde in de instelling waar mijn moeder revalideert. Ze was niet op haar kamer, ze was niet buiten aan het roken, ze zat niet in de eetkamer. Ik liep gedurende vijf minuten met opgetrokken wenkbrauwen rond, schoof toen het gesloten gordijn voor een van de toiletten opzij. Daar zat ze. Ze vroeg of ik de zuster wilde roepen, die haar in de rolstoel moest helpen. Ik ging naar de ruimte waar welgeteld zes verplegers zaten en bracht het verzoek over. Vijf minuten later was er nog altijd geen actie ondernomen. Ik ging terug en herhaalde het verzoek. Sorry, er was overdracht gaande. Dat was het moment dat ik met de vuist wilde slaan. Of met wat anders.

13-06-09. Er zijn nog steeds mensen die denken dat iets waar is als het ergens geschreven staat – vooral gelovigen hebben daar last van. Daarnaast zijn er ontelbaren die iets geloven omdat het via de televisie tot hen komt. Toen er beweerd werd dat er in Apeldoorn een aanslag op de koninklijke familie gepleegd was waren er weinigen die dat in twijfel trokken. Maar wat hadden ze gezien? Een auto die in volle vaart op een pilaar af stoof en niet op de bus met de koninklijke familie. Op een persconferentie werd gezegd dat het een aanslag op die familie geweest was: de dader had dit toegegeven. Van de week heette het echter dat de dader tegen de agente die hem nog gesproken had gezegd had dat het een ‘bewuste actie’ geweest was. Ja, het tegen die pilaar knallen.

14-06-09. Het gelezen krijgen van alle ongelezen boeken is iets wat ik wel op mijn buik kan schrijven. Er is op die buik niet eens ruimte om alle te lezen titels te noteren. Het zou al onbegonnen werk zijn als ik geen aanschaffen deed maar die doe ik natuurlijk wel. Er verschijnt een nieuwe Kelley Armstrong, een postume Voskuil, een bundel interviews met Woody Allen en het is een wonder dat ik van die drie alleen Voskuil nog te gaan heb. Voskuil belooft wat te worden: ik vatte onlangs het plan op hem helemaal te (her)lezen en kocht daartoe ook Onder andere en de twee wandelboeken die ik nog niet had. Momenteel ben ik verzonken in een omnibus van Anne Rice: Interview with a Vampire, The Vampire Lestat en The Queen of the Damned. Dat zijn 1300 pagina’s.

15-06-09. Wanneer een katholiek overlijdt kunnen de nabestaanden een omvangrijke uitvaart voor hem of haar aanrichten. De vader van een vriendin van mijn zus, die aan katholicisme leed, was na 91 jaar opgehouden met leven. Mijn zus bezocht de kerkdienst, een spektakel dat anderhalf uur aanhield. Het zijn uitgekookte eigenheimers, die papen. Halverwege de dienst werd er een collecte gehouden, een inzameling om de kerk in stand houden. En ook om de overledene te eren. Met andere woorden: als je niet dokte had je geen respect voor het lijk. Mijn zus trapte niet in die doortraptheid, deed geen duit in de zak. Er wordt ten onrechte beweerd dat religieuze rituelen de nabestaanden troosten. Een vriendin van mijn zus werd door de dienst herinnerd aan eerdere meegemaakte uitvaarten, verliet ontdaan de kerk en maakte de begrafenis niet meer mee.

16-06-09. Bij een zondagverjaardag heb je de zekerheid dat er geen kaarten bezorgd worden, bij een maandagverjaardag is alles mogelijk. Iemand doet op zondag een kaart op de bus die op dinsdag pas aankomt, iemand doet op zaterdag een kaart op de bus die op maandag verkeerd bezorgd wordt. Bij iemand hier in het blok was vrijdag een envelop houdende giroafschriften bezorgd: juiste huisnummer, verkeerde straat. Trof de envelop op de brievenboxen aan en deed hem op de bus, nadat ik er met zo groot mogelijke letters erop geschreven had: Verkeerd bezorgd door incompetente postbode. Zaterdag zag ik zo’n lul vanaf het balkon naderen: hij luisterde naar een iPod terwijl hij zijn werk deed. Hij stapte van de fiets, boog zich over de tras met poststukken en staarde ernaar alsof hij geen idee had wat ermee te doen.

17-06-09. Was nogal gretig geweest op het gebied van de verorbering van hazelnootgebak, dus kreeg pas laat trek in de avondlijke maaltijdsalade. Op het moment dat ik eraan wilde beginnen belde mijn zus op, toen er opgehangen was mijn moeder. Ze verzocht om mijn overkomst, wilde me iets voorlezen. ‘Ga je gang,’ zei ik. Nee, ik moest persoonlijk langskomen. Trof haar aan op het terras van de inrichting voor revalidatie. ‘Wat wilde je voorlezen?’ Dat had ze maar gezegd omdat er een verpleegster nabij geweest was. Het ging erom dat haar sigaretten bijna op waren. Kon ik een pakje gaan kopen? Nee, ik had geen geld bij me. Grote paniek, hoewel er nog acht in het pakje zaten. Maar het was terechte paniek: mijn zus vertelde later dat ze er ’s middags binnen een uur vier gerookt had.

18-06-09. De niet te tellen verfilmers hebben zich door de jaren heen weinig aangetrokken van het boek van Bram Stoker: daarin gebeurt zoveel meer dan er in die films aan bod komt. Had onlangs de film Dracula (1931) met Bela Lugosi weer eens gezien, las de afgelopen dagen The New Annotated Dracula: de roman plus zo’n 1500 noten en honderden illustraties, wat een leesfeest. De noten zijn om te smullen: volop informatie over zaken als de eerste schrijfmachine en grammofoon, de behandeling van geesteszieken, hypnose, de opkomst van de New Woman, alsook de opsomming van de zeer vele inconsequenties in het verhaal. En op de koop toe kwam ik te weten wat Transylvanië betekent. Het mythische Transylvanië, je kent het woord zowat je leven lang maar weet niet wat het betekent. Het betekent Zevenbergen. Nou ja, zeg. Zevenbergen!

19-06-09. Wie Dracula zegt moet ook Frankenstein zeggen. De herlezing van de roman van Bram Stoker was me bevallen, ik las aansluitend die van Mary Shelley. Ook dit betrof een herlezing maar ik had het boek zo lang geleden gelezen dat me er niets meer van bijstond. Frankenstein leeft vooral door de films met Boris Karloff als het monster, en de latere van Hammer, met Peter Cushing als Baron Frankenstein. Wat een raar boek, zeg! Na onenigheid met zijn schepper trekt het monster erop uit. (Hoe Frankenstein dat monster precies maakt kom je niet te weten.) Het monster is geen kwaaie peer maar heeft een uiterlijk dat velen afschrikt. Hij leert zichzelf spreken en ook lezen. Je zou denken dat hij dat doet via boeken voor beginners als Nijntje, maar hij stort zich meteen op Goethe en Dante!

20-06-09. Het is een druk uit 1987 en waarschijnlijk meer dan twintig jaar geleden dat ik het boek las. Achterop staat onder meer: ‘The mixture of the supernatural, the horrible, and the carnal, makes this book as sensational as when it was first published in 1796.’ Daaruit zou je niet opmaken dat het een meesterwerk is maar dat is het, het is ‘held to be one of the finest “Gothic” novels which enjoyed great popularity in the eighteenth centrury. It is a violent tale of ambition, murder, and incest, set in the sinister monastry of the Capuchins in Madrid.’ The Monk werd geschreven door Matthew Lewis, toen hij, niet te geloven, negentien jaar was en werkzaam op de Engelse ambassade in Den Haag. Denk dat ik binnenkort maar eens naar die ambassade fiets en een diepe buiging maak.

21-06-09. Het is zomer geworden en de dagen worden weer korter, zoals dat om de een of andere reden heet. De eerste twee weken van de vakantie zitten erop, nog maar drie te gaan: tijd om de tussenbalans op te maken. Als het zo doorgaat wordt het overwegend een leesvakantie. Er zijn meer mensen die hun vakantie aangrijpen om hun leesachterstand weg te werken maar die doen dat op een zeer omslachtige manier: ze vullen een koffer met boeken, nemen het vliegtuig naar een strand hier ver vandaan en zetten het daar op een lezen. Ik doe dat gewoon in huiselijke kring. Dat er ’s morgens geen wekker afloopt betekent dat ik ’s nachts kan lezen zo lang ik wil: het wordt hup drie uur. Wat ik nog niet onder de knie heb is tot na halfnegen slapen.

22-06-09. De Kampioen van de ANWB gooi ik altijd ongelezen weg, maar als Er is post! bij de post zit ga ik er goed voor zitten. Hoera! Jarig in de zomer staat er ditmaal voorop. Een beetje een misser van TNT want driekwart van de mensen is in een ander jaargetijde jarig en die vervreemd je op die manier van je. Het voorwoord is van een olijk ogende zaterdag- en vakantiemedewerker. Wat die allemaal niet meemaakt als postbode! Hij vindt het bezorgen leuk werk, want ‘je bent buiten bezig en iedereen is aardig voor je’. Hij werd een keer wegens het bezorgen van een verjaardagskaart uitgenodigd een gebakvorkje mee te prikken! Jammer voor hem dat hij de tijd niet heeft mogen meemaken dat postbodes, glazenwassers en melkboeren huis aan huis in bedden van seksueel nooddruftige dames getrokken werden.

23-06-09. Mijnerzijds is de vakantie een uitgelezen periode om in boeken verzonken te zijn. Ik pak dat wat slimmer aan dan figuren die met een koffer vol achterstallig leeswerk naar een zonland reizen en daar op het strand neerstrijken: ik lees mijn boeken gewoon in huiselijke kring. Dat de wekker niet afloopt betekent dat er geen noodzaak is bijtijds te gaan slapen en dat ontaardt na een tijdje in tot drie uur ’s nachts liggen lezen. In combinatie daarmee vindt het moment van ontwaken met de dag later plaats. Door de aanwezigheid van logeerkat Loekie is de nachtrust nooit ononderbroken: zo nu en dan eet hij luidruchtig brokjes uit zijn bakje. Maar dat uitslapen: als er boeken besteld zijn is er grote kans dat de koerier om kwart voor negen aanbelt. Wat een weerzinwekkend wakker worden is dat.

24-06-09. Er worden minder en minder kranten verkocht. Dat is verdrietig voor degenen die aan krantenverkoop veel geld hopen te verdienen en ook voor degenen die bij een krant in dienst zijn, als journalist of anderszins. Maar ja, de tijden veranderen, wat doe je eraan. Een commissie zocht het eens uit, onder aanvoering van Elco Brinkman. Wat een duivelskunstenaar: een dienstbetrekking hebben, talrijke commissariaten en ook nog een commissie leiden. Brinkman kwam op het idee de kranten te steunen met geld opgebracht door mensen die internetten. Plasterk nam het rapport in ontvangst: Goed je best gedaan, Brinkman, maar internetters noodlijdende kranten laten subsidiëren, daar beginnen we maar niet aan. Zei hij bij de presentatie van het rapport al, met een grote grijns. Het leverde prachtige televisie op. Wat keek die Brinkman verbitterd en gekwetst strak voor zich uit!

25-06-09. Laat gaan slapen blijft aan de orde, uitslapen wil ook in deze derde vakantieweek nog niet lukken: veel later dan halfnegen sta ik niet op. En dan zijn er nog de nachtelijke ontwakingen veroorzaakt door logeerkat Loekie, die het niet voor elkaar krijgt zijn brokjes geluidloos te eten. Afgelopen week werd ik daar maar een keer niet wakker van: dat was de keer dat het bakje leeg was geraakt. Hij begon toen over me heen te lopen om me daarop te attenderen. Gisterochtend keerde hij terug naar zijn meesteres. Dat is altijd een heel gedoe. Als ze aanbelt om hem in beslag te nemen vlucht hij onder het bed, onder de bank of in de gangkast. Ditmaal deed ik de voordeur voor hem open, hij stapte schuchter naar buiten en liet zich toen naar zijn thuisbasis drijven.

26-06-09. Als er onbeperkte leestijd is hebben dikke boeken mijn voorkeur. Gisteren voltooide ik de lezing van In het paradijs van de vrouw, van Zola: mooie roman over de opkomst van warenhuizen in de negentiende eeuw. Las deze week voorts twee via boekenbonnen verworven romans van Carloz Ruiz Zafón, De schaduw van de wind en Het spel van de engel. De eerste had ik twee jaar geleden in de vorm van een bibliotheekboek gelezen en smaakte ook bij herlezing. Achterop stond de juichkreet: Meer dan 500.000 exemplaren verkocht!, voorop was een sticker aangebracht die meldde: Meer dan 700.000 exemplaren verkocht. Bij zulke aantallen vraag je je in de eerste plaats af of mensen die het boek kochten het ook hebben gelezen of volstonden met uitstalling op de salontafel. De komende dagen ga ik de vier delen Twilight herlezen.

27-06-09. De dag ging zoals elke dag van start met het aanzetten van de pc, gevolgd door het inschenken van koffie. Er kon geen verbinding gemaakt worden met het internet en de telefoon deed het ook niet. Dat werd weer bij derden de storingsdienst bellen en in de bibliotheek de mail lezen. Gelukkig heelde de boel na een uurtje vanzelf. Arriveerde bij mijn moeder met een nieuwtje maar ze wist al dat Michael Jackson dood was, evenals de andere revaliderende oudjes. ‘Hij gaf alles voor het zingen,’ zei een van hen wijs. ‘Jij hield niet zo van Michael Jackson, hè?’ zei mijn moeder. Niet enorm, maar de twee cd’s die ik van hem heb (Thriller en Bad) zijn vlekkeloze producties. ’s Middags mijn zus aan de lijn, plus een ander hoorbaar gesprek. En ’s avonds weer totale telefoonstoring.

28-06-09. Volgens Lisa Marie was Michael Jackson gefascineerd door de manier van overlijden van haar vader en er waren er meer die een dergelijk einde zagen aankomen. Ze hadden geen van beiden iemand in de buurt met voldoende gezag om ze van destructief gedrag als het slikken van pillen af te houden. Sterren van het kaliber Elvis en Jackson (en mindere ook) hebben het idee dat ze te onsterfelijk zijn om als normale stervelingen voortijdig dood te gaan. Michael Jackson bereidde zich voor op een serie optredens, de dag na zijn overlijden zou Elvis aan een tournee beginnen. Misschien maar goed ook dat die tournees niet doorgingen: stel je voor dat Michaels Jacksons hart op het toneel de handdoek in de ring gooide. En het was Elvis’ eerste tour sinds de publicatie van het onthullende en ontluisterende lijfwachtenboek.

29-06-09. Het kost grote moeite geen sympathie te voelen voor Michael Jackson die in een interview vertelt over de mishandelingen door zijn vader, compassie te hebben met iemand die als veertiger moederziel alleen in een reuzenrad rondjes maakt, dromend van we weten niet wat. Liefde maakt blind, dus fans kan je het niet kwalijk nemen. Maar het verbijstert dat er ook bij de media geen historisch besef blijkt te zijn als ze Jackson ‘one of the first global superstars’ noemen. Dat was Rudolph Valentino al, na hem kwamen Frank Sinatra en Elvis. En dan dat King of Pop. Als het om populaire muziek en Afrikaans-Amerikaanse artiesten gaat dan zijn er velen wier muziek baanbrekender was dan die van Jackson: Duke Ellington, Louis Armstrong, Miles Davis, Ray Charles, James Brown, Stevie Wonder. Maar Michael was mogelijk de beste danser.

30-06-09. Glastonbury: zag er zondag een paar uur van. Mijn zus sprak er haar bewonderende verbazing over uit dat de zestiger Bruce Springsteen de vorige dag als een jonge hond over het podium had lopen rennen. Zestig? Daar kijkt niemand toch meer van op. Ik zag de energieke, nog altijd zo’n tweehonderd keer per jaar optredende Tom Jones. Een paar weken geleden begon hij aan zijn zeventigste levensjaar – negenenzestig of niet, hij deed in Kiss na ‘I think I’d better dance now’ zijn woeste berendans. Even daarvoor had hij zelfverzekerd ‘I know how to undress me’ gezongen en tot genoegen van het publiek zijn bovenlichaam ietwat ontbloot. Het gezelschap Madness oogde wat pafferiger dan voorheen maar One Step Beyond blijft hossen. En dan het herrezen Blur met Girls & Boys – wie neemt Damon Albarn zijn extra pondjes kwalijk?

01-07-09. Vroeger moest je om zoiets te zien naar de kermis, tegenwoordig wordt het via de televisie aan huis bezorgd. Belandde laatst zappend in een programma gevuld met een man die vrij vlezig was (220 kilo) en een vrouw die naar het slanke neigde (39 kilo). De man verorberde in een week tijd een hoeveelheid calorieën waar een modaal mens zestien dagen mee toekan. De vrouw at in een week ongeveer zoveel als modalen in drie dagen. Zulke verschijnselen zijn uit het leven gegrepen, ontdekte ik: in de instelling waar mijn moeder revalideert verblijft een zeer gewichtige heer die gisteren wegens de hitte zijn overhemd ondichtgeknoopt liet. Hij had zo’n buik die richting de knieën groeit. Nee, dan mijn moeder. Ze werd tijdens een bezoekje aan de cardioloog gewogen: er zijn nog maar 36 kilo van haar over.

02-07-09. Daar is Diana Ross (65) mooi klaar mee: als moeder Jackson straks ook de geest geeft wordt zij opgezadeld met de drie koters van Michael. De gekte lijkt geen grenzen te kennen. Terwijl aanhangers van de zanger van de daken schreeuwen dat hij zo’n geweldig mens was fronst de objectievere beschouwer de wenkbrauwen. Dat deed ik bij het zien van een interview waarin trotse vader Michael vertelde dat hij destijds de navelstreng had doorgeknipt en er toen met de boreling vandoor was gegaan – de taak van de moeder zat erop. Of de kinderen ooit toegang tot de beide moeders hadden weten we niet, of Jackson wel hun verwekker is ook niet. In het interview sprak hij over het adopteren van een aantal kinderen, met de gretigheid van iemand die graag nog een paar katten of honden wil.

03-07-09. Eerder deze week gingen de dagen nevelig van start en was het prettig ochtendlijk hardlopen. Gisteren was om negen uur de zon al aan de macht en zelfs in het bomenvolle Meer en Bos hol je dan niet pufvrij. (’s Middags stond er tien kilometer fietsen op het rooster: er is wind, nauwelijks hitte.) Ik smeerde me goed in maar ik ontkwam er niet aan op een paar plekken te verbranden. Om precies te zijn: gebrand te raken. Dat kwam niet door de zon maar door het lezen dat ik te bed doe. Aan het hout van het hoofdeinde zit een lampje geknepen dat langs mijn hoofd licht op de pagina’s werpt. Soms denk ik niet aan dat lampje en duik onbesuisd neer, zodat de gloeiende gloeilamp inmiddels een pols, een elleboog en een bovenarm heeft gebrandmerkt.

04-07-09. Moest denken aan de Noord-Koreaanse tv die geruststellende beelden toont van leider Kim, om aan te tonen dat deze het wel maakt: je weet niet wanneer ze gemaakt zijn. Michael zong of mimede en danste een beetje. Twee dagen voor zijn dood? Het zou kunnen. Kreeg het gerucht door dat hij geen haar meer had en daarom een pruik droeg. Dat is een gegronde reden om een puik te dragen. Het haar zag er hoe dan ook altijd hetzelfde uit, kennelijk van duurzamer materiaal vervaardigd dan Michaels gezicht. Was Debbie Rowe de moeder van de twee kinderen of had ze slechts een bevrucht eitje tot ontwikkeling laten komen? En wie is de vrouw die zich opwerpt als moeder van het derde kind? Ze lijkt me te donker voor zo’n bleekneusje. Misschien dat zus Janet een eitje afstond.

05-07-09. Hoe hij heet weet ik niet maar het was die presentator van RTL Boulevard met dat hele kale hoofd zonder haar. Er werd gesproken over de niet bijzonder uitzinnig dansende Michael Jackson en hij met dat hele kale hoofd zonder haar zei: ‘Maar hij is vijftig!’ Alsof het een wonder is dat iemand op die leeftijd nog in staat is een dansje te maken. Ik moest denken aan Mick Jagger, die tijdens de laatste tour van de Stones als een bezetene over het podium rende en hij was een eindje in de zestig. Er zijn zestigplussers die marathons lopen. Er zijn er ook die al dat sporten maar niks vinden en die de hele dag vadsig voor de buis hangen. Dat soort mensen zie ik dagelijks als ik mijn moeder opzoek in de instelling waar zij revalideert.

06-07-09. Vorige week reisde mijn revaliderende moeder met een rolstoeltaxi naar de cardioloog. De chauffeur was een onbedaarlijke kakelaar – dat was niet prettig maar het had erger gekund. De Amsterdamse taxitragedie bracht een Haagse herinnering bij me boven. Na een missie voor onze schoolkrant keerde ik met Frank terug op station Hollands Spoor. Frank woonde in de Oudemansstraat, ik in de haaks daarop staande Schlegelstraat. Ach, laten we maar een taxi nemen. We stapten in en noemden de bestemming, die de chauffeur grommend aanhoorde. Ritje van niks! Bij het afmeren aan de Oudemansstraat reikte ik de goede man wat guldens en kwartjes aan. Hij ontstak in woede, stapte net als wij uit en kwam ons vloekend achterna. Uit consternatie liepen Frank en ik de woning van Frank voorbij. Stel je voor dat de chauffeur een Amsterdammer geweest was!

07-07-09. Iedere Hagenaar is een icoon, lijkt het wel. Zag zondag het programma Haagse Iconen, dat gewijd was aan Henk van der Meyden (71). Hij vertelde over het prachtige theater Scala, dat gesloopt werd omdat er een parkeerterrein moest komen: grote schande. Vertelde dit aan mijn moeder en we kwamen zo op de eveneens gesloopte Dierentuin. Volgens mijn moeder nam tante Marie als zij daarheen ging een pannetje eten mee. Nou ja, als ik over mijn familie begin. Tante Door, bijvoorbeeld, had een Eng Oog, dat uitpuilde. Ik zei eens tegen mijn vader dat ik het idee had dat het oog vooruitgegaan was. Hij zei: ‘Hangt het nou op haar wang?’ En dan de uit Duitsland geïmporteerde oom Ulrich, die gemakshalve ome Ul genoemd werd. Brrr, groot gegriezel: ome Ul was in zijn hoofd aan zijn hersens geopereerd.

08-07-09. Zo’n herdenkingsdienst hou ik maar gedeeltelijk vol. Je zit welwillend voor de tv maar als je geen onverwoestbare fan bent gaat het gebeuren na een tijdje tegenstaan. Een enkele overtreffende trap hoort erbij maar je kunt het ook te gek maken. De mooiste uitvaart sinds het begin der tijden, de grootste artiest die de wereld ooit gekend heeft, de hoogste kijkdichtheid sinds de uitvinding van de televisie. Michael Jackson zou het allemaal geweldig gevonden hebben, aldus sprekers en commentatoren – als ik dat hoor denk ik dat hij het nog geweldiger had gevonden als hij gewoon was blijven leven. Moest denken aan de uitvaart van Jan Wolkers, de zo nu en dan hilarische toespraak van Maarten van Rossem, de grof-geestige toespraak van John Cleese bij de dienst voor Graham Chapman. Bij Amerikanen moet je daar niet mee aankomen.

09-07-09. Ging twee nachten geleden om halftwee slapen en werd om halfvier gewekt: zoiets is geen genot. Zeker niet als het komt door de voordeurbel. Stel je voor dat er een waanzinnige voor de deur stond. Of een buur. Keek via het overloopraam naar de galerij: geen mens. Het was de wind geweest die de beldrukknop beroerd had. Die zat sinds een tijdje klem, waardoor de bel niet ding-dong deed. Maar door de wind ding-dongde het weer. Wat te doen? Pakte een trapje erbij om de batterijen uit de belinstallatie te verwijderen, vier van die dikke. Er kwam een plug van de muur los maar daar had ik ze. Ziezo. Ziezo? Niks ziezo. De bel ding-dongde ook zonder batterijen! Om bij te komen een mailtje verstuurd, zo kwart over vier naar bed. Om halfvijf zong de eerste vogel.

10-07-09. Dat de bel na het verwijderen van de vier batterijen doodleuk doorgegaan was met ding-dongen gaf me bij het ontwaken te denken. Waren het wel batterijen van de voordeurbel? Of waren het batterijen van de intercom? Als ze dat laatste waren deed de intercom het niet en was ik van de buitenwereld afgesloten. Om halfvier ’s nachts is helder denken wel het laatste wat er in me opkomt, dus ik had de batterijen woedend in de vuilbak gegooid. Ik probeerde ze weer op te diepen, graaiend tussen de uit het koffiefilter geschepte bagger, de lekkende verpakkingen van maaltijdsalades, uitgeperste sinaasappels en nog erger. Maar daar had ik de vier batterijen: een was goeddeels leeggelekt, ik ontwikkelde het vermoeden dat die niet optimaal meer functioneerde en kocht verse. ’s Middags al beierde de intercom: een koerier met boeken!

11-07-09. Beroering in de boezem van het bestuur. Anja heeft per mail laten weten dat ze haar functie neerlegt, ze wenst de overige bestuursleden sterkte bij het voorbereiden van de reünie en zal die graag bijwonen. Het kwam doordat zij in maart in gesprek was gegaan met iemand van een beoogde locatie en dat Brita daar onlangs ook haar licht was gaan opsteken, Anja voor de voeten lopend. Tegenwoordig wordt het ongenoegen over zoiets in fraaie gemailde woorden gegoten, ten tijde van de lagere school hadden Anja en Brita waarschijnlijk elkaars haren uitgetrokken en gezichten opengekrabd. Heb nog geen reactie gehoord van Kitty, Hans, Paul en Peter, die eveneens in het bestuur zitten. Het wordt spannend, de reünie is al op 19 september. Zullen we het redden? Het bestuur heeft in elk geval een paar keer lekker gegeten.

12-07-09. Adem niet meer in, adem niet meer uit. Het was niet alledaags, het bericht op Teletekst dat Vinkenoog stervende was. De Vlaamse Teletekst meldde bij monde van de aanstaande weduwe zelfs al waar hij begraven zou worden. Had ik het ergens gelezen? Had ik het hem op tv horen zeggen? Een waarzegger had Simon voorspeld dat hij zeer oud zou worden en op een gewelddadige manier zou overlijden. Tachtig is tegenwoordig niet stokoud maar een hersenbloeding zou je gewelddadig kunnen noemen. Het is nog altijd niet goed geregeld, de manier waarop mensen sterven. Eerst was er het been dat er voor de helft af moest. De artsen wilden er niet van weten maar Vinkenoog kondigde op zijn weblog aan dat hij weer zou gaan lopen. Waarom niet meteen een hersenbloeding en de ellende van een amputatie overgeslagen?

13-07-09. Als je twintig jaar lang in de nabijheid bent van iemand die een wervelwind van optimisme en levenslust is dan ga je daar zelf ook last van krijgen. Edith vertelde in het Journaal over haar dode Simon met een opgewektheid die verbijsterde. Er zijn clowns die het publiek tranen van het lachen bezorgen en die als de schmink eraf is veranderd zijn in een brok sikkeneurigheid. Vinkenoog wekte de indruk dat hij onafgebroken in een staat van uitbundigheid verkeerde. Dat is goed en wel maar het neemt niet weg dat de hoeveelheid kleurrijke schrijvers weer met een is afgenomen en dat de spoeling dun wordt. Van zijn generatie goes Mulisch nog strong, mogen we hopen. En Remco Campert natuurlijk, als het meezit binnenkort tachtig. Hij zal op de uitvaart van Simon wel weer een mooi gedicht voordragen.

14-07-09. Toen we gistermiddag in Puth hartelijk afscheid namen zei Nathalie dat ze mijn Peugeot 106 onberispelijker vond ogen dan haar eigen Ford Ka. Dat was op dat moment ook zo. Twee uur later: afslag naar Den Haag Zuid, wachten voor het stoplicht. Gierende remmen en ik word voorwaarts geduwd. Stap uit en ontmoet onthutste Jeroen die wat laat was geweest met remmen. Achterzijde 106 gekreukeld. Vriendelijke Turkse heer van auto voor me komt erbij, door de zet die ik kreeg had ik hem een zet gegeven, ik had het niet gemerkt. Ook de voorkant van de 106 gekreukeld. Schadeformulieren, toestanden, alles zeer amicaal. Onderweg naar de dealer wijzen andere weggebruikers naar mijn bungelende kentekenplaat. De dealer schudt het hoofd om de achterkant van de 106, die meevalt vergeleken bij de voorkant. De 106 is nu total loss.

15-07-09. Van zo’n aanrijding heb je langer dan een dag plezier. ’s Anderendaags zette ik me aan het invullen van de achterzijde van het schadeformulier, waarop ik onder meer moest aangeven of het een plezierreis was geweest of dat ik beroepsmatig op pad was. Dan vraag ik me af: zou dat van invloed zijn op de hoogte van de uitkering? Bij de dealer de sleutel achtergelaten, zodat een expert op het gebied van schade de boel ook aan de binnenzijde kan bekijken. Per fiets door naar de verzekeraar die in twee zo dure panden huist dat ik bang ben dat ze om die staat te kunnen voeren nimmer uitbetalen. Daarmee was de ochtend zo goed als om. ’s Middags kwam er een zware mail van de Turkse heer die zeer fraaie foto’s van de getroffen voertuigen gemaakt had.

16-07-09. Het was Jan-Gerhard Toonder geweest, broer van Marten die naar verluidt een begenadigd astroloog was, die de voorspelling had gedaan over de manier van overlijden en de ongevere sterfleeftijd waar Vinkenoog mee te maken zou krijgen: Simon memoreerde de voorspelling in het fraaie recente (hij was tachtig) portret dat dinsdagavond uitgezonden werd. Dat hij er eerder aan had gerefereerd had ik dus goed onthouden. De dag ervoor had ik het nog somber ingezien voor wat betreft mijn geheugen. Ik was toen onderweg naar Nathalie, had net de Volkskrant gekocht die Vinkenoog topless op de voorpagina vertoonde. De vorige keer dat ik Nathalie opzocht was er ook net een grootheid overleden. Maar wie? Ik zei tegen haar dat ik er maar niet op kon komen en dat kon zij toen ook niet. Totdat ze ineens zei: ‘Martin Brill!’

17-07-09. Ze zijn nog niet jarig bij Preva: vanmiddag gaat mijn zus een paar onprettige vragen stellen. In deze instelling waar mijn moeder revalideert had het verplegend personeel opgemerkt dat mijn moeder kortademig was, al een paar dagen. Maar er werd geen enkele actie ondernomen! De arts beluisterde het moederhart en liet het aan de cardioloog over, die ze de volgende dag ging bezoeken. Maar dat ging ze helemaal niet! Mijn zus vroeg een personeelslid ’s middags de arts dit te zeggen, toen ze hem de volgende ochtend sprak wist hij nog van niets. Gistermiddag was overplaatsing naar het ziekenhuis nodig, Preva wilde haar naar een ander ziekenhuis sturen dan waar haar cardioloog werkzaam was. Inmiddels ligt mijn moeder in het goede ziekenhuis: twee slangen in haar neus, een infuus in haar arm, een katheter in haar blaas.

18-07-09. De gekte bereikte gisteren een nieuw (voorlopig) hoogtepunt. Op mijn antwoordapparaat stond de een of andere kloot namens de verzekeraar. Hij vroeg of ik wilde doorgeven bij welke garage mijn gehavende auto stond. Dat had ik aan de achterzijde van het schadeformulier genoteerd! Vervolgens mijn zus aan de lijn, die aan een zuster de door mijn moeder ondertekende wilsbeschikking wilde geven, waarin zij verklaarde bij calamiteit gereanimeerd te willen worden. Nee, de zuster wilde het niet aanpakken want de broer van mijn zus (ik) had daarover al een gesprek met de arts gevoerd. Wat! Mijn zus had nog niet opgehangen of ik zocht verbinding met die zuster. O, ze had zich vergist, ik moest dat gesprek met de arts nog hebben. Zo. Wilt u er dan een aantekening van maken dat mijn moeder gereanimeerd wil worden? Graag!

19-07-09. Op het nachtkastje lagen twee formulieren. Daarop konden de wensen met betrekking tot het ontbijt en de warme hap kenbaar gemaakt worden. Een zuster vroeg of ik dat voor mijn moeder wilde doen. Een leuk karweitje voor het bezoek. Ik bestudeerde het aanbod maar had net zo goed lukraak dingen aan kunnen kruisen want mijn moeder heeft nergens trek in. Eerst het ontbijt voor de volgende dag maar. Boterham? Ja. Met hagelslag? Ja. Halvarine? Ja. Wat wil je overmorgen als ontbijt, boterham? Ja. Hagelslag? Ja. Wat krijgen we nu, hagelslag werd daar niet genoemd. Zuster benaderd. Het klopte, het wisselde. Stroop dan maar. Dan de warme hap van de volgende dag. Bloemkool doen? Ja. Een uur later werd de warme maaltijd geserveerd, die uit bloemkool bestond. Mijn moeder at alleen een beetje toetje en een beetje soep.

20-07-09. In zo’n ziekenhuis ben ik op m’n best. Zaterdag onderging mijn moeder een bloedtransfusie. De slang verdween onder verband dat rood geraakt was, bovendien bevonden er zich bloedvlekken op het dekbed. Aan de balie bracht ik een verpleegster daarvan op de hoogte, ze adviseerde op de rode knop te drukken, dan verscheen er hulp. Ik deed dat en stond versteld de vlotte reactie: na seconden stormden drie verpleegkundigen binnen. Ik bleek een rode knop ingedrukt te hebben die ingedrukt dient te worden wanneer het een zaak van leven of dood is. Een van de toegesnelden bekeek de zaak en besloot een andere arm voor de transfusie te bestemmen. Ik overwoog hem te vragen of hij wist dat de rhesusfactor vernoemd was naar de rhesusaapjes waarop vroeger geëxperimenteerd werd. Dat had ik in The New Annotated Dracula gelezen.

21-07-09. Later, aan de telefoon, schoot mijn zus vol. ‘Stel dat ze niet meer wil?’ We hadden een gesprek met de arts gehad. De hartklep was niet in orde, mijn moeder was te zwak en te oud om geopereerd te worden. Ze zou niet naar de hartbewaking gaan, als het misging zou ze niet gereanimeerd worden: dat was zinloos medisch handelen. Maar de hoop hoefde nog niet opgegeven te worden. Het vocht achter haar longen was verdwenen, ze kreeg medicijnen die wellicht zouden aanslaan. Na het gesprek zaten we aan haar bed, ze lag op haar zij, haar mond open. Ze was er slechter aan toe dan de dag ervoor, toen ze er beter aan toe was geweest dan de dag ervoor. Je neemt afscheid en weet niet of je dat de volgende dag weer zult kunnen doen.

22-07-09. Bij alle moederzorgen die de aandacht en de emoties opeisen is het prettig om via het Journaal op de hoogte gebracht te worden van zottigheid die je zelf niet had kunnen verzinnen. Neem het kogelwerende vest van Fabiola. Het was levensgevaarlijk dat naar buiten gebracht werd dat ze dat zou dragen: potentiële plegers van aan aanslag werden er daardoor op geattendeerd dat ze hoger of lager moesten richten. Enfin. Het hart van mijn moeder klopte naar behoren, bloeddruk en hb-gehalte waren in orde, het vocht achter de longen was verdreven. Ze wordt nu via een sonde gevoed en via een infuus gaat er vocht in. Dat is gunstig maar er mag niets misgaan want het wordt de moeite niet geacht haar dan naar de hartbewaking over te brengen en een operatie aan de hartklep wordt ook uitgesloten.

23-07-09. ‘Weet dat het einde nabij is’ – dat is iets wat voor mijn moeder in het bijzonder lijkt te gelden maar ook voor de mensheid in het algemeen want de waarschuwing stond op een flyer van Jehova’s Getuigen die ik gisteren in de brievenbox vond. De flyer diende om te attenderen op een aanstaand congres. ‘Hoe overleef je het einde van de wereld?’ heet het prominent op de voorkant. In het verleden maakte de organisatie vaker melding van het vergaan van alles en iedereen, het jaar 2000 zou daar meen ik geschikt voor zijn. Dat feest ging niet door en het zou prettig zijn als ook het einde van mijn moeder nog niet nabij was. Ze bood gisteren weer een verontrustende aanblik, de voeding via een sonde was opgeschort omdat ze die sonde uit haar neus getrokken had.

24-07-09. Toen ik vier videobanden opgenomen had vond ik het wel genoeg, voorlopig. Mijn moeder zou er zestien uur zoet mee zijn. Ze was zeer verzot op detectives als A Touch Of Frost, die nam ik voor haar op, ze keek er overdag naar, met koffie en veel sigaretten. In de instelling waar ze revalideerde vielen de middag- en avondmaaltijd samen met respectievelijk Are You Being Served en Monk, twee andere favorieten. Ik nam diverse afleveringen van Monk voor haar op. Er werd na zijn overlijden een documentaire uitgezonden over Simon Vinkenoog. Toen ik mijn moeder erover vertelde zei ze dat ze die graag wilde zien. Dat gaat allemaal niet door. Ze was er gisteren aan toe zoals de dag ervoor. Als je ‘dag’ tegen haar zei, zei ze soms ‘dag’ terug. Meer communicatie was niet meer mogelijk.

25-07-09. ‘Zo is het genoeg,’ was het laatste wat Jan Wolkers zei, mooi. Mijn moeder mocht er ook zijn, ze zei: ‘Dag.’ De laatste dagen was de communicatie ondermaats. Ze was in een staat van sufheid geraakt. Maar je kon tot haar doordringen. Ik zei gistermiddag: ‘Straks komt Ellen, vind je dat leuk?’ Ze zei: ‘Ja, leuk.’ En: ‘Heb je pijn?’ ‘Nee.’ Maar later: ‘Heb je pijn?’ ‘Ja.’ ‘Waar?’ ‘Overal.’ Tijd voor morfine. Mijn dienst zat er net op toen Ellen opbelde: ‘Ze is dood.’ Mijn moeder lag erbij zoals eerder, maar nu zonder adem te halen. Er was een erg hartelijke maar ook wat eigenaardige broeder. Hij zei dat mijn moeder straks naar de kelder ging, het mortuarium: ‘Ik ben er zelf nog nooit geweest.’ Ik zei: ‘Dat komt nog wel.’ Wat zou mijn moeder gelachen hebben.

26-07-09. Het was na middernacht toen ik van het ziekenhuis naar huis fietste. Passeerde onderweg een reclamebord waarop de pokdalige kop van Maurice de Hond was afgebeeld met eronder diens aansporing ‘Ik zeg doen!’ De omstandigheden waren er niet naar dat ik meteen ging slapen: Hans gemaild en gevraagd of hij op de begrafenis een lied ten gehore wil brengen: mijn moeder was zeer gecharmeerd van zijn Speenhoffvertolkingen. Een blikje bier opengetrokken, een sigaar opgestoken en verder gaan kijken naar de aflevering van Lost waar ik uit weggerukt was toen Ellen opbelde en snikte dat Betty overleden was. Het was twee uur toen ik ging slapen, lag om halfvier nog wakker, het lukte niet tot na halfacht te blijven slapen. Na een Senseo gaan hardlopen: een energiek begin van de dag waarop we een begrafenis te regelen hadden.

27-07-09. Er zijn dozen vol foto’s, kasten vol kleren. Het leukste deel van de nalatenschap vind ik de talloze tevoorschijn gekomen briefjes. Mijn moeder noteerde van alles. De samenvatting van een gesprek met een arts of instantie, vragen die er aan een arts of instantie gesteld moesten worden. En ook dit vreemde verslag van iets wat ze gezien had: ‘Zaterdag 11.8.84 12.30. Soort vliegtuig, maakte plotseling een duikvlucht en werd groter, met een lange sliert rook achter zich, niet mooi recht, doch (vliegtuig) voorwerp? Rode kleur, werd daarna weer kleiner, ging omhoog en leek weer een soort vliegtuig en verdween achter de wolken. Dit herhaalde zich 3 à 4 maal. Soms links en soms rechts voor mij.’ Als iemand dood is kun je niets meer vragen. Dit was iets waarover ik haar graag een paar vragen had gesteld.

28-07-09. Bloedserieuze plechtigheid past niet bij ons en ook niet bij onze moeder. Hoe het met Simon Vinkenoog geregeld werd is evenmin een optie waar onze gedachten naar uitgaan. Wat is de meerwaarde van een open kist waarin een bejaarde man met een open muil ligt en waarin lolbroeken dan allerlei voorwerpen deponeren, tot joints aan toe. De oude Egyptenaren gaven hun farao’s diverse praktische zaken mee voor de reis naar het hiernamaals, dat zou als dat hiernamaals er geweest was nog een zeker nut gehad hebben. De weduwe Vinkenoog stond er opgewekt bij en riep tot besluit ‘Leve Simon!’, kennelijk niet beseffend dat hij dood was. Het is dan misschien wel in de geest van de overledene om opgewekt te doen, het maakt het niet minder erg dat hij voorgoed foetsie is. Wij doen het morgen anders.

29-07-09. De dood gaat maar door. Hoorde gisterochtend dat Michaël Zeeman ermee opgehouden was. De Volkskrant had een foto voorop: Zeeman aan zijn bureau, stapels boeken op de voorgrond. Er zat een biografie van Groucho Marx tussen, dus Zeeman viel waarschijnlijk wel mee. Er bleven er gelukkig ook nog leven: Remco Campert werd gisteren 80, Harry Mulisch wordt vandaag 82. Mijn moeder daarentegen wordt vandaag begraven. Het is nog een hele onderneming, de voorbereiding. Er moest muziek uitgezocht worden, overlegd met Hannesz over het lied dat hij ten gehore zal brengen. En dan mijn eigen tweedelige redevoering waarvan geen woord op papier staat omdat ik het omslachtig vindt om iets te bedenken en op te schrijven en vervolgens weer van het papier in het hoofd over te brengen. Om twee uur stappen Ellen en ik in de volgwagen.

30-07-09. Toen mijn vader in 1983 gecremeerd werd voerde zijn oudste broer in de aula het woord. Het was een tenenkrommende tekst waar hij de hele nacht op gezweet had, onbeholpen voorgedragen. Daarna kwam een maat van mijn vader uit militaire dienst naar voren. Hij keek opzij naar de kist en zei: ‘Jan, wat heb jij ons laten schrikken!’ Dat was zoals het hoorde. Een plechtigheid hoeft niet alleen maar plechtig te zijn. Onze meer dan markante moeder verdiende een afscheid dat niet doordeweeks was. Ik deed mijn best de aanwezigen in de aula haar bijzonderheid te verklaren. Daarbij mocht volop gelachen worden. Toen Hans na het eerste deel van de voordracht een lied gezongen had leidde ik het applaus en sprak toen: ‘Als mijn moeder ergens een hekel aan had, dan was het applaus op een begrafenis.’

31-07-09. Het was een geslaagde sandwich: het onplechtige omlijst door plechtigheid, heren met hoeden en in pakken die voor de kist bogen. Je kunt het nog zo luchtig willen houden, als je in de volgwagen stapt en voor je de lijkwagen ziet met erin de kist dan is dat een dreun. De aanwezigen waren te spreken over de gang van zaken, Hans zei na afloop dat de begrafenis in de top vijf van zijn favoriete begrafenissen stond. Hij had willen vragen om na zijn gezang niet te applaudisseren maar ik was daar expres mee begonnen om te kunnen zeggen: ‘Als mijn moeder ergens een hekel aan had, dan was het applaus op een begrafenis.’ We hielden het vrolijk omdat het om Betty ging: als je spreekt over het verdriet om haar dood dan heb je het over jezelf.

01-08-09. Zoals dat dan gaat: je zet the day after ’s avonds de tv aan om de film Blast from the Past weer eens te zien en die begint met de muziek waarmee de begrafenis geëindigd was (een latere versie). ’s Morgens waren we bij de notaris geweest, die fraaie zwarte kleding droeg en Susan heette. De boedelverdeling zou een makkie zijn: er was geen huis dat verkocht hoefde te worden, we waren niet minderjarig en er was geen testament. Susan raadpleegde voor de zekerheid een databank en riep vanaf de pc dat ze goed nieuws had: er was wel een testament. Huh? Straks ontvingen we een envelop met daarin de sleutel van een bankkluis. We vonden het testament even later: mijn moeder had mij als voogd gewenst voor het geval ze overleed als Ellen nog minderjarig was.

02-08-09. Het huis moet op 1 september leeg zijn. Er gaan delen inboedel naar de Kringloop, kleding is er voor het Leger des Heils, er zijn spullen waar een opkoper wellicht belangstelling voor heeft en dan zijn er de bekenden die we met dit of dat bedenken. Gisteren kwam Joan, gekleed in een zomers jurkje, condoleren en inspecteren. Dit was mooi en dat was mooi – maar ze had er in haar huis geen ruimte voor, zoals Ellen en ik niet in de onze. Maar niemand vertrekt met lege handen: Joan mocht naar hartenlust zeep meenemen. Er waren massa’s stukken zeep tevoorschijn gekomen uit de kleerkasten, die legde mijn moeder daar om de kleding prettig te laten ruiken. Nam er zelf ook een paar mee naar huis: Zwitsal baby soap, Dove beauty cream bar en wel vier varianten Lux.

03-08-09. Op de boodschappenlijst stonden wattenstaafjes maar die streepte ik door omdat mijn moeder ze nog had liggen. Zo ook tandenstokers, suiker en behalve de eerdergenoemde zeep een hoop pleisters, verbandgaas et cetera. Moest toen ik de betreffende la opentrok denken aan de medicamenten die mijn grootouders vroeger in een kastje in de slaapkamer bewaarden. Daar zaten neusdruppels en oordruppels in en onduidelijke zalven. Eigenlijk was zo goed als alles onduidelijk want het werd allemaal jarenlang bewaard, de etiketten ervan raakten in de loop der tijden onleesbaar vervet. Waar was die zalf voor, wat waren dat voor druppels? Het maakte niet uit, opa en oma deden maar wat en werden toch respectievelijk 85 en 90 jaar. Nou ja, als ik over mijn grootouders begin dan is er voor de rest van het jaar genoeg anekdotiek voor deze rubriek.

04-08-09. Een goede raad aan wie nog een moeder heeft: wacht niet met het inspecteren van de kasten en de paperassen tot ze overleden is! We hadden veel eerder alles overhoop moeten halen, elke snipper papier moeten bekijken en er indien nodig vragen stellen. Een paar maanden geleden was ik daar de facto al mee bezig: ik onderzocht een schoenendoos inwendig, er zaten foto’s in. Wie was de jongeman met wie mijn moeder innig was? Was hij dezelfde die in Korea sneuvelde? Het was een tijdelijk vriendje geweest, mijn moeder had het bericht van overlijden uitgeknipt omdat ze hem even gekend had. Zaterdag vonden we het overlijdensbericht van een onbekende man, met erbij een zes pagina’s lang artikel over hem in een tijdschrift. Wie was dat geweest? Wat had mijn moeder met hem te maken gehad? Vertel op!

05-08-09. Weer wat gevonden in de nalatenschap: een boekje met ‘Belangrijke Telefoonnummers’ – voorop die van Brandweer, Huisdokter, Politie, G.G.D. en Ziekenhuis (‘Geestelijke’ is niet ingevuld). Meteen op de eerste pagina staat het telefoonnummer van ziekenhuis Zuidwal, alsook ‘zaal 4’ – wie zal daar gelegen hebben en waarom? De ruimte onder ‘Naam en Adres’ is gevuld met van boven naar beneden: Martin, boord 29, lengte 122 cm, eetservies Isolde, Martin broekje maat 3, hemd maat 60 – er is niet veel genoteerd op het gebied van belangrijke telefoonnummers, wel bijvoorbeeld een pagina met: badje schoonmaken, 1 zeepklopper, emmer met deksel, 2 jurken, 1 onderjurk, 1 slobbroek, 1 masker, 2 flesjes, speen uitkoken. En, voor het geval dat het vergeten zou worden: Ellen de Jong, gew. 3660, le 50 cm, geb. 6-7 9.02 uur. Met andere woorden: vele uren van leesgenot gegarandeerd!

06-08-09. Het was te voorzien dat het sjouwen ging worden maar ik had er geen rekening mee gehouden dat het dertig graden zou zijn. Er moesten diverse dingen verplaatst worden: een kaptafel ging naar Ellen, een fauteuiltje en een glazen salontafeltje naar mij, plus dan nog een verhuisdoos vol van alles en een bananendoos met spullen voor de Kringloop. En o ja, dan konden bij mij het overtollige schoenenrek en de tweede bureaustoel (om plaats te maken voor fauteuiltje en salontafeltje) bij het grofvuil. Tilde de antieke kaptafel (inclusief vier laden) het huis uit, samen met Ellen de auto in. Te harent de garage uit, de lift in, de galerij over, het huis in. Later dan nog de rest. Bij dertig graden. Zou een mooie grap zijn als ik wegens uitputting dood in die overgehevelde fauteuil werd aangetroffen.

07-08-09. Afgelopen weekend sliep een buurhondje in. De buurvrouw verklaarde dat hij geleden had aan dementie, met de klemtoon op de voorlaatste lettergreep in plaats van op de laatste. Het is opvallend hoe vaak mensen ervoor kiezen de klemtoon verkeerd te leggen. Normaliter is een klassiek voorbeeld: er wordt kennelijk gedacht dat het om een inhoudsmaat gaat, zoals een liter melk. Bij graffiti ligt de klemtoon op de tweede lettergreep, vaak wordt zij op de eerste gelegd, dan klinkt het bijna als gravity en dat is heel wat anders. Heb zelf lang geleden, op de lagere school, zeer geblunderd. Ik moest een tekst voordragen waarin het woord notabelen voorkwam en legde de klemtoon niet op de tweede lettergreep maar op de derde. Dat kwam doordat ik het woord zo uitgesproken gehoord had in een conference van Wim Sonneveld.

08-08-09. Het nieuws komkommert weer, het Journaal opent dus met sensatie. Er zou uit onderzoek gebleken zijn dat zes van de tien automobilisten onder het rijden aan hun TomTom zitten te frunniken en dat is een groot gevaar voor de verkeersveiligheid zo niet de westerse beschaving. Zes van de tien automobilisten? Ik heb geen TomTom. Mijn zus heeft geen TomTom. Esther heeft er geen, Hans ook niet. Dat zijn al vier van de vier automobilisten die niet eens zo’n ding hebben. Alles kan gevaarlijk zijn. Naar links kijken terwijl er rechts iets gebeurt. Niesen. Vroeger kon in de auto alles. Er werden onderweg kinderen verwekt. Een oom van me bouwde op de snelweg een sjekkie. En je mocht toen nog zo hard rijden als je wilde in auto’s die niet apk gekeurd waren en waarin geen veiligheidsgordels zaten.

09-08-09. Volgende maand vindt de reünie van de lagere school plaats. Een van de leden van het iets uitgedunde organiserend comité (Anja wierp de handdoek in de ring) stelde een lijst met aandachtspunten op: er moet bijvoorbeeld iemand een paar woorden zeggen. Ik verwees bij wijze van referentie naar de redevoering die ik bij uitvaart van mijn moeder had gehouden en mag op basis daarvan de oud-leerlingen toespreken – iets wat ik destijds niet gedurfd zou hebben, zo zie je maar. Het is het comité nog niet gelukt voormalige leerkrachten te strikken. Een is onvindbaar, een verhinderd, een is er begraven (maar we weten niet waar). Dan is er nog een gymleraar die in opspraak raakte wegens ontuchtigheden met jongetjes – alsof gymnastiek al niet verschrikkelijk genoeg was om mee te maken. Nee, die krijgt geen uitnodiging van het comité.

10-08-09. Het duurt nog wel een week voordat de opruimklus geklaard is. Een grote kast, een wat kleinere kast, een aantal rieten manden: overal kleren van mijn moeder. Tassen ook, vele tassen. Ellen bestudeerde documenten, bezoekende Francesca stelde voor de kleding in plastic zakken voor Kringloop en Leger des Heils te stoppen. Het werd een klus van uren die pas eindigde toen de vuilniszakken op waren. Ik paste een enkele kleurige jas want mij staat alles – maar mijn moeder was behoorlijk kleiner, zeker sinds haar ruggengraat krom was geraakt. De oranje alpinopet was voor mij, de paarse vond ik wat te opzichtig. Er kwam tussen de spullen ook nog een ongebruikte joint tevoorschijn, die had Ellen voor mijn moeder gekocht toen die ernstig last had van rugpijn, het zou de pijn wellicht verlichten en anders wat vrolijkheid brengen.

11-08-09. Je bent een kalme thuisdag van plan en dan belt de immobiele bejaarde buurman, die vraagt of je de huisarts bij hem binnen wilt laten als zij aanbelt. Later dan nog de Peugeotman: een taxateur heeft de schade beraamd, de zaak gaat richting afronding, ik kan met papieren langskomen. Dat zijn dan Deel I en Deel II van het kentekenbewijs die in een mapje zitten en Deel III dat in een envelop zit die in een giromap zit die in een bureaula ligt. De bureaula is er, de map is er, de envelop met Deel III is er niet. Waar dan wel! Er volgde een koortsige doorzoeking van het huis, net als toen ik Deel I en II kwijt was en bij de politie aangifte deed, alvorens ze in een rugzak terug te vinden. Vandaag verder zoeken.

12-08-09. Ik was al naar het postkantoor gelopen voor een formulier om een nieuw kenteken aan te vragen: dat soort formulieren heeft het postkantoor niet meer. Ik was naar de site van de RDW gesurft en klikte op een knop die toegang zou geven tot een plek waar ik online een nieuw kenteken kon aanvragen maar die pagina laadde zo traag dat ik het maar opgaf. De rest van de avond van de totaal verpeste dag las ik verder in Bij nader inzien van Voskuil. Maar waar was dat Deel III gebleven! Ik doorzocht een map met paperassen en vond wel het aankoopbewijs uit 1975 van de Bose 501 Series II luidsprekers, maar geen Deel III. Op de kast stond een schoenendoos. Daarin zat wat ik aan overtolligheden uit een ladenblok had overgeheveld. En daarin zat Deel III.

13-08-09. Trof in de supermarkt dokter Bonsel aan, 88 jaar oud. Een dermatoloog van wie ik als puber zalf tegen jeugdpuistjes betrok. Een lieve man, waarschijnlijk de aardigste man op aarde. Hij hield van de Stones, wilde Ruby Tuesday op zijn begrafenis hebben. Hij vertelde in de supermarkt dat hij minder doof was dan de vorige keer dat ik hem sprak (vorig jaar was dat) maar inmiddels aan een oog blind. ‘Nou ja,’ lachte hij. ‘Hoe is het met uw moeder?’ Ik zei dat ze onlangs begraven was. ‘Gecondoleerd. Ik heb haar goed gekend.’ Hij memoreerde Monet – toen hij op zijn zeventigste moest stoppen gaven we hem een boek met diens schilderijen. Hij moest ervan huilen. Ik vroeg of hij zaterdag de Stones gezien had. ‘Martin, ik kan je één ding zeggen: The beat goes on!’ 88 jaar.

14-08-09. De bejaarde buurman was levenslang uiterst op zichzelf. Als je dat graag bent kun je een goed leven hebben, totdat zich mankementen aandienen. Hij krakkemikkigt al jaren, kan door weigerachtige benen de binnentrap niet meer op en af en ziet niet meer van zijn huis dan het slaapvertrek boven. Zijn hulpie wordt aan haar knie geopereerd, haar zus serveert hem om vijf uur een paar boterhammen, meer eet hij niet. De hem van de week bezoekende huisarts zette vaart achter de transplantatie naar een verzorgingshuis. Gisterochtend liet ik met de sleutel die ik heb sjouwers van een ambulance bij hem binnen. Buurman werd over de galerij gedragen, gaf me een hand, wees op de plastic zak die hij vasthield en begon te huilen. ‘Heb zelf alles moeten inpakken.’ Pas een jaar of 75 oud en zwaar gedeprimeerd.

15-08-09. Een onderschat genoegen: het slaan van apparatuur, heb het altijd graag gedaan. De eerste cd-speler die ik bezat had op den duur een lade die pas functioneerde als je er een mep op gaf. De wisselaar van de huidige (en al jarenlang in bedrijf zijnde) cd-speler loopt soms vast: een flinke pets en hij doet het weer. De laatste tijd had de monitor (1998) van mijn pc (1998) kuren. Er verscheen een zwarte balk onderaan, soms ook bovenaan. Ook kon het scherm geheel zwart worden, ik ontdekte dat een klap tegen de zijkant uitkomst bracht. Gisteren begaf de monitor het geheel, ik haalde uit de gangkast een ander exemplaar. Als ik nu opstart staat er: ‘Deze wizard zoekt naar nieuwe stuurprogramma’s voor Plug en Play-monitor’ – dat hoef ik alleen maar weg te klikken. Slaan nog niet nodig.

16-08-09. Wegens familie- en andere omstandigheden komt het niet erg van het draaien van nieuwe cd’s en er kwamen er gisteren weer een paar bij. De prijzen dalen het punt waarop ze zowat onder de productiekosten gezakt zijn. Verwierf The Complete Recordings van Robert Johnson (twee schijfjes, boekje van zestig pagina’s) voor acht euro. Voor twaalf euro David Gilmour Live in Gdansk op twee cd’s en een dvd en ook nog een uitvoering van Tommy met orkest en gastartiesten. Plus wat nog gehoord moet worden: de recentste Dylan, een oude Yes, een oude Rod McKuen en een Deluxe Edition van The Who Sell Out. In diezelfde reeks is onlangs het sublieme From Elvis in Memphis uitgekomen – moet ook nog horen het op dubbel-cd heruitgegeven Elvis In Person at the International Hotel Las Vegas, Nevada: Elvis herrezen en ontketend.

17-08-09. Had erover gelezen, zag zaterdag in een documentaire voor het eerst beelden van het concert dat James Brown gaf, de dag na de moord op Martin Luther King – Elvis was door die moord all shook up, ook omdat die in zijn Memphis gepleegd was. Twee maanden later: Robert Kennedy vermoord. Elvis werkte op dat moment aan wat later bekend werd als de Comeback Special. De producer, die zag hoe aangeslagen Elvis was, gaf opdracht een lied te schrijven waarin Elvis’ gevoelens vertolkt werden. Colonel Parker wilde de special laten eindigen met een kerstlied maar het werd If I can Dream, geënt op Kings ‘I have a dream’-speech: ‘If I can dream of a better land / where all my brothers walk hand in hand.’ Niet eerder had Elvis zo gepassioneerd geklonken als toen hij die woorden zong.

18-08-09. We hadden natuurlijk ook gewoon het moederhuis aan kunnen houden: de huur niet opzeggen, de inboedel intact laten en geen gedoe hebben om van die inboedel af te komen. We opereren de laatste tijd op meerdere fronten. Er waren dingen die broer of zus graag wilde hebben: zo zag ik wel wat in een geinig rieten stoeltje waar ik uittestend op ging zitten en meteen doorheen zakte omdat het geen rieten stoeltje was maar een rieten bijzettafeltje. Er gaan spullen naar de Kringloop, er worden spullen als grofvuil afgevoerd. Mijn zus trad in contact met enkele opkopers, slechts een draafde er op. Nee, dat was allemaal oud. Gasfornuis, koelkast, wasmachine, wasdroger, magnetron, alles werkend – hoeveel wilde mijn zus daarvoor hebben? Honderd euro? Ha! Zeventig, geen cent meer! En mijn zus moest de ploert nog helpen sjouwen ook.

19-08-09. Mijn moeder heette bij haar geboorte Elisabeth Hendrika Rothuis (roepnaam Betty). Toen ze met mijn vader trouwde werd haar naam opgerekt tot E.H. de Jong-Rothuis. Dat is niet zo geweldig interessant, ware het niet dat mijn zus via het invullen van een formulier TNT ertoe had pogen te bewegen de post voor mijn moeder door te sturen. Dat leek zowaar goed te gaan, totdat we in het moederhuis twee poststukken aantroffen. Ellen TNT bellen. Ah, ze had opgegeven dat het om E.H. de Jong-Rothuis ging, de toch bezorgde post was aan E.H. Rothuis gericht geweest. Kon daar wat aan gedaan worden? Ja, nog een formulier invullen. Zal je zien dat dan alleen post voor E.H. Rothuis doorgestuurd wordt. (En gisteren kwam Esther me post aanreiken die een zeldzaam domme lul van TNT in haar brievenbus gestopt had.)

20-08-09. Het afgelopen jaar had de bejaarde buurman bij waken niet meer gedaan dan op bed liggen of op een stoel zitten en voor zich uit staren, hij kon door een mankement aan zijn benen de binnentrap niet meer af. Ik zocht hem gisteren op in het verzorgingstehuis waarheen hij vorige week getransporteerd was. Ik trof hem op zijn kamer aan, waar hij in een rolstoel zat en voor zich uit staarde, naar de muur waar zijn bed tegenaan stond. Hij was zowaar te spreken over het personeel, ze waren erg aardig. Je moest alleen zo lang wachten als je ze ergens voor nodig had. Hij zat daar in die rolstoel maar voor zich uit te staren, waarom ging hij niet naar de recreatiezaal, een praatje maken? ‘Daar ben ik niet voor in de wieg gelegd,’ zei hij.

21-08-09. ‘Wilhelmus nat van ’t sjouwen,’ zongen baldadige jongeren vroeger bij wijze van persiflage op het volkslied. Voelde me gistermiddag als die Wilhelmus: de heetste dag van het jaar en ik liep met volle tassen naar de papierbak. Er was opruimwoede komen opzetten en het heeft geen zin je daartegen te verzetten. Bovendien was het toen ik om acht uur ’s morgens ging hardlopen nog koel geweest. Bij het adopteren van spullen van mijn overleden moeder was ik te enthousiast geweest: bijna de helft toen ik ermee was thuisgekomen meteen weggegooid. Om de papieren nalatenschap kwijt te kunnen kocht ik bij de HEMA kleurige kartonnen dozen. En daarna in de kasten ruimte geschapen: dat ik zo voortvarend dat ik zeker vijf keer met de eerdergenoemde volle tassen naar de eerdergenoemde papierbak moest lopen. Bij meer dan dertig graden.

22-08-09. Je moet nooit ergens voor terugdeinzen en daarom begon ik aan een project dat er mag zijn: het (her)lezen van de hele Voskuil. Dit naar aanleiding van het postume verschijnen van Binnen de huid. Dat overbrugt de periode tussen Bij nader inzien en Het Bureau. Ik dacht: dan lees ik eerst Bij nader inzien even, daarna Binnen de huid en Het Bureau en dat lardeer ik met de drie delen Voettochten. Lees ik bijvoorbeeld in Het Bureau dat Maarten en Nicolien op vakantie gaan, dan switch ik naar de beschrijving daarvan in Terloops of een andere bundel. Dat ging meteen al fout omdat de eerste reis vlak voor de toetreding tot het Bureau plaatsvond. Bij de tweede was ik net te laat: die was in september, kwam erachter dat die geweest was toen Nicolien refereerde aan dierendag.

23-08-09. Voskuil heeft nog meer gepubliceerd: de roman Requiem voor een vriend, die ik na Het Bureau zal lezen, en de bundel Onder andere. Daarin las ik zijn herinneringen aan uitgever Geert van Oorschot, een hier en daar hilarischer portret dan de persiflage in Uit talloos veel miljoenen van W.F. Hermans (die hem daar Dick Hosselaar noemt). Ik las dat portret na het uitlezen van Bij nader inzien en dat kwam goed uit want het begint met Van Oorschots overrompeling van Voskuil omdat hij Bij nader inzien wil uitgeven. Om de chronologie recht te doen had ik even kunnen wachten met het portretlezen: een van de wandeldagboeken in Terloops eindigt met de mededeling dat Voskuil na thuiskomst om halftwee ’s nachts door Van Oorschot opgebeld wordt. Over Bij nader inzien, dat hij uit alle macht wil gaan uitgeven.

24-08-09. Omstreeks mijn zestiende verjaardag nam ik deel aan een schoolreis naar Londen. We belandden in een oud hotel in een niet al te beste buurt. Op een avond trommelde een klasgenoot ons opgewonden op en voerde ons mee naar een kamer op een hogere verdieping: daar was luidruchtig seksgekreun te horen. We luisterden aan de deur, totdat de leraar aardrijkskunde ons wegjoeg – en zelf ging luisteren. Vrijdag verliet ik het moederhuis en wilde wegfietsen en hoorde toen net zulke geluiden uit de woning boven die van mijn moeder komen. Er naderde een vrouw die twee honden uitliet. Ik vroeg of ze kon horen of de geluiden rechtstreeks waren of uit de televisie kwamen. Ze luisterde en was van mening dat het de televisie was. Zondagochtend zag mijn zus bij mijn moeder in de tuin een condoom liggen.

25-08-09. Een dubbelfout van TNT Post en ING, wat wil een mens nog meer. Ik betrad het moederhuis en daar lag post op de mat, hoewel mijn zus TNT opdracht had gegeven die door te sturen en toen dat niet naar behoren gebeurde nog een keer had gedaan. Maar daar lag dus door TNT bezorgde post van ING. (Er lag ook een onterecht bezorgde Consumentengids.) Ik maakte de envelop open, er zat een nieuwe pas in, waar mijn moeder in haar kist niet veel mee kan uitrichten. ‘Moet je nou eens kijken,’ zei ik tegen mijn even later arriverende zus. ‘Nou ja,’ was ze van mening. Onlangs had mijn moeder al een nieuwe pas ontvangen, nu nog een. ‘Maar die heb je doorgeknipt,’ zei ik. ‘Dan sturen ze automatisch een nieuwe. Dood of levend maakt ze niet uit.’

26-08-09. Er was niet alleen post voor mijn overleden moeder, toen ik haar huis aan het opruimen was belde er ook nog een man aan. Hij keek me aan met de starende blik die mensen die de waanzin omhelzen soms hebben. Hij vroeg me of hij wat mocht vragen. Dat mocht natuurlijk. ‘Vraagt u zich wel eens af waarom er op de wereld zoveel geloven zijn?’ ‘Nee, dat vraag ik me nooit af.’ ‘Wat denkt u dat het ware geloof is, van al die geloven?’ ‘Mensen die geloven zijn niet goed bij hun hoofd,’ legde ik uit, ‘het is een genetische afwijking.’ Hij bleef me aanstaren en ik staarde net zo stug terug. ‘Het kan op den duur overgaan, hoor,’ zei ik, ‘het komt met u wel goed!’ En ik deed de deur dicht en hervatte het opruimen.

27-08-09. Je moet er een administratie (liefst ook een administrateur) op na houden als je een actueel overzicht wilt houden van alle blunders die een bedrijf als TNT Post voor elkaar heeft weten te krijgen. Mijn zus had doorgegeven dat de post van mijn (en haar) moeder naar haar (mijn zus) doorgestuurd kon worden. We bleven door een TNT’er bezorgde post in het moederhuis aantreffen. Klacht ingediend, het zou niet meer gebeuren. Maar het gebeurde vorige week toch weer. Ellen diende zaterdag een verse klacht in en hoorde verontschuldigingen aan. En daar lag dinsdag alweer ten onrechte bezorgde post op de mat. In een woedevlaag bel je nog maar een keer op, tegen beter weten in: tot een verbetering van de dienstverlening komt het bij TNT Post niet. En je wordt in de maling genomen met ongemeende verontschuldigingen.

28-08-09. Tegenwoordig zijn ze zo knap dat ik de tekst van a.i.’s via internet kan indienen. Deze aanschafinformaties voor bibliotheken printte ik vroeger en stuurde ze op, waarna iemand ze overtikte. Herinner me dat ik eens een voorbeeld gaf van woordspeling in een boek dat ik besprak: ‘Philips, let’s make things etter.’ Degene die dat overtikte moet gedacht hebben: hé, een tikfout, die zal ik maar verbeteren – en maakte van etter better en de woordspeling daarmee ongedaan. De redactie had dat gewoon laten passeren. Van de week ontving ik een bewijsexemplaar van mijn bespreking van Taal is mijn ding, van Paulien Cornelisse. Eerste zin: ‘In het taalgebruik kunnen worden evolueren.’ Worden in plaats van woorden! Ik raakte trillend van woede en wilde de redactie de waarheid mailen, maar ontdekte toen dat ik de beschamende blunder zelf begaan had.

29-08-08. Het weer begint er weer op te lijken. Moest vanmorgen tijdens het hardlopen omlopen: er was in Meer en Bos een boom bezweken aan de wind en het pad was daardoor gebarricadeerd. Ik liep eromheen, onverschrokken dwars door brandnetels – nou ja, ik had een joggingbroek aan. Passeerde eindje verderop een hollend meisje met blote benen en dacht toen ik haar voorbij was: ik had haar vanwege die blote benen moeten waarschuwen voor de brandnetels. Gisteren was het ook al van dat geweldige weer: om de haverklapse stortbuien, soms met hagel en ook nog onweer. En dat paste goed bij de double double feature van bibliotheek-dvd’s: ik zag achtereenvolgens The Signal (zeer aanbevolen), The Exorcist: The Beginning (zeer matig), Dorothy (deed qua sfeer denken aan The Wicker Man, oorspronkelijke versie) en Doubt (Maryl Streep en Philip Seymour Hoffman!).

30-08-08. We moesten alleen nog even schoonmaken, gaatjes vullen, de boel nalopen. We spraken om halfdrie af in het moederhuis. Mijn zus had de afgelopen weken immens veel werk verzet (bij instanties dingen opzeggen, bij instanties klagen), ik dacht: ik kom een uurtje eerder, dan is het al bijna klaar als zij er is. In twee bakjes lagen drie ventilatieroosters te weken, ze waren door rookaanslag getroffen. Ik maakte ze met een pannensponsje toonbaar en bevestigde ze hoog aan de muur. Gestofzuigd, een natte doek over de raamkozijnen gehaald: heel wat werk verzet voordat Ellen arriveerde. We gingen voort met het vullen van gaatjes en het reinigen van dit en dat, om vijf uur was ik gaar en had ik honger. Zus reed me naar huis en is toen nog een paar uur solo bezig geweest met schoonmaken.

31-08-09. Op hond Hendrik na zijn alle dieren dood. De katten van mijn zus, Tobias en Mimi, mijn katten Paling, Gregor en Duimpie en de moederhonden Bucky, Brammetje en Billy. Maar, zoals dat dan heet, ze leven voort in je gedachten en zo was daar zaterdag Billy weer. We waren in het geheel van inboedel ontdane moederhuis aan het schoonmaken en daarbij deed ik de zo goed als altijd openstaande keukendeur dicht. De onderkant ervan was toegetakeld door Billy, die keer dat hij in de keuken opgesloten had gezeten. Mijn moeder had dat gedaan toen ze er nog maar net woonde en naar haar werk ging, de honden voor het eerst alleen achterlatend. Hond Billy kon dat niet hebben en zette z’n tanden in de deur, had die als hij zijn gang had kunnen blijven gaan geheel opgegeten.

01-09-09. Schrijven is een solitaire bezigheid – dat was het vroeger althans. Tegenwoordig lijkt het alsof een schrijver continu omgeven is door een team van redacteuren en andere zorgverleners. Vooral Amerikanen hebben er een handje van hun boek te beginnen of te eindigen met een paginalange dankbetuiging aan allen die bij de totstandkoming een steun waren, tot God aan toe. Je ziet het vooral bij thrillers – misschien dat die deskundigen erbij geroepen worden om te controleren of het geschrevene wel in het stramien past, thrillers zijn tenslotte min of meer fabriekswerk. Charles Dickens, Jane Austen en Edgar Allan Poe namen geen dankbetuigingen in hun werk op. Het behulpzame toezicht kan niet altijd voorkomen dat er smetjes zijn. Zo staat er op pagina 300 van Karin Slaughters nieuwe thriller Genesis: ‘This time, Faith was too contrite to protest this time.’

02-09-09. In twee weken tijd negen extra vuilniszakken aan de straat gezet, zeker tien keer met twee volle tassen naar de papierbak gelopen: was een beetje aan het opruimen. Een paar jaar geleden had ik al afscheid genomen van een geweldige stapel glossy film- en muziekbladen. Je leest ze een keer maar gooit ze daarna niet weg want ze zien er zo mooi uit. Als een ander het niet doet moet je het zo nu en dan tegen jezelf zeggen: je lijkt wel gek. Een avond bezig geweest met het doorspitten van die bladen, artikelen die van belang waren uitgescheurd en de rest weggemikt. Wat maanden later de stapel uitgescheurde artikelen doorgenomen en zo goed als alles aan de papierbak afgestaan. Dat doe je niet zo rücksichtslos als het om voortbrengselen van je schrijverij gaat: daarover morgen meer.

03-09-09. Alles is overzichtelijk in archiefdozen ondergebracht, boven in een kast ligt een map waarin genoteerd is wat er in welke doos zit. Die overzichtelijkheid betreft de jaren 1978-1998 en je zou dan ook kunnen zeggen dat er een lichte achterstand in het archiveren is. De meeste stapels manuscripten van na 1998 zijn weggemoffeld onder de onderste boekenplanken en verder aan het zicht onttrokken door de boeken die ervoor geplaatst zijn. Er lag voor ik aan het opruimen sloeg een stapel onder mijn bureau en dan was er boven nog een kast waar mappen in lagen. Ik kwam vergeten handschriften tegen, correspondentie et cetera. Dat soort zaken hevelde ik over naar HEMA-dozen, ik vulde er vele, ook met ongeordend aangetroffen foto’s. De eventuele volgende fase is een week uittrekken om te noteren waar ik wat terug kan vinden.

04-09-09. Ik vind het onzin om te vragen waar iemand zit of te zeggen waar ik zelf zit en moet al helemaal niets hebben van het uitwisselen van onbenullige sms’jes en ben dan ook geen gretig gebruiker van de mobiele telefoon. Ik heb zo’n ding voor het geval dat en omdat zich binnenkort zo’n geval aandient viste ik ’m uit de mottenballen. Belde er na het opladen mijn vaste telefoon mee: raar, ik was buiten het bereik van het netwerk. Probeerde met de vaste telefoon de mobiele te bereiken: nummer was niet in gebruik. Op de website van Orange getracht hierover enkele vragen in te dienen: dat lukte niet omdat mijn in te tikken nulzesnummer niet bestond. De klantenservice gebeld – maar die kreeg ik niet aan de lijn omdat het nulzesnummer dat ik moest intoetsen niet herkend werd.

05-09-09. Het is een goede gewoonte om je bij alles wat er door een instantie, functionaris et cetera beweerd wordt af te vragen: is dat wel waar? Dat Kars Tates voordat hij de geest gaf zoveel te vertellen had, bijvoorbeeld. Eerder heette het dat hij verklaard zou hebben dat zijn daad een ‘bewuste actie’ geweest was. Dat was al niet mis: iemand die zichzelf tegen een pilaar te pletter rijdt weet voor hij het bewustzijn verliest nog een paar woorden te stamelen. Op basis van die woorden werd aangenomen dat hij een ‘bewuste actie’ tegen de koninklijke familie bedoeld had. Maar voor hetzelfde geld bedoelde hij het tegen die pilaar knallen. Vreemd dat hij voordat hij het bewustzijn en het leven verliet een heel betoog kon houden en dat iemand in de commotie precies onthield wat hij zei.

06-09-09. Klagen kun je beter laten. Nadat mijn moeder was overleden had mijn zus aan TNT Post laten weten dat aan haar gerichte post moest worden doorgestuurd. Daar had TNT Post een formulier voor, dus dat kwam vast en zeker dik voor elkaar. Toen er desondanks in het moederhuis post bezorgd bleef worden, belde mijn zus op om een klacht in te dienen. Een klachtaanhoorder van TNT Post verontschuldigde zich en deed dat ook de volgende twee keren dat het misging en mijn zus, in steeds verder toegenomen staat van woede, telefonisch klaagde. Ze had het net zo goed niet kunnen doen. Je krijgt een of andere lul (m/v) aan de lijn die zich verontschuldigt maar daar geen woord van meent en je ten onrechte het idee geeft dat er stappen ondernomen worden ter verbetering van de dienstverlening.

07-09-09. Er is weer Beatlemania op komst. Deze week wordt het oeuvre opnieuw, digitaal geremasterd, uitgebracht en er wordt stevig campagne gevoerd om ons daarop te attenderen. De BBC vulde zaterdag de avond en een deel van de nacht met de film Help! en drie documentaires. Hebben nieuwe documentaires na tien uur The Beatles Anthology nog zin? Als ze van de BBC zijn wel. In de eerste werd het verhaal van de laatste tournee verteld door onder anderen een roadie, een tourmanager en een geluidstechnicus. In de tweede kwam de muziek aan bod, becommentarieerd door de stemmen van John, Paul, George, Ringo en George Martin. En tot slot, het mooist, beelden van de eerste Amerikaanse tournee, zonder commentaar: de beelden spraken voor zich, zoals Brian Epstein die een telegram dicteert aan een collega: Colonel Parker, manager van Elvis.

08-09-09. Het wachten in de rij voor de supermarktkassa doodde ik met het bekijken van De Telegraaf die er lag. Op de voorpagina kwam de entertainer Frans Bauer ter sprake. Wat had de dekselse kabouter nu weer uitgehaald? Ten behoeve van zijn programma Bananasplit had hij twee vrouwen op Curaçao door de douane laten verdenken van drugssmokkel en wapenbezit, een van hen was hartpatiënte. Het volk smult van verborgen camera’s en home videos. Herinner me zo’n programma waarin iemand een baantje als chauffeur kreeg en een in scène gezette criminele afrekening moest bijwonen. Wat zou het mooi geweest zijn als hij uit heldhaftigheid gas had gegeven en alle vermeende criminelen te pletter had gereden, ze voor het leven invalide had gemaakt. Dat zou pas echt lachen geweest zijn en mogelijk een einde gemaakt hebben aan dergelijke weerzinwekkende programma’s.

09-09-09. Er wordt in een deel van België Nederlands gesproken maar niet zoals wij het spreken. Hier leen je bij de bibliotheek boeken, daar ontleen je ze. (En de bieb wordt daar de bib genoemd.) Waar wij ‘weer’ zeggen, zeggen ze daar ‘terug’. Een speelfilm wordt er om onduidelijke reden langspeelfilm genoemd, een korte film een kortfilm. Ze spreken er ook van kortverhaal – in tegenstelling tot kortfilm is kortverhaal opgenomen in de Woordenlijst Nederlandse Taal (het Instituut voor Nederlandse Lexicologie doet in opdracht van de Nederlandse Taalunie maar wat). Dit alles ter inleiding op het volgende. Gisteren had de Vlaamse Teletekst een bericht over de schrijver Willem Elsschot. Diens archief was ondergebracht bij het Letterenhuis, er werd 500.000 euro voor betaald. In dat archief bevinden zich onder meer ‘persoonlijke prullaria’. Prullaria! Nee, dat woord zouden wij niet gebruiken.

10-09-09. The Beatles hebben The Rolling Stones weer verslagen. En dat terwijl de Stones veertig jaar na het uiteengaan van de Beatles nog altijd in functie zijn. In 1987 verschenen de eerste vier Beatles-cd’s en dat was groot nieuws, in tegenstelling tot het uitkomen van Stones-cd’s. (Die werden zonder tamtam uitgebracht en dan trek je geen aandacht.) De Beatles-cd’s klonken niet optimaal, met name bij de latere opnames hoorde je ruis: hoe meer sporen, hoe meer ruis. Die van de Stones waren ook geen toppers. Een paar jaar geleden kwam daar verandering in: het vroege Stoneswerk verscheen op sacd en klonk beduidend beter. Op de tv werd daar niet over bericht, zo ook niet over het oeuvre vanaf Sticky Fingers, dat een paar maanden geleden opgepoetst heruitgebracht werd. The Beatles zijn momenteel niet van het scherm te branden.

11-09-09. Een periode van zeven dagen waarin er geen wekker afloopt, dat is een buitenkans van jewelste. Je hoeft er niet vroeg uit en kunt tot in de nacht blijven lezen, opstaan wanneer je wilt. Was maar waar! Tot in de nacht blijven lezen is een reële mogelijkheid maar uitslapen is uitgesloten. Het huizenblok aan de overkant wordt gerenoveerd: de gevels worden gereinigd, de voegen uitgehakt. De werkzaamheden gaan om halfacht van start met het maken van zoveel mogelijk lawaai. Dat lawaai houdt ongeveer een kwartier aan, waarna de werkers, die bereikt hebben dat wie nog sliep wakker is, zich een uurtje niet laten horen. Begin oktober wordt het huizenblok waarin ik woon in de steigers gezet. Dan leef ik niet alleen in lawaai maar ook in stuivend stof. Zal blij zijn als woensdag de wekker weer afloopt.

12-09-09. Ik wist niet wat ik meemaakte. Woensdag kwamen de geremasterde Beatles-cd’s uit, ik was aan het begin van de middag in de Haagse vestiging van de Media Markt. De cd’s lagen er maar niet de complete box. De prijs viel mee, ik liet mezelf noteren en zou gebeld worden als de box er was en dat werd dan de volgende dag. Maar donderdag was de box nog niet binnen: het zou vrijdag worden, aan het eind van de middag. Ik was dan naar Antwerpen maar voor sluitingstijd weer terug en kon de box dan meenemen. Toen ik voor de afreis naar Antwerpen informeerde bleek er een probleem te zijn met de levering: het zou wel eens half oktober kunnen worden. Met een mensonterend humeur de trein naar Antwerpen genomen. De Media Markt aldaar had volop Beatlesboxen liggen.

13-09-09. Je zat op school en wist dat er een nieuwe elpee van die of die groep in de winkel zou komen en je liep van platenwinkel naar platenwinkel tot je beet had. Als je ouder en al dan niet wijzer geworden bent, doe je dat niet meer. Je zal wel gek zijn: nieuwe boeken, cd’s en dvd’s bestel je online, daar ga je de deur niet voor uit. Gisterochtend fietste ik naar de Media Markt in Rijswijk. Ze hadden er Beatlesboxen gehad, zouden ze volgende week weer krijgen: maar twintig euro duurder dan in Den Haag. Ik zette koers naar Delft, eerst bij Velvet Music naar binnen, toen bij Sounds. Bij Sounds ging ik naar binnen omdat Velvet Music geen Beatlesboxen meer had, even later ging ik bij Sounds naar buiten omdat ze daar ook uitverkocht waren.

14-09-09. Alsof Prinsjesdag nog niet genoeg folklore is worden we door de media getrakteerd op berichtgeving over prinses Christina en de zuiderbuurse prins Philip. Christina wordt ervan beticht dat ze wat gelden heeft weggezet op een plek waar de Nederlandse fiscus geen toegang toe heeft. Waarschijnlijk heeft ze daar de beste bedoelingen mee gehad, is ze voornemens om als de economie hier volledig ingezakt is een royaal gebaar te maken en belangeloos een paar miljoenen af te staan om ons er weer bovenop te helpen. Zo zijn mensen die meer geld hebben dan ze kunnen opmaken. Philip blijkt over een helikopter te beschikken waarmee hij een keer of tien per dag hetzelfde rondje vliegt, omwonenden worden er gek van. Ze moesten blij zijn: Philip is een hooggeplaatst persoon, hoe dat beter te illustreren dan door rondjes te vliegen?

15-09-09. Toon Hermans schreef een beroemd geworden gedicht dat ik niet uit mijn hoofd ken, het ging over iemand die met je lacht en grient en dat was dan een vriend. Het is altijd fijn om een vriend te mogen zijn en je bent dus blij verrast als er een e-mail binnenkomt van een onbekende die aanheft: ‘Hello friend.’ Hij of zij stak belangstellend van wal: ‘hoe doe je onlangs?’ (Ik ben kennelijk ook een vriend van figuren die de Nederlandse taal niet optimaal beheersen, in tegenstelling tot sommigen voor wie ik als vriend fungeer.) ‘Ik heb een goede nieuws. Ik heb gekocht een item uit de onderneming xinppletc.com en ontvangen zij binnen 3-5 werkdagen!’ De betreffende onderneming ken ik helaas niet maar ‘dit bedrijf kan bieden iedere vorm van elektronische items als telefoons, tv’s, notebooks, motorfietsen’. Vroemm!

16-09-09. Werkers over de vloer! Tussen 09.00 en 16.00 zou ik een monteur, belast met het vervangen van de intercom door een videofoon, toegang tot mijn woning moeten bieden, aldus de aankondiging per brief. Het was er niet een, het waren er vier en er werd om 08.35 uur aangeklopt. Ze kwamen niet alleen intercom door videofoon vervangen, ook twee rookmelders aanbrengen. ‘Daar stond niets over in de brief,’ zei ik tegen de leider. ‘Heeft u die brief nog?’ Ik toonde de brief. ‘Ik ga meteen bellen,’ aldus de leider. Een werker bracht de videofoon aan, twee collega’s legden zich toe op het onderdeel rookmelder. Uiterst sympathieke werkers, allemaal, had maar een kleine bedenking. Het is al ongewenst als van een bukkende werker de bilspleet in beeld komt, bij deze was dat al zo als hij rechtop stond!

17-09-09. Hopen maar dat de rookmelder niet in verbinding staat met een instantie die tegen het roken is en als ik een sigaar heb opgestoken meldt dat ik rook. De gebruiksaanwijzing van het apparaat is gesteld in een taal die enigszins op het Nederlands lijkt: ‘De optische rookmelder is geschikt voor de beveiliging van gebouwen met de bestemming wonen.’ Er zit ‘vluchtwegverlichting’ op – zou daarmee bedoeld worden ‘wegvluchtverlichting’? Veiligheid voor alles: ‘U kunt in totaal 40 rookmelders aan elkaar koppelen zodat het alarmsignaal afgaat op alle rookmelders in de woning.’ En abracadabra: ‘Indien u geen bips hoort, betekent dit dat de rookconcentratie in de detectiekop niet voldoende is.’ Als er rook is, kan er ook vuur zijn. In dat geval geldt het advies: ‘Stel een evacuatieschema op voor alle kamers.’ En dat is waar ook: ‘Verwittig de brandweer.’

18-09-09. Waar haalde Wim Kan het vandaan? Schmelzer met een teckel vergelijken was een makkie, die was wel eens op tv te zien. Zeilstra bezingen op de wijs van Yellow Submarine (‘Waar we heen gaan, Jelle zal wel zien’) een brainwave. Algemene beschouwingen werden niet op tv uitgezonden, dagelijkse praatprogramma’s waarin politici aanschoven bestonden nog niet. Tegenwoordige conferenciers hebben het makkelijker. (Met nieuwjaar doet Freek het weer, onder de titel Volendam, zo meldt zijn website.) Je hoeft maar een dag voor de buis te hangen en je hebt een avondvullend programma. Het voorstel om belasting op hoofddoekjes te heffen is een kant-en-klare conference. (Niet te geloven dat er beweerd wordt dat hoofddoekjes het straatbeeld verpesten door iemand met zo’n enge haardracht.) Dan kan je ook wel belasting gaan heffen op de hoeden die er op Prinsjesdag gedragen worden.

19-09-09. De boeken van Jane Austen worden regelmatig verfilmd of bewerkt voor televisie. Elke adaptatie is weer anders, de boeken die eraan ten grondslag liggen blijven hetzelfde. Daar is dit jaar verandering in gekomen door het verschijnen van Pride and Prejudice and Zombies (door Jane Austen en Seth Grahame-Smith) en Sense and Sensibility and Sea Monsters (Jane Austen en Ben H. Winters). In beide gevallen is aan de oorspronkelijke tekst van Austen het een en ander toegevoegd: ‘Complete with romance, heartbreak, swordfights, cannibalism, and thousands of rotting corpses, Pride and Prejudice and Zombies transforms a masterpiece of world literature into something you’d actually want to read.’ En: ‘Sense and Sensibility and Sea Monsters expands the original text of the beloved Jane Austen novel with all-new scenes of giant lobsters, rampaging octopi, two-headed sea serpents, and other biological monstrosities.’

20-09-09. Het was zomers op Kijkduin, in de strandtent net zo warm als erbuiten. Badgasten lagen in het zand te zonnen maar ik moest de kleding aanhouden want ik was hier voor een reünie van de lagere school. Niet alleen met leerlingen van mijn klas die ik veertig jaar geleden voor het laatst gezien had, ook voormalige leerlingen die niet in mijn klas gezeten hadden. Wie van hen zou ik herkennen? Als lid van het organiserend comité was ik er vroeg en zag allen arriveren. Ieder kreeg z’n naam op een papiertje opgeplakt, dat hielp, behalve in gevallen waarin een naam me niets zei. Daar kwam Kitty op me af gestoven die juichte dat ik niets veranderd was, hoewel mijn naam haar niet onmiddellijk wat zei, terwijl ik haar bekende naam niet met haar in verband kon brengen.

21-09-09. Soms moet je de natuur een handje helpen. Ik zei tegen Rolf: ‘Bel haar op!’ Dat zei ik zaterdagavond, tijdens de reünie van de lagere school. Rolf had alleen de eerste drie jaar bij ons in de klas gezeten, hij was naar Amsterdam verhuisd en had het sindsdien geschopt tot directeur van een vooraanstaande firma. Ik herinnerde hem eraan dat hij een beugel gedragen had. Dat ik dat nog wist! Ja, omdat ik er ook aan moest. En hij had verkering gehad met Anja, die er helaas niet bij was. ‘Je schreef haar brieven toen je in Amsterdam zat.’ ‘Ja? Dat weet ik niet meer.’ Hij zou haar eens moeten mailen, had ik haar e-mailadres? Dat had ik. Maar waarom niet opbellen? Via Paul werd Anja’s nummer gevonden en even later liep Rolf telefonerend het strand op.

22-09-09. De meisjes van toen waren nog herkenbaar: Beppie, Lilian, Hetty, Inge en Petra. Ik verbleef slechts zes jaar op de lagere school, het kwam er destijds dan ook niet van ze aan te spreken, nu was ik bijna niet tot bedaren te brengen. Petra bleek op de middelbare school een paar jaar bij me in de klas gezeten te hebben, ze toonde een klassenfoto waar we beiden op stonden. Beppie had op de volgende middelbare school drie jaar lang in een parallelle klas gezeten, nooit geweten. Ik kwam zaterdag met een andere voormalige klas op de foto te staan: een vrouw daaruit wilde met de schrijver afgebeeld worden en sloeg een arm om me heen. Een andere vrouw beweerde dat ik haar vroeger elke dag kwam ophalen. Kon gelukkig aantonen dat het een andere Martin geweest was.

23-09-09. Een klasgenote herinnerde zich van mij dat ik zo stil was. Een uur later sprak ik de menigte toe – had ik op de lagere school niet gedurfd. De grappen lagen voor het oprapen, bijvoorbeeld over meisjes die niets in een jongen zagen: ‘Ze vonden hem sloom en dom en lelijk. En dan kom je hier op de reünie na veertig jaar die slome, domme jongen van toen weer tegen, je ziet wat er van hem geworden is en denkt bij jezelf: dat heb ik indertijd toch goed gezien. Omgekeerd zijn er jongens die vroeger een meisje leuk vonden en haar hier weer terugzien en bij zichzelf denken: dat heb ik indertijd toch goed gezien, jammer dat ze mij sloom en dom en lelijk vond. Ze bloost zelfs nog net zo als toen – maar nu zijn het opvliegers.’

24-09-09. Lieve dames, beste heren – met deze woorden begroette Bob Bouma, die vorige week in stilte overleed, de kijkers. Zijn filmquiz, met name het razendsnelle antwoorden van deelnemende striptekenaar Thé Tjong-Khing, werd subliem geparodieerd door Frans Halsema en Gerard Cox (‘Wie… ’ ‘Stan Laurel.’). De film Elvis On Tour kwam in de bioscoop, ik had in de VARAgids gelezen dat er bij Bob Bouma een fragment vertoond zou worden. Elvis zong Proud Mary en Never been to Spain. En dan had je nog Cijfers en Letters. Wat dat spelprogramma inhield weet ik niet meer, wel dat er woorden gevormd moesten worden. En dat iemand een keer van de hem toegewezen letters NEEKNU het woord neuken maakte. Dat was in die tijd wat, er waren mensen die nog nooit van neuken gehoord hadden. Bouma sprak neuken zeer beschaafd uit.

25-09-09. Het gebeurt niet altijd onmiddellijk na aanschaf dat ik een cd beluister of een boek lees. In mei kocht ik van Yes de cd 90125 (Owner Of A Lonely Heart!), vorige week luisterde ik er via de koptelefoon voor het eerst naar. Na dit feest voor de oren stopte ik het schijfje in het doosje en borg dat boven op bij de andere Yes-cd’s – daar stond-ie al! Toen ik in juni jarig was kocht ik Het spel van de Engel, van Carlos Luis Zafón. Omdat ik jarig was kocht ik meteen ook de eveneens gebonden uitgave van De schaduw van de wind, dat ik al in de vorm van een bibliotheekboek had gelezen. Eergisteren zocht ik in de stapel onder mijn bureau naar een boek – en daar lag de niet bij de bibliotheek geleende maar gekochte Zafón!

26-09-09. De trein naar Amsterdam was voorbij Leiden geraakt, tegenover me nam een kortgerokt zwaar opgemaakt meisje plaats. Tot na Schiphol was ze in de weer met het vervolmaken van haar opmaak: spiegeltje, oogpotlood, lipstick – op een gegeven moment wilde ik als een van de buurmannen in Buurman & Buurman zeggen: ‘Niks meer aan veranderen!’ Vier uur later bevond ik me op het Amsterdamse Centraal Station, op een bankje wachtend op de trein die me terug naar Den Haag zou voeren. Er kwam een meisje naast me zitten dat een boek uit haar tas haalde. Ze bestudeerde de achterkant, ik zag dat het Platform was, van Michel Houellebecq. Ik zei: ‘Op de gok gekocht?’ ‘Nee, thuis gevonden.’ Dan was er op het perron ook nog een ‘Jezus!’ vloekende, op een kruk steunende vrouw. Je maakt reizend wat mee.

27-09-09. De kassa van het Compagnietheater, waar ik twee kaartjes voor Freek op 12 december ging afhalen, was tot 14.00 uur open, de kassa van Carré, waar ik een kaartje voor Freek op 15 oktober ging afhalen, was vanaf 16.00 uur open. In de tussenliggende twee uur vergelijkend warenonderzoek kunnen doen – niet op de Wallen maar in drie winkels: Fame, American Book Center en Waterstone’s. Bij de laatste ben je niet altijd voordelig uit: bestellen bij Amazon.co.uk is (inclusief bezorgen) goedkoper. Maar nu werd er voor de halve prijs aangeboden Her Fearful Symmetry, van Audrey Niffenegger. Bij Fame was een dikke biografie van Pete Townshend tien euro goedkoper dan bij het ABC. Overal lagen enorme stapels Dan Brown – niemand wil The Lost Symbol kennelijk hebben. Kocht ’m waar-ie het goedkoopst was: bij Fame, met 10% korting, voor 13,50.

28-09-09. Het is een wonder dat er maar zo zelden doden vallen. De gang van zaken als er twee rijen zijn is als volgt: je sluit aan en merkt dat de andere rij meer opschiet. Je switcht naar de andere rij en vanaf dat moment zit er geen schot meer in die rij en zou je allang geholpen zijn als je in de oorspronkelijke rij was blijven staan. Bij de kassa van Carré was ik nummer vier in de rij, na twee minuten switchte ik en dat was zowaar verstandig. De dame die me tot het besluit had gebracht was verbonden aan een school en had behoefte aan een groot aantal kaartjes voor een groot aantal voorstellingen en bovendien aanleg voor gezeur. Ze wilde bijvoorbeeld twee groepen plaatsen met bij elk ruimte voor een leerkracht. Nou ja, zeg.

29-09-09. Trias, jura, krijt. Cambrium, siluur, devoon. Een deel van de geologische tijdschaal schoot me lang na de lessen aardrijkskunde weer te binnen. Kwam door het lezen van Richard Dawkins’ The Greatest Show on Earth – The Evidence for Evolution. Je leest daarin over dieren die ik liever niet tegenkom. Ik had het al niet meer toen ik na het uitlezen in de badkamer een Vliegende Kruiper boven de spiegel zag zitten, hij (of zij of het) had een vechthouding aangekomen. Gisteren was het helemaal mooi: controleerde of de was droog was, zag uit een ooghoek een poes liggen in de fauteuil die van mijn moeder geweest was. Loekie! Ik had hem toen hij bij Esther in het keukenraam zat geaaid, hij was me onopgemerkt gevolgd, mee naar binnen gekomen, naar boven geslopen en in die fauteuil gaan liggen.

30-09-09. Ik ben gek op werken, ik kan er uren naar kijken – aldus een dijenkletser die lang geleden de ronde deed. Naar werken luisteren heeft ook wel wat. Bijvoorbeeld als je te bed met koffie en een sigaar verzonken bent in een subliem boek (Her Fearful Symmetry) en ze buiten tekeer hoort gaan: aan de overkant zijn ze machinaal de gevelvoegen aan het elimineren, op de eigen galerij is iemand met iets zo ergs aan de gang dat hij zijn ogen ertegen moet beschermen. Ging om eens even wat anders te doen papier naar de papierbak brengen, passeerde twee in de steigers gezette huizenblokken, her en der neergezette afvalcontainers: een prachtige kankerzooi. De galerijwerker zou niet verder kunnen als het ging regenen, het zag er somber uit, vertelde hij. Houd moed, goede man! (En gauw weer gaan lezen.)

01-10-09. Als je in de puberteit raakt krijg je behoefte aan gedegen informatie. Die was te vinden in het Rode Boekje voor scholieren. Ik bestudeerde ook een zeer oud bibliotheekboek. Daarin stond een tip voor jongens van zeventien die een film voor boven de achttien wilden zien: ze moesten een lange broek aantrekken, dan kwamen ze door de kaartcontrole. Tegenwoordig zijn levensfases niet meer zo precies afgebakend (ik koop nog wel eens wat van Clockhouse), toch kan je het tijd vinden een stapje vooruit te zetten. Zo kocht ik bij het Prijzencircus twee stropdassen. Ik had eerder een das gedragen: toen ik zeven jaar was. Hij was geel en er zat een elastiek aan dat ter bevestiging om je nek ging. De dassen die ik kocht blijken geknoopt te moeten worden. Benieuwd of ik dat voor elkaar krijg.

02-10-09. Wat een heksenketel: Drie Dwaze Dagen halverwege het Prijzencircus! Je holt van hot naar her en mag daarbij de aandacht niet laten verslappen. De Bijenkorf biedt bijvoorbeeld de weer leverbare Beatlesbox voor 239 euro aan (afgeprijsd van 299 euro) terwijl je die box elders voor 199 euro kunt krijgen. Je ziet potentiële buitenkansen staan in de folders van het Prijzencircus en de boekjes van de Dwaze Dagen, zoals schappelijk geprijsde dvd’s met zestien uur Hans Teeuwen, zestien uur Are You Being Served? en vijfendertig uur Ko van Dijk. Het is elk jaar ook weer verbeten grommen, als je iets aangeboden ziet wat je al hebt – aangeschaft voor de volle mep. Zoals de cassette met de verzamelde romans van Márquez, waar je er nog niet een van gelezen hebt maar zestig euro meer voor betaalde. Zeer grote grom!

03-10-09. In de eerste Dwaze Dag heb ik me niet gemengd, de tweede verliep soepel. Op kantoor keek ik om negen uur uit het raam, zag de deuren geopend worden, trok m’n jasje aan, verliet het pand, stak de Wagenstraat over, ging De Bijenkorf in, nam de trap naar de vierde etage, kocht Cosmos en Het nieuwe Europa van Michael Palin, rekende af en zat om tien over negen op kantoor weer aan de koffie. De Beatlesbox had ik ook zien liggen: ha ha, veertig euro meer dan ik bij de Media Markt betaald had. Het was een goed idee daar eens te gaan zien wat het derde seizoen Heroes moest opbrengen want dat zou de Bijenkorf vandaag voor 25 euro aanbieden. De Media Markt vroeg er 45 euro voor. En daarom vertrek ik nu naar De Bijenkorf.

04-10-09. Als je een paar keer per week naar een kantoor fietst dat uitzicht heeft op De Bijenkorf dan weet je ongeveer hoe lang je erover doet als je naar De Bijenkorf fietst. Ik zette gisteren de fiets in de kantoorstalling, liep naar De Bijenkorf en kon mee met de meute die net binnengelaten werd. Trap naar de vierde genomen, derde seizoen Heroes bemachtigd en afgerekend, trap af, fietst gepakt en acht minuten na het stallen van die fiets weer op weg naar huis, no questions asked. Ik merk dat het richting routine begint te gaan. Ik herinner me een Dwaze Dag waarop ik ervoor zorgde dat ik precies om acht uur bij De Bijenkorf aankwam – en ontdekte dat die pas om negen uur openging. Een uur door de verlaten binnenstad moeten dolen, een blamage die alles tart.

05-10-09. Het derde seizoen Heroes telt 25 afleveringen die tezamen 17,5 uur duren. Die zie je natuurlijk niet in een dag: ik deed er dan ook twee dagen over. Zaterdag van 09.45 uur tot 00.30 uur en zondag van 10.15 tot 14.45 uur, met enig oponthoud wegens het afdalen van de trap om koffie of bier te halen – de zeven dwergen hadden vrij. Er zijn mensen die Heroes wekelijks via de televisie volgen en dat derde seizoen kost ze dan zowat een halfjaar. Dat lijkt me bij de ingewikkelde plotlijnen een opgaaf. De vaste cast is al geweldig, er zijn ook nog gastrollen die een feest zijn. Vooral de al wat rijpere acteurs die laten zien dat ze het nog kunnen: Robert Forster (Jackie Brown), Malcolm McDowell (A Clockwork Orange) en George Takei (Mr Sulu in Star Trek).

06-10-09. Twee dagen na dierendag breken er dierenweken aan. Er zijn figuren in mijn omgeving (zus Ellen en buurvriendin Esther) die de koffers aan het pakken zijn voor een reis naar IJsland (Ellen) of Frankrijk (Esther) en dat doen in de wetenschap, althans de veronderstelling, dat hun huisdier bij Martin in goede handen zal zijn. Het huisdier van Esther is kat Loekie, die hier kind aan huis is, dat van Ellen is voormalige moederhond Hendrik. Die is hier nog nooit geweest en heeft voor zover we weten nog nooit omgang met een kat gehad. Gisteravond werd Loekie afgeleverd, na twee rustige nachten komt Hendrik erbij. Niet alleen moet ik voor elkaar proberen te krijgen dat de schermutselingen binnen de perken blijven, ook moet ik zorgen dat ze elkaars eten niet eten. Het wordt een paar weken een hel.

07-10-09. Op de site die informatie over het verkeer geeft stond: ‘Rondom Rotterdam kan het drukker zijn in verband met een concert van Tom Jones in Ahoy.’ Dat kwam slecht uit, want ik moest naar Rotterdam, om precies te zijn naar dat concert van Tom Jones in Ahoy. Om kwart voor zes stond er tussen Den Haag en Rotterdam veertien kilometer file. Een halfuur later vertrok ik maar, tot Delft geen oponthoud, daarna viel het mee, bereikte om vijf voor zeven Rotterdam. Ahoy weet ik wel te vinden: als je rechtsaf gegaan bent hoef je alleen maar rechtdoor. Maar omdat ik ervan uitging dat de linkerbaan rechtdoor ging, miste ik in eerste instantie de baan Maastunnel. Verderop volgde de rechterstrook de Ring, ik nam de linker. En moest wegens te vroeg afslaan nabij Ahoy tweemaal een U-bocht maken.

08-10-09. Het was een van die Momenten tijdens het concert: Thunderball. Hij nam het in oktober 1965 op, in oktober 2009 is zijn stem nog even verbijsterend krachtig. Het publiek was vooral voor de oude krakers gekomen: na I’ll Never Fall In Love Again was er een staande ovatie, bij Delilah werd er ingehaakt. Gelukkig stond er meer op het programma: een blokje soul, een blokje country, nummers van de nieuwe cd 24 Hours en aan het eind een kwartiertje dat de liefhebbers van inhaken hopelijk de gordijnen injoeg. Stoned in Love was een samenwerking met de techno-dj Chicane geweest. Toen Tom het gezongen had verliet hij het podium en leefde de achtkoppige band zich uit in woest beukende techno. Jones kwam midden in die geweldige herrie met een brede smile weer op en zette Sex Bomb in.

09-10-09. En dan het publiek in Ahoy. Het is kennelijk een trend: mensen weten dat bekenden ook in de zaal zitten en bellen die mobiel op en geven hun locatie aan en dan wordt er wederzijds wild gezwaaid – je krijgt het idee dat de evolutie zich in omgekeerde richting aan het voltrekken is. Aandacht voor de artiest is er nauwelijks. Achter me zaten totdat ik er genoeg van kreeg en mijn zitplaats verliet om op boven aan de trap te gaan staan twee tantes met elkaar te kletsen. Voordat Tom Jones begon ging dat op conversatietoon, toen hij aan de gang was gegaan konden ze elkaar niet meer verstaan en daarom verhoogden ze hun volume. Je vraagt je af waar zulke mensen voor komen. (Mijn zus vermoedde dat ze met een clubje uit waren en gezellig wilden bijkletsen.)

10-10-09. Er was vannacht nachtrust, in tegenstelling tot de nacht ervoor. Logeerkat Loekie was al in huis, Ellen voegde donderdagavond logeerhond Hendrik toe. Loekie lag op de bank en zag hem aan. Hendrik had geen bezwaar tegen Loekie, wilde kwispelend gaan spelen. Loekie sprong de bank af en rende de trap op, Hendrik er in volle vaart achteraan, Loekie dikke staart. Zo ontstond een opgedeeld huishouden: Loekie in de slaapkamer, de deur dicht. Kwam niet voor enen in slaap, werd tweemaal wakker doordat Loekie luidruchtig brokjes at, eenmaal doordat hij over me heen liep en om tien voor halfzes doordat hij was gaan kotsen. Eruit gegaan om op te ruimen, onder de douche gestapt en een uur later op weg naar een ochtendverblijf op kantoor. ’s Middags kwam een buurvrouw berichten dat Hendrik de hele ochtend geblaft had.

11-10-09. De tweede nacht dat hond en kat onder de pannen waren verliep iets rustiger: werd maar eenmaal wakker, dat was toen Loekie het op een braken zette. De afgelopen nacht was er geen braken aan de orde en kon ik ononderbroken slapen. Hond Hendrik en kat Loekie leven gescheiden van tafel en bed dankzij de gesloten deur van het slaapvertrek en dat is eigenlijk wel prettig want Hendrik is er zo een die zich ook als dat niet voor hem bestemd is over een bakje voer ontfermt. Dan moet je slinks te werk gaan om te voorkomen dat hij de brokjes voor Loekie eet, daar is nu geen omkijken naar. Als ik naar boven ga om Loekie gezelschap te houden blijft Hendrik beneden en geeft niet te kennen dat hij dit een ongewenste gang van zaken vindt.

12-10-09. De logerende dieren hebben hun draai gevonden en we zitten met z’n allen in een ritme, waakzaamheid blijft echter geboden. Ik opende de deur van de slaapkamer en toen glipte hond Hendrik naar binnen, in volle vaart op kat Loekie af, met de kennelijke bedoeling gezellig te gaan spelen. Loekie dook met een dikke staart onder het bed. Ik had Hendrik al een paar keer uitgelegd dat het niet de bedoeling is dat hij zich in de slaapkamer begeeft maar hij is hardleers. Goddomme, arme Loekie met dikke staart onder het bed gejaagd, nou is het genoeg geweest. Zoals ik dat ook wel met ongehoorzame Loekie deed gaf ik hem een speelse zet de trap af. Loekie vond dat leuk, Hendrik was het niet gewend, zijn korte pootjes konden de treden niet bolwerken en hij stuiterde omlaag.

13-10-09. Als je in een jaar 1 euro meer verdient dan je uitgeeft, dan heb je het goed voor elkaar. Aan deze wijsheid moest ik denken bij het volgen van de berichtgeving over de DSB-bank. Mensen die slechts een ton van hun vermogen terugzien, de rest is verdampt, hun leed is niet te overzien. Het geld dat op de bank staat heb je niet nodig, anders zou je het niet op de bank gezet hebben maar uitgegeven. Wat munten achter de hand zijn handig, voor als koelkast of wasmachine het begeeft, maar meer? En dan heb je ook mensen uit het bankwezen die niet in tonnen denken maar in miljoenen. Je ziet zo’n abject figuur voorrijden in een auto die meer kost dan een huis en denkt: jammer dat hij er niet onder lag toen die bank omviel.

14-10-09. Engelse soldaten die ten tijde van de Eerste Wereldoorlog gewond terugkeerden van het front werden opgelapt. Ze wisten soms niet meer wie ze waren en wat ze deden – ze leden aan shell shock. Er was in die tijd niet veel aandacht voor zulk geestelijk leed, de opgelapte soldaten werden gewoon teruggestuurd naar het front. Het Journaal berichtte gisteren dat mensen die hun geld op de DSB-bank hadden staan wel eens in psychische problemen zouden kunnen komen en dat er behoefte zou zijn aan deskundige begeleiding. Zou het zo zijn dat mensen niet meer tegen een stootje kunnen? De enigen die geld kwijt zijn, zijn degenen die meer dan een ton op de bank hebben staan – dan heb je nog altijd een ton over om leuke dingen mee te doen. Laten we een stille tocht voor ze houden.

15-10-09. Als ik vakantie heb weet ik op een gegeven moment niet meer elke dag welke dag het is. Momenteel heb ik dat met jaren. Ik las Halfway to Hollywood, van Michael Palin, zijn dagboeken 1980-1988. Hoe zat het met mijn eigen dagboeken? Ik besloot er een over te tikken, dat van 1996. Dat doende raakte ik nieuwsgierig naar andere voorbije jaren en begon met het lezen van de jaargangen Sabbatical in Progress, de verzamelde teksten als deze. Las over een strandwandeling met buurvriendin Esther. We kochten vooraf een pistoletje kaas bij de kaasboer, hij gaf me 10 euro te veel terug. Gistermiddag liep ik met hond Hendrik naar het strand. Ik kocht bij de kaasboer een pistoletje kaas. Hij gaf me 10 euro te weinig terug. Ik had destijds het tientje geretourneerd, kreeg nu het nu alsnog.

16-10-09. Freek in Carré maar eerst met Tieka een pizza. Zullen we maar een biertje nemen, stelde ze voor. Puik idee, vond ik. Mijn pizza was er een met shoarma en knoflooksaus, dus er moest snel een tweede biertje aan te pas komen. Toen we cappuccino gedronken hadden was er tijd voor nog wel een biertje. Freek wilde ik liefst onbeneveld zien en daarom in de pauze een cola – maar wat had ik een dorst. Freek maakte om 22.18 uur een slotbuiging, ik ijlde het theater uit en rende naar het centraal station om de trein van 22.41 te halen. Om 23.38 zette ik het vanaf de Haagse fietsenstalling op een fietsen naar Loosduinen. Aldaar slokken cola, hond Hendrik uitgelaten, slokken cola plus twee blikjes bier leeggeklokt. En dan ook nog ietwat beneveld deze tekst voor elkaar gekregen.

17-10-09. Het nadeel van een gezellige avond is dat ik erna met geen mogelijkheid in slaap kom. Omdat Tieka in Amsterdam woont had ze een plattegrond bij zich die ze op den duur inzette om van Carré bij de Italiaan te komen – want als we na drie keer rechtsaf een vierde keer rechts gingen zouden we Carré weer gaan naderen. Dat deden we na het eten alsnog, nu zonder inzet van de plattegrond. Dat zijn van die belevenissen die ik in bed aangekomen recapituleer en voor je er erg in hebt is het halfvier geworden en slaap je nog niet. Vier uur later was het kat Loekie die me wekte, waarna ik hond Hendrik uitliet en van kwart over acht tot halftwee bezig was met het verbeteren van Tijd voor stampij. Daarna pas sloeg de slaap mokerhard toe.

18-10-09. Tijd om weer eens te klagen over zinloos klagen. De intercombel ging: een pakketbezorger van TNT vroeg of ik beneden kon komen om een pakje aan te nemen. Toen ik dat deed, deed buur Mylène het ook. Ik vroeg waarom er niet aan de deur bezorgd werd. De bezorger was niet zo bekend in de buurt. Een klacht in gediend die beantwoord werd met een vraag: Wat was het nummer van het pakje? Alsof er met dat pakje wat mis was! Korte tijd later: in de brievenbox door TNT bezorgde post die naar een andere straat had gemoeten. Klacht ingediend die beantwoord werd met een vraag: Was de post wel door TNT bezorgd? Van de week kwam de VARAgids niet aan – als ik klaag zullen ze wel vragen op welke dag die niet aankwam. Op elke dag!

19-10-09. Heb de hoop opgegeven dat mail, brief of telefoon iets zal uitrichten en daarom de acceptgiro maar getekend en op de bus gedaan. Want: ‘Hebben wij geen betaling ontvangen dan wordt de vordering, zonder nadere aankondiging, overgedragen naar de deurwaarder en zijn de gemaakte kosten voor uw rekening.’ Aldus (‘Met vriendelijke groeten’) de afdeling incasso van Haag Wonen. Op 27 augustus stuurde een held van Haag Wonen (D. Held, om precies te zijn) een brief over werkzaamheden aan de parkeergarage, waarvan van 28 september tot 29 oktober geen gebruik kon worden gemaakt. ‘Voor de weken dat u geen gebruik kan maken van de parkeergarage, worden er geen kosten bij u in rekening gebracht.’ Eind september kwam er een acceptgiro voor oktober, die ik in overleg met een dame van Haag Wonen verscheurde, zaterdag de dreiging van deurwaarder.

20-10-09. Wat een toeval: op dezelfde dag kreeg ik het Magazine van Haag Wonen en een nummer van Haags Straatnieuws in handen. In het Magazine kwamen de heldendaden van de woningcorporatie aan bod (‘Haag Wonen laat Buizenhout West feestvieren’), in het Straatnieuws een onthutsende reportage over diezelfde corporatie: ‘Rechter Höppener was niet te spreken over hoe Haag Wonen na diens ontruiming de Straatdichter onder druk zette om duizenden euro’s te betalen voor het opknappen van de woning.’ En: ‘Desgevraagd gaf Haag Wonen toe de uitspraak van de Hoge Raad te kennen. “Maar wij houden ons daar nooit aan”, voegde de medewerkster toe.’ Onlangs was er een bijeenkomst voor bewoners van panden die gerenoveerd worden. De renovatieopzichter wilde Haag Wonen er niet bij hebben: huurders hadden daar zoveel terechte klachten over dat het een uren durende bijeenkomst zou worden.

21-10-09. De bel van de voordeur ging en dat was me wat want ik wist niet beter dan dat die bel het niet deed. Omdat hond Hendrik blaffend voor de deur stond opende ik het keukenraam om de aanbeller te woord te staan. Het was een werker die vroeg of hij gedurende een minuut of tien gebruik mocht maken van een stopcontact. Ach, ik ben de kwaadste niet. Volgende maand worden deuren en ramen weggerenoveerd, nu al worden er steigers geplaatst die werkers benutten voor het verwijderen van de gevelvoegen. Het is soms ruw volk, ik hoorde er gistermiddag twee schelden, er vielen allerlei zaken op de grond, er werd gelukkig niet geschoten. Sprak een werker die een helm droeg. Deed hij gevaarlijk werk? Hij zei dat hij met zijn gezicht tegen een spinnenweb aan gelopen was. Bibbers!

22-10-09. Ze vertrokken in etappes. Eerst was het Esther die aan de deur kwam om logeerkat Loekie in bezit te nemen. Loekie had dat door en verschanste zich onder het bed: pas nadat hij een paar uur na Esthers aftocht tevoorschijn was gekomen kon ik hem grijpen en bij Esther door het geopende keukenraam naar binnen duwen. Ellen kwam ’s anderendaags logeerhond Hendrik opeisen. En zo werd ik gisterochtend wakker in een wezenloos stil, dierloos huis. Gelukkig waren daar de werkers (niet in huis, maar erbuiten). Ze zorgden voor het nodige leven bij het bouwen van steigers (alsof de Stones kwamen optreden) en er waren ook nog figuren met een hijskraan aan de gang. Ik weet niet of dat leuk werk is, zelf had ik het optimaal naar mijn zin met het lezen van The Time Traveller’s Wife.

23-10-09. Qua klachten was het een rustige week. Er is geen post bezorgd die niet voor mij bestemd is, voor zover ik kan nagaan is voor mij bestemde post niet elders terechtgekomen en gisteren kwam een pakketbezorger van TNT zowaar aan de voordeur om twee pakjes aan te reiken. Dan mijn zus, die, koud terug van een IJslandvakantie, alweer klachten aan het indienen is. Zo kwam er een rekening voor thuiszorg die mijn moeder na haar dood gekregen zou hebben. Ze was gebeld door de huidige bewoonster van het voormalige moederhuis, die had post voor ons. Ik reed derwaarts en nam de vier enveloppen in ontvangst: ING, Fortisbank, Azivo, GAK – poststukken die TNT bij mijn zus had moeten bezorgen. In de afgelopen drie maanden heeft zij er zeker vier keer over moeten klagen dat dit niet gebeurd was.

24-10-09. Van nature ben ik niet iemand die snel in juichen uitbarst en dat is maar goed ook want het bijna juichen van gisteren wegens het niet hebben van klachten over TNT was voorbarig. Ik ging zien of er post was en die was er. In het halletje bij de voordeur bevinden zich de brievenboxen: een enorme bak met deurtjes en op die bak met deurtjes lag een envelop met giroafschriften van ING en die envelop met giroafschriften was voor mij bestemd – onterecht bezorgd bij een buur die zo sympathiek was de envelop ongeopend te laten. Je vraagt je af wat er nou zo moeilijk is aan het bezorgen van post. Je bent als bezorger voorzien van een aantal poststukken met adressen erop die je moet afleveren op adressen die overeenstemmen met die op de enveloppen. Meer niet.

25-10-09. Mijn computer is niet meer van deze tijd (meer dan tien jaar oud, werkend op Windows 98) maar wel zo bij de tijd dat-ie op de hoogte is van het ingaan van de wintertijd (zo men wil het uitgaan van de zomertijd). Ik kreeg vanmorgen bij het aanzetten van het apparaat de melding dat de tijd was aangepast, met daarbij het verzoek te controleren of die in orde was. Had ik die melding niet gekregen, dan zou ik om te beginnen een andere tekst dan deze geschreven hebben en na het schrijven van die andere tekst net als ik na het schrijven van deze tekst ga doen zijn gaan hardlopen en dan had ik nog wat rondgelummeld en was kort voor tienen naar de supermarkt vertrokken waar ik omstreeks negen uur voor een dichte deur was aangekomen.

26-10-09. Leest Nederland? De actie Nederland Leest is weer aan de gang. Er worden maar acties bedacht om mensen aan het lezen te krijgen en onderling over het gelezene in gesprek te brengen. De roman Oeroeg van Hella Haasse wordt door de bibliotheken weggegeven aan klanten: mensen dus die uit zichzelf al lezen. Vorig jaar was het Twee vrouwen, van Harry Mulisch. Om de actie onder de aandacht te brengen werd de pers ingeschakeld, die massaal opgedraafd kwam om Mulisch te interviewen. Nu is Mulisch al zo vaak geïnterviewd dat er wat bedacht moest worden om de pers zo gek te krijgen. De schrijver werd per vliegtuig naar Nice verplaatst, vervolgens werd een contingent verslaggevers naar Nice getransporteerd om Mulisch te interviewen en hem vragen te stellen die hij al honderd keer beantwoord had. Nederland Leest? Nederland snoepreist!

27-10-09. Jammer dat het einde der tijden is opgeschoven van december 2012 naar 2208. Bij ondergangsscenario’s gaat het erom dat ze zich binnen afzienbare tijd zullen voltrekken, zodat er waarschuwende boeken over gelezen kunnen worden. Die over het aan de Mayakalender ontleende catastrofejaar 2012 zijn niet te tellen. Heb er een gelezen, was erg amusant, net als die waarin theorieën over het oude Egypte ontvouwd worden. In dat genre gaat het om verloren beschavingen die verondersteld worden zeer geavanceerd te zijn geweest, hun tijd (en zelfs de onze) ver vooruit waren. Dat moet wel, als je een kalender weet te maken waaruit af te leiden valt dat de wereld honderden jaren nadat je zelf vergaan bent zal vergaan. De voorspellende waarde daarvan is gelijk aan die van de voorspellingen van Nostradamus: die kloppen altijd, als je erin gelooft.

28-10-09. Een attente TNT-postbode bezorgde de Kampioen. Voorop stond: ‘Test parkeergarages’. Ook bezorgd was een brief van Willems Vastgoedonderhoud, dat bij monde van Jan Henkhuis liet weten dat de parkeergarage geschilderd wordt en dat mijn eigendommen daartoe van 7 tot en met 21 december uit de garage moeten zijn. Ook nog een brief van Haag Wonen over het schilderwerk van 27 september tot en met 29 oktober dat niet was doorgegaan. Ik zou bericht krijgen van Willems Vastgoedonderhoud, aldus D. Held. Meteen die D. Held gebeld. Mevrouw Held was er niet, kon ik teruggebeld worden? Binnen een minuut belde mevrouw Held terug. Ik attendeerde haar op de onlangs ontvangen dreiging met een deurwaarder. Geen zorgen: het geld dat betaald was wordt teruggestort. Als er weer een acceptgiro komt kan ik die negeren. Heus, er wordt geen deurwaarder ingeschakeld.

29-10-09. De Amazonpakjes arriveerden dinsdag aan het begin van de middag, waardoor ik pas om halftwee ging kijken en pas om kwart voor drie ’s nachts het hele formidabele vijfde seizoen Lost gezien had. Vroeger had je spannende series met binnen het uur de ontknoping, bij Lost blijf je zeventien afleveringen lang in spanning zitten en word je beloond met een cliffhanger. Het verbijstert soms, de vernuftige plotlijnen – onbegrijpelijk dat mensen die elke week een aflevering zien het verhaal kunnen volgen. Gisteren was de andere gearriveerde dvd-set aan de beurt. Daar begon ik ’s morgens al mee, zodat ik voor elf uur ’s avonds klaar was. True Blood komt uit het brein van Alan Ball (American Beauty, Six Feet Under). De zeer aanbevolen serie is gebaseerd op de boeken van Charlaine Harris. (Gaat dat zien, gaat dat lezen!)

30-10-09. Op het gebied van onhandigheid heb ik een staat van dienst die er mag zijn. Heb wel eens (om niet te zeggen meerdere keren) voordat ik melk inschonk het dichte pak omgeschud en was daarbij tot de ontdekking gekomen dat het al geopend was. De wasmachine in werking gesteld op het moment dat er nog geen wasgoed in ondergebracht was. De wasmachine aan de gang gebracht voordat ik waspoeder of wasverzachter toegevoegd had. Toen ik hier pas woonde iemand van de woningcorporatie ontboden omdat ik de schuurdeur niet open kreeg – hij kreeg het in een handomdraai voor elkaar. Meerdere keren sokvoets op het tapijt van de binnentrap uitgegleden – vorige week nog, met een maaltijdsalade in de hand die kapseisde. En gisteren met de gedachten er niet bij een schep koffie in het waterreservoir van het koffiezetapparaat gekieperd.

31-10-09. Ik denk dat het komt doordat ik een fietstas heb: soms vervoer ik daar tassen met levensmiddelen in en als ik die in de fietsenberging aangekomen uit de fietstas til vergeet ik soms de fiets op slot te zetten of laat de sleutel in het slot zitten. Gisterochtend leek dit opnieuw het geval te zijn, met het verschil dat ditmaal de sleutel niet alleen niet in huis was maar ook niet in het slot zat. Nogmaals thuis alles doorzocht, weer naar de fietsenberging, onderweg het trottoir vergeefs afgespeurd. Er zat niets anders op: met de fiets naar de fietsenmaker. Dat was nog niet zo eenvoudig, de fiets was stevig en hem over een flinke afstand van de grond getild verplaatsen een opgaaf. De fietsenmaker zou het slot verwijderen – hopen nu dat ik die sleutel niet alsnog vind.

01-11-09. Het demonteren van het slot gevolgd door het aanleggen van een nieuw slot plus de aanschaf van een extra slot kwam op 56,60 euro – dat kostte dus het verliezen van de sleutel in combinatie met het niet hebben van een reservesleutel. Het extra slot ging gepaard met twee reservesleutels, het reguliere slot had er een. Er staat een nummer op dat ik ergens moet noteren, dan kan ik via internet een andere krijgen als ik ook die kwijtraak. (Mijn Gazelle Orange oogt nog als nieuw, hoe meer sloten hoe beter.) Het was een verjaardagsfiets geweest, ontdekte ik. Niet cadeau gekregen maar op die dag in 2000 werd de factuur gemaakt: inclusief accessoires 1568,90 gulden. Had de factuur meegenomen omdat iedereen wel met de smoes dat de sleutel zoek is de fietsenmaker kan vragen het slot te demonteren.

02-11-09. Het vervoer van logeerkat Loekie is onder normale omstandigheden al een militaire operatie, nu waren er ook nog werkers aan het werk. Werkers willen werken en zoveel mogelijk herrie maken – anders waren ze geen werkers geworden. De galerij is gevuld met steigers, op twee hoogtes liggen horizontale planken. Daarop staan de werkers als ze aan het werk zijn: ze verwijderen de voegen van de gevel. Dat geeft een hoop lawaai en Loekie is daar niet dol op, zodat hij toen Esther hem vrijdag kwam brengen zijn nagels in haar zette, wat haar op twee plekken op pleisters kwam te staan. Toen ze hem
gisteravond kwam ophalen was het zondag en rustig maar bij haar aanbellen vloog Loekie onder het bed. Nadat zij vertrokken was kwam hij tevoorschijn en kon ik hem zonder verwondingen op te lopen wegdragen.

03-11-09. De kost hoeft niet altijd licht te zijn. In september las ik Richard Dawkins’ The Greatest Show On Earth – The Evidence For Evolution. Ik vervolgde het geleerde lezen met A Short History Of Nearly Everything van Bill Bryson en ben momenteel verzonken in een boek van Brian Greene, The Elegant Universe – Superstrings, Hidden Dimensions, and the Quest for the Ultimate Theory. Dat ‘peels away the layers of mystery surrounding string theory to reveal a universe where the fabric of space tears and repairs itself, and all matter – from the smallest quarks to the most gargantuan supernovas – is generated by the vibrations of microscopically tiny loops of energy.’ Dat klinkt als zware kost: de auteur waarschuwt in zijn voorwoord dan ook dat het boek niet iets is om voor het slapengaan te lezen – wat ik juist wel doe.

04-11-09. Het was al zo spannend en nu blijkt er ook nog een bekwame Belg in de race te zijn. Ik weet niet meer waar ik op moet hopen. Als Balkenende wordt uitgeroepen tot koning van Europa zijn we hier eindelijk van hem af. Maar als hij geen koning wordt dan is dat een sublieme blamage. Er is weer aangetoond waar het in de politiek om gaat: macht, aanzien en status. Balkenende die leiding geven aan een land niet genoeg vindt en leiding wil geven aan een heleboel landen, het is als een middenstander die een enkele kruidenierszaak te min vindt en aast op een keten van supermarkten. Hoe Balkenende over macht denkt was goed te zien aan zijn meer dan gênante geglunder bij het ontbijtbezoek aan Bush (die zijn naam niet kende en hem daarom ‘friend’ noemde).

05-11-09. Werd een uur later wakker dan gebruikelijk op een niet-werkdag. Zouden de werkers niet tegen regen kunnen? Tot nu toe was het zo dat ze om halfacht begonnen met lawaai maken, vanmorgen om halfnegen waren ze nog niet te horen. Er ligt hier in huis gruis op de kozijnen aan de kant van de keuken. Dat is daar via raamkieren terechtgekomen – met zoveel kracht worden de gevelvoegen verwijderd. Het meeste gruis is op de galerij neergedwarreld en daar een verbinding aangegaan met de gevallen regen. Je moet als je je naar het portiek begeeft door blubberpap soppen. De gevels zijn aan de keukenkant van voegen ontdaan, als ook die aan de woonkamerkant geschoren zijn komen de werkers over de vloer om de ramen en deuren te vervangen. Anderhalve week de tijd om de inboedel af te dekken.

06-11-09. Flink wat jaren geleden alweer regende het dermate dat rivieren bezit namen van het land – onze onverschrokken vorstin ging met kaplaarzen poolshoogte nemen en we gaven haar zoon groot gelijk dat hij besloten had zich toe te leggen op watermanagement (wellicht omdat hij bij het rijden van de Elfstedentocht zoveel bevroren water was tegengekomen). Daar moest ik aan denken toen ik gisterochtend de voordeur opende. De werkers hadden de voegen vakkundig van de gevel verwijderd en het vrijgekomen voegsel keurig aan de kant geveegd, waardoor de afvoerputten ontoegankelijk waren geworden. En het goot. Nog een centimeter of wat en het water zou de drempel overstijgen en mijn huis binnensijpelen. Op een werker afgestapt die door zijn lawaaimachine niets hoorde en zich dus lam schrok toen ik hem bij de arm greep. Maar hij ruimde gehoorzaam alles op.

07-11-09. Als ik eerder begonnen was zou ik wel doorgegaan zijn, nu vond ik het om halfeen genoeg. Het zevende seizoen van 24 is uit. Een seizoen telt 24 afleveringen van een uur die in werkelijkheid maar 40 minuten duren: het speelt zich in real time af maar op de dvd zitten tijdsprongen waar op de televisie reclameblokken zitten, dat schiet op. Plus dat vanaf de tweede aflevering elke aflevering begonnen wordt met een minuut of twee previously on 24. Ik ging om halftwaalf ’s middags van start. In 24 zijn ze 24 uur lang aan het rennen en beraadslagen, ik hoefde alleen herhaaldelijk de binnentrap af om koffie, bier, wijn et cetera te halen. Om 20.30 uur dacht ik: ik ga door tot het einde. Maar om halfeen, na zeventien afleveringen, besloot ik een slaappauze te houden.

08-11-09. Engelstaligen spreken van a willing suspension of disbelieve – je weet dat het flauwekul is maar je slikt het omdat je je door het verhaal laat meeslepen. In de serie 24 is iedereen gedurende 24 uur in touw zonder dat er uitputtingsverschijnselen aan het licht treden – ook bijfiguren gaan maar door. Niemand krijgt honger, niemand hoeft naar de wc. Als het knokken wordt kunnen er twee dingen gebeuren: of de tegenstander wordt met een enkele mep buiten westen gebracht, of de vechters beuken eindeloos op elkaar in zonder dat er schade wordt aangericht. En zou het voor kwaadwillenden echt zo makkelijk zijn om via een ondergrondse tunnel het Witte Huis binnen te dringen en daar alles en iedereen te gijzelen? Allemaal flauwekul – maar je zit van begin tot eind in spanning, zoals dat bij een goede serie hoort.

09-11-09. Toen ik hier vijftien jaar geleden kwam wonen liet ik luxaflex aanbrengen. Na een poosje, ik was jong en enthousiast, ging ik die luxaflex eens schoonmaken. Wat was dat een kolerewerk! Ik hield er snel weer mee op en sindsdien heb ik er niet meer naar omgekeken. Ik stofzuig, ik neem zo nu en dan stof af, ik dweil de keuken en lap als het lang niet geregend heeft de ramen maar het moet niet te gek worden. Volgende week worden in het kader van de renovatie ramen en deuren verwijderd en dus moet de luxaflex eraf. Kocht bij Blokker een apparaatje om ze te reinigen (de wetenschap heeft sinds 1994 grote sprongen voorwaarts gemaakt), het ging zowaar voortreffelijk. Was er wel een paar uur mee bezig – nou ja, ben er weer voor vijftien jaar van af.

10-11-09. Vroeger las je wel eens in de krant dat iemand zichzelf van het leven had beroofd door zijn of haar hoofd in de oven te steken. Om de inademing van gas te bespoedigen had de dader van de zelfmoord in de keuken alle kieren gedicht. Daar moest ik vrijdag aan denken toen ik als een bezetene bezig was met het dichten van de kieren rond de voordeur. Als het waait voel je tot in de woonkamer de wind, als de zon laag staat zie je die door de kieren naar binnen schijnen en als het regent hou je het in huis niet droog. Daar komt volgende week met de renovatie verandering in, maar voorlopig zat ik nog met die kierende deur. (Ik was zo bezeten bezig met kierdichting wegens de nadering van een werker met een hogedrukspuit.)

11-11-09. ‘Kom nou, er bestaan toch geen taboes meer.’ ‘En of er nog taboes bestaan. Wat dacht je van seks? Dat is een taboe, dat blijft een taboe. Net als religie en de dood.’ ‘Seks?’ ‘Zeker weten seks. Stel je Balkenende maar eens naakt voor.’ ‘Gatver.’ ‘Balkenende zal met zijn wederhelft wel eens aan seks doen en dan krijg je dus een geheel naakte Balkenende.’ ‘Gruwel.’ ‘Dat is nog zacht uitgedrukt. Een naakte Balkenende dus. Met een erectie.’ ‘Hou op alsjeblieft.’ ‘En die bril.’ ‘Balkenende naakt met een erectie en een bril op?’ ‘Natuurlijk, anders kan hij die erectie toch niet zien?’ ‘O ja.’ ‘Dus zie je wel dat seks nog altijd een taboe is. Een naakte Balkenende met een bril op en een erectie, dat wil je niemand aandoen.’ ‘Nee.’ ‘En neem Rita Verdonk.’ ‘Voor geen geld!’

12-11-09. Sinds de auto tot total lossheid verviel leg ik afstanden die binnen de perken blijven per fiets af. Ritjes naar supermarkt en kantoor, het is routine geworden. De fiets heb ik verrijkt met een fietstas en als er neerslag gaande is draag ik een regenpak. Dat wil zeggen: ik kocht begin september een regenpak maar hoefde dat tot gisteren niet te dragen omdat ik niet bij regen op de fiets zat. Gisteren goot het, eindelijk het pak aan, ik wist niet wat ik zag, in de spiegel. Vooruit maar. De straat uit gefietst en toen ik op de kruising links ging werd ik toegeroepen: de fietstas was van mijn fiets gevallen. Hoe monteerde je dat ding ook alweer? Was er een minuut of vijf mee bezig, toen was het droog geworden en kon het regenpak weer uit.

13-11-09. Het is geloof ik wel een zegen dat ik voor het woon-werkverkeer niet meer aangewezen ben op een auto. Er lag een uitvouwbare deelplattegrond in de bus met een toelichting die als een van de kopjes had: ‘De beste weg naar een mooiere binnenstad’. Die weg is als je met de auto bent een omweg: per 20 november hebben we te maken met de Centrumring. Omdat ik autoloos ben kan ik de plattegrond bekijken zonder schuim op de mond te krijgen. Van de Prinsengracht kom je de Paviljoensgracht niet meer op, dat zal dan via de Hobbemastraat moeten, of zo’n soort omrijstraat. ‘Schone lucht is goed voor iedereen,’ aldus de toelichting op dat omrijden. Als je drie kilometer moet rijden om hemelsbreed tweehonderd meter op te schieten, dan is dat een geweldige bijdrage aan een schoon milieu.

14-11-09. Het alomme roepen dat het tijdperk van de cd ten einde raakt leidt ertoe dat de cd-prijzen dalen, dat is een gunstige gang van zaken voor wie die cd-verdwijning niet zo nauw neemt. Dat beweerd hebbende moet ik toegeven dat het voorbij zijn van het cd-tijdperk mij vannacht door het hoofd ging, in de vorm van een droom. Daarin maakte het medium cd plaats voor de lp, een omgekeerde evolutie zeg maar, en ik was in het kader daarvan blij dat ik mijn lp’s al die jaren dat de cd de boventoon voerde bewaard had. De collectie lp’s is helaas ontoegankelijk omdat de schijven boven zodanig zijn opgeslagen dat ze schuilgaan achter videobanden. De videoband, ook zo’n medium waarvan het voortbestaan bedreigd wordt, uit de roulatie geduwd door de dvd. Tenzij ik daar anders over droom natuurlijk.

15-11-09. We hebben allemaal wel eens een film gezien waarin personages een huis betrekken dat lange tijd in gemeubileerde staat heeft leeggestaan. De meubels zijn om het stof op afstand te houden met lakens afgedekt. Ik doe het ter voorbereiding op de aanstaande renovatie anders. Net als vorig jaar wordt de boel ingepakt in vuilniszakken. Dat is goedkoper dan lakens (een rol met twintig stuks kost iets meer dan een euro) en er zijn flink wat rollen nodig. De techniek die ik toepas is niet al te ingewikkeld. Ik knip een vuilniszak open, beklim de trap en vouw de zak over de boeken op de bovenste boekenplank, werk zo horizontaal de rij af en bevestig er met tape een aantal onderhangende vuilniszakken aan. De binnentrap gaat schuil onder afdekzeil dat professioneel met punaises aan de treden is bevestigd.

16-11-09. In de natuur legt de mens het af tegen het dier, in huiselijke kring zijn de verhoudingen niet wezenlijk anders. Na een nogal immense inspanning mijnerzijds was de boel zo goed als geheel ingedekt tegen de komst van de werkers, die morgenochtend voor de deur staan. Maar in de loop van gistermiddag kreeg logeerkat Loekie het toen ik boven verkeerde op zijn heupen en begaf zich speels achter de verknipte vuilniszakken die voor een wand met boeken hingen. Ik daalde af, joeg Loekie naar boven en begon herstelwerkzaamheden. Een uur later arriveerde logeerhond Hendrik, die geen belangstelling had voor de verknipte vuilniszakken maar wel bezeten op de kranten afstoof die met mathematische precisie over het afdekzeil op de grond waren uitgespreid. Liet hem een paar minuten uitrazen en begon toen opnieuw met het uitspreiden van de kranten.

17-11-09. Deze tekst wordt al om 05.20 uur plaatselijke Loosduinse tijd online gebracht omdat ik nog wat voor te bereiden heb voor de komst van de werkers en om 06.00 uur de tram moet hebben om logeerhond Hendrik naar zijn thuishuis te transporteren. Gisterochtend verscheen er een werker op het balkon, wat Hendrik wegens de verwijderdheid van de luxaflex scherp in de gaten had en tot zijnerzijds geblaf leidde. Dat was geen doen: Hendrik naar boven gecommandeerd, waar logeerkat Loekie niet op hem zat te wachten, zodat ik Loekie oppakte en naar zijn thuishuis droeg. Ik moest hem tussen steigers en langs werkerslawaai voeren en dat kwam me op verwondingen wegens uitgeslagen nagels te staan. Maar de rust raakte hersteld en alles is inmiddels zo goed als in gereedheid voor de verwelkoming van de diverse werkers, omstreeks halfacht.

18-11-09. Er worden werkers verwacht, dus je houdt met alles rekening. De stam van de Holenbeer kan voor de deur staan, het kan ook een Invasion of the Bodysnatchers worden. Geen van beide was het geval, dat luchtte me op. De werkers hadden afdekspul bij zich dat gedrapeerd werd over het afdekzeil en de kranten die ik zelf al op de vloeren had aangebracht. Alle boeken gingen schuil achter verknipte vuilniszakken en dat was maar goed ook. Ik zat aan mijn bureau, links van me stond de balkondeur open, rechts om de hoek de voordeur. Dat bewerkstelligde dat het in huis af en toe stormde. Als er gezaagd werd stoof het zaagsel me om de oren: een windtunnel in een houtzagerij. Ik droeg een T-shirt, twee truien, iets vestigs en een gevoerd jeansjack en had het zeer koud.

19-11-09. Toen de werkers vertrokken waren ging ik hond Hendrik uitlaten. Bij de Prins Hendrikstraat (ik verzin die naam niet) liep een loslopend hondje, een betoverend vertederende kruising tussen een Maltezer leeuwtje en een Pekinees. Desgevraagd vergezelde hij Hendrik en mij. Informeerde hier en daar, niemand kende zijn eigenaar. Droeg hem mee naar het zushuis, legde hem de riem van Hendrik aan, ging verder speuren – geen succes, weer terug. Overdacht wat te doen terwijl Hendrik gezellig het onverstoorbare hondje aan het berijden was. Besloot het naar politiebureau Jan Hendrikstraat (ik verzin die naam niet) te brengen. Dat was een eindje, daarom de fiets genomen. Het hondje reisde volkomen op zijn gemak in de fietstas mee. Op het bureau gearriveerd plaatste ik hem op de balie. Hij zette zijn voorpoten op mijn schouders en begon mijn gezicht te likken.

20-11-09. Huisdieren blijven de renovatie domineren. Eergisteren besprak ik met een schilder de vondst van de kruising tussen een Maltezer leeuwtje en een Pekinees. Hij vroeg of ik de hond gehouden had. Nee, zei ik, de hond behoorde een ander toe: ik had hem op het politiebureau afgegeven. ‘Als de eigenaar niet gevonden wordt, wordt-ie vergast,’ meende de schilder. Daar geloofde ik geen woord van, toch zocht ik contact met het politiebureau. Men had er goed nieuws: de dierenambulance was voorgereden, via de chip van de hond was de eigenaar opgespoord en die had hem opgehaald. Om halfeen was de schilder klaar met het binnengebeuren, om kwart voor een moest ik hem terugroepen. Logeerkat Loekie had zich de hele ochtend schuilgehouden en was tevoorschijn gekomen en over de geschilderde vensterbank gaan lopen en had er acht pootjesafdrukjes achtergelaten.

21-11-09. De werkers waren opgerukt tot de woning van de bejaarde buurman die naar een bejaardenhuis verhuisd was en daardoor niet opendeed. Er was een briefje op de deur geplakt, bevattende het verzoek contact op te nemen met de opzichter. Ik belde deze Gerard en vertelde dat buurman in een bejaardenhuis zat. Nee, zei Gerard: hij had van Haag Wonen gehoord dat hij een paar weken geleden was overleden. Had ik het maar geweten, dan was ik naar de begrafenis gegaan. Ik had een sleutel van het buurmanhuis en gaf die aan Gerard. Aan het begin van de avond vroeg ik me af waarom Haag Wonen was ingelicht over het overlijden, de huur was eerder al opgezegd. Ik belde het bejaardenhuis: buurman was twee weken terug wegens harttoestanden naar het ziekenhuis overgebracht. Daar trof ik hem levend aan.

22-11-09. De bejaarde buurman was verrast toen hij me op bezoek zag komen, ik was nog verraster hem levend aan te treffen. Hij was de dag dat ik hem opzocht van de intensive care verhuisd naar een zaal waar de zorg minder intensief was. Ik vertelde dat Haag Wonen wel een erg grote hekel aan hem moest hebben als ze de opzichter hadden verteld dat hij dood was. Dat zou best kunnen: hij was altijd een gedreven indiener van klachten geweest. Ik vertelde dat ik het jammer gevonden had dat ik twee weken nadien pas van zijn overlijden had gehoord en daardoor zijn begrafenis gemist had. De van harttoestanden herstellende buurman heeft een oudere zus die in Voorburg woont en nog ingelicht moet worden dat hij in het ziekenhuis ligt. (En op den duur dat hij dood is.)

23-11-09. De afgelopen vrijdag voor dood gehouden bejaarde buurman lag gisteren met een zuurstofvoorziening in zijn ziekenhuisbed, waardoor de conversatie wat moeizaam verliep. Zijn hulp in de huishouding vierde vakantie in Zuid-Amerika – waar zou ik de sleutel van de schuur kunnen vinden? Hij wist het niet. De schuurdeur wordt vervangen, dat gaat makkelijker als er een sleutel is. In de schuur staat een fiets. Ik moest denken aan buurmeisje Rita. Ze had een keer een opmerking gemaakt over buurmans comfortabel ogende fietszadel. Buurman legde uit dat dat vanwege zijn aambeien was. Rita raakte er opgelaten van, ze zei later tegen mij: ‘Ik wist niet waar ik moest kijken.’ Ik zei dat me dat niet zo moeilijk leek. (Herinner me mijn eigen opgelatenheid toen ik buurman eens verkeerd verstond. Hij vertelde dat hij aan voorouderonderzoek deed. Ik verstond voorhuidonderzoek.)

24-11-09. De dagen dat er geen werkers over de vloer zijn, zijn geschikt om lezend door te brengen. In het voorbije weekend was ik verzonken in drie boeken van Richelle Mead, van wie ik eerder Succubus Blues gelezen had (‘Something wicked is at work in Seattle’s demon underground’). Vampire Academy, het eerste deel van de gelijknamige cyclus, werd gevolgd door Frostbite, dat weer door deel drie, Shadow Kiss. Zaterdagavond had ik al lezende een blikje regulier bier geleegd en daalde af om een flesje Guinness uit de koelkast te nemen. Keerde terug, las verder en nam een slok: uit het blikje waarin ik een sigaarpeuk had geduwd, dat smaakte niet lekker. Niet lang daarna het nagenoeg volle flesje Guinness niet op het ladenblok naast het bed gezet maar op de grond laten lazeren. Kortom: het zijn spannende boeken!

25-11-09. Het heeft wel wat, dat ze je kennen. Ik was een jaar of tien en besteedde mijn zakgeld aan Kluitmanpockets, die 1,50 kostten. Commissaris Achterberg. Inspecteur Arglistig. De nachthavik. Ik kocht ze in een kantoorboekhandel aan het Lorentzplein. De eigenaar verkocht de zaak, ik kwam binnen toen hij met de nieuwe eigenaar in gesprek was. Hij zei over mij: ‘Dat is onze vaste klant.’ In 1996 (las ik onlangs in mijn dagboek van dat jaar) bestelde ik bij het American Book Center een boek en wilde mijn naam opgeven. ‘Ik weet wel hoe je heet,’ zei Joe. Mijn adres had hij ook. Gisteren betrad ik de Media Markt. In het voorbijgaan zei een verkoper: ‘Er is een cd van Wim T. Schippers binnen. Jij hield toch van Wim T. Schippers?’ En hij leidde me naar het schap.

26-11-09. Vroeger was jeugdsentiment: nostalgische herinneringen hebben. Tegenwoordig is het een kwestie van naar dvd’s kijken. Laurel & Hardy zijn compleet verkrijgbaar, Charlie Chaplin is het, van W.C. Fields zijn in Engeland dvd’s bestelbaar en nu is er ook The Chronicles of Buster Keaton: zes dvd’s met daarop hoogtepunten uit zijn oeuvre. De komieken uit het stomme filmtijdperk zag ik de jaren zestig op tv, in de reeks Comedy Capers. Daarin geen W.C. Fields (hij was van de talkies) maar behalve de genoemden wel Harold Lloyd, Harry Langdon, Ben Turpin en de Keystone Kops (inderdaad, Cops met een K). Zag gisteravond van Keaton The Playhouse, waarin hij droomt dat hij een orkestje leidt bestaande uit musici die hij zelf is, in de loges toeschouwers die hij ook is. Hoe kreeg hij dat in die primitieve filmtijd voor elkaar!

27-11-09. Thanksgiving betekent sinds jaar en dag een tocht naar Amsterdam voor een bezoek aan het American Book Center, waar die dag 20% korting genoten kan worden. Te voet gaande vanaf het centraal station was ook gisteren de eerste halte Fame. Ze doen er niet aan Thanksgiving maar wel aan aanbiedingen: films van Luis Buñuel die maar 4,50 kostten, The Kinks Picture Book (box met zes cd’s) voor slechts 31,49. Met een al aardig gevulde rugtas door naar het ABC. De postume Nabokov, The Original of Laura (Dying is Fun), maakte de rugtas flink wat zwaarder, het daarom verder niet te gek gemaakt. Van Lauren Kate Fallen gekocht, van Trenton Lee Stewart The Mysterious Benedict Society en The Mysterious Benedict Society and the Perilous Journey. Flink bespaard, Mart? Treinkaartje kostte 19,10 en ik verloor een briefje van tien.

28-11-09. Hebben werkers ook adv? Toen ik donderdag uit Amsterdam terugkeerde werd ik aangesproken door een werker die de nog ontbrekende tochtstrip aan de voordeur wilde bevestigen als het me schikte. Het kon nu wel, anders werd het maandag. Gisteren was er geen werker te bekennen – als er geen adv in het spel was waren ze wellicht gezamenlijk een dagje uit. Dat kwam goed uit: ik had voor mezelf een luie leesdag afgekondigd. Die begon met het lezen van het vierde deel in de reeks Vampire Academy, Blood Promise. Het waren 502 pagina’s die snel lazen want om halfzeven was ik erdoorheen. Er was werk aan de winkel maar het werk kon wel een dag wachten zodat ik aansluitend zo’n 200 pagina’s las in Fallen, van Lauren Kate. Nog maar 252 pagina’s te gaan, daarna eventueel dat werk.

29-11-09. Dmitri Nabokov heeft er wel de tijd voor genomen. Het duurde meer dan dertig jaar voordat de onvoltooide laatste roman van zijn vader verscheen. Die was tegen publicatie geweest – maar ja, een manuscript van Nabokov in de kachel gooien? The Original of Laura (Dying is Fun) is een zeer voorlopige versie van wat een roman had kunnen worden als de schrijver niet in 1977 was overleden. De gepubliceerde fragmenten doen je wensen dat dat ervan ware gekomen. Het is een fabuleus uitgegeven boek: fors formaat, gebonden en bijzonder vormgegeven. Nabokov schreef op kaartenbakkaartjes, met potlood. Die kaartjes zijn afgebeeld, de gedrukte tekst eronder. De kaartjes zijn langs de randen geperforeerd, je kunt ze verwijderen en in je eigen kaartenbak stoppen. Vroeger werkte ik ook met zulke kaartjes, ik gebruikte ze voor een onbenullig doel: mijn grammofoonplaten administreren.

30-11-09. Op 18 december worden de steigers verwijderd, tot die tijd gaat de zottigheid onverminderd door. De werkers hadden wegens de vrije vrijdag een lang weekend en zullen vandaag met hernieuwde krachten aan de slag gaan. Ik heb een nodige voorbereiding getroffen: het dakraam met verknipte vuilniszakken afgedekt. Het is een raam dat nooit afgedekt is – als men via een verrekijker bij me naar binnen wenst te kijken moet men zijn gang maar gaan, ik probeer wie niet goed bij zijn hoofd is altijd zoveel mogelijk in zijn waarde te laten. Maar onderdeel van de renovatie is ook het vervangen van dakpannen. Het valt niet te voorkomen dat een dakpanman op zeker moment met zijn werkzaamheden tot nabij mijn dakraam vordert en als dat ’s morgens in de vroegte het geval is word ik liever niet slapend gesignaleerd.

01-12-09. Ik moest denken aan hartspecialisten die geen verstand hebben van longen. Er waren werkers op balkon bezig, ik vroeg ze naar het hoe en wat van de verwijdering van mijn dakraam. Daar wisten ze niets van: ‘Wij zijn van de steigers.’ Ik had een brief aangetroffen: ‘De werkzaamheden aan uw dak starten op 1.12.2009.’ Ja, maar hoe zat het nou precies met dat dakraam? Besloot te informeren bij buren die mogelijk al een nieuw dakraam hadden. Harma was niet thuis, Irma noodde me binnen. Ik hoefde mijn voeten niet te vegen, haar vloerbedeksel was tijdens de renovatie door waterschade overmand geraakt. ‘Mart, het wordt een teringzooi,’ aldus Irma. Dus ik thuis de boel boven afdekken. Hopen maar dat ik niet lig te slapen als een werker vanaf de buitenzijde het dakraam eruit hijst. ‘Blijft u rustig liggen.’

02-12-09. Ik was een jaar of twee en heb er helaas geen herinnering aan – en in die tijd had ik nog geen dagboek, dus ik kan het niet nakijken. Het enige wat ik me herinner is wat mijn moeder me er later over vertelde. Met mijn ouders en een paar andere familieleden was ik een dagje naar Hilversum, waar je de tv-studio’s kon bezichtigen. Op een terras werd ik over de bol geaaid door Hetty Blok en ook Ramses Shaffy bejegende me uiterst vriendelijk. Het was de enige keer dat ik hem ontmoette, het liet geen indruk na. Dat was wel het geval met een vriend, die stapte ooit in Groningen in zijn hotel in de lift, waarin zich Ramses Shaffy bevond. Het was niet duidelijk op welke etage Ramses moest zijn: hij lag dronken op de grond.

03-12-09. Op een gegeven moment weet je niet beter. Ik werd gisterochtend opgebeld, de opbelster informeerde of er op de galerij nog steigers stonden. Ja, natuurlijk stonden die er nog. Er waren zelfs steigers bijgekomen: op het balkon. Steigers hier, steigers daar. Ik sta met die steigers op en ik ga ermee naar bed. Steigers are here to stay, dat lijkt me een uitgemaakte zaak. Mijn bed heb ik van de week negentig graden gedraaid, opdat de werkers meer toegang hebben tot het dakraam, dat vervangen wordt. Alles behalve dat bed is om het tegen stof en smurrie te beschermen met verknipte vuilniszakken afgedekt. De opzichter beweerde onlangs dat het karwei op 18 december geklaard is, dan zijn de steigers weggehaald. Toen ik hem om een second opinion vroeg, zei een van de werkers: ‘Dat gaat nooit lukken.’

04-12-09. Als er maandenlang werkers aan het werk zijn valt er niet aan te ontkomen dat er verbroedering optreedt. De tijd dat ik iemand was waar ze u tegen zeiden is voorbij. In het voorbijgaan is het niet meer ‘Dag meneer’ maar gewoon ‘Hoi’ – en ik zeg dan ‘Hoi’ terug, als een gelijke. Ik verwachtte gisteren een pakje en bleef daarvoor thuis. Wat duurt wachten dan lang. Vaak wordt er aangebeld als je op de wc zit maar om daar nou te gaan zitten wachten. Om halfvier verliet ik het huis voor een boodschap. In de brievenbox lag een briefje: pakje was vergeefs aangeboden. Een werker zei: ‘Er kwam een vrouw met een pakje aan je deur.’ ‘Mijn voordeurbel doet het niet.’ ‘Ze klopte aan.’ ‘Dat hoorde ik niet.’ ‘En je buren waren ook niet thuis. Fijne avond!’

05-12-09. Het is dat het vannacht pas is, anders zou ik zeker gesproken hebben van een heerlijk avondje. Op Nederland 3 om 00.20 uur een documentaire over VARA’s Popgala uit 1973, het eerste popconcert dat ik bezocht. Niet te geloven dat tijdens het twee dagen durende gala in De Vliegermolen in Voorburg (hoeveel mensen konden daar in?) The Who optraden, Rod Stewart & The Faces, de Eagles, Ry Cooder, Argent, Country Gazette, Slade, Chi Coltrane. Chi Coltrane kwam op het podium de dag dat ik er was, ze raakte, herinner ik me, ontstemd over de ontstemde piano en vertrok weer, trad pas de volgende dag op. De Eagles speelden de eerste helft van hun set akoestisch, gezeten op barkrukken. De radio-uitzendingen nam ik op, de tv-beelden zag ik – benieuwd wat ervan in de documentaire terug te zien is.

06-12-09. Een tekst als deze is in een paar minuten geschreven. Dat wil zeggen: als ik een onderwerp heb. Vanmorgen was dat er niet, ik dacht: eerst maar even hardlopen, dan kom ik wel op een idee. En dat was dit: een overzichtje van onderwerpen waar ik over had kunnen schrijven. De tv op zondagochtend bijvoorbeeld: er worden bij de EO door een koor liederen gezongen die soms zo vol strijdlust zijn dat er Kamervragen gesteld zouden worden als de teksten niet gezongen werden door christenen maar door moslims. Hoorde uit zeer betrouwbare bron dat Haag Wonen financieel aan de grond zit. Stel dat ze de werkers niet kunnen betalen en dat die daarom hun werk neerleggen en ik met die vervloekte steigers blijf zitten? En stel dat de grieperigheid van een paar dagen geleden Mexicaans was geweest?

07-12-09. Wat een ervaring. Je eerste popconcert als veertienjarige blijft je bij, zeker als dat VARA’s Popgala 1973 was. In de docu van Leo Blokhuis de teruggevonden beelden. Slade zoals ik me Slade herinnerde (Noddy Holders bovenmenselijke bakkenbaarden!), de op barkrukken zittende Eagles (voor 4600 gulden inclusief reiskosten geëngageerd), Ry Cooder die solo gitaar speelde en zong, Chi Coltrane van wie behalve een stukje optreden (wat een stem!) de soundcheck te zien was en die in een interview terugblikte op het gala. Ze hadden allemaal herinneringen aan Voorburgse sporthal De Vliegermolen: Colin Blunstone en Rod Argent, de vijftienjarige jongen van toen die geweldige foto’s gemaakt had, het veertienjarige meisje van toen dat na afloop van het concert van Rod Stewart & The Faces ongehinderd op het podium had kunnen klimmen en nabij Rod en Ron Wood ging staan.

08-12-09. Gisteren naar Groningen maar daarover morgen het nodige. Omdat het een lange reis zou worden de avond tevoren alvast benzine gaan tanken. Daar ben ik geen uitgesproken deskundige in. Ik deed het vroeger bij de Shell maar toen daar werd overgestapt op een ander model slanghandgreep kreeg ik er geen benzine meer uit en koos voor brandstof van BP, waar je na vijf keer tanken een gratis wasbeurt krijgt. Om de tank van de auto van mijn zus tot aan de rand gevuld te krijgen, trok ik de slang toen de pomp afgeslagen was een eindje terug en zette het weer op een pompen. Dat ging ietwat verkeerd: heel mijn jasmouw en een broekspijp onder de benzine. Thuis jas en broek haastig in de was, samen met overig wasgoed. Na het wassen stonk alle kleding naar benzine.

09-12-09. Ik kon via Amsterdam of via Utrecht naar Delfzijl, ik koos Utrecht. Tot iets voorbij Utrecht ging het goed, ik reed zoals ik altijd reed als ik die kant uit reed, zij het dat ik ditmaal richting Almere had gemoeten en niet richting Amersfoort. Als er zoiets misgaat heeft mijn leven geen enkele zin meer. Ik stuurde nog wel maar niet van harte. Hé, daar stond ‘Groningen’ op een bord, ik ging toch goed en wilde dus nog wel even leven. Van Groningen naar Delfzijl lukte ook, daar aangekomen wist ik het niet meer. Bij een benzinestation richtingaanwijzingen gevraagd, dame riep collega erbij, daardoor kwam ik een eindje op de goede weg, moest nogmaals de weg vragen aan twee verlopen taarten die ik van verre voor jonge meisjes had aangezien. Zo erg was ik er aan toe!

10-12-09. Voor het eerst dit jaar kreeg ik persoonlijk te maken met de kredietcrisis, hoewel je ook van ontlezing zou kunnen spreken. Vorig jaar was Zoute griotten volgens Lira 481 keer uitgeleend door de bibliotheken waarvan de uitleningen bijgehouden worden. Dit jaar waren het er 362. Dat betekent dat mijn ‘bruto repartitiebedrag’ 35,52 euro is. Daar gaat maar liefst 7,5% aan administratie af – zijnde 2,66 – en dan ook nog btw (0,51), zodat er 32,35 euro op mijn rekening wordt bijgeschreven. Uiteraard gaat daar in een later stadium nog een deel van naar de fiscus. Amusant dat er zes jaar nadat de onnadenkende uitgever het boek liet vernietigen nog altijd belangstelling voor is. 362 exemplaren – je zou dus kunnen zeggen dat er gemiddeld elke dag iemand op het goede idee komt bij de bibliotheek Zoute griotten te lenen. Wereldwijd!

11-12-09. Er lag een brief in de bus: ‘De groot onderhoudswerkzaamheden aan uw woning nadert haar einde.’ Het is bijna klaar! ‘Om het einde van jaar alles netjes opgeruimd te kunnen hebben gaan wij extra personeel inzetten om alles zoveel mogelijk gereed te krijgen voor de feestdagen.’ Ofwel: er is besloten ‘zaterdag 12 december de werkzaamheden aan onder andere het pannendak voort te zetten.’ Dus: ‘Het betekent dat u aanstaande zaterdag diverse mensen aan het dak aan het werk ziet.’ Met andere woorden: ‘Uiteraard zal dit de gebruikelijke overlast met zich meebrengen, overlast die we te allen tijde tot een minimum zullen beperken.’ Gerard Ouwens heeft de leiding: ‘De heer Ouwens zal echter aanstaande zaterdag niet aanwezig zijn, u kunt zich die dag m.b.t. de dakwerkzaamheden wenden tot de mensen die aan het dak aan het werk zijn.’

12-12-09. De werkers zijn aan het werk, ik hoef dus niet te wennen aan de stilte. Moet wel wennen aan de afwezigheid van logeerkat Loekie. Hij zou morgen door Esther in ontvangst genomen worden, het gebeurde twee dagen eerder. Donderdagavond had ik hem klaaggeluiden horen maken. Ze hielden niet aan dus ik ging zonder zorgen over dat klagen slapen. Gisterochtend kwam ik beneden en trof hem in de gootsteen aan, waar hij zittend op een bord waarvan ik de vorige avond hutspot gegeten had probeerde te plassen. Daar was iets niet met de blaas in de orde. Esther maakte een afspraak met de dierenarts, ik zegde toe dat ik Loekie in de draagbak zou krijgen – maar hij was al onder de bank verdwenen. ’s Avonds zag ik een zwarte trui die op een stoel lag voor hem aan.

13-12-09. Vanavond op Nederland 2 Winsum, gisteravond in Amsterdam Volendam gezien. Ter gelegenheid van zijn bejaard worden treedt Freek nadrukkelijk in de schijnwerpers: een viertal tv-uitzendingen rond oorden waar hij gewoond heeft plus de nieuwjaarsconference Volendam, waarvan we in het Compagnietheater de try-out zagen. Wat een verschil met Neerlands Hoop Solo in Carré, twee maanden geleden, toen ik ver van het podium in de hoogte zat. Ditmaal pal vooraan, dat is toch leuker. (Sowieso is zo’n klein zaaltje te prefereren, dat is ook bij muziek zo: Paul McCartney liet van de week het immense Gelredrome vollopen, wat is er voor lol aan McCartney vanuit de verte gade te slaan?) Ook in Volendam kwam Neerlands Hoop aan bod (ze behoorden in de jaren zeventig tot de vijf invloedrijkste Nederlanders). Er zijn voor de komende week nog enkele plaatsbewijzen beschikbaar.

14-12-09. Dat je jaarlijks in december in het Compagnietheater een voorstelling van Freek de Jonge gaat zien wil niet zeggen dat zoiets een routinekwestie wil worden. Ook ditmaal werd er vooraf bij Kantjil gegeten. De eerste keren kreeg ik daar mijn overvolle bord nasi goreng rames met geen mogelijkheid op, later beperkte ik het eten vooraf (dus geen lunch of dat soort zottigheid) en sindsdien heb ik met een dergelijk bord vol geen moeite – bestelde zaterdag zelfs twee kleine loempia’s vooraf. De middaguren waren zoals altijd gewijd aan het betreden van Fame, American Book Center en Waterstone’s. Bij Fame ontvang je muntjes waar je in een later stadium korting mee krijgt, dat maakte dat ik nogal gretig cd’s (The Moody Blues, Paul Weller, Amy Winehouse, ELP) en dvd’s (The Tenant van Polanski en het Deense The Killing) insloeg.

15-12-09. De bijna voltooide verbouwing blijft een punt van zorg. Mail van Haag Wonen ontvangen: het was niet goed duidelijk gemaakt, er zouden slechts enkele bergingsdeuren vervangen worden. Gelul! Plus een aanmaning met dreiging van deurwaarder voor nog niet betaalde garagehuur, die ik niet betaalde omdat dat gedurende de renovatie niet hoeft. Voorts de bejaarde buurman opgezocht, hij ligt nog in het ziekenhuis. (Een buurvrouw ligt daar ook, of is misschien alweer ontslagen; ik hou dat niet bij.) De bejaarde buurman de foto’s getoond die ik van de verbouwingstroep gemaakt had. Terwijl hij fotokeek keek ik opzij. Krijg nou wat. In het bed naast buurman lag een andere buurman! Ook hartfeilen? Nee, hij zou de volgende dag aan zijn staar geopereerd worden, die bij controle op springen bleek te staan. Volgens mij komt het allemaal door de renovatie.

16-12-09. Ik was voor vandaag een vrolijk bericht van plan maar het wordt een overlijdensbericht. Vernam gisteravond via de mail dat J.A. Dautzenberg was overleden, er had in de Volkskrant een advertentie gestaan. Lang voordat ik hem ontmoette kende ik hem van naam: in de kast staat De sleutel in de kast : Over Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch, dat hij samenstelde, zodat zijn naam prominent op het omslag staat. Jo trad toe tot de redactie van Uitgelezen, die tot dan toe werd uitgemaakt door redacteuren die bedreven waren in het ophemelen van elkaars bijdragen. Daar kwam toen de deskundig kritische stem van Jo bij. De oorspronkelijke redacteuren gingen, Jo bleef, ook nadat Uitgelezen was opgevolgd door Boek-delen essays. Vele vergaderingen met hem meegemaakt, bewonderde hem zeer om zijn belezenheid – en wat was het een lachgrage man.

17-12-09. Niet elk weerzien is zo’n feest als het weer zien van Please Sir! was. De box met de Complete Series bevat naast alle tv-afleveringen de speelfilm uit 1971. Het eerste seizoen is in zwart-wit en misschien het leukste, al is het tweede ook geweldig. Daarna zakt het wat in: leraar Bernard Hedges (John Alderton) heeft een vriendin, trouwt en verlaat de Fenn Streetschool. En dan verdwijnen ook de leerlingen van 5C. Er komen nieuwe leerlingen maar alleen de leerkrachten zijn dan nog echt leuk – en natuurlijk Potter. Het was zo herkenbaar, een opstandige klas op een middelbare school zoals ik die zelf ook had meegemaakt. En dan hoe in die tijd (eind jaren zestig, begin jaren zeventig) de jongens en de meisjes gekleed gingen, ik bedoel de meisjes. Jurkjes niet veel langer dan een T-shirt! Strakke truitjes!

18-12-09. Het is als ik dit schrijf nog donker en rustig. Er ligt sneeuw op de galerij, over driekwartier worden de eerste werkers verwacht. Vandaag gaan ze de steigers weghalen, ik geloof dat er ook plannen zijn om op het balkon tegels aan te brengen. Mijn voor- en balkondeur en het houtwerk om deuren en ramen moeten nog afgelakt worden. Dat klinkt alsof het vandaag voor elkaar zal raken maar er ligt sneeuw op de galerij. Ik zag gisteren op het Journaal dat die sneeuw het openbare leven heeft ontwricht. Met de auto kom je niet op je bestemming, met het openbaar vervoer ook al niet. Onbegrijpelijk dat mensen weten dat ze met zulk weer op de snelweg vast komen te staan en dat ze dan toch de auto nemen en op de snelweg vast komen te staan.

19-12-09. Het is alweer meer dan een maand geleden, het onderdeel van de renovatie waarbij de werkers de voordeur en de balkondeur verwijderden en mij (aan het tussenliggende bureau gezeten) lieten vernikkelen van de door het huis waaiende wind. En toen vroor het niet eens. Gisteren was de schilderdivisie opgerukt tot mijn voordeur. Het was tien voor negen in de ochtend. Wat zouden jullie ervan zeggen, heren schilders, als ik de voordeur en het keukenraam opende, dan kunnen jullie vrijuit schilderen. Dat vonden ze een goed plan. De kou die binnenkwam was onbeschrijflijk, ik trok mij terug in mijn slaapvertrek, in vijf lagen bovenkleding. Zag later een werker op het balkon staan, zo te zien nietsend. Ik ging informeren. Hij had de handen in de zakken gestoken om ze op te warmen. ‘Heb je geen handschoenen?’ ‘Dan nog.’

20-12-09. Op dagen dat er geen wekker afloopt en je niet naar kantoor hoeft weet je niet altijd welke dag het is. Het was gisteren zaterdag maar ik betwijfelde dat omdat er werkers op de galerij verschenen. Ze droegen een helm. Ik deed het keukenraam open, daar wilde ik natuurlijk het mijne van weten. Op zaterdag werken? vroeg ik. Ja, lachte een van de twee werkers, en morgen ook! Uit het lachen leidde ik af dat het lucratief was om in het weekend te werken. De weekendwerkers waren belast met het ontmantelen van de steigers, onder normale omstandigheden al geen lol, met dit barre weer helemaal niet. Benieuwd of die lachende werker vandaag ook zal lachen als hij aan het werk is: er ligt een dikke laag sneeuw op de resterende steigers, de vallende sneeuw stuift venijnig rond.

21-12-09. In Loosduinen stelt het openbare leven al niet veel voor, gisteren lag het volledig stil. De werker die zaterdag nog lachend liet weten dat hij ook de volgende dag met zijn kornuiten in de weer zou zijn met het verwijderen van de steigers geen moment gezien. De sneeuw kwam met bakken uit de hemel en maakte van mijn uitzicht een tekening van Anton Pieck. Om tien uur begaf ik me op weg naar de supermarkt – ik laat me natuurlijk niet door een beetje sneeuw van mijn voornemens afbrengen, weeralarm of geen weeralarm. Het was een aardig eindje fietsen maar zonder calamiteiten ondervonden te hebben bereikte ik de C1000 (waar het rustig was) en kwam ongeschonden thuis. ’s Middags plots een plof: een topzwaar pak sneeuw was van de nieuwe dakpannen gegleden en op mijn balkon geland. Minilawine!

22-12-09. Sneeuwpret? Om halfzeven op de fiets gestapt, bij de kruising aangekomen ontdekt dat remmen geen zin had. Voorzichtig linksaf en toen rechtdoor over het fietspad. Dat had ik onlangs met een lekke achterband gedaan, nu was het alsof ook de voorband lek was. Ik nam de rijbaan maar, waar het rustig was als op een autoloze zondag. Doordat ik vaart maakte en de rode stoplichten negeerde was ik bijna net zo snel op kantoor als anders. De terugreis zette ik om tien uur in, ditmaal vloog ik helemaal als een afgeschoten kanonskogel door het verkeer. Er volgde korte tijd later een bezoek aan bibliotheek en supermarkt, een voetreis. Ter hoogte van de bibliotheek verloren mijn voeten de greep op het wegdek, de beentjes gingen de lucht in en ik landde op het zitvlak. Bij omstanders groot sneeuwleedvermaak.

23-12-09. Van mijn vierde tot mijn twintigste heb ik onderwijs genoten. Het gebeurt wel dat ik denk: waar is dat nou goed voor geweest? Misschien is het wel zo dat je helemaal niets hebt aan de dingen die je geleerd hebt. Valbreken, bijvoorbeeld. Dat leerde ik toen ik op judo zat. Maar toen ik eergisteren door de gladheid ten val kwam voltrok dat proces zich zo razendsnel dat ik er niet aan toe kwam het geleerde onmiddellijk in de praktijk te brengen. Trouwens, toen ik op judo zat was ik zes. Gisteren had ik er genoeg van, al dat waarschuwen voor gladheid. ik trok me er niets meer van aan en fietste ook daar waar dat onverstandig was. Als het richting uitglijden ging gromde ik diep in mijn keel een grom – niet bij judo geleerd, maar het hielp.

24-12-09. Bij de bibliotheek leende ik de dvd The Reader. Een jongen van vijftien krijgt wat moois, en dat is nog zacht uitgedrukt, met een volwassen vrouw, en dat is nog Kate Winslet ook. (Het speelt tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen er meer kleding was om uit te trekken.) Nou ja, de film gaat in feite over analfabetisme: de vrouw kan niet lezen, de jongen leest haar voor. Vele jaren later. De vrouw wordt veroordeeld wegens een in de oorlog begane misdaad. In de gevangenis luistert ze naar door de jongen (nu man) ingesproken geluidsbandjes en leert zichzelf lezen. Heel dat oorlogsgedoe was niet nodig geweest. Beter: de jongen is blind geraakt, de oud geworden vrouw heeft eindelijk leren lezen en leest hem nu voor, terwijl hij in zijn fantasie de mooie vrouw van toen voor zich ziet.

25-12-09. Kerst en sneeuw, dan kan je van alles doen: er een vreetdag van maken maar ook een deel van de Russische Bibliotheek van de plank pakken. (Die Russische Bibliotheek telt vele delen, als je er niet af en toe in leest kom je er nooit doorheen.) Was vorige week al begonnen in deel VI van de Verzamelde Werken van Tolstoj, dat onder meer de prachtige novelle De Kreutzersonate bevat. Las daarin ook de novelle De valse coupon: ‘Stepan begon het Onze Vader te lezen, vergeleek de letters met de bekende klanken. En weldra kwam hij achter het geheim van de spelling.’ Komt dit bekend voor? Dat is omdat Hannah in The Reader precies zo leert lezen (Kate Winslet kreeg daar een Oscar, een Golden Globe en een Bafta voor). Die Bernhard Schlink kan behalve schrijven ook afkijken.

26-12-09. Heb de televisie de hele dag niet aangehad, behalve voor wat betreft het zien erop van dvd’s, maar ik ga ervan uit dat de koningin en de paus hebben opgeroepen tot vrede en verdraagzaamheid; die mensen weten niet beter. Kerst was als alle kersten, zij het dat ik in de ochtend opgebeld werd door buurvriendin Esther, die te Waddinxveen verbleef en me verzocht me te ontfermen over haar kat Loekie, wat ik met grote graagheid deed. Loekie had kennelijk honger, hij liet zich gewillig oppakken en meevoeren en verslond een pakje voer. Het was weer Scandinavisch: vorig jaar las ik met kerst de Millennium Trilogie van Stieg Larsson, dit jaar bekeek ik de twintig uur durende Deense thriller The Killing. Een kerst als de vorige, kortom, ware het niet dat mijn moeder niet meer in leven was.

27-12-09. In de stationshal werd omgeroepen dat houders van een abonnement op die en die dag(en) iemand gratis mee mochten laten reizen, als goedmakertje voor de geleden overlast tijdens de vorstperiode. Arriveerde tegen twaalven op Amsterdam Centraal, een wandeling van een paar minuten scheidde me van mijn doel. Het was boven nul, de zon scheen aangenaam. Fame was kort voor mijn aankomst opengegaan, er heerste een menigte in de zaak die zich opeenhoopte rond een tafel waarop afgeprijsde cd-boxen lagen uitgestald. Het waren voornamelijk lieden van mijn leeftijd of erger, velen voorzien van een boodschappenmandje, ontoerekeningsvatbaar als vrouwen tijdens de Drie Dwaze Dagen (ik bedoel die van De Bijenkorf). Ik had even een visioen van in de verdrukking geraakte bedevaartgangers te Mekka maar bemachtigde kleerscheurvrij cd-boxen van The Zombies, Procol Harum, Donald Fagen en Echo & The Bunnymen.

28-12-09. The Beatles zijn bij Paul McCartney in goede handen. Beleefde op een der kerstdagen groot plezier aan Good Evening New York City: twee cd’s (die ik nog moet draaien), twee dvd’s. Op 15 augustus 1965 traden The Beatles op in het Che Stadium: het publiek kon ze niet horen, nauwelijks zien en het optreden duurde een halfuur. Afgelopen zomer gaf Paul met zijn band drie concerten in het Citi Field Stadium, dat op de plaats is gekomen van het afgebroken Che. Het publiek kon dankzij videoschermen en optimale geluidsversterking alles goed zien en horen, alleen de toegift duurde al een halfuur: de reguliere set nam twee uur in beslag. Bijna 44 jaar na Che Stadium oogt de 67-jarige Paul patent. Eleanor Rigby! Helter Skelter! En wat prachtig: bij I’m Down de beelden versneden met die van 1965.

29-12-09. Het beroep van corrector stond vroeger in hoog aanzien, tegenwoordig denken velen dat de computer gemaakte fouten wel ongedaan kan maken. Over vertalers wordt net zo gedacht als over correctoren: met een druk op de knop heb je een tekst omgezet in een andere taal. Kreeg gisteren een e-mail van Sandra James, verblijvende aan de Ivoorkust, ‘enige dochter van de Laat Michael James’. Die is helaas door vergiftiging om het leven gekomen, vandaar dat Sandra mij benaderde: ‘Ik schrijf deze brief met de nodige respect en hoort vol tranen, omdat we niet hebben gekend of ontmoet ons eerder. Ik vraag voor uw hulp. Nadat ik zijn gegaan door een profiel dat spreekt goed van je.’ Ik moet even contact opnemen, dan ontvang ik 13% van de 5,6 miljoen dollar van wijlen vader James. ‘Bedankt en blijven zegenen.’

30-12-09. De fijne dagen die er tot vervelens toe gewenst worden zijn niet aan het adres van de dieren. Op de eerste dag van het nieuwe jaar pleeg ik de eendjes en de zwanen te voeren die in doodsangst het vuurwerk ondergaan hebben. Gisterochtend bevatte de galerij een aantal plakkaten kak. Een buurvrouw wist te vertellen dat er een zwaan op de galerij beland was. Hoe zou die daar gekomen zijn? Ik legde uit dat zwanen kunnen vliegen. Het beest had geen uitweg kunnen vinden, zodat de dierenambulance eraan te pas moest komen. Dan is er ook nog logeerkat Loekie, wiens heldhaftigheid naar het beschamende neigt. Bij de minste knal zoekt hij een heenkomen onder het bed of onder de bank, wat maar het dichtste bij is. Zelf bescherm ik me door deuren en ramen gesloten te houden.

31-12-09. De laatste dag van het jaar is afscheid nemen van een jaar dat een jaar van afscheid nemen was. Op 4 januari, de dood van poes Gregor eind november was nog vers, stierf poes Duimpie, het was net als bij Gregor een sneeuwige dag. Wat hadden we nog meer? Op 28 december was er de laatste aflevering van Hot Talk geweest, in 2009 waren Hans en ik niet meer op de radio. In juli, ik keerde terug van een dienstreis, werd mijn auto total loss gereden. Een maand eerder had ik een ontmoeting met een fietser die daarbij het voorwiel van mijn fiets volledig naar de filistijnen reed. En dan was er op 24 juli het overlijden van mijn moeder, waar nog tot in december zo nu en dan tranen van konden vloeien. Kom maar op, 2010!

© Copyright Martin de Jong, Den Haag. Alle rechten voorbehouden.

techniek: Maarten van der Peet